Spring naar bijdragen

Modestus

Members
  • Aantal bijdragen

    1.046
  • Geregistreerd

  • Laatst bezocht

Berichten geplaatst door Modestus

  1. Citaat

    17 En de zevende engel goot zijn fiool uit in de lucht; en er kwam een grote stem uit den tempel des hemels, van den troon, zeggende: Het is geschied.

    "Zo spreekt Jahwe van de legerscharen: Nog een korte tijd, een zeer korte tijd, en Ik breng de hemel en de aarde, de zee en het land in beroering;  alle volken breng Ik in beroering" (Haggai 2:6-7).

    Het is beter om het woord 'het is geschied' toe te schrijven aan de Heer zelf. Het woord 'het is geschied' herinnert ons hetzelfde woord dat kwam uit de mond van Jezus toen Hij aan het kruis stierf. Net zoals toen was dat woord een merkteken van het einde van het Oude Testament, zo is dit Gods woord hier een teken is van het einde van het Nieuwe Testament. Het verwijst niet alleen naar het einde van de zevende schaal, maar ook van alle eerdere plagen, naar de hele nieuwtestamentische  heilseconomie van de redding van de mens.

    De aardbeving hier overtreft alle aardbevingen die op aarde ooit zijn gebeurd. En als na het openen van het zevende zegel werd alleen maar "een aardbeving" (8: 5) vermeld, en na de zevende bazuin "een aardbeving en een grote hagel" (11:19), dan na de zevende schaal is het al:

    Citaat

    18 En er geschiedden stemmen, en donderslagen, en bliksemen; en er geschiedde een grote aardbeving, hoedanige niet is geschied van dat de mensen op de aarde geweest zijn, namelijk een zodanige aardbeving en zo groot.

     

    Citaat

    19 En de grote stad is in drie delen gescheurd, en de steden der heidenen zijn gevallen; en het grote Babylon is gedacht geworden voor God, om haar te geven den drinkbeker van den wijn des toorns Zijner gramschap.

    Hier wordt diezelfde grote stad Babylon genoemd als in 14:8, maar niet alleen als een geografische plaats, maar ook als het industriële en culturele centrum van het toekomstige antichristelijke rijk (vgl. IV: 8). De naam Babylon wordt hier ook gebruikt als een aanduiding op de antichristelijke zondigheid in het leven van de mensen van de laatste dagen. Deze goddeloosheid wordt nu herinnerd door de Heer en daarom ook gestraft (vgl. XIV: 8, 10).

    Het frappante is dat de Romeinse keizer Constantijn de Grote (Constantinus Magnus) verdeelde het Romeinse rijk in drie delen als erfenis voor zijn drie zonen Constantijn II, Constantius II en Constans. Deze situatie na 337 leidde tot veel strijd tussen deze broers, oorlog, en een bloedbad waaruit Constantius uiteindelijk als overwinnaar tevoorschijn kwam. Het was de eerste keer dat het keizerrijk zowel de jure als de facto echt verdeeld werd in drie onafhankelijke delen. In deze zin symboliseert "de grote stad" het hele keizerrijk waarvan hij de hoofdstad was. Na Constantijn I was het Romeinse rijk niet meer hetzelfde als vroeger. Heidense staatsideologie maakte plaats voor het christelijke en dat bracht veranderingen niet allen in cultus en godsdienst, maar ook in zedelijkheid, cultuur en de hele levenswijze in het algemeen. Het is niet alleen dat Constantijn het christendom legaliseerde, maar hij verplaatste ook de hoofdstad van Rome naar Byzantium, die later dan ook Constantinopel en Nieuw Rome heette. In een zekere zin kunnen we zeggen dat met hem kwam het vroegere Romeinse rijk ten einde. De vraag is dan hoe wordt precies de laatste 'Babylon' in drie delen gescheurd?

    images?q=tbn:ANd9GcTVIHKK_GVkHqJGUHZqlHt

    Citaat

    20 En alle eiland is gevloden, en de bergen zijn niet gevonden.

    Eilanden en bergen kunnen ook de demonen symboliseren. Ze zijn eilanden omdat onreine legioenen van demonen zich rondwentelen in dit bittere als zout en hectische als stormachtige zee aardse leven. Ze zijn bergen vanwege hun hoogmoed. "Bergen smelten als was wanneer Hij nadert, de Heer" (psalm 9:5).

    Citaat

    21 En een grote hagel, elk als een talent pond zwaar, viel neder uit den hemel op de mensen; en de mensen lasterden God vanwege de plage des hagels; want deszelfs plage was zeer groot.

    Hagel betekent de toorn van God waarover we lezen: "Ja, zo spreekt Jahwe de Heer, Ik zal in mijn woede een storm ontketenen, in mijn toorn laat Ik een stortregen neerstromen, in mijn verbolgenheid hagelstenen neerkletteren, en alles zal Ik vernietigen"  (Ezech. 13:13). De Heer belooft zijn kinderen hiervoor te beschermen, zeggend door de mond van de apostel: "Jezus, die ons redt van de komende toorn" (1 Thess. 1:10).

    wpid-20140206-080842.jpg?w=619&h=468

  2. 3 uur geleden zei sjako:

    Misschien zien we nu hier het begin hiervan.

    Inderdaad. Natuurlijk waren er vele andere wereldwijde besmettelijke ziektes, zoals aids of cholera, maar volgens mij geen globale epidemieën. Bij andere besmettelijke ziektes wist je duidelijk wat je moest doen om die te voorkomen - zich aan de hygiëne houden en losbandige levensstijl vermijden. Maar het unieke aan corona virus is dat het heel makkelijk overgedragen wordt, zonder dat je daar schuldig aan bent. Zelfs al ga je jezelf van anderen helemaal isoleren, dan nog heb je geen garantie dat je gezond blijft. Misschien gaat het snel weer over, maar het laat zien dat er in de toekomst soortgelijke pandemische besmettelijke ziektes kunnen voorkomen, die zelfs nog erger kunnen zijn dan corona virus. Momento mori dus!

  3. Respect voor je doordachte uitleg, beste @sjako ! Voor het grootste deel ben ik ermee eens met wat je schrijft, maar jouw redenering leidt duidelijk niet tot een conclusie dat 144 000 letterlijk moet worden opgevat. Jouw conclusie is eigenlijk: "Op deze manier worden de 144.000 toch voltallig." Maar jouw redenering bewijst nergens dat 144 000 een letterlijke en geen symbolische betekenis heeft. Want dat is wat je oorspronkelijk wilde aantonen. Het kan ook het volgende symbolische betekenis hebben: 12 apostelen x 1000-voudige vrucht van de apostelen (een menigte van de bekeerlingen) x in 12 stammen van geestelijke Israel = 144 000 als volheid van de verlosten, wiens precieze aantal God van tevoren weet. Andere interpretaties zijn natuurlijk ook mogelijk, maar het is een voorbeeld van figuratieve interpretatie.

  4. Vervolg van hoofdstuk 16.

    Citaat

    8 En de vierde engel goot zijn fiool uit op de zon; en haar is macht gegeven de mensen te verhitten door vuur.

    Bij gebrek aan water is deze plaag echt ondraaglijk. De uitstorting van de vier schalen heeft invloed op alle levenssferen: land, zee, rivieren en hemellichten.

    Citaat

    9 En de mensen werden verhit met grote hitte, en lasterden den Naam Gods, Die macht heeft over deze plagen; en zij bekeerden zich niet, om Hem heerlijkheid te geven.

    De verstokte mensen hier zijn in de greep van de demonen. Het zijn met name de demonen, aan wie deze mensen over zichzelf de macht hadden gegeven, die godslasteringen spreken.

    Citaat

    10 En de vijfde engel goot zijn fiool uit op den troon van het beest; en zijn rijk is verduisterd geworden; en zij kauwden hun tongen van pijn;

    Het koninkrijk van de Antichrist is verduisterd geworden ook in de zin dat mensen zo'n geestesgesteldheid hebben die zwaarmoedig of naargeestig kan worden genoemd - een gesteldheid van boosheid en wanhoop.

    Citaat

    11 En zij lasterden den God des hemels vanwege hun pijnen, en vanwege hun gezweren; en zij bekeerden zich niet van hun werken.

    Het is hier onduidelijk waarom het de duisternis is die zoveel lijden veroorzaakt dat mensen op hun tong beginnen te bijten.

    Citaat

    12 En de zesde engel goot zijn fiool uit op de grote rivier, den Eufraat; en zijn water is uitgedroogd, opdat bereid zou worden de weg der koningen, die van den opgang der zon komen zullen.

    In het Oude Testament de uitdroging van wateren is een manifestatie van Gods kracht. Zo was het in de Rode zee toen de Heer de zee verdreef en van de zee een droge land maakte (Exodus 14:21). Zo was het ook met de Jordaan toen het volk de rivier overstak onder leiding van Jozua (Jozua 3:17). In het boek van de profeet Jeremia dreigt God in zijn toorn: "Ik zal haar zee droog maken, en haar springader opdrogen" (Jer. 51:36). 'En al de diepten der rivieren zullen verdrogen', zegt de profeet Zacharia (Zach. 10:11). De zesde plaag doet ook denken aan de afdamming van de Eufraat door Perzische koning Cyrus (Koresh) II, waardoor hij Babylon kon innemen. Cyrus leidde de rivier in het geheim om naar het meer. De rivierbedding van de Eufraat, die door het stadscentrum liep, werd een vrij droge weg, en langs deze weg stormden de Perzen Babylon binnen en namen het in.

    In tijden waarin de Apocalyps werd geschreven, was de meest geduchte vijand van Rome het Parthische rijk, gelegen ten oosten van de Eufraat, de traditionele grens van het Romeinse rijk. Parthische ruiterij was de meest gevreesde troepenmacht van de toenmalige wereld. De gedachte dat Parthische ruiterij de Eufraat kon oversteken, jaagde angst en schrik aan. Bovendien was er in die tijd een legende (onder de heidenen) dat keizer Nero niet gestorven was, maar naar de Parthen was gevlucht. Van daaruit, vanuit Parthia, verwachtte men de terugkeer van de "Opgestane Nero" (Nero Redivivus), die in de Apocalyps de Antichrist zelf symboliseert. De invasie van de antichrist werd dus vanuit de Eufraat verwacht.

    627339.jpg

    Citaat

    13 En ik zag uit den mond des draaks, en uit den mond van het beest, en uit den mond des valsen profeets, drie onreine geesten gaan, den vorsen gelijk; 14 Want het zijn geesten der duivelen, en zij doen tekenen, welke uitgaan tot de koningen der aarde en der gehele wereld, om die te vergaderen tot den krijg van dien groten dag des almachtigen Gods.

    Deze pad-achtige geesten staan in contrast met de drie engelen die het evangelie, de val van Babylon en het oordeel van God verkondigden (14: 6). Geest (in het Grieks pnévma) betekent ook adem. Dat wil zeggen, de adem van deze satanische drie-eenheid is onrein, vol kwaad. De padden verblijven in het modderige water. Hij vergelijkt demonen met padden omdat ze genieten van geestelijke vuil en slib van de mensen. En het ontspannen en zorgeloze bestaan van zondaars is voor de demonen, - die buitengewoon jaloers zijn en verheugen zich op de dood van de levenden, - aangenamer dan het geduldige en vrome leven van de rechtvaardigen.
    Padden symboliseren ook mensen die zich niet schamen om zich in zonden en misdaden te wentelen, terwijl anderen zich daarvan afkeren door bekering en doop. Over het algemeen werden padden beschouwd als onreine dieren. Bovendien symboliseerden ze kletspraat. Padden staan immers bekend om hun gekwaak.

    Het idee van de laatste en definitive strijd tussen God en de krachten van het kwaad gaat terug naar het verre verleden. We vinden haar in psalm 2: 2: "In opstand zijn de koningen der aarde; de vorsten zijn samengeschoold. Zij zijn in opstand tegen de Heer, en tegen Zijn Gezalfde." En dit zal gebeuren op de "grote dag van de Almachtige God". Dit is de naam die wordt voorspeld door de profeten van het Oude Testament. Op deze dag zal God over zijn vijanden zegevieren. Hier zijn enkele van de vele uitspraken: "Ja, groot is de dag van Jahwe en zeer te duchten: wie zal hem doorstaan?" (Joël 2:11); "Nabij is de grote dag van Jahwe, hij is nabij en nadert snel. Hoor, hoe bitter hij is, de dag van Jahwe... Een dag van toorn is die dag, een dag van nood en benauwenis, een dag van vernieling en vernietiging, een dag van donker en van duisternis, een dag van wolken en van dichte damp, Door het vuur van zijn naijver wordt heel de aarde verslonden, want Hij gaat vernietiging brengen, gruwelijke vernietiging, over al de bewoners der aarde” (Zefanja  1: 14-15, 18), enzovoort.

    Citaat

    15 Ziet, Ik kom als een dief. Zalig is hij, die waakt en zijn klederen bewaart, opdat hij niet naakt wandele, en men zijn schaamte niet zie.

    We hebben al soortgelijke profetische uitspraken al gelezen beginnend bij het eerste hoofdstuk (1: 8; vgl. 22: 7.12.20). Hier, na de grote dag van de Heer te hebben genoemd, kondigt Christus zijn komst aan: "Zie, ik kom als een dief!" Dat wil zeggen plotseling, onverwachts. Sluitend aan deze profetie is de 'zaligspreking', één van de zeven in het boek van de Apocalyps. Het spoort tot waakzaamheid aan, wat nodig is om eigen gewaden te behouden. Laten we ons de symbolische betekenis van kleding in de Bijbel herinneren, evenals de beroemde woorden van de apostel Paulus: "gij allen die in Christus zijn gedoopt, gij hebt Christus aangedaan" (Galaten 3:27).

    Citaat

    16 En zij hebben hen vergaderd in de plaats, welke in het Hebreeuws genaamd wordt Armageddon.

    De laatste strijd zou moeten plaatsvinden, zoals de Bijbel zegt, in de plaats van Armageddon (in het Hebreeuws: Har Megiddo), wat zich vertaalt als "Berg Mageddon" (of Megiddo). Uit het Oude Testament is bekend over de "vallei van Megiddo" (de naam van de stad die in deze vallei ligt). In Megiddo vallei vonden verschillende veldslagen plaats (Richteren 4: 14–16; 2 Koningen 9:27; 23: 29–30; Zacharia 12:11). Deze naam zelf symboliseerde het slagveld. Maar in het Openbaring is het niet "de vallei van Megiddo", maar "Berg Megiddo", Armageddon, en het is moeilijk om een oorlogsslag op de berg voor te stellen. Misschien zijn hier twee oudtestamentische beelden met elkaar verbonden: de genoemde vallei van de veldslagen en de "bergen van Israël" uit het boek van de profeet Ezechiël. De profeet beschrijft de strijd met Gog en Magog op de "bergen van Israël": "Op de bergen Israëls zult gij vallen, gij en al uw benden, en de volken, die met u zijn" (Ezech. 38: 8; 39: 2.4.17).

    Er is nog een andere interpretatie mogelijk. In Jesaja 14:13 worden in de mond van Lucifer volgende woorden gelegd: "Ik klim naar de hemel, hoog boven Gods sterren plaats ik mijn troon; zetelen zal ik op de berg waar de goden samenkomen." 'Berg van de samenkomst' klinkt in het Hebreeuws als 'har moëd'. Dat wil zeggen, Lucifer is van plan zijn troon op de berg te zetten, die tegengesteld is aan Zion, de heilige berg van God. En de veronderstelling is dat Mageddon is die "berg van de samenkomst", en dat Johannes de strijd tegen de samenscholing van "goden" ziet, dat wil zeggen tegen de krachten van het kwaad op hun eigen plaats.

    Bij deze vraag ik me af: Hoe is het mogelijk dat na de vijf plagen van de vijf schalen is het 'de koningen der aarde' gelukt om hun grote legers te mobiliseren? Om een grote gemobiliseerde leger te onderhouden (des te meer als het verplaatst moet worden over een afstand van duizenden kilometers) heb je heel veel voedselvoorraad nodig, alsook munitie en vele andere oorlogsbenodigdheden.  

    Wie zijn die koningen der aarde? Zijn ze vazallen van Antichrist of zijn ze onafhankelijke leiders? En tegen wie specifiek gaan ze strijd voeren? Tegen elkaar? Tegen het volk Israel (Joden en heidenen die zich tot Christus zullen bekeren)? Zal dat Israël dan zo machtig zijn dat er een enorm leger tegen hem ten strijde zal moeten trekken? Of zullen ze aan dat Israel schuld geven voor alle verschrikkelijke bovennatuurlijke plagen die ze hadden moeten verduren voor hun zonden? Wellicht vinden we een vage antwoord in vers 20:9: "En zij zijn opgekomen op de breedte der aarde, en omringden de legerplaats der heiligen, en de geliefde stad (Jeruzalem); en er kwam vuur neder van God uit den hemel, en heeft hen verslonden".  Dat doet me denken aan de plagen van Egypte waarna het leger van de hardnekkige farao Israel achtervolgde om uiteindelijk in de zee te verdrinken. Toen waren de plagen ook buitengewoon schrikwekkend, maar desalniettemin waren de Egyptenaren in staat om zich weer te mobiliseren alsof ze net zo sterk en machtig waren als altijd. Zo te zien zal de geschiedenis zich herhalen, maar dan op een wereldwijde schaal.

    maxresdefault.jpg

    NMD-16-3-Valley-of-Jehoshaphat-300x169.j 

    1200px-Zalabiya,Euphrat.jpg

    Eufraat

     

  5. De zeven engelen gieten hun schalen uit.

    Citaat

    1 En ik hoorde een grote stem uit den tempel, zeggende tot de zeven engelen: Gaat henen, en giet de zeven fiolen van den toorn Gods uit op de aarde.

    Het is gemakkelijk op te merken dat deze en voorgaande plagen veel gemeen met elkaar hebben: hagel, duisternis, bloed in het water, ernstige wonden, de komst van verschrikkelijke hordes vanuit de Eufraat. Maar in Openbaring is er een zeker verschil tussen de rampen die volgen op de bazuinblazen en de rampen die volgen na de uitgieting van de schalen. In het geval van zeven trompetten de vernietiging en dood zijn gedeeltelijk en beperkt. Bijvoorbeeld, een derde van de aarde vergaat. In het geval van het laatste oordeel, dat wil zeggen, de uitstorting van de zeven schalen, zoals we zullen zien, hebben we het al over de volledige en totale vernietiging van de oude wereld, zodat in plaats daarvan een nieuwe getransfigureerde wereld zal zijn, gevuld met gelukzaligheid.

    Citaat

    2 En de eerste ging henen, en goot zijn fiool uit op de aarde; en er werd een kwaad en boos gezweer aan de mensen, die het merkteken van het beest hadden, en die zijn beeld aanbaden.

    Het kan hier om een wereldwijde pandemische ziekte gaan. Maar deze plaag is niet alleen een symbolische beeld. Een historische voorbeeld van een dergelijke Egyptische plaag garandeert dat deze herhaling op grotere schaal mogelijk is. En aangezien de afgebeelde gebeurtenis is uit de eindtijd, heel dicht bij de laatste omwenteling van de wereld, is het heel goed mogelijk en aannemelijk dat bijzondere en buitengewone gebeurtenissen zullen plaats vinden in het menselijk leven en de menselijke natuur, waarvan de analogieën we nog niet kunnen vinden in onze tijd.

    "Er zal hongersnood zijn, pest en aardbeving, nu hier, dan daar. Dat alles is het begin van de weeën... Want zo verschrikkelijk zal die tijd zijn, als er vanaf het begin van de wereld tot nu toe nooit een geweest is, noch komen zal " (Mattheus 24:7,21).

    loathsome-sores-boils-300x192.jpg

    Citaat

    3 En de tweede engel goot zijn fiool uit in de zee, en zij werd bloed als van een dode; en alle levende ziel is gestorven in de zee.

    961ba28dd0df0ab2d8ec42e9e36a8b6a.jpg 

    Het is niet verrassend dat, om de zwakheid van de Antichrist en de lichtzinnigheid van de verdwaalden aan het licht te brengen, de Goddelijke kracht door de profeten Enoch en Elia de zee als het ware in het bloed van een vermoorde zal veranderen, waarna alles daarin vernietigt wordt, zoals God het eens al had gedaan door Mozes in Egypte (Exodus 7, 19) om de hardnekkigheid van Farao bloot te leggen en Zijn macht te tonen, zodat de gelovigen versterkt zouden worden, maar de ongelovigen, die het schepsel zullen zien tegen hen opstaan voor de verering van de afvallige, bevreesd zouden worden. Evenzo is een andere veronderstelling mogelijk dat hiermee grote menselijke oorlogslachtoffers worden bedoeld; want wanneer "Gog en Magog" elkaar zullen aanvallen in alle delen van de wereld en wanneer de leiders, die de antichrist ongehoorzaam zullen zijn, zullen worden uitgeroeid met hun hele legers, dan zal er als gevolg van de zeeslagen de zee met bloed worden vervuild, alzo ook de rivieren.

    Ik las bijvoorbeeld dat tijdens de Mongoolse invasie in Centraal Azië (12de eeuw) werden er zoveel mensen vermoord dat de rivieren rood werden van kleur, volgens de kroniekschrijvers  

    Citaat

    4 En de derde engel goot zijn fiool uit in de rivieren en in de fonteinen der wateren; en de wateren werden bloed.

    De derde plaag is ook de omzetting van water in bloed, maar deze keer niet in de zee, maar in drinkbare waterbronnen.

    sang.jpg

    Citaat

    5 En ik hoorde den engel der wateren zeggen: Gij zijt rechtvaardig, Heere! Die is, en Die was, en Die zijn zal, dat Gij dit geoordeeld hebt; 6 Dewijl zij het bloed der heiligen, en der profeten vergoten hebben, zo hebt Gij hun ook bloed te drinken gegeven; want zij zijn het waardig.

    Ten voordele van het letterlijk begrip van de derde plaag is er, naast analogieën uit het verleden, ook de opmerking in de tekst dat dit water, dat bloed is geworden, mensen hadden moeten gebruiken om hun dorst te lessen.

    Citaat

    7 En ik hoorde een anderen van het altaar zeggen: Ja, Heere, Gij almachtige God! Uwe oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig.

    Na deze plaag volgen twee lofzangen die de gerechtigheid van Gods oordeel prijzen. De eerste hymne wordt gezongen door de engel van de wateren. We hebben al gelezen over de beschermengelen van de natuurelementen: de engelen van lucht en wind (7: 1) en de engel van het vuur (14:18). Hier zou je verwachten dat de engel van wateren bedroefd zou zijn om te zien dat het water in bloed was veranderd, maar hij verheerlijkt de gerechtigheid van Gods volbrachte oordeel. De plagen van de schalen zijn Gods rechtvaardige reacties op de vervolging van christenen in het Romeinse/antichristelijke rijk. Het principe van gelijke vergelding is hier van toepassing. Het bloed van heiligen was vergoten, dat wil zeggen van de leden van de Christelijke Kerk en de profeten van Christus, die als leiders van de kerk de eersten waren die vervolgd werden. Voor het vergieten van onschuldig bloed volgt er een straf voor de schuldigen in dit kwaad: het water zal van de aarde verdwijnen en alleen bloed zal er blijven om te drinken. Een stem van het altaar bevestigt de gerechtigheid van Gods oordeel. Het altaar symboliseert hier de zielen van de martelaren die onder het altaar staan (denk aan het vijfde zegel) en roepen om gerechtigheid. Deze gerechtigheid is nu hersteld en wordt daarom geprezen.

    %D0%9C%D0%BE%D0%BB%D0%B8%D1%82%D0%B2%D1%

    exodus_plagues1.png

  6. Hoofdstuk 15. Zeven engelen met de zeven laatste plagen.

    Elke rij van zeven plagen (7 zegels, 7 trompetten, 7 fiolen) wordt als het ware voorafgegaan door een proloog in de hemel. De hoofdstukken 4–5 met het hemelse visioen van God, zittend op de troon, en het Lam gaan vooraf aan de opening van de zeven zegels. Het visioen van het hemelse altaar (8: 1–6) ging vooraf aan de zeven trompetten. En nu de zeven fiolen van toorn in hoofdstuk 16 worden voorafgegaan door een hemels visioen van hoofdstuk 15, dat als een hemelse proloog is voor het volgende. (klik op de afbeelding voor vergroting)

    seven-seals.jpg?1582867616

    234e1851fcf4daa88c80dc08fdde1d2c.jpg

    Revelation+15+2.png

    Citaat

    1 En ik zag een ander groot en wonderlijk teken in den hemel; namelijk zeven engelen, hebbende de zeven laatste plagen; want in deze is de toorn Gods geëindigd.

    Ik zal u zevenvoudig slaan om uw zonden (Leviticus 26:24).

    eM9Iu9r42Vsh6xpZrmLCnN17SbPSp2r47YbCH3GL   aOSE9eUWwvGCdE2lP_oY9AUWo1BdiyegADPrmbXH   

    Citaat

    2 En ik zag als een glazen zee, met vuur gemengd; en die de overwinning hadden van het beest, en van zijn beeld, en van zijn merkteken, en van het getal zijns naams, welke stonden aan de glazen zee, hebbende de citers Gods;

    Het zijn dus de martelaren die triomfantelijk de strijd met de krachten van de Antichrist hebben doorstaan. Ze stierven en zullen sterven met de meest wrede en verschrikkelijke dood, maar tegelijkertijd zijn ze winnaars. Hun dood maakte hen winnaars; als ze hun aardse leven hadden gered door van hun geloof te verloochenen, dan zouden ze verslagen zijn. In de vroege kerk werd de dag van het martelaarschap beschouwd als de dag van de overwinning. Zo lezen we in het verhaal van de dood van de martelares Perpetua: "De dag van hun overwinning liep ten einde en ze liepen van de gevangenis naar het amfitheater, alsof ze naar de hemel gingen, gelukkig en met kalmte op hun gezichten." De Heer Jezus zei: "wie zijn leven wil redden, zal het verliezen. Maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil zal het vinden" (Mattheüs 16:25).

    Het visioen van de zee voor de hemelse troon werd al beschreven in 4: 6; maar toen was het helder en kalm als een kristal, nu is het gemengd met vuur. Ik denk dat de glazen zee staat voor een grote menigte van de verlosten, de zuiverheid van de toekomstige vrede en de luister van de heiligen, die als de zon zullen worden verlicht (Matt. 13, 43). En het vuur kan worden begrepen uit wat de apostel schreef: "van ieders werk zal de kwaliteit aan het licht komen. De grote dag zal het aantonen, want deze verschijnt met vuur, en het vuur zal uitwijzen wat ieders werk waard is" (1 Kor. 3, 13). Het schaadt geenszins de zuiveren en onbevlekten, omdat het twee eigenschappen heeft: de ene verteert de zondaars, de andere, zoals Basil de Grote het begreep, verlicht de rechtvaardigen. Het is ook aannemelijk als we onder het vuur de kennis van God en genade van de Levenschenkende Geest begrijpen, want God openbaarde Zich aan Mozes in het vuur en de Heilige Geest daalde neer op de apostelen in de vorm van de vuurtongen. Citer is als een symbool voor de versterving en de harmonie van deugden in het leven van de heiligen, dat geleid wordt door de strijkstok van de Heilige Geest.

    And-I-saw-as-it-were-a-glassy-sea-mingle

    Citaat

    3 En zij zongen het gezang van Mozes, den dienstknecht Gods, en het gezang des Lams, zeggende:

    Dit is het gezang van Moses uit Exodus 15: "Jahwe is mijn sterkte en kracht; Hij heeft mij gered: Jahwe is een strijder, Jahwe is zijn naam. Farao's wagens, zijn machtige legers. Hij wierp ze in zee..."

    De overwinnende martelaren zingen een lied dat, zoals we in 14: 3 zagen, alleen zij konden leren. Dit lied wordt ook "het lied van Mozes, de dienaar van God en het lied van het Lam" genoemd. Hier hebben we te maken met de zogenaamde typologische interpretatie van de gebeurtenissen in het Oude Testament. Zoals Mozes de eerste redder was van het volk Israël, zo was ook het Lam, dat wil zeggen Jezus Christus, de nieuwe Redder van het volk van het nieuwe Israël. Zoals Mozes het volk door de Rode Zee leidde, zo leidt het Lam zijn volk door de hemelse zee. Net zoals er een overwinning was behaald op de farao van Egypte, zo is er ook een overwinning behaald op het beest-antichrist.

    Citaat

    Groot en wonderlijk zijn Uw werken, Heere, Gij almachtige God, rechtvaardig en waarachtig zijn Uw wegen, Gij Koning der heiligen! 4 Wie zou U niet vrezen, Heere, en Uw Naam niet verheerlijken? Want Gij zijt alleen heilig; want alle volken zullen komen, en voor U aanbidden; want Uw oordelen zijn openbaar geworden.

    De woorden uit dit loflied zijn met name gelinkt aan de psalmen. Toen de martelaren naar woorden zochten om de goedheid en grootheid van God te bezingen, vonden ze die in de heilige Schrift zelf. Dus als je wilt bidden, pak dan een goede vertaling van de psalter en bid tot God door psalmen te lezen. Maar begrijp de inhoud ervan in het licht van de Evangelie.

    Citaat

    5 En na dezen zag ik, en ziet, de tempel des tabernakels der getuigenis in den hemel werd geopend.

    Als in het visioen van de Apocalyps lijkt het alsof iedereen toegang heeft tot het Heilige der Heiligen, tot de Ark des Verbonds, dan zou dit duidelijk de laatste momenten van Gods openbaring moeten betekenen, de laatste manifestaties van Gods oordeel over het menselijke ras.

    Citaat

    6 En de zeven engelen, die de zeven plagen hadden, kwamen uit den tempel, bekleed met rein en blinkend lijnwaad, en omgord om de borst met gouden gordels.

    Engelen zijn gekleed "in schone en lichte linnen gewaden en omgord om de borst met gouden gordels." De kleding van de engelen symboliseert drie dingen: a) Dit is priesterlijke kleding. De hogepriesters droegen kleding gemaakt van dunne witte linnen stof en een gordel genaaid met goud rondom hun gestalte. De engelen die in de tabernakel zijn dienen als priesters; b) Dit is een koninklijke kleding. Wit linnen en hoge gordels zijn gewaden van vorsten en koningen. En zo kwamen de engelen in koninklijke kledij uit, als gevolmachtigden van de Koning der koningen; c) Dit is hemelse kleding. De jongeling bij het lege graf van Jezus was gekleed in wit (Mattheüs 28: 3; Markus 16: 5). Engelen, de hemelbewoners, zijn dus gekomen om de beslissing van God op aarde te vervullen.

    Citaat

    7 En een van de vier dieren gaf den zeven engelen zeven gouden fiolen, vol van den toorn Gods, Die in alle eeuwigheid leeft.

    Deze vier dieren uit 4:7 kunnen we ook zien als engelen-beschermers van de kosmos en de hele natuur. Het feit dat een van deze engelachtige dieren de opdracht van God geeft om met oordeel te beginnen, is een symbool van het feit dat de hele door God geschapen natuur zichzelf ter beschikking van God stelt om Zijn rechtvaardige doeleinden te dienen.

    TN_08_04_2013_23_38_19_08829-min.jpg

    Citaat

    8 En de tempel werd vervuld met rook uit de heerlijkheid Gods, en uit Zijn kracht; en niemand kon in den tempel ingaan, totdat de zeven plagen der zeven engelen geëindigd waren.

    De rook is een symbool van Gods toorn: "Rook sloeg van zijn adem omhoog, verterend vuur kwam uit zijn mond, verschroeiend sloeg het van Hem af" (psalm 18:9). En Gods heerlijkheid, dat wil zeggen de aanwezigheid van God, wordt vaak gesymboliseerd door een rookwolk. Dit is typerend voor het Oude Testament. Het verwijst naar het onvermogen om God te benaderen, om in Zijn aanwezigheid binnen te gaan. Zo lezen we in het boek Exodus: “Toen overdekte de wolk de tent van de samenkomst en vulde de heerlijkheid van Jahwe de woning. En Mozes kon de tent niet binnengaan, want de wolk rustte erboven, en de heerlijkheid van Jahwe vulde de woning" (Exodus 40: 34–35). Hier wordt ook gezegd dat "niemand de tempel kon binnengaan totdat de zeven plagen van de zeven engelen waren afgelopen", dat wil zeggen totdat het oordeelsproces was voltooid. Hoogstwaarschijnlijk is het een aanwijzing van onafhankelijkheid en soevereiniteit van het Oordeel - God de Rechter niemand kan beïnvloeden. "De deurpinnen in de dorpels schudden van het luid geroep en de tempel stond vol rook" (Isaiah 6:4).

    throne.jpg  

     

  7. Citaat

    De graanoogst en de wijnoogst.

    14 En ik zag, en ziet, een witte wolk, en op de wolk was Een gezeten, des mensen Zoon gelijk, hebbende op Zijn hoofd een gouden kroon; en in Zijn hand een scherpe sikkel.

    De Zoon des mensen is natuurlijk Christus zelf. Met deze benaming uit Daniël 7: 13-14 verwees Jezus naar Zichzelf. Sikkel is een symbool van het Oordeel en het einde der wereld. Wolk wil zeggen engelenscharen (psalm 18:11). Ze worden wolken genoemd vanwege hun zuiverheid en lichtgewichtigheid. En het feit dat Hij gezeten is doet enigszins denken aan Joël 3:12: "De heidenen zullen zich opmaken, en optrekken naar het dal van Josafat; maar aldaar zal Ik zitten, om te richten alle heidenen van rondom." Josafat betekent 'Yahwe oordeelt'. 

    GXQxoPPPxzFOfXH4qgmJza8KSLzu48dCjtdgwOK1

    Citaat

    15 En een andere engel kwam uit den tempel, roepende met een grote stem tot Dengene, Die op de wolk zat: Zend Uw sikkel en maai; want de ure om te maaien is nu gekomen, dewijl de oogst der aarde rijp is geworden. 16 En Die op de wolk zat, zond Zijn sikkel op de aarde, en de aarde werd gemaaid.

    Het metafoor van de oogst werd al gebruikt door Jezus zelf. "Zodra de vrucht het toelaat, - zegt Hij, - slaat hij er de sikkel in, want het is tijd voor de oogst” (Marcus 4:29); en in de gelijkenis van de tarwe en het onkruid maakt Jezus, die over het oordeel spreekt, het gebruik van het beeld van de oogst (Mattheüs 13: 24–30.37–43). De uitroep van de engel is een smeekbede tot Jezus namens alle hemelbewoners.

    Citaat

    17 En een andere engel kwam uit den tempel, die in den hemel is, hebbende ook zelf een scherpe sikkel.

    Wie is de andere engel met een sikkel? Het kan ook Christus zijn of een letterlijke engel die Gods opdrachten uitvoert.

    Citaat

    18 En een andere engel kwam uit van het altaar, die macht had over het vuur; en hij riep met een groot geroep, tot dengene, die de scherpe sikkel had, zeggende: Zend uw scherpe sikkel, en snijd af de druiftakken van den wijngaard der aarde, want zijn druiven zijn rijp.

    Het altaar is het brandofferaltaar. Dit herinnert ons aan de opening van het vijfde zegel (6: 9–11). Daar badden de zielen van de martelaren onder het altaar om gerechtigheid. En in hoofdstuk 8, nadat het zevende zegel was geopend, plaatste de 'andere engel', die macht had over het vuur van het altaar, de gebeden van de martelaren, gesymboliseerd door het vuur, in het wierookvat en wierp ze op aarde (8: 3-5). De gebeden van de martelaren worden dus verhoord en Gods rechtvaardig oordeel zal geschieden.

    Citaat

    19 En de engel zond zijn sikkel op de aarde en sneed de druiven af van den wijngaard der aarde, en wierp ze in den groten wijnpersbak des toorns Gods.

    Het Oordeel wordt ook beschreven met een symbool van de wijnoogst. Zo ook bij de profeet Joël wordt het oordeel afgebeeld als de oogst, wijnoogst en het persen van de druiven: "Slaat de sikkel aan, want de oogst is rijp geworden; komt aan, daalt henen af, want de pers is vol, en de perskuipen lopen over; want hunlieder boosheid is groot" (Joël 3:13). Zo te zien betekent de oogst hier niet alleen het pure oordeel, maar ook de vergelding voor de goddelozen.

    Wijnpersbak is een apparaat voor de druivenpersing, dat bestaat uit twee troggen die met elkaar zijn verbonden door een afvoergoot. De druiven werden in de bovenste trog (wijnpersbak) gelegd en geperst met de voeten, en het sap stroomde door de goot in de onderste trog (onderste wijnpersbak). In het Oude Testament wordt Gods oordeel vergeleken met de druivenpersing. In Jesaja bijvoorbeeld: "Ik heb geheel alleen de wijnpers getreden en van mijn volk was er niemand bij Mij. In mijn toorn heb Ik hen vertreden, in mijn gramschap hen vertrapt. Hun bloed is op mijn kleren gespat en heel mijn gewaad heb Ik besmeurd" (63: 3).

    vinogradnik-jpg.9284

    50hsGEq3U9lvncv8qqUaBS40EGUAPUi4ZJbAH1Ft   

    Citaat

    20 En de wijnpersbak werd buiten de stad getreden, en er is bloed uit den wijnpersbak gekomen, tot aan de tomen der paarden, duizend zeshonderd stadiën ver.

    Waarom "buiten de stad"? Omdat in de stad, dat wil zeggen in Nieuw Jeruzalem, in het hemelse Zion (14: 1), zoals we zagen, zal er zaligheid zijn. En buiten de stad - het oordeel en de wraak. Oude Testamentbeelden worden hier weer gebruikt. De profeet Zacharia heeft een tafereel van de laatste strijd met de heidenen gezien 'op den Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt, tegen het oosten' (Zach 14).

    Hier wordt de grote slag van de Oordeelsdag voorafgebeeld, die in hoofdstuk 19 gedetailleerd zal worden afgebeeld. De bloedstroom tot aan de paardenteugels duidt waarschijnlijk op de enorm grote aantal van de verdoemden. 1600 stadiën is een symbolisch getal. 1600 stadiën is ongeveer 32 km. Maar we hebben het niet over een specifieke ruimte, maar over een symbool: 4 x 4 x 100 = 1600. 4 is het getal van de wereld. Hier wordt de hele wereld en de volheid van het oordeel daarover numeriek gesymboliseerd.

    Ergo, de afbeeldingen van het oordeel hier zijn de anticipatie op wat later in hoofdstuk 19 zal worden beschreven, in de tafereel van de strijd van Jezus Christus en zijn engelenscharen met de Antichrist en zijn leger. Maar met dit alles moeten we er rekening mee houden dat Johannes schrijft niet voor de heidenen, die zijn Apocalyps waarschijnlijk niet zullen lezen, maar hij schrijft aan christenen en voor christenen. Daarom is het hier afgebeelde oordeel niet alleen van toepassing op de heidenen, maar ook een waarschuwing en aansporing voor christenen om in vreze Gods te leven.  

  8. Deze afbeelding is beter stekljannoe_more_iskuplennye_144000%5B1%

    Op 1-3-2020 om 15:47 zei Modestus:

    En het heden wordt gezien als het verleden vanuit deze perfecte toekomst

    Dit vinden we ook in de profetie over Jezus in psalm 22:17,19: "Een troep honden is om mij heen; rond mij hokt de wreedaardige bende die mijn handen doorstak en mijn voeten... Zij verdelen samen mijn kleren: er wordt om mijn mantel geloot." En dat terwijl de kruisdood als de ultieme doodstraf werd in de tijd van David nog niet uitgevonden. Het werd later uitgevonden door Perzen en door de Romeinen dikwijls toegepast.

    Drie engelen kondigen het Oordeel aan, 6-13.

                                                                     RH-ThreeAngelsCity.jpg

    Terwijl de verzen 14: 1–5 voorafgaan aan het visioen van de uiteindelijke redding dat verder zal worden uitgelicht in 19: 1–10, lopen de verzen 14: 6–20 vooruit op de gebeurtenissen van Gods oordeel, die ook later in hoofdstuk 18 en 19 gedetailleerder worden beschreven. Eerst komen de visioenen van drie engelen: een engel die roept en het oordeel van God verkondigt (14: 6.7); Een engel die de ondergang van Babylon voorspelt (14: 8); en een engel die het oordeel en de eeuwige dood van degenen die Christus verloochenden en het beest eer gaven vooraankondigde (14: 9-12).

    Citaat

    6 En ik zag een anderen engel, vliegende in het midden des hemels, en hij had het eeuwige Evangelie, om te verkondigen dengenen, die op de aarde wonen, en aan alle natie, en geslacht, en taal, en volk;

    Evangelie is een blijde boodschap voor degenen die God en Christus accepteren, en het beangstigende boodschap van de dood voor degenen die God en Christus afwijzen. En hun veroordeling is des te groter omdat zij de gelegenheid hadden om Christus te accepteren. De engelen hier kunnen zowel letterlijke engelen zijn, alsook Gods heiligen, zoals de bovengenoemde twee getuigen. Het Evangelie is eeuwig als het woord van God, als de openbaring van de eeuwige waarheid. Een van de tekenen vóór het einde van de wereld was de verkondiging van het evangelie over de gehele aarde als een getuigenis voor alle naties: 'En dit Evangelie des Koninkrijks zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis allen volken; en dan zal het einde komen' (Mattheüs 24:14). En hier is de vervulling van deze profetie.

    Citaat

    7 Zeggende met een grote stem: Vreest God, en geeft Hem heerlijkheid, want de ure Zijns oordeels is gekomen; en aanbidt Hem, Die den hemel, en de aarde, en de zee, en de fonteinen der wateren gemaakt heeft.

    De engel benadrukt dat God de Schepper is. Het is nodig omdat de mensen grotendeels accepteren niet of nemen niet serieus de Bijbelse scheppingsverhaal, maar geloven in evolutietheorie of paleocontacthypothese, alsof het universum vanzelf ontstaan is. En 'vreze des Heeren is het begin van de wijsheid'.

    Citaat

    8 En er is een andere engel gevolgd, zeggende: Zij is gevallen, zij is gevallen, Babylon, die grote stad, omdat zij uit den wijn des toorns harer hoererij alle volken heeft gedrenkt.

    De historische Babylon was gevallen lang vóór Johannes in 539 voor Christus na de belegering door het leger van Cyrus (Koresh) II, koning van de Perzische Achaemeniden dynastie. De stad Babel/Babylon werd beschouwd als een van de zeven wonderen van de oude wereld (of althans haar hangende tuinen) en werd onneembaar geacht. Toch belegerden naar schatting 150 jaar de Meden en de Perzen de torenhoge muren van de stad Babel/Babylon. Dat was geen kleinigheid. Deze muren waren vijfenveertig meter hoog en zo breed dat er vijf wagens naast elkaar overheen konden rijden. Maar de Meden en de Perzen damden de rivier de Eufraat af die onder de Babylonische muur door naar de stad stroomde. Terwijl de stad Babel/Babylon zich bedronk op een door de koning aangericht feest, marcheerde het leger van de Meden over de droge rivierbedding onder de muur door en veroverde de stad. Lees meer daarover in Daniël 5:1-30. Zo werd letterlijk de profetie uit Jesaja 45 vervuld: "Zo spreekt Jahwe tot Kores zijn gezalfde, die Ik bij de rechterhand heb genomen, om volken voor hem neer te leggen en koningen de gordels van de heupen te rukken, en voor hij komt de deuren te ontsluiten, zonder dat een poort gesloten blijft".

    Saddam Hoessein was, toen hij nog dictator was van Irak, bezig met een zeer groot en extravagant project om het oude Babylon te herbouwen. Met zijn naam herhaaldelijk gegraveerd in de stenen van de muren. Hij was van plan om de hoofdstad van Irak, Bagdad te verplaatsen. Zijn plannen kwamen tot stilstand toen zijn geld opraakte en hij betrokken raakte bij de oorlog die hij voerde tegen de Verenigde Staten nadat hij Koeweit was binnengevallen. De plaats werd verder verwoest door Poolse soldaten die daar een basis bouwde nadat de Verenigde Staten de oorlog tegen Irak waren begonnen na de aanslagen op 11 september. Het project was verdoemd te mislukken. (Bron) Zo heeft God ervoor gezorgd dat Zijn profetie letterlijk vervuld bleef: "Babel, de parel van alle koninkrijken, het sieraad en de trots van de Chaldeeën, ondergaat het lot van Sodom en Gomorra, die door God zijn verwoest. Voor altijd blijft het onbewoond, ontvolkt van geslacht tot geslacht. Geen Arabier slaat er zijn tent op, geen herder laat er zijn kudde rusten" (Jesaja 13: 19-20). Merkwaardig is dat er worden Arabieren genoemd, en dat terwijl Babylonië/ Mesopotamië was in zijn tijd niet bezet of bevolkt door Arabieren. Dat zou pas 1000 jaar later gebeuren. "Babel is gevallen, zij is gevallen! en al de gesneden beelden harer goden heeft Hij verbroken tegen de aarde" (Jes. 21: 9). "Schielijk is Babel gevallen en verbroken" (Jer 51: 8).

    Waarom wordt Babylon met hoererij geassocieërd? Met het Nieuwjaar vond er jaarlijks hiëros gamos (sacrale huwelijk) plaats. Volgens de heidense overtuigingen van de Babyloniërs bij dat feest bepaalden de goden het lot van de twaalf maanden en wordt de aarde geregenereerd door 'a-ki-til', de kracht die de wereld doet herleven, dankzij het ritueel. Dit ritueel duurde 12 dagen, waarin de koning na boetedoening op zekere dag in processie naar boven trok om in de kleine tempel bovenaan de ziggurat (terrasvormige pyramide) de sacrale seksuele verbintenis te realiseren met de priesteres die de godin op aarde vertegenwoordigde. De tempel was niet alleen een heiligdom voor de cultus, maar ook het symbool voor de hele stad met haar eigen schutsgodin. Voor de oude Mesopotamiërs, zoals voor andere oude culturen, waren religie en seks onafscheidelijk verbonden en stonden beide in het teken van de vruchtbaarheid (van het land en van de mensen). Herodotus beschreef de oude stad "als een oord waar jonge meisjes in een tempel moesten wachten tot een man een zilveren munt in hun schoot wierp en ze dan moesten meegaan naar een kamertje" (dus tempelprostitutie voor de gewone lieden). Bron.

    De val van de grote Babylon symboliseert hier in het bijzonder de ondergang van Rome, die zowel joden als christenen na de Joodse opstand van 66-70 na Christus Babylon noemden. In het boek Openbaring wordt Rome voortdurend Babylon genoemd en nooit rechtstreeks Rome. De profeten beeldden Babylon af als de belichaming van macht, lust, luxe en zonde; in de voorstelling van de eerste christenen uit de joden leek Babylon herboren te zijn in de wellustigheid, luxe en immoraliteit van Rome. 

    "Uit den wijn des toorns harer hoererij alle volken heeft gedrenkt." In deze zin zijn twee ideeën uit het Oude Testament samengevoegd. 'Wijn' is tegelijkertijd een symbool van zowel heidense afgoderij als van het oordeel en de toorn van God. De profeet Jeremia zei over Babylon: 'Babel was een gouden beker in de hand des HEEREN, die de ganse aarde dronken maakte; de volken hebben van haar wijn gedronken, daarom zijn de volken dol geworden' (Jer 51: 7). Het idee komt erop neer dat Babylon een verdervende, corrumperende kracht was die alle naties in een soort krankzinnige immoraliteit heeft gelokt. Er wordt een hoer verondersteld die, terwijl ze een man verleidt, maakt hem dronken zodat hij haar verleidingen niet langer kan weerstaan (de naam "Babylon" is vrouwelijk in het Grieks). Zo was Rome ook als een briljante hoer, die de hele wereld corrumpeerde. Maar de "beker" symboliseert ook de toorn van God. Job spreekt van een verdorven man: "Dat... hij drinkt van de grimmigheid des Almachtigen!" (Job 21:20). David in de Psalmen spreekt over de goddelozen die uit de beker in de hand des Heeren moeten drinken: 'Want in des HEEREN hand is een beker, en de wijn is beroerd, vol van mengeling, en Hij schenkt daaruit; doch alle goddelozen der aarde zullen zijn droesemen uitzuigende drinken' (Psalm 74: 8–9). De profeet Jesaja spreekt over Jeruzalem "gij hebt uit Jahwe's hand de beker van zijn toorn gedronken, en de kelk der bedwelming gedronken en geledigd" (Jes. 51:17). God instrueert Jeremia: “Neem deze beker uit mijn hand en laat alle volken tot wie Ik u zend de wijn van de gramschap drinken. Laat hen drinken tot ze waggelen als dwazen, door het zwaard dat Ik op hen afzend' (Jer 25:15). Deze bijbelse voorbeelden betekenen: Babylon heeft volken met wijn bedwelmd die de mensen tot ontucht opwekt en de toorn van God met zich meebrengt. En achter dit alles is een eeuwenoude waarheid: een volk of een persoon die een slechte invloed uitoefent, zal Gods straffende toorn niet ontsnappen.

    Over het algemeen wordt hier geprofeteerd over de ondergang van de machtscentrum van de antichristelijke rijk en daarmee de hele wereldwijde goddeloze beschaving. Babylon betekent verwarring. En de globalisatie, als smelting van alle culturen, zal zijn hoogtepunt bereiken in de laatste dagen. De globalisatie zelf kan goed of slecht zijn. Globalisatie als de antichristelijke formatie van de nieuwe seculiere wereldorde (novus ordo seclorum), - waarmee vrijmetselaars bezig zijn, - is natuurlijk een hele negatieve verschijnsel vanuit de Goddelijke gezichtspunt, net zoals de dictatuur van nazisme of nationaal-socialisme, communisme of international-socialisme, Zuid-Afrikaanse apartheid systeem, sharia in de islamitische staten, etc. "Gij roeit uit, al wie van U afhoereert" (Psalm 73:27).

    hqdefault.jpg   images?q=tbn:ANd9GcTkMef87fKIpXdUeDauqDx 

    Citaat

    9 En een derde engel is hen gevolgd, zeggende met een grote stem: Indien iemand het beest aanbidt en zijn beeld, en ontvangt het merkteken aan zijn voorhoofd, of aan zijn hand, 10 Die zal ook drinken uit den wijn des toorn Gods, die ongemengd ingeschonken is, in den drinkbeker Zijns toorns; en hij zal gepijnigd worden met vuur en sulfer voor de heilige engelen en voor het Lam.

    In de beschrijving van de ondergang van "Babylon", herhaalt Johannes de woorden van de profeet Jesaja, die de dag van de wraak des Heeren beschrijft: "Want het is de dag van Jahwe's wraak, het jaar der vergelding voor de verdediger van Sion.  De beken van Edom verkeren in pek, de grond verandert in zwavel; een en al ziedende pek wordt het land.  Dag en nacht blijft het branden, altijd stijgt er rook uit op. Van geslacht op geslacht is het een puinhoop, nooit ofte nimmer betreedt iemand het nog" (Jes. 34: 8–10).

    original.jpg 

    Lot en zijn dochters vluchten van Sodom en Gomorrah die door vuur en sulfer vernietigd worden. "Gaat binnen door de nauwe poort; want de weg die naar de ondergang voert is wijd en breed, en velen zijn er die hem inslaan.  Hoe nauw toch is de poort en hoe smal de weg die voert naar het leven, en weinigen zijn er die hem vinden" (Mt. 7:13-14).

    Citaat

    11 En de rook van hun pijniging gaat op in alle eeuwigheid, en zij hebben geen rust dag en nacht, die het beest aanbidden en zijn beeld, en zo iemand het merkteken zijns naams ontvangt.

    Het is een soort doop in het vuur voor de zondaren, die helaas geen einde heeft. Er zijn mensen met buitenlichamelijke ervaring die zichzelf of anderen letterlijk gekruisigd zagen in de hel. Dat wil zeggen, omdat die mensen Christus' heilswerk voor hun redding niet hebben aanvaard, moeten ze zelf de boete doen voor hun zondigheid, maar dan eeuwig. 

    Citaat

    12 Hier is de lijdzaamheid der heiligen; hier zijn zij, die de geboden Gods bewaren en het geloof van Jezus.

    "Wie echter ten einde toe volhardt, hij zal gered worden" (Mt. 10:22).

    Citaat

    13 En ik hoorde een stem uit den hemel, die tot mij zeide: Schrijf, zalig zijn de doden, die in den Heere sterven, van nu aan. Ja, zegt de Geest, opdat zij rusten mogen van hun arbeid; en hun werken volgen met hen.

    Na vreselijke waarschuwingen en profetieën over toekomstige kwelling voor de ongelovigen, volgt er een waarschuwing en een aansporing tot standvastigheid en trouw. De belofte van gelukzaligheid die uit de hemel klinkt en van God zelf uitgaat bevat in zichzelf de troost voor de martelaren. Het idee van de dood in de Heer komt meer dan eens voor in het Nieuwe Testament. Zo spreekt de apostel Paulus over de overledenen in Christus (1 Thess. 4:16), over de doden in Christus (1 Kor. 15:18). Degenen die hun dood hebben gevonden, terwijl ze trouw zijn gebleven aan Christus, ook na de dood blijven verbonden met Christus. De wereld probeert de mens van Christus te scheiden, maar hij zal niet slagen: de gelovigen wordt vrede beloofd, de goddelijke sabbat. De profetische Geest die door Johannes spreekt, bevestigt de belofte van gelukzaligheid. Hij zegt: "Ja!". Dit komt overeen met het Hebreeuwse 'amen'. Men kan zeggen dat met daden wordt er het karakter van de mens bedoelt dat in Christus is gevormd.

  9. Ik zie hier een scherpzinnige gezicht van een asceet, die bewust is van de ijdelheid van het aardse leven, die bewust is dat zelfs alle schoonheden in de wereld, op aarde, vergankelijk zijn. Daarom is hij op zoek naar wat eeuwig en onvergankelijk is, want alleen dit is van belang voor hem en moeite waard om ernaar te streven. De schilder zo te zien kwam in aanraking met het monastieke leven, misschien door pilgrimages. Er zijn mensen die iconenschilders kunnen worden, maar er zijn nog veel minder mensen die zo realistisch kunnen schilderen dat het niet alleen tot de emoties en ogen spreekt, maar ook een diepe indruk op het hart maakt. Het is niet voor niks dat je zo'n schilderij liet zien: morgen begint namelijk de Grote Vasten of Veertigdagentijd. En een andere voorval uit Jezus veertigdagentijd vasten is hier afgebeeld:

    5vgSvpd43DHt8ZRWDTY3pSVL5h_lhdOajStUtLHe

     

  10. Hoofdstuk 14. Het Lam op de berg Sion met 144 000

    israelet144000.jpg

    Citaat

    1 En ik zag, en ziet, het Lam stond op den berg Sion, en met Hem honderd vier en veertig duizend, hebbende den Naam Zijns Vaders geschreven aan hun voorhoofden.

    Passage 14: 1–5 beschrijft een eschatologische voltooide toekomst, de tijd van de redding. En het heden wordt gezien als het verleden vanuit deze perfecte toekomst als het ware. In het vierde hoofdstuk wordt Johannes in de hemel opgenomen, vanwaaruit hij de aardse geschiedenis ziet. Degenen die weigerden het teken van het beest te aanvaarden, maar de naam van het Lam en Zijn Vader als zegel aannamen, zullen gered worden. Met Christus, met het Lam, zullen vervolgde christenen de overwinning behalen, mits ze schuwen om de keizer als god te aanbidden. 

    Ontelbare menigte van de verlosten zijn bij het Lam op de berg Sion (14: 1). Dit zijn de 144 000 die al in het zevende hoofdstuk zijn besproken (7: 1-17). Deze 144 000 "verzegelden" symboliseren het nieuwe, ware Israël als een ontelbare menigte (7: 9)! Volgens het oude Joodse geloof zal de Messias het geredde volk van God aan het einde der tijden op de berg Sion om zich heen verzamelen: “En als deze dingen geschieden, en de tekenen gebeuren, die ik u tevoren getoond heb, dan zal mijn Zoon geopenbaard worden die gij als een man hebt zien opkomen. En wanneer alle volken zijn stem zullen horen,... En een ontelbare menigte zal bijeen vergaderen,... Doch hij zal staan op de spits van de berg Sion" (4 Ezd 13: 32–35). Waarom Sion? Sion stond bekend als de berg van de zaligheid en men geloofde dat op Sion zal de Messias zijn volk aan het einde der tijden verzamelen: “En het zal geschieden, al wie den Naam des HEEREN zal aanroepen, zal behouden worden; want op den berg Sions en te Jeruzalem zal ontkoming zijn, gelijk als de HEERE gezegd heeft' (Joël 2:32). Iedereen die tot het ware Israël behoort (7: 1–8) zal aan het einde der tijden gered worden, verzameld op de berg Sion. Dit verwijst natuurlijk niet naar de aardse, maar naar de 'hemelse Sion', omdat Johannes het Lam in de hemel ziet (hoofdstuk 5).

    We kunnen uiteraard ook een letterlijke betekenis geven aan vers 1. In dit geval kan het gaan om 144 000 Joodse bekeerlingen, die de Antichrist zullen afwijzen als false Messias en tot Jezus bekeren als hun ware Messias, die binnenkort voor de tweede keer komen moet. In de laatste tijd zullen deze uitverkorenen, om trouw te blijven aan het christendom onder onmogelijke omstandigheden te midden van de vreselijke vervolgingen van de Antichrist, plannen voor het huwelijksleven volledig opgeven, want het zou hen kunnen binden met de antichristelijke wereld. Hun maagdelijkheid is maagdelijkheid in de brede zin van het woord, als de hoogste christelijke deugd of als de totaliteit van alle christelijke deugden met volledige kuisheid. Zij zijn de uitverkorenen, omdat zij, - het huwelijksleven en alle zegeningen van het gezinsleven hebbend veracht, - hebben zich tot de volledige dienst van God toegewijd, en in deze zin volgen zij het Lam overal. Ze zijn de eerstelingen in de zin van de beste en de meest uitverkorenen, ze zijn volledig vrij van leugens en onberispelijk. Dus deze 144 000, die samen met het Lam op de berg Sion staan, zijn de meest uitverkoren en meest deugdzame christenen, christenen bij uitstek van de laatste anti-christelijke tijd.

    Citaat

    2 En ik hoorde een stem uit den hemel, als een stem veler wateren, en als een stem van een groten donderslag. En ik hoorde een stem van citerspelers, spelende op hun citers;

    Johannes hoort een luide hemelse stem, zoals het geluid van een waterval of zeegolven die aan wal en op rotsen beuken, zoals het geluid van donder en tegelijkertijd de rustgevende muziek gespeeld op citer of harp. Wiens stem is zo kleurrijk beschreven? Hoogstwaarschijnlijk van engelen en heiligen voor de troon van God. Er wordt een loflied voor God gezongen.

    Citaat

    3 En zij zongen als een nieuw gezang voor den troon, en voor de vier dieren, en de ouderlingen; en niemand kon dat gezang leren, dan de honderd vier en veertig duizend, die van de aarde gekocht waren.

    Dit 'nieuwe lied' van redding werd al genoemd in 5: 8–9. Maar de inhoud ervan is ons nog niet bekend. Alleen 144 000 kunnen het leren, en in hoofdstuk 19 zullen ze het zingen, omdat ze erin geslaagd zijn het te leren. Alleen goede studenten kunnen iets leren. Hier zijn het christenen die tot aan het martelaarschap toe trouw zijn gebleven aan de Heer.

    Citaat

    4 Dezen zijn het, die met vrouwen niet bevlekt zijn, want zij zijn maagden; dezen zijn het, die het Lam volgen, waar Het ook heengaat; dezen zijn gekocht uit de mensen, tot eerstelingen Gode en het Lam.

    Hoe maagdelijkheid te begrijpen? Letterlijk of symbolisch? Jezus en apostel Paulus keurden het huwelijk goed. Maar tegelijkertijd maagdelijkheid (van lichaam en van het hart) omwille van God wordt veel meer geprezen. 144 000 symboliseren geen speciale groep christelijke asceten, maar de hele Kerk van Christus, met talloze mensen uit alle volken. Maagdelijkheid is een symbool van onbezoedelde zuiverheid. Hier 'maagden' zijn alle christenen die trouw waren aan Christus in het aardse leven. Ze accepteerden de cultus van het beest niet. Maagdelijkheid is dus een symbool van trouw, in tegenstelling tot hoererij, ontucht en de Babylonische hoer van hoofdstuk 17. Maagden zijn strijders en overwinnaars in de heilige (geestelijke) strijd.

    Christus volgen is het eerste en belangrijkste. "Volg mij!" (Markus 1:17) - deze oproep wordt vele malen herhaald in de evangeliën. "Volg Mij", beval Jezus aan Filippus (Johannes 1:43), Levi (Marcus 2:14), een rijke jongeman (Marcus 10:21) en aan een man die zijn vader eerst wilde gaan begraven (Lucas 9:59). Toen Petrus vroeg aan Jezus wat er met Johannes zou gebeuren, antwoordde Jezus hem dat hij niet aan anderen moest denken, maar Hem moest volgen (Johannes 21: 19–22). Hij gaf ons een voorbeeld, zegt de apostel Petrus, "opdat gij Zijn voetstappen zoudt navolgen" (1 Petrus 2:21). De getrouwe volgelingen van het Lam Jezus worden verlost door het bloed van Christus 'van de aarde' (14: 3), dat wil zeggen uit de wereld van zonde. Ze worden hier ook eerstgeborenen of "eerstelingen van God en het Lam" genoemd. De eerstelingen zijn de beste deel van de eerste oogst; ze waren toegewijd aan God en symboliseerden de hele oogst. Het beste dat aan God kan worden opgeofferd is zelf-toewijding.

    Citaat

    5 En in hun mond is geen bedrog gevonden; want zij zijn onberispelijk voor den troon van God.

    Een bedrog is heidendom, maar het kan gewoon een leugen zijn in de gebruikelijke zin. "Welgelukzalig is de mens... in wiens geest geen bedrog is", zingt psalmist David (Ps. 32: 2). De profeet Jesaja spreekt over de dienaar van God aldus: "Hij heeft geen onrecht gedaan, noch bedrog in Zijn mond geweest is" (53: 9). De profeet Zefanja zei over de gekozen overgeblevenen van het volk Israël: "in hun mond zal geen bedriegelijke tong gevonden worden" (3:13). Jezus Christus heeft, net als wij, eerlijke en oprechte volgelingen nodig.

    "Ze zijn onberispelijk." Deze verklaring verondersteld de offergave. In de Bijbel wordt 'onberispelijkheid' of onbevlektheid geassocieerd met een offer aan God. "Onbevlekt" waren dieren die geen enkele mankement hadden en daarom geschikt waren om aan God te worden opgeofferd als brandoffer. Dit woord wordt vaak gebruikt in relatie tot christenen. God koos ons om 'heilig en onberispelijk voor hem' te zijn (Ef 1: 4; Kol 1:22). De Kerk mag geen vlek of mismaaktheid hebben, maar moet heilig en onberispelijk zijn (Ef. 5:27). De apostel Petrus spreekt over Jezus als "een onbestraffelijk en onbevlekt Lam" (1 Petrus 1:19).

    De verzen 14: 1-5 zijn dus ten eerste vertroostend van aard voor de vervolgde christenen, omdat hier hun ultieme overwinning en redding wordt bevestigd. Ten tweede zijn ze aansporend van aard en roepen op tot trouw aan Christus tot aan de dood.

  11. @Bastiaan73 Wat je schrijft is je eigen visie en indruk. Het is geen realistische stijl van schilderen. Maar er zijn ook iconen in de realistische stijl, dankzij de invloed van West-Europese Renaissance. Maar de traditionele iconenschilder volgt zijn eeuwenoude traditie van schilderen en heeft als doel een diepere, mystieke betekenis weer te geven, zonder dat de toeschouwer afgeleid wordt door de schoonheid van het realisme. 

  12. Nog een paar omwerkingen of onderbreking voordat ik verder ga.

    12 uur geleden zei sjako:

    Trump die Jeruzalem weer erkent als hoofdstad van Israël bijv.

    13 uur geleden zei Modestus:

    Het kan zijn dus dat afgodsbeeld in de toekomstige tempel in Jeruzalem zal worden geplaatst. 

     De tempel wordt zo te zien niet opgebouwd in Jerusalem, maar 30 km daarvandaan op het land van Moriah, waar Abraham zijn zoon moest aanvankelijk opofferen. Hier is een interessante video, bekijk ook andere video's op het kanaal "Third Temple".

    Citaat

    Het 'Lam, dat geslacht is, van de grondlegging der wereld' betekent dat bij de schepping van de wereld, God, die boven de tijd is, voorzag de zondeval en als oplossing voor de menselijke tragedie had een heilsplan waarin Hij als mens zal moeten sterven aan het Kruis en weer opstaan voor het heil van de gelovigen.

    91lPyU8ph8L._AC_SL1500_.jpg

    Icoon van de Drie-Ene God die aan Abraham verschijnt in de vorm van drie engelachtige bezoekers. De Vader / "Mind" wordt vertegenwoordigd door de engel links, omdat hij de Oorsprong van de Godheid is; zowel de Zoon / het Woord (midden) als de Geest / Adem (rechts) zijn op hem gericht. De Personen van God de Drie-eenheid hier beraadslagen, als het ware, om de mens te scheppen (Genesis 1:26). Het feit dat ze beraadslagen geeft aan hoe serieus het is en anders dan het scheppen van andere wezens. Hier wordt ook Gods heilsplan afgebeeld: één Persoon zal menselijke gestalte moeten aannemen om Zich voor de mensen op te offeren. In deze mystieke symbolische compositie vormen de lichamen van de Vader en de Geest de contouren van een kelk, met de Zoon er middenin de kelk. De kelk vertegenwoordigt de beker van Christus' lichaam en bloed, vergoten voor de redding van de wereld. Dus, terwijl de Zoon en de Geest getuigen van de Vader door naar hem gericht te zijn, getuigen de Vader en de Geest van de Zoon door hun positie, in de zelfvergetende, zelf-ontledigende Goddelijke liefde. Icoon geschilderd door heilige Andrey Rublev, eerste helft van de 15de eeuw. In de Griekse traditie heten deze iconen ook 'Gastvrijheid van Abraham'.

  13. Hier wil ik graag bijbelstudie voortzetten over het boek Openbaring, die ik begon in Laatste dagen - Openbaring (hyperlink). Ik verzoek jullie hier geen persoonlijke relaties met elkaar afregelen, maar zich bezig houden met bijbelstudie. 

    Hoofdstuk 13. Het beest dat uit de aarde opkomt.

    cb99e1d3b9c47822524fb20dc2ade1e8.jpg

    Nu ziet Johannes het tweede beest, dat deze keer uit de aarde opkomt. Hij heeft, net als een lam, twee horens. De spraak van het beest verraadt zijn oorsprong en doel: hij "sprak als de draak", dat wil zeggen, als de satan. Hij fungeert dus als de gevolmachtigde van het eerste beest-antichrist, staat volledig in dienst van hem, van wie hij ook zijn macht krijgt. Later zal Johannes dit tweede beest een valse profeet noemen (16:13; 19:20; 20:10). De profeet is immers de mond van God die namens God spreekt. Hier spreekt het tweede beest in plaats van het eerste beest, hij is de mond van deze valse god. Hij zet al zijn kracht in om de aarde, en die daarin wonen, af te dwingen het eerste beest te  aanbidden als een godheid.

    “Want er zullen valse christussen, en valse profeten opstaan, en zullen tekenen en wonderen doen, om te verleiden, indien het mogelijk ware, ook de uitverkorenen” (Marcus 13:22; vgl. 2 Thess. 2: 9). Het tweede beest is dan ook begiftigd met het vermogen om 'grote tekenen' te doen. Het gevaar van dit beest is vooral duidelijk in zijn vermogen om zelfs de bijbelse wonderen van de profeet Elia te verrichten, want hij "ook vuur uit den hemel doet afkomen op de aarde, voor de mensen" (13:13; vergelijk 1 Koningen 18:38). Met zijn wondertekens verleidt het tweede beest mensen om een cultusbeeld te maken, een standbeeld van het eerste beest. In dit beeld moet de goddelijke macht van de keizer-antichrist tastbaar aanwezig zijn.

    De mogelijkheden om wonderen te werken van het tweede beest zijn zo groot dat hij zelfs in staat is om als het ware een geest of leven in het standbeeld van het eerste beest in te blazen, zodat het standbeeld het vermogen krijgt om te spreken en te handelen (13:15). Bijbelse prefiguratie voor deze beschrijving is koning Nebukadnezar, die het gouden idool plaatste en allen dwong hem te aanbidden: “alle volken, natiën, en tongen nedervallende, aanbaden het gouden beeld, hetwelk de koning Nebukadnezar had opgericht. <...> En wie niet nederviel, en aanbad, die zou in het midden van den oven des brandenden vuurs geworpen worden' (Dan 3: 7,11). Dit herinnert ons ook aan de situatie van het Joodse volk onder Antiochus IV Epiphanes, die iedereen onder de dreiging van de dood dwong om zijn standbeeld te aanbidden. De tekst weerspiegelt ook een ervaring uit de tijd van Johannes - geloof in de sprekende, bewegende en wonderdoende beelden van de idolen. Zo werd er van tovenaar Simon gezegd dat hij de beelden kon doen bewegen en het levenloze kon doen herleven (uit Recognitiones III van Pseudo-Clement). De christelijke apologeet Athenagoras (circa 180) meldt over het standbeeld van zijn tijdgenoot, een zekere Nerillinus, dat zij profeteert en de zieken geneest (uit Apologia van Athenagoras van Athene). Vooral gebruikelijk waren de afgoden in Egypte die zogenaamd verschillende geluiden maakten. Dit alles was een krachtig middel om invloed uit te oefenen op de gevoelens van de antieke mens. Andere voorbeeld is de wiskundige en mechanicus Heron van Alexandria (1 eeuw na Christus), die met zijn uitgevonden vele tempelmechanismen indruk op het verbaasde publiek maakte en ontzag veroorzaakte.

    Citaat

    11 En ik zag een ander beest uit de aarde opkomen, en het had twee hoornen, des Lams hoornen gelijk, en het sprak als de draak.

    "Maar wacht u van de valse profeten, dewelke in schaapsklederen tot u komen, maar van binnen zijn zij grijpende wolven" (Mt. 7:15).

    images?q=tbn:ANd9GcRCNR5IVE0MtIS1_QcLqdp

    Citaat

    12 En het oefent al de macht van het eerste beest, in tegenwoordigheid van hetzelve, en het maakt, dat de aarde, en die daarin wonen het eerste beest aanbidden, wiens dodelijke wonde genezen was.

    De valse profeet lijkt antipode te zijn van Johannes de Doper, die voor Christus predikte.

    Citaat

    13 En het doet grote tekenen, zodat het ook vuur uit den hemel doet afkomen op de aarde, voor de mensen.

    Met Gods toelating kan ook satan bepaalde bovennatuurlijke fenomenen veroorzaken en indruk wekken dat ze van God zijn. Zo lezen we in Job 1:16: "Het vuur Gods viel uit den hemel, en ontstak onder de schapen en onder de jongeren, en verteerde ze".

    Citaat

    14 En verleidt degenen, die op de aarde wonen, door de tekenen, die aan hetzelve toe doen gegeven zijn in de tegenwoordigheid van het beest; zeggende tot degenen, die op de aarde wonen, dat zij het beest, dat de wond des zwaards had, en weder leefde, een beeld zouden maken.

    De afgodsbeeld van antichrist is bedoeld voor aanbidding. Met zo'n verering gaat de eer die aan de afbeelding wordt bewezen uit naar de prototype (dat wil zeggen naar degene die is afgebeeld). Hetzelfde kun je zeggen over de christelijke iconen van Christus en zijn heiligen. 

    Citaat

    15 En hetzelve werd macht gegeven om het beeld van het beest een geest te geven, opdat het beeld van het beest ook zou spreken, en maken, dat allen, die het beeld van het beest niet zouden aanbidden, gedood zouden worden.

    "Wanneer gij dan zult zien den gruwel der verwoesting, waarvan gesproken is door Daniël, den profeet, staande in de heilige plaats; (die het leest, die merke daarop!) Dat alsdan, die in Judea zijn, vlieden op de bergen" (Mt. 24:15-16). Deze profetie van Jezus gaat met name over de verwoesting van Jeruzalem en de tempel, maar tegelijkertijd is het ook een dubbelprofetie die ook over de smarten van de laatste dagen gaat. Het kan zijn dus dat afgodsbeeld in de toekomstige tempel in Jeruzalem zal worden geplaatst. 

    De keizerlijke cultus in het Romeinse rijk (als prefiguratie van het rijk van toekomstige antichrist) diende vooral politieke doeleinden. Deze cultus was een bewijs van loyaliteit, een teken van toewijding aan de heerser, uitgedrukt in religieuze vormen. Een gemeenschappelijke keizerlijke cultus was een middel om de eenheid van de verschillende volkeren van het rijk te versterken. Bovendien was verering van de keizer een extern criterium van loyaliteit aan de staat, een manifestatie van patriottisme, en voor christenen werd dit een zeer grote beproeving. De hogere lagen van de provinciale samenleving stelden de hogepriester van de cultus van Caesar aan en deden hun best om deze cultus te promoten. Het was in zo'n omgeving dat Openbaring werd geschreven.

    Citaat

    16 En het maakt, dat het aan allen, kleinen en groten, en rijken en armen, en vrijen en dienstknechten, een merkteken geve aan hun rechterhand of aan hun voorhoofden;

    Merkteken van het beest is tegenovergestelde van de verzegeling van Gods uitverkorenen. Het Griekse woord 'cháragma' betekent het zegel van de Romeinse keizer, dat werd gebrandmerkt op huursoldaten, slaven, vooral tempelslaven, zodat ze het eigendom van de goden of keizer werden.

    Citaat

    17 En dat niemand mag kopen of verkopen, dan die dat merkteken heeft, of den naam van het beest, of het getal zijns naams.

    Dat wil zeggen, ze zullen van hun levensonderhoud worden beroofd; krijgen geen kans om levensmiddelen te kopen. Dat zal misschien het minst pijnlijke dood zijn.

    Citaat

    18 Hier is de wijsheid: die het verstand heeft, rekene het getal van het beest; want het is een getal eens mensen, en zijn getal is zeshonderd zes en zestig.

    De taak van de lezer is dus om een zekere naam af te leiden uit het genoemde nummer. Zo'n taak, of charade, werd "gematria" genoemd. Gematria is een favoriet spel uit de oudheid. Het woord "gematria" zelf is een vervormde vorm van het Griekse "geometrie". Bij gewone mensen werd geometrie begrepen als het tellen, of rekenkunde in het algemeen. Cijfers werden geschreven met de letters van het alfabet. Zowel de Joden als de Grieken hadden geen speciale numerieke tekens voor getallen; in plaats daarvan gebruikten ze letters die een bepaalde numerieke waarde aangaf. Bijvoorbeeld a = 1; ß = 2; i = 10; k = 20 ... De letters van een bepaald woord werden omgezet in cijfers, deze cijfers werden opgeteld en het resulterende bedrag gaf het nummer van het woord. Het omgekeerde taak - aan de hand van het gegeven getal het overeenkomstige woord te raden - was meer ingewikkeld. De vraag is nu welk woord er achter het getal 666 staat? Het antwoord wordt gehinderd door het feit dat we niet weten welk alfabet in dit geval wordt verondersteld: Griekse of Hebreeuwse.

    Het ging hier over politiek extreem gevaarlijke onderwerpen, over onderwerpen die met de dood bedreigden of, in het beste geval, met een verbanning en dwangarbeid. In de context van religieuze en politieke vervolging was het niet redelijk om alles rechtstreeks en met hun eigen naam te noemen. Dankzij de codering via het Hebreeuwse alfabet kon een bijkomend gevaar voor christenen worden vermeden als de tekst in handen van hun vervolgers zou vallen. 666 kan onder meer de naam Nero (of Neron in het Grieks) betekenen. Het is de naam van een hele wrede en krankzinnige Romeinse keizer. Hij vervolgde christenen en in zijn tijd werd Paulus onthoofd. En deze interpretatie is gebaseerd op de numerieke waarden van de letters uit het Hebreeuwse alfabet. Als we "Καίσαρ Νερών" ("Caesar Nero") in het Hebreeuws schrijven, krijgen we 666: נרונ קסר (nun = 50 + reish = 200 + vav = 6 + nun = 50 + qof = 100 +  samech = 60 + reish = 200 = 666). Maar ten tijde van Openbaring leefde Nero niet meer. Dus het beest zal iemand zijn die op hem lijkt qua karakter en psychische gesteldheid. 

    Als we 666 omzetten naar Griekse letters, dan kan het uiteraard verschillende andere eigennamen en benamingen beteken, bijvoorbeeld: Latinus ("Latijns", Λατεινος), Titánus (Τειταν), Arnoéme (Αρνουμε ("wij verloochenen")), "onstuimige" (ο επισαλος), "slechte leider" (κακος οδεγος), "echte verderver" (αληθης βλαβερος), "ongerechte lam" (αμνος αδικος). Merkwaardig is ook het volgende vers uit 1 Koningen 10:14: "Het gewicht nu van het goud, dat voor Salomo op een jaar inkwam was zeshonderd zes en zestig talenten gouds".  Zegt het niet over antichrist dat hij zich voor beloofde Koning-Messias zal uitgeven, die vroegere glorie van (letterlijke) Israel zal herstellen en voor een gouden eeuw voor de mensheid gaat zorgen?

    scale_1200

  14. Hoofdstuk 13. Het beest dat uit zee opkomt.

    49350e549bc159427b3504ea0edaed7e.jpg

    Het eerste beest uit hoofdstuk 13 symboliseert tegelijkertijd antichrist en alle andere kwaadaardige krachten die hem voorafgaan en hem de weg banen - godsvijandelijke keizerrijken, keizers, koningen en supermachten. In hem worden als het ware alle heidense wereldrijken verenigd en alle anti-Goddelijke aardse macht geconcentreerd. In de deuterocanonieke boek 4 Ezra 6: 49-52 kunnen we misschien de prefiguratie van deze beesten (uit hoofdstuk 12 en 13) zien:

    Citaat

    En toen hebt gij twee dieren verordineerd, de naam van het ene noemdet gij Behemoth, en de naam van het andere noemdet gij Leviathan. En gij hebt die van elkander gescheiden. Want het zevende deel waar het water verzameld was, kon die beide niet bevatten. En gij hebt aan Behemoth het ene deel gegeven, dat op de derde dag was gedroogd, opdat hij daarin zou wonen, waar duizend bergen zijn. De Leviathan nu hebt gij het zevende deel des waters gegeven, en hebt hem bewaard, opdat hij zij tot een verslinding degene, die gij wilt, en wanneer gij wilt.

    Openbaring benadrukt dat het beest uit de zee de Antichrist is, dat wil zeggen een parodie op Christus. De intronisatie van het beest onthult vele parallellen met de intronisatie van het Lam in Openbaring 5. Het Lam ontvangt zijn kracht van God (5: 7,12), en het beest uit de zee krijgt zijn kracht en grote macht van de draak-satan (13: 2). Het Lam (5: 9) heeft door zijn bloed mensen verlost 'uit elke stam en taal, en volk en natie'. Zo ook over het beest uit de zee wordt gezegd dat hem werd "macht gegeven over alle geslacht, en taal, en volk" (13: 7). Maar hij gebruikt deze kracht om mensen te doen verdoemen. Zoals elk schepsel in hemel en op aarde het Lam aanbidt (5:13), zo ook aanbidden mensen het beest (13: 4). Het Lam wordt "als geslacht" genoemd (5: 6). En een van de hoofden van het beest "was als dodelijk gewond", maar deze wond was genezen (13: 3). Het beest uit de zee als "anti-Lam" verschijnt aan mensen, net zoals het "Lam". Maar de mensen, wier namen zijn opgeschreven in het boek des levens bij het Lam, gehoorzamen en aanbidden hem niet (13: 8).

    Merkwaardig is dat in het vers 18 uit hoofdstuk 12 - 'En ik stond op het zand der zee' - staat niet duidelijk of het echt om de toeschouwer Johannes gaat. Er staat namelijk geen "ik" (ego), maar alleen "stond" (ἐστάθην, estáthin). Ik denk dus dat het zou beter zijn om te vertalen 'En hij (draak-satan) stond op het zand der zee', vanwaaruit hij de aan hem gelijke helper oproept.

    Citaat

    1 En ik zag uit de zee een beest opkomen, hebbende zeven hoofden en tien hoornen; en op zijn hoornen waren tien koninklijke hoeden, en op zijn hoofden was een naam van gods lastering.

    In hoofdstuk 17 legt een engel aan Johannes uit wat het allemaal betekent: "De zeven hoofden zijn zeven bergen... En het zijn ook zeven koningen; de vijf zijn gevallen, en de een is, en de ander is nog niet gekomen, en wanneer hij zal gekomen zijn, moet hij een weinig tijds blijven. En het beest, dat was en niet is, die is ook de achtste koning, en is uit de zeven en gaat ten verderve. En de tien hoornen, die gij gezien hebt, zijn tien koningen, die het koninkrijk nog niet hebben ontvangen, maar als koningen macht ontvangen op een ure met het beest. Dezen hebben enerlei mening, en zullen hun kracht en macht het beest overgeven. De wateren, die gij gezien hebt,... zijn volken, en scharen, en natiën, en tongen". In hoofdstuk 17 kom ik hierop nog terug om een preciezere uitleg te geven. 

    In de Bijbel wordt de zee heel vaak gebruikt in de zin van een veelheid van onrustige, woelige volken, die vijandig staan tegenover het Koninkrijk van God en het volk van God (Psalm 94: 3; Jesaja 8: 7, 8; 17:12; Jeremia 46: 7 ).

    In het boek Openbaring het is alleen Christus die de koninklijke kronen terecht bezit. Het zijn tekenen van zijn ware koninklijke waardigheid (19:12). Het beest met zijn kronen is dus een parodie op Christus. Dit wordt ook aangegeven door de opmerking dat de draak het beest zijn troon geeft; dit staat in contrast met de toetreding van Christus tot de troon van Zijn Vader (3:21).

    De godslasterlijke namen op zijn hoofden kunnen de namen zijn die geassocieerd werden met de cultus van de Romeinse keizer, en zijn goddelijkheid benadrukten: augustus (majestueus, heilig), divus (goddelijk), dominus (heer), deus (god), filius dei (zoon van god). Deze namen behoren in principe alleen tot de ene en ware God; maar gestolen door een charlatan en usurpator met zijn immense claims, worden ze godslasterlijk.

    Citaat

    2 En het beest dat ik zag, was een pardel gelijk, en zijn voeten als eens beers voeten, en zijn mond als de mond eens leeuws; en de draak gaf hem zijn kracht, en zijn troon, en grote macht.

    Deze kenmerken zijn ontleend aan Daniel 7: 2–27. In het visioen van Daniël verschijnen achtereenvolgens een leeuw, een beer, een luipaard met vier hoofden en een vreselijk monster met tien horens. De leeuw staat voor Babylonië, beer - Perzië, luipaard met vier hoofden - rijk van Aleksander de Grote, die na zijn dood verdeeld was in meerdere, hoofdzakelijk vier hellenistische rijken; het monster met tien horens is het Romeinse rijk en tien horens zijn de keizers die de Kerk hebben vervolgd. De elfde kleine hoorn die oprees is antichrist. Wat heeft hij met Romeinse rijk te maken? Net zoals Rome poogde de hele wereld te veroveren, zo ook de rijk van antichrist zal daadwerkelijk wereldwijd zijn. Verder bestaat de gelijkenis in de manier van machtsuitoefening, denk hierbij aan sterk gecentraliseerde macht, de principe van Pax Romana, de keizercultus... Het heeft dus zowel ideologische als bureaucratische overeenkomsten. In Openbaring worden de kenmerken van alle vier beesten van Daniël gecombineerd in één beest uit de zee. 

    Citaat

    3 En ik zag een van zijn hoofden als tot den dood gewond, en zijn dodelijke wonde werd genezen; en de gehele aarde verwonderde zich achter het beest.

    De beestelijke imitatie van de dood en opstanding van het Lam is net zo karikaturaal: Een van de hoofden van het beest was "als" dodelijk geslacht, maar zijn dodelijke wond was genezen (vs. 3). Het beest ontving een dodelijke wond door een zwaardaanval (vgl. 14), maar keerde terug van de dood tot het leven. "Een van zijn hoofden als tot den dood geslacht" (niet "gewond", zoals in de Statenvertaling, maar "geslacht" - ἐσφαγμένην, esfagménin), wat duidelijk lijkt op de beschrijving van het Lam, dat was "als geslacht" (5: 6). Het is belangrijk dat het lot van dat ene hoofd wordt geïdentificeerd met het lot van het hele beest, want over het herstel van één van zijn hoofden wordt gezegd dat het zijn hoofd is (vs. 3). Waarschijnlijk zal de antichrist de dood en opstanding van Christus ook daadwerkelijk imiteren, maar dan op een valse manier.

    Citaat

    4 En zij aanbaden den draak, die het beest macht gegeven had; en zij aanbaden het beest, zeggende: Wie is dit beest gelijk? wie kan krijg voeren tegen hetzelve?

    Net zoals de aanbidding van het Lam is tegelijkertijd de aanbidding van God, zo ook de aanbidding van het beest uit de zee is aanbidding van de draak, die aan het beest zijn macht gaf. En deze aanbidding culmineert in de godslasterende retorische vraag: "Wie is dit beest gelijk?" Dit herinnert aan de lofprijzing van God in het Oude Testament: "Wie is als Gij onder de goden? wie is als Gij...?" (Exodus 15:11); “Wie is den HEERE gelijk, onder de kinderen der sterken?' (Psalm 89: 7).

    Citaat

    5 En hetzelve werd een mond gegeven, om grote dingen en gods lasteringen te spreken; en hetzelve werd macht gegeven, om zulks te doen, twee en veertig maanden.

    Vergelijk Daniël 7: 8,20,25 waarin wordt gezegd dat de kleine hoorn godslastering uitspreekt. 3 1/2 jaar is relatief korte tijd, want "zo die dagen niet verkort werden, geen vlees zou behouden worden; maar om der uitverkorenen wil zullen die dagen verkort worden (Mattheus 24:22)."

    Citaat

    6 En het opende zijn mond tot lastering tegen God, om Zijn Naam te lasteren, en Zijn tabernakel, en die in den hemel wonen.

    In het begin kan de antichrist God en de rest lasteren door zich als God of Goddelijke incarnatie te vertonen. Eenmaal als hij de absolute macht krijgt wordt zijn godslastering steeds meer openlijk. Gods tabernakel is de Kerk, heiligen en vrome christenen. 

    Citaat

    7 En hetzelve werd macht gegeven, om den heiligen krijg aan te doen, en om die te overwinnen; en hetzelve werd macht gegeven over alle geslacht, en taal, en volk.

    Het doel van goddeloze regering is dus de vervolging en vernietiging van christenen. De uitdrukking "den heiligen krijg aan te doen, en om die te overwinnen" herinnert Daniël 7:21: "Ik had gezien, dat diezelve hoorn krijg voerde tegen de heiligen, en dat hij die overmocht." 

    Citaat

    8 En allen, die op de aarde wonen, zullen hetzelve aanbidden, welker namen niet zijn geschreven in het boek des levens, des Lams, Dat geslacht is, van de grondlegging der wereld.

    In het boek des levens wordt je ingeschreven door je in de kerk van Christus te laten dopen in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. En om je redding te behouden, wordt van je inspanning verwacht om zoveel mogelijk volgens Gods woord te leven. Het 'Lam, dat geslacht is, van de grondlegging der wereld' betekent dat bij de schepping van de wereld, God, die boven de tijd is, voorzag de zondeval en als oplossing voor de menselijke tragedie had een heilsplan waarin Hij als mens zal moeten sterven aan het Kruis en weer opstaan voor het heil van de gelovigen.

    Citaat

    9 Indien iemand oren heeft, die hore. 10 Indien iemand in de gevangenis leidt, die gaat zelf in de gevangenis; indien iemand met het zwaard zal doden, die moet zelf met het zwaard gedood worden. Hier is de lijdzaamheid en het geloof der heiligen.

    De christen, aan wie het boek Openbaring is gericht, krijgt daardoor te begrijpen dat de situatie wordt nog erger dan het nu is. Dit is onmogelijk te vermijden. Hij kan het uithouden alleen als hij bewijst dat zijn naam waardig is om geschreven te zijn in het boek des levens. Daarom is geduld en uithoudingsvermogen van hem vereist: men moet niet verwachten dat alles snel ten goede zal veranderen. Dit is precies wat er bedoeld wordt in deze aansporing voor christenen, die wordt voorafgegaan door een oproep tot aandacht: "Indien iemand oren heeft, laat hem horen." In vs. 10 Johannes duidt op de schijnbaar hopeloze situatie van de immense antichristelijke macht als de door God voorziende, daarom volgt er een parafrase uit Jeremia 15: 2: "Zo zegt de HEERE: Wie ten dood, ten dode; en wie tot het zwaard, ten zwaarde, en wie tot den honger, ten honger; en wie ter gevangenis, ter gevangenis!" 

    Men moet bereid zijn voor martelaarschap, als er geen andere uitweg is. Tegelijkertijd worden christenen opgeroepen voor geduld (of beter, standvastigheid) en voor geloof (of beter, voor trouw). Maar de positie die de vers 10 suggereert, sluit actieve weerstand of strijd tegen de staat uit. In de overtuiging dat de gelovigen hemelse burgerschap hebben, omdat hun namen zijn ingeschreven in het boek des levens, kunnen ze de onderdrukking van de staatscultus weerstaan en onvermijdelijke lijden accepteren (passieve weerstand). Voor de blik van Johannes staat religieus afgebeelde staatsmacht. Het vereist een persoon om de keizer met God te identificeren. Daarom, zelfs als Openbaring de loyaliteit aan deze staat afkeurt als afgoderij, het betekent niet de ontkenning van de staat in het algemeen. Alleen de perversie van staatsmacht wordt afgekeurd. In dit geval is loyaliteit aan God vereist, wat tot uitdrukking komt in de aanvaarding van marteling, dat wil zeggen in standvastigheid en trouw. Maar daarmee wordt actieve weerstand tegen de staats-religieuze machine uitgesloten. Zulk verzet zou slechts een impotente rebellie van een kleine minderheid zijn.

    Over antichrist profeteert Paulus in 2 Thessalonicensen 2:

    Citaat

    want die (de dag des Heren) komt niet, tenzij dat eerst de afval gekomen zij, en dat geopenbaard zij de mens der zonde, de zoon des verderfs; Die zich tegenstelt, en verheft boven al wat God genaamd, of als God geëerd wordt, alzo dat hij in den tempel Gods als een God zal zitten, zichzelven vertonende, dat hij God is... En nu, wat hem wederhoudt, weet gij, opdat hij geopenbaard worde te zijner eigen tijd. Want de verborgenheid der ongerechtigheid wordt alrede gewrocht; alleenlijk, Die hem nu wederhoudt, Die zal hem wederhouden, totdat hij uit het midden zal weggedaan worden. En alsdan zal de ongerechtige geopenbaard worden, denwelken de Heere verdoen zal door den Geest Zijns monds, en te niet maken door de verschijning Zijner toekomst; Hem, zeg ik, wiens toekomst is naar de werking des satans, in alle kracht, en tekenen, en wonderen der leugen; En in alle verleiding der onrechtvaardigheid in degenen, die verloren gaan; daarvoor dat zij de liefde der waarheid niet aangenomen hebben, om zalig te worden. En daarom zal God hun zenden een kracht der dwaling, dat zij de leugen zouden geloven; Opdat zij allen veroordeeld worden, die de waarheid niet geloofd hebben, maar een welbehagen hebben gehad in de ongerechtigheid.

    Zo kunnen we ook concluderen dat antichrist een mens zal zijn, bezield en gesteund door de satan, zichzelf voor God zal uitgeven, zal zetelen in Gods tempel. Zo te zien zal de Joodse tempel weer herbouwd worden, waarin de antichrist wordt verwelkomd als Messias. Uiteindelijk zal Jezus zelf een eind aan hem maken. Alleen ik vraag me af wie het is die hem nu wederhoudt om te komen en die uit het midden zal weggedaan worden?

    Revelation-13.jpg?resize=864,550  

    Openbaring 13

    daniel-7.jpg 

    Daniel 7. 

  15. 9 uur geleden zei sjako:

    Waarom denk je dit?

    Omdat profeet Mileachi zegt het duidelijk: 'Ik zende ulieden den profeet Elia, eer dat die grote en die vreselijke dag des HEEREN komen zal.' De komst van Christus, zijn geboorte, was niet vreselijk, in tegenstelling tot Zijn toekomstige wederkomst. Maar of één van die getuigen Elia zal zijn of iemand anders, dat maakt niet uit; zijn missiewerk blijft hetzelfde.

    9 uur geleden zei sjako:

    We zijn het dus eens? Tenminste enigszins. Zij zijn de uitverkorenen om met Christus mee te regeren over Gods Koninkrijk op aarde. De 'onderdanen' van die aarde zijn niet perse uitverkorenen, al zou je ze natuurlijk wel zo kunnen noemen.

    De vraag is dan, wat versta jij onder het regeren? Wetten schrijven en uitvaardigen? Straffen en belonen? Zo ja, dan ben ik daar niet mee eens. Niet alle begrippen uit onze realiteit van de gevallen wereld kunnen we ten volle toepassen als we spreken over de absolute metafysische of hemelse realiteit. Daarom zou ik het woord 'regeren' in dit geval niet gebruiken. Ik zou liever het woord heersen gebruiken; maar zelfs dan moeten we aan dat woord geen aardse betekenis geven. De Bijbel zegt duidelijk over wie de mens dient te heersen, namelijk: 'En God zeide: Laat Ons mensen maken, naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en dat zij heerschappij hebben over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over het vee, en over de gehele aarde, en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt' (Genesis 1:26). De mens is dus niet geschapen om over zijn medemensen te heersen. Het is helaas wel gebeurt na de zondeval. En de Schrift noemt het een kwaad. Bijvoorbeeld, toen de Israëlieten wilden zich met andere volken assimileren en vroegen Samuel om koning boven hen aan te stellen, terwijl Yahwe was hun Koning; 'zo weet dan, en ziet, dat uw kwaad groot is, dat gij voor de ogen des HEEREN gedaan hebt, dat gij een koning voor u begeerd hebt... En al het volk zeide tot Samuël: Bid voor uw knechten den HEERE, uw God, dat wij niet sterven; want boven al onze zonden hebben wij dit kwaad daartoe gedaan, dat wij voor ons een koning begeerd hebben.' (1 Samuel 12:17, 19). Als mensen delen we één en dezelfde natuur, ook al worden we onderverdeeld als personen. Het is dan Gods wil dat alle mensen eenheid zouden vormen, één mens zouden zijn; zoals God één is, maar bestaat in drie Personen. Door de zondeval kon de mens deze eenheid niet bereiken, maar bracht verdeeldheid (individualisme) in zijn natuur, die nergens naartoe leidt.  

    Ik zou dus zeggen dat Gods uitverkorenen zullen met Hem over Gods schepping heersen. Ze zullen de taak voltooien die God oorspronkelijk aan Adam gegeven heeft: een verbindingsschakel zijn tussen de Schepper en zijn schepping. En wat betreft de relatie met hun medemensen, de hiërarchie tussen de menselijke personen blijft. De ene heiligen zullen groter zijn dan de andere en zullen daarom meer hechte relatie met God onderhouden, zullen hem beter kennen en in wezen dichter bij Hem zijn. Zelfs als er dynamische groei zal zijn in onze relatie met God, de grotere heiligen zullen altijd vooroplopen. Maar aan de andere kant zal er ook volkomen harmonie zijn, alsof iedereen aan elkaar gelijk is en er geen reden is om zich verdrietig te voelen vanwege de privileges van anderen. De Goddelijke liefde tussen de mensen zal volmaakt zijn, zodat er geen sprake zal zijn van autoritair heersen en nederig onderwerpen aan de baas. Daar zal er geen behoefte voor zijn, want in de Hemel zul je niet meer voor zonde of slechtheid geneigd zijn om jouw onder controle te houden. Dat is mijn visie. 

    9 uur geleden zei sjako:

    Als je tot God nadert, zal God ook jou naderen (alleen met zevenmijlslaarzen). Dus een kleine stap van jou kant levert een grote stap van Gods kant op, als het ware. 

    Op zich hier ben ik wel mee eens.

  16. Hoofdstuk 12 heb ik al uitgelegd hier 'Openbaring 12 - toekomst of verleden?' (link). Ik wil wel nog iets daaraan toevoegen. De citaten zijn uit mijn berichten.

    Citaat

    'En zijn staart trok het derde deel der sterren des hemels, en wierp die op de aarde.' Staart (waarmee de slangen op aarde kruipen) wil zeggen de zonde van de duivel waarmee hij een groot aantal engelen verleid heeft om hem mee te volgen in zijn val, waardoor ze allen demonen werden die verdreven zijn uit de Hemel naar de aarde. 

    De afgeworpen sterren zijn ook sommige kerkelijke waardigheidsbekleders door de eeuwen heen, die afgevallen zijn doordat ze in zonde van de ketterij vielen en schisma's of kerkscheuringen binnen de Kerk veroorzaakten. Vele van die schisma's zijn helaas nog steeds niet opgelost. In Daniël 12:3 lezen we: 'De leraars nu zullen blinken, als de glans des uitspansels, en die er velen rechtvaardigen, gelijk de sterren, altoos en eeuwiglijk'. De kerkleiders, bisschoppen, priesters, die het predikingswerk doen en als leraren van de leken functioneren, worden dus met sterren vergeleken. En daartoe zijn ze ook door God geroepen. Maar de geschiedenis van de Kerk is gekenmerkt door de turbulente periodes van strijd tegen valse opvattingen of ketterijen, die het Christendom in haar essentie probeerden te ondermijnen. Die ketterijen waren niet alleen maar persoonlijke meningen, maar opdrongen zich aan christenen en zich uitgaven voor het ware christendom. Die strijd vond plaats met name in Oost-Romeinse keizerrijk. (Met de strijd bedoel ik niet Rooms-Katholieke inquisitie en heksenjacht). De aartsheretici, de grondleggers van die ketterse doctrines, waren geen mensen van buitenaf, maar met name voormalige kerkelijke waardigheidsbekleders, gelijk de apostel profeteerde: 'Want dit weet ik, dat na mijn vertrek zware wolven tot u inkomen zullen, die de kudde niet sparen. En uit uzelven zullen mannen opstaan, sprekende verkeerde dingen, om de discipelen af te trekken achter zich' (Handelingen 20:20-30). Ik las dat zelfs Mahatma Gandhi zei ooit dat "de grootse vijanden van het Christendom zijn jullie zelf - christenen". 

    Citaat

    '6 En de vrouw vluchtte in de woestijn, alwaar zij een plaats had, haar van God bereid, opdat zij haar aldaar zouden voeden duizend tweehonderd zestig dagen.' Het kan zijn dat de heilige gezin verbleef 1260 dagen of 3 en half jaar in Egypte die voor het grootste deel inderdaad een woestijn is, behalve dan de oevers van de Nijl. Maar aan de andere kant

    De vlucht van de vrouw naar de woestijn kun je ook vergelijken met de vlucht van christenen uit Jeruzalem, - die belegerd was door de Romeinen tijdens de grote Joodse opstand van 66-70, - naar de stad Pella en de Jordaanse woestijn. Deze oorlog duurde ook drie en een half jaar (1260 dagen). En de christenen werden daarvóór al gewaarschuwd door de profetieën van Jezus in het evangelie over de slechte afloop voor de stad. Onder deze woestijn kun je ook de woestijn zien waarin de eerste christenen vluchtten van de vervolgers, en de letterlijke woestijn waarin de christelijke asceten strijd voerden tegen de listen van de duivel door het gebed en de waakzaamheid.

    200px-Thedecapolis.png  israel-jesus-v-the-dragon-satan-original

    Citaat

    "En der vrouwe zijn gegeven twee vleugelen eens groten Arends, opdat zij zou vliegen in de woestijn, in haar plaats, alwaar zij gevoed wordt een tijd, en tijden, en een halven tijd, buiten het gezicht der slang."

    De vleugels van de adelaar verwijzen naar Gods bescherming van Zijn volk - 'Gijlieden hebt gezien, wat Ik den Egyptenaren gedaan heb; hoe Ik u op vleugelen der arenden gedragen, en u tot Mij gebracht heb.' (Exodus 19:4). Zie ook Deuteronomium 32:11; Isaiah 40:31. Zo zien we dat het boek der Openbaring is geheel en al gelinkt aan de rest van de Heilige Schrift.

    Citaat

    "15 En de slang wierp uit haar mond achter de vrouw water als een rivier, opdat hij haar door de rivier zou doen wegvoeren. 16 En de aarde kwam de vrouw te hulp, en de aarde opende haar mond, en verzwolg de rivier, welke de draak uit zijn mond had geworpen."

    De aarde kan ook gezien worden als symbool van de deemoed, nederigheid; waardoor we van de listen van de hoogmoedige duivel behouden kunnen worden. Nederigheid is geen blinde gehoorzaamheid, zwakheid; maar het is een diepe besef dat we niks meer zijn dan Gods schepselen en in die zin zijn we allemaal gelijk aan elkaar en één met elkaar. Als ons hart vrij is van duivelse hoogmoed en de daaruit voortkomende waanzin, dan zijn we voor een grote deel onbedwingbaar voor de duivelse listen. 

    5cb7277bda80a44b92efb20378bc0646.jpg  142967_1522341413-850x550_width_50.jpg?_

  17. '15 En de zevende engel heeft gebazuind, en er geschiedden grote stemmen in den hemel, zeggende: De koninkrijken der wereld zijn geworden onzes Heeren en van Zijn Christus, en Hij zal als Koning heersen in alle eeuwigheid.'

    Dat is waarvoor we elke dag bidden in het gebed Onze Vader: 'Uw Koninkrijk kome'. Hier wordt 'Hij' gebruikt in plaats van 'Zij' (Heer en Zijn Christus), wat verwijst naar de ongedeeldheid van God de Heilige Drie-eenheid. 'De Heer en Zijn Gezalfde' (Christos) vind je in psalm 2:2.

    '16 En de vier en twintig ouderlingen, die voor God zitten op hun tronen, vielen neder op hun aangezichten, en aanbaden God,'

    Het klinkt hier als voortzetting en voltooiing van het lof en dank aan de Schepper, die klonken in hoofdstuk 4.

    '17 Zeggende: Wij danken U, Heere God almachtig, Die is, en Die was, en Die komen zal! dat Gij Uw grote kracht hebt aangenomen, en als Koning hebt geheerst;'

    'Heer God de Almachtige' wordt zeven keer gebruikt in Openbaring. De volgende zin herinnert ons aan vele psalmen (Psalm 93: 1; 96:10; 97: 1), maar bovenal, Psalm 99: 1: 'De HEERE regeert, dat de volken beven;'.

    '18 En de volken waren toornig geworden, en Uw toorn is geworden, en Uw toorn is gekomen, en de tijd der doden, om geoordeeld te worden, en om het loon te geven Uw dienstknechten, den profeten, en den heiligen, en dengenen, die Uw Naam vrezen, den kleinen en den groten; en om te verderven degenen, die de aarde verdierven.'

    Zo wordt psalm 2: 1-5 vervuld. De aarde verderven is niet alleen milieu vervuilen, dieren doden voor plezier, maar ook immorele manier van leven lijden en anderen daartoe verleiden.

    '19 En de tempel Gods in de hemel is geopend geworden, en de ark Zijns verbonds is gezien in Zijn tempel; en er werden bliksemen, en stemmen, en donderslagen, en aardbeving, en grote hagel.'

    De eerste zin maakt de trouw van God aan Zijn verbond duidelijk. Het kan hier over de letterlijke tempel in de Hemel gaan. Het is ook het symbool voor Christus (Johannes 2:21). Volgens de joodse overlevering was de ark des verbonds verborgen door profeet Jeremia vóór de vernietiging van de tempel en zal worden opnieuw aan het volk van God geopenbaard op de dag wanneer ook Gods heerlijkheid geopenbaard zal worden (zie deuterocanonieke boek 2 Makkabeeën 2:4-8). Misschien was het dan ook verplaatst naar de Hemelse tempel. Bliksems, stemmen, donderslagen, een aardbeving en een grote hagelslag herinneren aan de Godsverschijningen in het Oude Testament (vgl. Exodus 19:16; Ps. 18:13; 104: 7). "En de HEERE zal Zijn heerlijke stem doen horen, en de nederlating Zijns arms doen zien, met grimmigheid van toorn, en een vlam van verterend vuur, stralen, en een vloed, en hagelstenen." (Jes. 30:30).

    pRzcU0papLDi1i4_gD-i9edKKBbgJCJnFf8SiGCY 109-1096901_ark-of-the-covenant.png

    Altaar van het wierook (als ik me niet vergis).

  18. De twee getuigen.

    Citaat

    'En Ik zal Mijn twee getuigen macht geven, en zij zullen profeteren duizend tweehonderd zestig dagen, met zakken bekleed. Dezen zijn de twee olijfbomen, en de twee kandelaren, die voor den God der aarde staan. En zo iemand die wil beschadigen, een vuur zal uit hun mond uitgaan, en zal hun vijanden verslinden; en zo iemand hen wil beschadigen, die moet alzo gedood worden. Dezen hebben macht den hemel te sluiten, opdat geen regen regene in de dagen hunner profetering; en zij hebben macht over de wateren, om die in bloed te verkeren, en de aarde te slaan met allerlei plage, zo menigmaal als zij zullen willen. En als zij hun getuigenis zullen geëindigd hebben, zal het beest, dat uit den afgrond opkomt, hun krijg aandoen, en het zal hen overwinnen, en zal hen doden. En hun dode lichamen zullen liggen op de straat der grote stad, die geestelijk genoemd wordt Sodoma en Egypte, alwaar ook onze Heere gekruist is. En de mensen uit de volken, en geslachten, en talen, en natiën, zullen hun dode lichamen zien drie dagen en een halven, en zullen niet toelaten, dat hun dode lichamen in graven gelegd worden. En die op de aarde wonen, die zullen verblijd zijn over hen, en zullen vreugde bedrijven, en zullen elkander geschenken zenden; omdat deze twee profeten degenen, die op de aarde wonen, gepijnigd hadden. En na die drie dagen en een halven, is een geest des levens uit God in hen gegaan; en zij stonden op hun voeten; en er is grote vrees gevallen op degenen, die hen aanschouwden. En zij hoorden een grote stem uit den hemel, die tot hen zeide: Komt herwaarts op. En zij voeren op naar den hemel in de wolk; en hun vijanden aanschouwden hen. En in diezelfde ure geschiedde een grote aardbeving, en het tiende deel der stad is gevallen, en er zijn in de aardbeving gedood zeven duizend namen van mensen, en de overigen zijn zeer bevreesd geworden, en hebben den God des hemels heerlijkheid gegeven. Het tweede wee is weggegaan; ziet, het derde wee komt haast.'

    De twee getuigen hier zijn naar alle waarschijnlijkheid profeet Elias en aartsvader Henoch, die volgens de Bijbel zijn niet doodgegaan, maar werden door God levend weggenomen waarschijnlijk naar het paradijs. Henoch, als voorvader van Noach, is ook een letterlijke voorvader of voorouder van ons allen. Aan het einde der tijden zullen ze dus weder komen om gedurende diezelfde 3 en half jaar mensen tot bekering te roepen door hun prediking en wondertekenen, waardoor ze in conflict zullen komen met antichrist, - die hier beest wordt genoemd vanwege zijn meedogenloosheid, wreedheid en bloeddorstigheid, -  die zal hen ook doden. Waarom twee getuigen? Omdat het voldoet aan de bijbelse vereiste voor geloofwaardige getuigenis: 'op den mond van twee getuigen, of op den mond van drie getuigen zal de zaak bestaan' (Deuteronomium 19:15). Ze zijn bekleed in rouwklederen. Dit betekent dat zij de ware God en Zijn komende Oordeelsdag verkondigen aan de wereld die verzonken is in afgoderij en kwaad (Openb. 9: 20–21), maar zij doen dit als een oproep tot bekering.

    Over  de komst van Elia profeteert Mileachi 4:4-5: 'Ziet, Ik zende ulieden den profeet Elia, eer dat die grote en die vreselijke dag des HEEREN komen zal. En hij zal het hart der vaderen tot de kinderen wederbrengen, en het hart der kinderen tot hun vaderen; opdat Ik niet kome, en de aarde met den ban sla'. Ook Jezus zegt over Elia als hij praat over Johannes de Doper: ''En zo gij het wilt aannemen, hij is Elias, die komen zou' (Mt. 11:14). Jezus bedoelde dat Johannes de Doper is gekomen in de geest en in kracht van Elia, maar desalniettemin letterlijke Elia zou nog komen. En hij komt vóór Zijn tweede komst in heerlijkheid. Over Henoch zegt de Schrift: "Henoch dan wandelde met God; en hij was niet meer; want God nam hem weg" (Genesis 5:24); en ook: 'Door het geloof is Enoch weggenomen geweest, opdat hij den dood niet zou zien; en hij werd niet gevonden...' (Hebreeën 11:5). Dat zij 'twee olijfbomen en twee kandelaren, die voor den God der aarde staan' verwijst naar de vervulling van de profetie over hen in Zacharia 4. Olijfolie werd gebruikt niet alleen als voedsel, maar ook als een middel die de pijn verzachtte. En Noach ontving olijftak van de duif als goede teken van het einde van de zondvloed. Het symbool van olijfboom betekent waarschijnlijk dat zij door hun gebeden en voorsprak God tot ontferming en genade over de zondige wereld bewogen. En kandelaren verwijst naar hun heiligheid.

    Volgens 11: 5–6 staan twee getuigen onder de speciale bescherming van God. Net zoals Elia, die vuur op zijn vijanden neerbracht om te bewijzen dat hij een man van God was (2 Koningen 1: 10-12), zo komt vuur uit de mond van de getuigen om hun vijanden te verslinden. Het feit dat vuur uit de mond komt, duidt op hun woord, profetische activiteit. Net als Elia hebben ze de macht om de hemel te sluiten zodat het niet regent (1 Koningen 17: 1; Jezus Sirach 48: 3; Lukas 4:25; Jakobus 5:17). Net als Mozes hebben ze de macht om water in bloed te veranderen en allerlei zweren op hun tegenstanders te brengen (Exodus 7: 17-20). (Hieruit kan men trouwens zien in welke betekenis men de "plagen", natuurrampen, dient te verstaan, namelijk als harde manieren om tot berouw te brengen). Uiteindelijk zullen ze toch gedood worden door het beest.

    Het beest is allereerst de duivel. De naam van het beest kan ook verwijzen naar de antichrist, alleen in de betekenis dat deze zijn kracht, macht op aarde, en in het bijzonder zijn overwinning op getuigen, van de duivel zal ontvangen. Naar verwachting zal antichrist een groot iemand zijn, die door middel van valse, maar indrukwekkende wonderen de mensen naar zich toe zal trekken, door hen welvaart, stabiliteit en orde te beloven. Vele Joden zullen in hem hun Messias zien, overeenkomstig de profetie van Jezus: 'zo een ander komt in zijn eigen naam, dien zult gij aannemen' (Johannes 5:43). Andere Joden, die meer oprecht zijn van hart en Gods wet op een eerlijke manier proberen te volgen, zullen hem wel als antichrist erkennen en zich tot Jezus bekeren om in alle eeuwigheid met Hem heersen. Zo wordt hij als de wereldwijde koning bekroond in Jeruzalem. Deze stad, - het oude historische Jeruzalem, - is naar alle waarschijnlijkheid de toekomst van het antichristelijke koninkrijk, omdat de antichrist, met de bedoeling om een einde te maken aan het christendom, zal natuurlijk actief zijn op plaatsen die heilig zijn voor christenen.

    De naam van de stad 'Sodom en Egypte' komt overeen met dit opvatting. Het woord "geestelijk" geeft aan dat deze stad in zijn religieus-morele of "geestelijke" staat vergelijkbaar is met Sodom en Egypte. Het is ook Egypte als de hoofdstad van de tiran. Over Jerusalem zegt Jezus zelf: 'want het gebeurt niet, dat een profeet gedood wordt buiten Jeruzalem' (Lukas 13:33). De mensen dus in Jeruzalem en wereldwijd zullen zich verblijden met de dood van twee getuigen. Hoe is het mogelijk dat binnen drie dagen het bericht van hun dood wereldwijd bekend zal worden? Ten tijde van Johannes duurde het versturen en ontvangen van schriftelijke post binnen het Romeinse keizerrijk weken- en maandenlang. Maar het is hieruit duidelijk dat ten tijde van de twee getuigen zal er dus ook televisie en internet zijn, waardoor het nieuws over hun dood zal wereldwijd live worden uitgezonden. De reden voor de vreugde van de goddelozen zal ongetwijfeld de prediking van de getuigen zijn, die de rust van hun zondige zelfgenoegzaamheid verstoorde en ongewenste wroeging in hen opwekte, alsook de plagen, die hun boosdoeners troffen.

    Citaat

    'De goddeloze zal het zien, en hij zal zich vertoornen; hij zal met zijn tanden knersen en smelten (Psalm 112:10)'; 'Laat ons op de rechtvaardige loeren, want hij is ons nadelig, en stelt zich tegen onze werken, en verwijt ons de zonden begaan tegen de wet, en maakt gerucht van ons vanwege de zonden onzer wandeling. Hij wendt voor dat hij kennis van God heeft, en noemt zichzelf een kind des Heren. Hij is ons geworden tot een wederlegging onzer gedachten. Hij is ons bezwaarlijk, ook zelfs om aan te zien, want zijn leven is de anderen ongelijk, en zijn paden zijn gans andere. Wij worden van hem geacht als vals zilver, en hij houdt zich af van onze wegen, als van onreinheden: hij prijst zalig het einde der rechtvaardigen, en pocht dat God zijn vader is. Laat ons zien, of zijn woorden waarachtig zijn, en laat ons opmerken wat uitkomst hij hebben zal' (Boek der Wijsheid, 2).

    Dood voor zoveel dagen als de jaren van hun predikingswerk, zullen ze levend opstaan en naar de Hemel weggevoerd worden in een wolk, als op een wagen, tot een grote schrik en angst van degenen, die onlangs zich verheugden over hun dood. 'Een geest des levens uit God' is gerelateerd aan de profetie van Ezekiël 37 over de opstanding uit de doden. De straf in de vorm van een aardbeving was zo duidelijk dat andere mensen, die overleefden te midden van de lijken en ruïnes van de stad, werden door angst gegrepen en gaven eer aan God. Interessant is ook het getal 7000 mensen en 1/10 van de stad. In Amos 5:3 lezen we: "zo zegt de Heere HEERE: De stad, die uitgaat met duizend, zal honderd overhouden, en die uitgaat met honderd, zal tien overhouden, in het huis Israëls"; en in 1 Koningen 19:18: 'Ook heb Ik in Israël doen overblijven zeven duizend, alle knieën, die zich niet gebogen hebben voor Baäl, en allen mond, die hem niet gekust heeft'. Betekent het dus dat het wonder van de opstanding van twee getuigen, die hun drie en half jaar lange predikingswerk bekrachtigde, en de aardbeving als teken van Gods toorn zo diep indrukwekkend waren dat de meeste mensen zich van het kwaad tot God bekeerden? Daar wil ik wel in geloven.

    The_TWO_WITNESSES_-_Enoch__Elijah.jpg

  19. Interessant, er zijn joden die de derde tempel plannen te bouwen. Hier is weer een andere reconstructie van de tempel uit Ezekiël 40-48, met mijn favoriete liedje in het Hebreeuws (vertaling zie onder) op de achtergrond. Wie weet misschien zal hij ook zo eruitzien. Als we tot die tijd niet zullen leven, dan weten we nu hoe hij eruit zal zien.

    Boven de blauwe hemel is er een gouden stad
    Met transparante poorten en een glanzende muur
    En in die stad is er een tuin, vol met gras en bloemen,
    Er wandelen daar dieren van ongekende schoonheid.

    De ene is als een leeuw met vuurkleurige manen
    De andere is een os vol ogen,
    Met hen is de gouden hemelse arend,
    Wiens heldere blik is zo onvergetelijk.

    En in de blauwe hemel straalt een ster;
    Ze is van jou, o mijn engel, ze is van jou altijd.
    Hij die liefheeft, wordt geliefd, hij die licht(stralend) is, is heilig.
    Laat de ster je leiden op weg naar de wonderlijke tuin.

    Een leeuw van een vuurkleurige manen zal je daar ontmoeten,
    En een blauwe os vol ogen,
    Met hen is de gouden hemelse arend,
    Wiens heldere blik is zo onvergetelijk.

  20. Citaat

    Hoofdstuk 11. De meting van de tempel.

    En mij werd een rietstok gegeven, een meet roede gelijk; en de engel stond en zeide: Sta op, en meet den tempel Gods en het altaar, en degenen, die daarin aanbidden. En laat het voorhof uit, dat van buiten den tempel is, en meet dat niet, want het is den heidenen gegeven; en zij zullen de heilige stad vertreden twee en veertig maanden.

    Dus de inhoud van het boek, verzegeld met zeven zegels, werd aan Johannes geopenbaard. Hij heeft de inhoud ervan begrepen en moet het nu aan de hele wereld bekendmaken. Nu gaat het visioen over het behoud van de Kerk van de gelovigen die trouw zijn aan God en Zijn Christus te midden van de vervolgingen. Dit visioen is gerelateerd aan Ezechiël 40–42. Daar ziet de profeet het perfecte hemelse prototype van de tempel van Jeruzalem. Dit ideale prototype is een model voor de nieuwe tempel op aarde. De muren en gebouwen van de hemelse tempel in zijn visioen worden afgemeten door een Man, wiens uiterlijk was als van koper, om de aardse tempel van Jeruzalem volgens dezelfde afmetingen te bouwen. Maar het visioen van Johannes heeft met die tempel en Jeruzalem niks mee te maken, want het was al verwoest in het jaar 70. De tempel van Jeruzalem had geen enkele betekenis meer. In Nieuw Jeruzalem, dat uit de Hemel zal neerdalen, zal er ook geen tempel zijn (21:22)! Hetzelfde kan gezegd worden over het aardse Jeruzalem. Hij wordt hier immers "geestelijk genoemd Sodom en Egypte" (11: 8). Sprekend over de tempel en de heilige stad, maakt Johannes gebruik van de metaforische taal van de vroege christenen, die zichzelf als 'de tempel van God' zien (1 Kor. 3:16; vgl. Mt. 16:18). De aanbidders van God in de tempel zijn die christenen die, ondanks de vervolging waaraan zij van buitenaf worden onderworpen, trouw blijven aan God en Christus. Zij zijn het ware priesterlijke volk van God (1: 6; 5:10), en hun verblijfsplaats is in het Heilige der Heiligen, die in het Oude Testament alleen voor de hogepriester was toegankelijk, en in het Heilige, de binnenplaats, die alleen voor de priesters toegankelijk was. De vijanden van God zullen deze mensen geen definitieve schade kunnen berokkenen, want zij zijn het eigendom van God en staan onder Zijn bescherming. Wel zullen ze 42 maanden lang worden vervolgd - de door God vooraf bepaalde beperkte periode van eschatologische rampen. En gedurende deze tijd zal er dodelijke strijd zijn, het martelaarschap. Maar aan het einde van alles, zullen zij door hun martelaarschap zegevieren en gered worden, omdat God kent degenen die ondanks alle leed trouw aan Hem zullen blijven. 

    Wat betekent dan de periode van 42 maanden? De historische achtergrond voor deze periode is de tijd van de wrede overheersing en terreur van de Hellenistische koning Antiochus IV Epiphanes (167-164 v.Chr.) (Vgl. Daniël 7:25; 12: 7). Ongeveer drie en een half jaar duurde het verzet van de Maccabeeën, met als hoogtepunt de overwinning van de Joden. Sindsdien is deze periode (drie en een half jaar, of 42 maanden) symbolisch geworden, wat een tijd van eschatologische rampen aangeeft, die eindigen met de overwinning van God en het volk van God over hun vijanden. Voor christenen werd dezelfde periode een symbool van de laatste tijden, de tijd van het aardse bestaan van de Kerk vóór de dag des Heren (de Oordeelsdag). Gedurende deze tijd kan datgene wat gemeten werd door God, - het Heilige der Heiligen en het Heilige (de binnenplaats van de tempel), maar bovenal degenen die daar aanbidden, - niet het slachtoffer worden van de heidense overheersing. De "meting" van de tempel symbolisch betekent hier de toe-eigening ervan als het erfdeel, de onschendbare eigendom van God. Gods reddende wil is gericht op het behoud van zijn erfdeel, dat wil zeggen trouwe christenen. God kent de zijnen, kent het aantal mensen dat zal worden behouden van het wegvallen. Dit beeld van de meting van de trouwe gelovigen is vergelijkbaar met het beeld van de verzegeling van 144 000 "Gods dienaren" in het zevende hoofdstuk van Openbaring. Het kan naar mijn mening ook zijn dat 144 000 een letterlijke getal is, maar dan zijn ze Gods uitverkorenen par excellence, bij uitstek; dat betekent dus niet dat zij, die concrete christenen, de enige uitverkorenen zijn. Ze zijn dus elite van de uitverkorenen.

    Maar 3 en half jaar kan ook een letterlijke periode zijn van de tirannie van antichrist. Zoals Jezus predikte en wonderen deed 3 en half jaar - vanaf zijn doop door Johannes tot aan zijn kruisiging en opstanding, - zo zal God ook aan de kwaadaardige antichrist dezelfde tijd geven om de harten der mensen op de proef te stellen. Merkwaardig is ook dat de vervolging van Diocletianus duurde ook ongeveer 3 en half jaar - van 23 februari van 303 tot 25 juli van 306.

     

    dY-q9m--BLw-Pki0e1dvgxq8yljC1vLhOmXODlAS temple.jpg 

    Zie ook Temple.jpg?format=1500w

    Er is ook een video voor de Ezekiël 42-43.

     

  21. Citaat

    'En de engel, dien ik zag staan op de zee, en op de aarde, hief zijn hand op naar den hemel. En hij zwoer bij Dien, Die leeft in alle eeuwigheid, Die den hemel geschapen heeft en hetgeen daarin is, en de aarde en hetgeen daarin is, en de zee en hetgeen daarin is, dat er geen tijd meer zal zijn; Maar in de dagen der stem des zevenden engels, wanneer hij bazuinen zal, zo zal de verborgenheid Gods vervuld worden, gelijk Hij Zijn dienstknechten, den profeten, verkondigd heeft.'

    Het tafereel van de eed van de sterke engel (10: 5–7) herinnert aan Daniël 12: 4–9, met name 12: 7: "En ik hoorde dien Man, bekleed met linnen, Die boven op het water van de rivier was, en Hij hief Zijn rechter hand en Zijn linkerhand op naar den hemel, en zwoer bij Dien, Die eeuwiglijk leeft, dat na een bestemden tijd, bestemde tijden, en een helft,... al deze dingen voleind zullen worden." In Daniël verwees deze profetie naar de tijd van de Hellenistische koning uit de Seleuciden dynastie Antiochus IV Epiphanes (175–164 v. Christus), die het volk van God onderdrukte. Na een mysterieuze periode van drie en een half tijd zal er een “voleinding”, voltooiing plaatsvinden, een bepaalde einde zal komen. Net als in Daniël 12: 4–9 spreekt Openb. 10: 5–7 over een eed van verzekering dat God over zijn vijanden zal triomferen binnen de door hemzelf gestelde tijdslimiet: "het mysterie van God zal worden voltooid." De aanduiding van God als "Die leeft in alle eeuwigheid" is ook gerelateerd aan Daniël 12: 7. Maar er wordt ook benadrukt dat God de Schepper is van hemel, aarde en zee, dat wil zeggen dat hij macht heeft over alle sferen van het universum. Het mysterie of de verborgenheid Gods is niets anders dan Gods heilseconomie van de menselijke redding en Zijn bepaling van het lot van de hele wereld, die de Heer door de hele tijd heen aan Zijn dienaren en profeten heeft verkondigd. Deze bepaling is een mysterie omdat het verwijst naar de toekomst en omdat alleen God weet hoe en met welke heerlijkheid dit alles zal worden voltooid. Merkwaardig is dat ook Paulus vermeldt over de laatste bazuin: 'In een punt des tijds, in een ogenblik, met de laatste bazuin; want de bazuin zal slaan, en de doden zullen onverderfelijk opgewekt worden, en wij zullen veranderd worden.' (1 Korinthiërs 15:52). Heeft hij misschien ook een soortgelijke openbaring gehad, die niet opgeschreven werd?

    Citaat

    'En de stem, die ik gehoord had uit den hemel, sprak wederom met mij, en zeide: Ga henen, neem het boeksken, dat geopend en in de hand des engels is, die op de zee en op de aarde staat. En ik ging henen tot den engel, zeggende tot hem: Geef mij dat boeksken. En hij zeide tot mij: Neem dat en eet het op; en het zal uw buik bitter maken, maar in uw mond zal het zoet zijn als honig. En ik nam dat boeksken uit de hand des engels, en ik at dat op; en het was in mijn mond zoet als honig, en als ik het gegeten had, werd mijn buik bitter. En hij zeide tot mij: Gij moet wederom profeteren voor vele volken, en natiën, en talen, en koningen.'

    Dit tafereel doet denken aan Ezechiël 2: 8–3: 3:

    Citaat

    'Doch gij, mensenkind, hoor hetgeen Ik tot u spreek; wees gij niet wederspannig, gelijk dat wederspannig huis; open uw mond, en eet, wat Ik u geef. Toen zag ik, en ziet, er was een hand tot mij uitgestoken; en ziet, daarin was de rol eens boeks. En Hij spreidde die voor mijn aangezicht uit; en zij was beschreven voor en achter; en daarin waren geschreven klaagliederen, en zuchting, en wee. Daarna zeide Hij tot mij: Mensenkind, eet, wat gij vinden zult; eet deze rol, en ga, spreek tot het huis Israëls. Toen opende ik mijn mond, en Hij gaf mij die rol te eten. En Hij zeide tot mij: Mensenkind, geef uw buik te eten, en vul uw ingewand met deze rol, die Ik u geef. Toen at ik, en het was in mijn mond als honig, vanwege de zoetigheid. En Hij zeide tot mij: Mensenkind, ga henen, kom tot het huis Israëls, en spreek tot hen met Mijn woorden.' 

    Het nemen en opeten van het boek wil zeggen het begrijpen van de ware betekenis van de wet en de profeten, die Jezus geopenbaard heeft. Hebbend het boek in zich opgenomen, geniet Johannes van de zoetheid van de Goddelijke woorden en de hoop op de beloofde redding en de genade van Goddelijke gerechtigheid, maar hij zal natuurlijk ook bitterheid voelen wanneer hij het prediken zal aan de vromen en goddelozen. Want als ze de prediking over Goddelijke gerechtigheid hebben gehoord, veranderen sommigen ten goede uit vrees voor de bitterheid van de straf, terwijl anderen, geïrriteerd, meer dan ooit verhard worden en aangezet tot hevige haat tegen de predikers. 'Bestraf den spotter niet, opdat hij u niet hate; bestraf den wijze, en hij zal u liefhebben.' (Spreuken 9: 8). Maar de prediker ontvangt bitterheid van beiden, hetzij samen met de boetelingen tranen van medelijden vergietend, of lijdend aan de kwelling die de bitterheid van hun ondeugd met zich meebrengt. Daarom zegt de apostel: 'Dat het mij een grote droefheid, en mijn hart een gedurige smart is. Want ik zou zelf wel wensen verbannen te zijn van Christus, voor mijn broederen, die mijn maagschap zijn naar het vlees.' (Rom. 9: 2-3). Het feit dat Johannes wederom zal moeten profeteren wil zeggen dat, ondanks alles wat hij ziet in zijn visioen, de einde der tijden is nog niet gekomen, maar er is nog veel tijd om te prediken en profeteren. Nadat keizer Domitianus vermoord werd, was de vervolging tegen christenen stopgezet en Johannes werd vrijgelaten. Zo heeft hij zijn Openbaring aan de Kerk kunnen doorgeven. Volgens de levensbeschrijving van de apostel Johannes, nadat hij vermoedelijk dood was gegaan, konden zijn discipelen zijn lichaam in zijn graf niet vinden. Dat wil zeggen hij was blijkbaar levend opgenomen in het paradijs. Daarom naar verwachting zal hij samen met Enoch en Elias weder terugkeren in de laatste dagen uit het paradijs om de mensen voor bekering te roepen en met zijn woord tegen antichrist te strijden, door wie hij dan ook daadwerkelijk gedood zal worden om het lot van alle mensen te delen.

    98482264743.jpg

  22. 13 uur geleden zei Bastiaan73:

    'Enigszins aan voldoen'. 'Wat meer vrijheid'. Vage omschrijvingen. Er staat dus nergens wat jij beweerde: 'dat is niet toegestaan'. Bovenaan het subforum Bijbelstudie staat

    In dit forum kun je terecht voor discussies over de inhoudelijke kant van de bijbel. Hier kan je dieper ingaan op specifieke teksten uit de Bijbel en daar gezamenlijk over denken.

    In de richtlijnen staat helemaal niets over de apostolische geloofsbelijdenis.

    In de FAQ staat inderdaad de apostolische geloofsbelijdenis vermeld maar ook daar staat nergens dat dat gelijk zou staan aan 'die gedachtegang is niet toegestaan'. Dat maak jij er dus blijkbaar zelf van.

    Ik ken christelijke forums waar de bovengeplaatste 'niet christelijke redenatie'  gezien wordt als propaganda van andere religies / filosofieën en als dusdanig direct verwijdered en de forumlid wordt publiekelijk gemodereerd. Dus we mogen dankbaar zijn dat het beleid van de leiding hier relatief liberaal is.

  23. Hoofdstuk 10. Het boekje dat door Johannes wordt opgegeten. Voordat de zevende bazuin blaast (11:15), die het 'derde wee' verkondigt, maakt Johannes een invoeging in het verhaal, zoals hij dat ook deed tussen de zesde en zevende zegels (7: 1-17).

    'En ik zag een anderen sterken engel, afkomende van den hemel, die bekleed was met een wolk; en een regenboog was boven zijn hoofd; en zijn aangezicht was als de zon, en zijn voeten waren als pilaren van vuur.'

    De engel hier heeft goddelijke kenmerken. Net als God zelf en de Mensenzoon, is hij gekleed in een wolk (Exodus 16:10; 1 Koningen 8:10; Psalm 104: 3; Daniël 7:13). Boven zijn hoofd is een regenboog, zoals rond de troon van God in 4: 3 (vgl. Genesis 9:13; Ezekiël 1:28). Zijn gezicht, zoals dat van de Mensenzoon in 1:16, schijnt als de zon. Hetzelfde geldt voor zijn voeten, die eruit zien als pilaren van vuur (1:15). Hieruit kunnen we concluderen dat het Christus Zelf is in de gedaante van een engel. Profeet Jesaja noemde hem onder andere Engel van de Grote Raad (Septuaginta, Jesaja 9:5, μεγάλης βουλῆς ἄγγελός).

    'En hij had in zijn hand een boeksken, dat geopend was; en hij zette zijn rechtervoet op de zee, en den linker op de aarde'.

    Een open boek in de hand van de engel doet denken aan een boek verzegeld met zeven zegels (5: 7). Maar het kan ook een andere boek zijn met de profetie waarvan de inhoud is uiteengezet in 11: 3–13. De sterke engel is erg groot. Hij zet zijn voeten op de zee en op de grond. Dit betekent dat zijn boodschap betreft het hele universum.

    'En hij riep met een grote stem, gelijkerwijs een leeuw brult; en als hij geroepen had, spraken de zeven donderslagen hun stemmen.'.

    De Engel brult hij als een leeuw. Het veroorzaakt, als een echo, het gerommel van de zeven donderslagen. In het Oude Testament werd het brullen van de leeuw, die goed bekend was bij de inwoners van het oude Palestina, vergeleken met de stem van God: "Hij zal brullen als een leeuw" (Hosea 11:10); “De leeuw heeft gebruld, wie zou niet vrezen? De Heere HEERE heeft gesproken, wie zou niet profeteren?" (Amos 3: 8). De stem van de donderslag in de Bijbel vergezelt altijd Godsverschijning (vgl. Psalm 29: 3: "De stem des HEEREN is op de wateren, de God der ere dondert; de HEERE is op de grote wateren.")

    'En toen de zeven donderslagen hun stemmen gesproken hadden, zo zou ik ze geschreven hebben; en ik hoorde een stem uit den hemel, die tot mij zeide: Verzegel hetgeen de zeven donderslagen gesproken hebben, en schrijf dat niet.'

    De boodschap van de zeven donderslagen blijft voor ons onbekend. Het is alleen duidelijk dat het van God komt. Misschien ging het over andere plagen, want zelfs de dood van een derde van de ongelovige mensheid de overlevenden niet tot bezinning heeft geleid (9: 20–21). Maar omdat de mensen zo hardnekkig zijn en niet tot berouw willen komen, heeft het geen zin om andere plagen voor dat doel te zenden. 

    bacac3943cdfaf8f2628cf4820929ae7.jpg

     

  24. 1 uur geleden zei Dat beloof ik:

    En wie zorgde ervoor dat die harten waren verhard? Dat was toch God,  volgens Genesis.

     

    God in zijn voorkennis wist dat het hart van farao zo hard is dat het niet tot inkeer en deemoed zal komen, zelfs niet onder de indruk van wonderen en plagen die Gods almacht duidelijk manifesteren; dat farao net zo hardnekkig zal zijn als altijd. Maar omdat hij Gods almachtige manifestatie zal zien en toch niet bekeren, wordt zijn hart of hardnekkigheid nog harder als gevolg daarvan; maar het blijft zijn eigen keuze, zijn vrije wil om door te gaan in het kwade. Daarom werd er gezegd dat God zal zijn hart hard maken (door zich te manifesteren zodat farao uit vrije wil tegen God zal strijden). Het is dus een figuurlijke zegswijze. God deed geen enkele geweld aan zijn vrije wil.

×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

We hebben cookies op je apparaat geplaatst om de werking van deze website te verbeteren. Je kunt je cookie-instellingen aanpassen. Anders nemen we aan dat je akkoord gaat. Lees ook onze Gebruiksvoorwaarden en Privacybeleid