Spring naar bijdragen

Chaim

Members
  • Aantal bijdragen

    1.301
  • Geregistreerd

  • Laatst bezocht

Alles door Chaim geplaatst

  1. Ben benieuwd. Ik vermoed dat het geen echte afwijkingen zijn en alle punten op je lijst feitelijk verdedigbaar zijn vanuit het standpunt van de traditie en er geen indruist tegen de Bijbel.
  2. Nee. HaSatan is in de T'NaCH een mal'ach (boodschapper) van JHWH. In de T'NaCH heeft hij de rol de mens tegenstand te bieden als JHWH dit belieft. Vandaar de naam haSatan: een normaal Hebreeuws woord en betekent aanklager en tegenstander; niet ''tegenstander van God''. Uiteraard prijst het Vaticaan Lucifer. Lucifer betekent brenger van licht, wat - als reeds gezegd - de Latijnse naam voor de morgenster Venus was. Indien er in het NT iemand voorkomt die deze eretitel heeft verdiend, dan is het Jezus. Openbaring 22:16 bewijst dit punt. Waarom wordt er overigens soms zo ingetrapt op
  3. De neergang van Neboechadnetzar, de machtige koning van Babel, wordt vergeleken met de neergang van Venus, de morgenster (הֵילֵל), hetgeen van het werkwoord schijnen (יהל) komt, waarvan eveneens het woord halleloeJah van is afgeleid. Evenmin staat in de T'NaCH dat de nefiliem engelen waren. Etymologisch komt het woord nefiliem van het werkwoord nafal, wat ''vallen'' betekent: ze veroorzaakten wellicht de neergang van de wereld (zoals midrasj Genesis Rabbah 26:7 veronderstelt: הִפִּילוּ -- ''ze veroorzaakten te vallen''), of ze vielen wellicht van hun hoge status (נָפְלוּ: ze vielen).
  4. Het gaat over de koning van Babel -- staat er notabene letterlijk. Waar staat dat haSatan aan God gelijk wil worden? Dat is je Christelijke bril. Dat staat nergens in de T'NaCH.
  5. Zou je kunnen zeggen waar dat staat (zonder Christelijke bril op)?
  6. Jesaja 14:12-14 gaat simpel over een arrogante koning die hier met de morgenster (Venus) vergeleken wordt. Zou je kunnen zeggen waar staat dat dit haSatan betreft? Of heb je je Christelijke bril weer op? ?
  7. Het Judaisme is weinig meer dan een geëvalueerde stamgodsdienst die door de ballingschap universeel werd. Zelfs de T'NaCH van het hyper-monotheïstische Judaisme vertoont nog steeds tekenen van een voorafgaand polytheïsme. En ook JHWH had ooit eens een echtgenote: Asjerah, waarvan voor de ballingschap nog legio beeldjes zijn gevonden. Andere volken namen de godsdienst van hun veroveraars en overwinnaars over, maar het Israelische volk paste hun eigen oude stamgod JHWH aan de omstandigheden aan en lieten deze uiteindelijk evolueren tot een universelere versie. Het moderne Judaisme hangt fei
  8. Ja, woorden die in -ajiem eindigen zijn doorgaans tweefout. Eveneens betekent het gegeven dat een woord een meervoudsuitgang heeft, niet dat het meervoudig is. Meervoud & enkelvoud wordt bepaald door naamwoorden en werkwoorden die het woord duiden. Indien een woord wordt aangeduid door enkelvoudige woorden (zoals doorgaans bij het woord 'elohiem' het geval is), dan betreft het enkelvoud, ongeacht de uitgang. Heb je het Hebreeuwse woord voor 'God' gezien?: Elohiem -- het meervoud van eloah.
  9. Het Hebreeuws heeft een vrouwelijke meervoudsuitgang (... od), een mannelijke meervoudsuitgang (... iem), maar eveneens een tweevoudsuitgang: (... ajiem). Sjamajiem (hemelen) is feitelijk een tweevoudsuitgang. In de Torah scheidt JHWH de wateren, vandaar dat de term water majiem is. In het Hebreeuws wordt het meervoud soms gebruikt om het enkelvoud te versterken of om nieuwe woorden te maken. Kijk alleen al naar eloah, hetgeen naar macht of kracht verwijst en wordt gebruikt om God te duiden, net zoals het veel vaker voorkomende elohiem. Je kunt niet zeggen dat Elohiem meervoud is, aangezien de
  10. Nee, in de T'NaCH staat Satan aan dezelfde zijde als JHWH en Job identificeert letterlijk JHWH als de gever van zijn onheil. Nergens in de T'NaCH is haSatan meer dan een engel. De parallelboeken Kronieken en de boeken van Samuel beschrijven dezelfde gebeurtenissen, waar II Samuel 24:1 weergeeft: "En de toorn van J-H-W-H ontstak wederom tegen Israel, en hij spoorde David aan tegen hen, zeggende: Ga heen, tel Israel en Jehoedah." Dit om David een volkstelling te laten houden. Het parallel-Boek in I kronieken 21:1 vertelt dat "Satan opstond tegen Israel, en David aanspoorde om Israel te tel
  11. HaSatan is in de T'NaCH geen gevallen macht die tegen JHWH strijdt, maar een engel van JHWH. Ten eerste kent de T'NaCH helemaal geen machtige Kwade Duivel die de strijd aanbindt tegen een almachtige God. Dat is een Christelijk & apocrief midrasjisch concept dat nergens in de T'NaCH terug valt te vinden. Het was bijv. in Kronieken 21:1 haSatan die David aanspoorde een volkstelling te houden, terwijl het parallelboek Samuel 24:1 J-H-W-H als oorspronkelijke dader identificeert. Beiden, zowel God als Satan, staan aan dezelfde kant. Satan (שָׂטָן) is een normaal Hebreeuws woord dat "tegens
  12. Om tot die conclusie te komen is een enorme Christelijke bril vereist. Lees gewoon de tekst: In Gan Eden (het hof van Eden) wordt Chavah verleidt door een slang en ze begaat een fout door van de vrucht te eten. Nergens staat dat de slang de Duivel was, noch dat de vrucht een appel was. Het is uit met de vrede tussen de twee soorten. God straft hen en hun nageslacht zal bovendien onderling איבה (een diepe hekel, een in-oppositie-staan) voor elkaar ondervinden waarbij de slang de mens in de hiel bijt en de mens de slang de kop intrapt. Het bronwoord is הוא, wat naar het woord זרעה (haar zaa
  13. Waarom zou men ervan uitgaan dat godsdienst betekent dat er daadwerkelijk goden bestaan? Welk feit zou zo'n voorbarige aanname rechtvaardigen? Toon maar aan. En ja, indien een godsdienst niet mee-evolueert, zal deze uiteindelijk in de sociale kast terechtkomen.
  14. Je hebt een Christelijke bril nodig om er een messias in te lezen.
  15. Er staat in Genesis 3:15 dat het nageslacht van de vrouw en het nageslacht van de slang onderling איבה (een diepe hekel, een in-oppositie-staan) voor elkaar ondervinden waarbij de slang de mens in de hiel bijt en de mens de slang de kop intrapt. Voor een lezing betreffende een maagdelijke geboorte is een Christelijke bril nodig, wat verder prima is.
  16. Ik zie geen reden theistisch te worden.
  17. Ik stelde dat het vanuit de Torah & NaCH relatief eenvoudig te verdedigen valt dat zelfs atheistische Joden gered worden.
  18. Als atheist heb ik de Torah niet nodig.
  19. Toon je claim dan maar aan.
  20. De T'NaCH noemt God geregeld onze vader, zoals in Jesaja 64:8 (''JHWH, U bent onze vader, wij zij klei en U onze pottenbakker, wij zijn werk van Uw hand''), Jesaja 63:16 (''JHWH, U bent onze vader, onze verlosser''), Deuternonomium 32:6 (''Is Hij niet jullie vader die jullie heeft gemaakt?''), Jeremia 3:19 (''Je zult Me 'mijn Vader' noemen''), Mal'achi 2:10 (''Hebben we niet allen eenzelfde vader: heeft eenzelfde God ons niet geschapen?''), 1 Kronieken 29:10, Psalm 89:26, Psalm 2:7 en vergelijkt God eveneens direct met een vader, zoals in Psalm 68:5 en Psalm 103:13. etc. En dat niet alleen: de
  21. Wie zegt dat jetser haRa (de neiging tot het kwade) tegen JHWH strijdt? De mens heeft volgens de T'NaCH een jetser haRa (een neiging tot het kwade) & jetser haTov (de neiging tot het goede). En HaSatan is in de T'NaCH een mal'ach; een engel van JHWH. Men maakt de Torah evenmin waar door er simpelweg in te geloven.
  22. Volgens mij zijn de messiaanse verhalen uit de T'NaCH simpel ijdele hoop op een hernieuwd Davidisch rijk. Ben geen theist meer.
  23. De kwade inclinatie is jetser haRa. HaSatan is in de T'NaCH een malach, een engel -- geen gevallen engel die tegen JHWH strijdt.
  24. Nee. Ik ben Jood omdat m'n moeder Joods is, maar geen theist. De meeste Joden zijn niet meer religieus maar atheistisch of agnostisch.
  25. De meeste Joden zijn atheistisch of agnostisch, maar de religieuze minderheid gelooft in wat de De T'NaCH zegt. Deze is helder over wat er gebeurt in de eindtijd. In Jesaja 2:2-4 wordt gezegd dat in אחרית הימים, achariet hajamiem (eindtijd), de oorlogen zullen eindigen en er geen oorlog meer zal worden geleerd, dat God de volkeren zal berechten en men zich zal verzamelen om God te eren. Deze term komt in een aantal T'NaCh passages terug. Hetzelfde gebeurt in Jesaja 11 (het berechten, eind aan oorlogen, mensen die zich verzamelen), maar er wordt weer wat aan toegevoegd: naast vrede, de mensen d
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

We hebben cookies op je apparaat geplaatst om de werking van deze website te verbeteren. Je kunt je cookie-instellingen aanpassen. Anders nemen we aan dat je akkoord gaat. Lees ook onze Gebruiksvoorwaarden en Privacybeleid