TTC
Members-
Aantal bijdragen
27.823 -
Geregistreerd
-
Laatst bezocht
Alles door TTC geplaatst
-
Inzichten uit de speltheorie zijn niet diegenen die het grote publiek makkelijk bereiken, deze kunnen ervaringswerkers echter wel omzetten in hulpvragen zodat ggz-experten ze ter preventie van erger nader kunnen onderzoeken.
-
Simpel is zeggen dat de wilde paarden de nobele paarden angst aanjagen, maar niet weten wat er nu precies mee bedoeld wil worden.
-
Ervaring leert dat de duurtijd op een wachtlijst geen garantie biedt voor meer aandacht en ontvankelijkheid voor hulpvragen, in zekere zin kunnen we zelfs zeggen dat we dan definitief naar de vergeetput gepromoveerd worden. Dit staat volledig los van de onpersoonlijke inhoud van de hulpvraag, die paradoxaal genoeg wel steeds diepgaander kan uitgewerkt worden, betekenisloos.
-
Wellicht dat die verstrengeling vrijwel auto-conform wordt door onze participatie in het spel, niet zozeer omdat niet geweten is dat die twee wetenschappen aparte disciplines zijn.
-
Ervaring leert dat wanneer een theorie claimt alle mogelijke percepties te herbergen, dat je nooit kan weten of je nu net niet eentje mist die de puzzel in z’n geheel laat kloppen. Sterker, misschien lukt dat wel nooit, zelfs in die zin dat het zoeken het vinden in de weg kan staan.
-
Optioneel wil niet zeggen dat er ook gebruik van gemaakt zal worden, net zoals ervaring leert dat elaboratieprocessen niet altijd even fluweelzacht ervaren worden door aanvankelijk nietsvermoedende klanten die met deze bijzonderheden in aanraking komen. Het goede nieuws is dat het onze ervaringskennis aanzienlijk kan verbreden, het slechte, ondanks alle hoop die in het hart gedragen wordt, de ervaring van onmacht en vereenzaming. Maar geef niet op, de kracht van eenvoud en kleine dingen zijn immers geen stellingen die zomaar uit de lucht gegrepen worden, integendeel.
-
Dat binnen dat kader onderzoek leidt tot termen zoals niet-monotone en/of paraconsistente logica is niet ongebruikelijk door nu net die weg te bewandelen. Dit is echter ook een precair proces dat niet zelden heel wat twijfel kan opwekken, om niet te zeggen bloed, zweet en tranen kosten. Hulpvragen die hier vrijwel spontaan uit volgen kunnen dan ook best met de nodige doordachtheid geventileerd worden, en als nietige ikjes adresseren aan ggz-experten tot nader onderzoek. Opmerkelijk is echter dat het niet ontbreekt aan bronvermeldingen, in die zin dan ook meer een kwestie van aandacht, van educ
-
Over een eeuw of zo staat de tijd waarin wij leven bekend als het tijdperk van Wikipedia, is mijn verwachting.
-
Simpel is zeggen dat iedereen dat in een relatieve nanoseconde kan weten, want het staat op wikipedia.
-
Aanvankelijk dachten ze dat wiskundige precisie toch enige vorm van zekerheid zou kunnen bieden, wat achteraf gezien toch een onmiskenbare misvatting bleek.
-
Verscheidene van de meer ontwikkelde landen uit de N-11 (Next Eleven), vooral Turkije, Mexico, Nigeria en Indonesië, worden gezien als de meest waarschijnlijke gegadigden om zich bij de BRICs te voegen. Sommige andere zich ontwikkelende landen die nog niet het N-11 economische niveau hebben bereikt, zoals Zuid-Afrika, hebben ook interesse in de BRIC status.
-
Zowel kunstenaars als wetenschappers hebben zulke verhelderende ogenblikken van ontzag en verwondering beschreven, waarin een chaotische situatie zich op wonderbaarlijke manier uitkristalliseert tot een nieuw idee of oplossing voor een tot dan toe schijnbaar onoplosbaar probleem.
-
Het Corpus Hermeticum vertoont veel invloeden van of overeenkomsten met contemporaine filosofische en religieuze stromingen. Dit eclectische karakter sluit het aan bij tendensen van de late klassieke oudheid, wanneer filosofie opschuift richting religie, religie opschuift richting filosofie, en diverse mysteriecultussen tot bloei komen. Dat betekent voor het Corpus Hermeticum dat hermetici de diverse wijsgerige en spirituele opvattingen slechts zagen als middelen tot hetzelfde doel. Christelijke invloed is er echter niet.
-
-
Binnen die beweging kan iets wel als onveranderlijk opgemerkt worden, dat wat overgeleverd wordt aan de vrije wil en binnen het spel van actie en reactie tot deze of gene uitkomst leidt. En wie iets onveranderlijks kan bedenken, zullen we wellicht maar moeilijk kunnen bepalen. Andere interpretatie zou kunnen zijn onberoerd, in de zin van rustig, bedachtzaam, kalm, beheerst, met verstand. Is het vanuit die filosofische benadering dan God die een spelletje speelt met zichzelf misschien?
-
Bij termen zoals de 'onbewogen beweger' kunnen we ons de vraag stellen hoe 'onbewogen' precies geïnterpreteerd dient te worden en/of dat er niet meer interpretaties mogelijk zijn die maar moeilijk uitlegbaar zijn zonder diepgaander introspectie.
-
Fundamentele kennis heeft de neiging om onveranderlijk en simpel te zijn in representatie, dit in schril contrast tot het gebruik ervan waardoor die kennis als bij wonder lijkt te vervagen. Andersom is dus ook mogelijk, dat die kennis telkens verdwijnt binnen de ruis waartoe het een helpende hand zou kunnen bieden. Ergo, fundamentele kennis is van onpersoonlijke signature, door niemand bedacht.
-
Aandachtspunt bij ontluikende visielogica is misschien dat er zich zoveel nieuwe wegen openen, dat we nog meer dan ooit onbeholpen achterblijven.
-
Vrijwel ieder wetenschappelijk vakgebied valt op te delen in een fundamenteel en een toegepast deel.
-
In de filosofie wordt het begrip intuïtie gebruikt als aanduiding van pure, directe kennis die niet uit eerdere kennis kan worden afgeleid.
-
-
Zonder die epistemologische obstakels had die ontkoppeling misschien veel minder een probleem kunnen zijn, gewoon dat bruggetje over. Met de General Problem Solver zien we dat er eerst een beeld van B wordt geschetst om pas dan te zoeken naar operatoren die dat proces op een zo elegant mogelijke manier kunnen faciliteren. In theorie eigenlijk niet zo moeilijk te begrijpen, tenzij bruggen worden weggeveegd alsof ze niet zouden kunnen bestaan.
-
Meestal raak ik in verwarring wanneer de begrippen ambivalentie en ambiguïteit door elkaar heen gebruikt worden.
-
Beelden en associaties passeren met een snelheid van 32 beelden per seconde in het hoofd van beelddenkers. Dit maakt het lastig om snel de juiste woorden te vinden om te vertellen waar ze aan denken. Het juiste woord komt slechts met een snelheid van 2 woorden per seconde in hun gedachte. Door dit tijdsverschil, zit een beelddenker met zijn gedachten al veel verder in zijn redenering terwijl hij probeert om zijn vorige idee in woorden aan jou uit te leggen.
-
Beelddenken plaatst zichzelf tegenover taaldenken of woorddenken, een vorm van denken in taal, maar ook tegenover begripsdenken en abstractie.