TTC
Members-
Aantal bijdragen
28.046 -
Geregistreerd
-
Laatst bezocht
Alles door TTC geplaatst
-
Ja, het is de Duivel dienen en Maria vereren.
-
Hoe kon de duivel dit allemaal voor elkaar krijgen? Nog steeds, zien we.
-
Straks? Waarom duw je altijd alles naar de toekomst? Niets, het jubeljargon gaat verder.
-
Wat nu?
-
Hoeveel duivels ken je zo? Het lijkt alsof je zegt dat elk mens een soort van duivel is, in ieder geval hierdoor bezoedeld.
-
Op die manier kan het oneindig doorgaan, we zullen straks zien wat we vergeten zijn. Wie heeft al onze dwalingen in het leven geroepen?
-
Stel dat jij het hem nadoet maar niemand gelooft/begrijpt je, waar zijn dan alle zonden naartoe?
-
Voor de duidelijkheid, Jaldabaoth is hetzelfde dan Jahwe.
-
Zo werkt het perfect, mooie illustratie Robert.
-
Ga je ook wachten tot Jaldabaoth je hiervoor de toestemming geeft?
-
Soms wordt er gezegd dat de mens niets kan doen, dit blijkt nu een poging van Jaldabaoth om de mens te beroven van z'n krachten. De boze machten trachten dit beeld te bezitten door een gelijkenis in menselijke vorm van dat beeld te creëren. Die vorm heeft echter geen leven in zich en is slechts een psychisch lichaam. Sophia smeekt de Vader om haar de krachten terug te geven waarvan zij beroofd werd door Jaldabaoth. Hierop zendt de Vader Christus met zijn vier dienaren naar de wereld. De vier zijn vermomd als dienaren van Jaldabaoth en halen die over een deel van zijn kracht in de menselij
-
Nog interessanter wordt het wanneer Sophia, die aanvankelijk aan de basis lag van de misgeboorte, berouw toont en daarin ook gehoord wordt door het vergevingsgezinde pleroma. Als Sophia de grootspraak van haar zoon Jaldabaoth hoort, beseft zij haar fout. Ook zij is buiten het pleroma geraakt, maar kan niet terug. Haar berouw wordt echter gehoord en zij ontvangt van het pleroma hulp, die haar in staat stelt daarheen terug te keren, zij het naar een andere plaats dan waar zij eerst thuishoorde. Er is ook een tweede reactie op de grootspraak van Jaldabaoth. Uit het pleroma klinkt een stem d
-
Het begint steeds duidelijker te worden. Er is sprake van een korte proloog. Johannes is na de kruisiging van Jezus op weg naar de tempel en ontmoet een farizeeër die hem beschimpt en vertelt dat Jezus Johannes heeft weggeleid van het juiste pad en tradities van de voorvaders en hem daarna heeft verlaten. Johannes is verontrust, verkeert in twijfel na deze opmerkingen en zoekt een verlaten plek in de woestijn. Plotseling opent zich de hemel en Jezus verschijnt die Johannes gerust stelt. Hij vertelt dat hij Johannes zal onderwijzen. (bron)
-
Nous is moeilijk te lokaliseren, het doet zelfs bijzondere dingen die we vaak niet begrijpen.
-
Wat Jezus zei komt ook terug in Oosterse religies, God/Jezus ziet alles. Het aanwezigheidsaspect kent hierdoor een diepere grondslag. Veel Oosterse religies zijn niet theïstisch maar gaan uit van de idee dat alle verschijnselen een uitvloeisel (emanatie) van een universeel beginsel zijn. Met deze invalshoek bestaat er geen enkel onafhankelijk wezen en is het/ons bewustzijn niet persoonlijk. Het gevoel "een afgescheiden individualiteit" of "entiteit" te zijn is dan dus ook een illusie. Mystici beweren dan ook dat het 'zelf' verwerkelijken of ‘verlicht zijn’ eigenlijk het, meestal maar kort
-
Vanuit het pleroma zou Nous voortkomen, hierover bestaan verschillende versies/meningen: Homerus gebruikte Nous om er in het algemeen mentale activiteiten mee aan te duiden, maar de presocratici identificeerden het begrip meer en meer met kennis en rede zoals ze in tegenstelling staan met zintuiglijke waarneming. Anaxagoras begreep Nous als de ordenende mechanische kracht die de wereld uit de oorspronkelijke chaos vormde. Het begon met de ontwikkeling van de kosmos. Plato beschreef het als het onsterfelijke, rationele deel van de ziel, een soort goddelijk denken waarin waarh
-
Kan je geweten dat wel dragen?
-
Misschien wou God iets duidelijk maken in de hoop dat we nog tijdig zouden wakker worden, het identificatiesyndroom blijkt echter het averechtse effect te hebben. Vreemd opkijken doen we al lang niet meer, het is meer dan gekende materie. Ik hoop dat we snel mogen opgaan.
-
Het bestaat niet meer, dat zou immers betekenen dat we de Bijbel ook hadden toegepast. Die Demiurg verdient dan ook al ons respect, het is immers mogelijk om velen te misleiden in de naam van God. En die zeggen het voort, net alsof de Bijbel helemaal niet bestaat. Magisch is het, nu pannenkoeken bakken.
-
Ik wacht gewoon af, anders klopt de Bijbel niet meer. Dat stuk van toen laat ik gemakshalve buiten beschouwing.
-
Wachten op al het onheil dat op ons afkomt?
-
Wat doe je hier dan nog?
-
Over welke Jezus heb je het nu, diegene die je vraagt om je naar God te schikken? Is dat een polariserende God?
-
Je gelooft Jezus dus niet, vreemde wending is het.
-
Dank, zoals je alsmaar stelt, Jezus is God die oproept om onszelf te herinneren. Kernthema van de gnostiek is dat de mens vergeten is wie hij in werkelijkheid is. Jezus is in de gnostische teksten een boodschapper die de mens oproept zichzelf te herinneren: "Sta op en herinner jezelf". Gnosis is het Griekse woord voor kennis, en betekent hier kennis van je ware zelf. Omdat je als mens met je ware zelf deel bent van de ware werkelijkheid, is kennis van je ware zelf tegelijkertijd ook kennis is van de ware werkelijkheid. Gnosis als zelfkennis is kennis van 'het Al'. Wie zichzelf kent, kent