Spring naar bijdragen

Veritas Illustrat

Members
  • Aantal bijdragen

    426
  • Geregistreerd

  • Laatst bezocht

Berichten geplaatst door Veritas Illustrat

  1. Wie behoren volgens jou allemaal wel tot het uitverkoren geslacht?

    De apostelen en de eerste christenen die hen hoorden en geloofden.

    Ik leef niet meer, Christus leeft in mij... totdat wij allen de eenheid des geloofs en der volle kennis van de Zoon Gods bereikt hebben, de mannelijke rijpheid, de maat van de wasdom der volheid van Christus.

    Dit is precies waar het om gaat, Cobybryant, het punt is echter dat Ken een onbijbels onderscheid aanbrengt tussen de eerste christenen en ons. Een onderscheid dat Jezus zelf ontkent. Dezelfde Johannes als waar Ken het over heeft, noteert in zijn evangelie:

    Johannes 17:13-26 "Maar nu kom Ik tot U en Ik spreek dit in de wereld, opdat zij ten volle mijn blijdschap in zichzelf mogen hebben. Ik heb hun uw woord gegeven en de wereld heeft hen gehaat, omdat zij niet uit de wereld zijn, gelijk Ik niet uit de wereld ben. Ik bid niet, dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart voor de boze. Zij zijn niet uit de wereld, gelijk Ik niet uit de wereld ben. Heilig hen in uw waarheid; uw woord is de waarheid. Gelijk Gij Mij gezonden hebt in de wereld, heb ook Ik hen gezonden in de wereld; en Ik heilig Mijzelf voor hen, opdat ook zij geheiligd mogen zijn in waarheid. En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen, die door hun woord in Mij geloven, opdat zij allen een zijn, gelijk Gij, Vader, in Mij en Ik in U, dat ook zij in Ons zijn; opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt. En de heerlijkheid, die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven, opdat zij een zijn, gelijk Wij een zijn: Ik in hen en Gij in Mij, dat zij volmaakt zijn tot een, opdat de wereld erkenne, dat Gij Mij gezonden hebt, en dat Gij hen liefgehad hebt, gelijk Gij Mij liefgehad hebt. Vader, hetgeen Gij Mij gegeven hebt; Ik wil, dat, waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn, om mijn heerlijkheid te aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt, want Gij hebt Mij liefgehad voor de grondlegging der wereld. Rechtvaardige Vader, de wereld kent U niet, maar Ik ken U, en dezen weten, dat Gij Mij gezonden hebt; en Ik heb hun uw naam bekend gemaakt en Ik zal hem bekend maken, opdat de liefde, waarmede Gij Mij liefgehad hebt, in hen zij en Ik in hen."

    Uit het bovenstaande citaat wordt duidelijk, dat er geen onderscheid is tussen hen die het woord uit eerste hand hoorden en zij die het vele jaren en eeuwen later, via via zouden horen. Zij zijn allen één Lichaam onder één Heer en één God, gedoopt (ondergedompeld) in één Geest. Dit gebed van Jezus rekent af met iedere gedachte, dat iemand meer heeft ontvangen of meer is dan een ander.

    Dat betekent dus ook dat er maar één uitverkoren geslacht is: zij die door de Geest zijn verwekt en derhalve deel uitmaken van het Lichaam van Christus: de Gemeente. Van hun wordt geprofeteerd dat ze Christus gelijk zullen zijn op het moment dat Hij zich openbaart (2 Thessalonicen 1:10): "wanneer Hij komt, om op die dag verheerlijkt te worden in zijn heiligen en met verbazing aanschouwd te worden in allen, die tot geloof gekomen zijn; want ons getuigenis heeft geloof gevonden bij u." Opmerkelijk dat Paulus dit wel zegt tegen de gemeenten in zijn tijd, maar dat het gaat om hen die "zijn getuigenis geloven". Dat zijn ook de gelovigen die vandaag de dag zijn brieven lezen en het getuigenis - dat daarin is vastgelegd - geloven.

  2. De apostelen en de eerste christenen die hen hoorden en geloofden.

    Dat "uitverkoren geslacht zijn" geldt dus voor iedereen die het evangelie uit eerste hand (de apostelen) hoorde (of las) en geloofde?

    Exact.

    Nu werden de brieven van Johannes - en de andere brieven van de apostelen - voorgelezen aan mensen in gemeenten die de apostel nooit hadden ontmoet of zouden ontmoeten. Wat gold voor de mensen die na de dood van Johannes kennis namen van de inhoud van zijn brieven en tot geloof kwamen? Of na de dood van Paulus? Na die van Petrus? Na die van Jacobus? Hoorden die allemaal nog wel of niet bij dat "uitverkoren geslacht"?

  3. Op het moment dat Johannes zijn brief schreef nog niet, maar de belofte aan zijn lezers is duidelijk. Als volgens jou Jezus dan niet geopenbaard is en zij hem gelijk zijn geworden zoals Johannes zijn lezers beloofde, wees ook dan ook zo consequent om de noodzakelijke conclusies daaruit te trekken. Dat doen vrijzinnige christenen ook.

    Is die 'Hij' in de tekst al geopenbaard?

    Draai er niet omheen; een 'ja' of 'nee' volstaat.

    ... ik heb al duidelijk met ja geantwoord.

    Prima. Kun je jouw duidelijke "ja, Christus is aan de apostelen en de eerste christenen die hen hoorden en geloofden geopenbaard" ook onderbouwen met goede (lees: redelijke en expliciete) argumenten?

  4. 'Geliefden, nu zijn wij kinderen van God, en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is.' (1 Joh 3,2)

    Wat voor hun geldt geldt niet voor ons, want wij zijn geen apostelen en ook geen uitverkoren geslacht.

    Wie behoren volgens jou allemaal wel tot het uitverkoren geslacht?

    De apostelen en de eerste christenen die hen hoorden en geloofden.

    Dat "uitverkoren geslacht zijn" geldt dus voor iedereen die het evangelie uit eerste hand (de apostelen) hoorde (of las) en geloofde?

  5. 'Geliefden, nu zijn wij kinderen van God, en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is.' (1 Joh 3,2)

    Wat voor hun geldt geldt niet voor ons, want wij zijn geen apostelen en ook geen uitverkoren geslacht.

    Is die 'Hij' in de tekst al geopenbaard?

    Op het moment dat Johannes zijn brief schreef nog niet, maar de belofte aan zijn lezers is duidelijk. Als volgens jou Jezus dan niet geopenbaard is en zij hem gelijk zijn geworden zoals Johannes zijn lezers beloofde, wees ook dan ook zo consequent om de noodzakelijke conclusies daaruit te trekken. Dat doen vrijzinnige christenen ook.

    Is die 'Hij' in de tekst al geopenbaard?

    Draai er niet omheen; een 'ja' of 'nee' volstaat.

  6. 'Geliefden, nu zijn wij kinderen van God, en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is.' (1 Joh 3,2)

    Wat voor hun geldt geldt niet voor ons, want wij zijn geen apostelen en ook geen uitverkoren geslacht.

    Wie behoren volgens jou allemaal wel tot het uitverkoren geslacht?

  7. 'Geliefden, nu zijn wij kinderen van God, en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is.' (1 Joh 3,2)

    Wat voor hun geldt geldt niet voor ons, want wij zijn geen apostelen en ook geen uitverkoren geslacht.

    Is die 'Hij' in de tekst al geopenbaard?

  8. Iemand schreef in een ander topic: "het enige wat ik hoef te geloven om behouden te zijn is dat Jezus de Zoon van God is en dat God hem heeft opgewekt op de derde dag."

    Op dat moment vroeg ik me af: is dat zo. Is dat het 'geloof dat behoudt'?

    Zo heb ik me al eerder afgevraagd, wat sommige mensen verstaan onder behoudenis. Vroeger kende men van die kleine stickers voor op de auto. "Jezus redt", stond er op. Maar waaruit of waarvan redt Jezus dan? Tegenwoordig zijn er grote posters waarop staat: Kies voor Jezus! Maar waarom zou je? Wat kan Jezus voor jouw betekenen, als je alles al hebt? Is Christus een soort appeltje voor de dorst? Voor later, als het leven niet meer zo makkelijk verloopt?

    Het komt mij soms voor dat de hedendaagse mens geen redding meer nodig heeft. Men heeft alles wat het hart begeert. En als dat niet zo is, dan komt het morgen wel.

    Vandaar de vraag: Wat geloof je en ben je inderdaad behouden? En waarom wil je dat zijn: behouden?

  9. Wel, dan heb je eindelijk je antwoord, degenen die God volledig kennen zijn Johannes en de degenen die hij beloofde dat ze God gelijk zouden zijn. :)

    Wat ben jij toch een verschrikkelijke druiloor. Je verwijt mij te doen aan "apologetisch geleuter". Terwijl apologetiek (geloofsverdediging) één van de peilers is onder dit forum. Wil je enigszins geloofwaardig overkomen, zul je toch in staat moeten zijn om uit te leggen, waarom je iets gelooft. Dat is apologetiek ten voeten uit.

    Het gaat er niet om dat je iemand overtuigt, want dat lukt hier op dit forum waarschijnlijk toch niet. Waar het wel om gaat is dat je anderen uitlegt waarom je iets gelooft of niet. Als je iets gelooft en je bent bang dat het onderuit geschoffeld wordt, zegt dat meer over jouw geloofsbasis, dan over die ander die jouw geloofsbrieven toetst.

    Maar als jij je nu voortdurend onttrekt aan het "afleggen van verantwoording", je geloofsbrieven, zogezegd, en je noemt dat wat ik doe "apologetisch geleuter", waaronder valt jou geschrijf dan? Is dat dan niet alleen maar geleuter? Geklets dat kant noch wal raakt? Holle retoriek? Blaaskakerij?

    Je schrijft eigenlijk dat Christus al is teruggekomen, omdat je stelt dat degenen die onder het gehoor van Johannes waren Hem al kennen zoals Hij is en Hem zelfs gelijk zijn. Dat hebben ze - volgens jouw theologie - al tijdens hun aardse leven voor elkaar gekregen. Mijn vraag is derhalve: Waarop baseer je dat? Waarom geloof je dat, Ken? En als dat voor hun geldt, wat geldt dan voor ons?

    Als je voortdurend weigert op de vragen in te gaan en je alleen maar arrogant en vanuit de hoogte opstelt, ben ik met je klaar. Je hebt jezelf dan als een zeer ongeloofwaardig persoon neergezet en vind ik het zonde van mijn tijd en energie om nog enige moeite te doen om jouw visie te begrijpen.

  10. Als je goed leest zie je duidelijk dat Johannes het op zijn tijd en generatie betrekt, hij schrijft namelijk dat 'wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is' en dat is duidelijk een belofte aan zijn gehoor. Johannes beloofde zijn lezers dat zij Hem gelijk zouden zijn en dat zij Hem zouden zien zoals Hij is en jij zegt doodleuk dat dat niet gerealiseerd is! Wat moet ik daar nou mee dan?

    Laten we er even vanuit gaan, dat je gelijk hebt. Waar sta jij dan zelf? Wat geloof je eigenlijk? Wat is jouw verwachting als het gaat om "de openbaring van Christus"?

    Je bent verwarrend, Ken, en zeker niet congruent. Als ik jou goed begrijp, is Christus dus aan de generatie waar Johannes aan schrijft geopenbaard en zijn deze mensen (alleen die gemeenten?) aan Hem gelijk geworden? Hoe zit het dan met de generaties daarna? Hoe zit het met jou? Is de openbaring van Christus dan een individuele aangelegenheid? Dit komt niet overeen met wat de Bijbel er zelf van zegt. Met alle respect, Ken, het wordt wel wat sektarisch op deze manier.

    Probeer nu eens chronologisch te antwoorden op deze vragen. Ik kan ze helaas niet stuk voor stuk stellen, want dan wordt het allemaal veel te traag.

  11. 'Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn' (1 Joh 3,2)

    Je moet niet door uit het verband gehaalde tekstgedeelten jouw gelijk willen halen. Dat zwaard keert zich tegen je, Ken.

    Dat geldt ook voor de tekst die je nu weer aanhaalt. Het is een goed gebruik om de teksten in hun verband te nemen. Er staat in heel vers 2 en 3: "Geliefden, nu zijn wij kinderen van God, en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is." Johannes schrijft dat nog niet is geopenbaard wat ze zijn zullen. Maar zeker is wel; als Hij geopenbaard zal worden (wat nog niet is gerealiseerd), dan zullen ze Hem gelijk zijn. Er is blijkbaar een gelijk opgaan tussen de openbaring van Christus en de groei van de kinderen Gods naar Zijn beeld.

    Vers 3 vervolgt dan ook: "En ieder die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich, zoals Hij rein is." Het is de taak van de kinderen Gods - tenminste zij die de hoop hebben (dat zij Hem gelijk zullen zijn wanneer Hij wordt geopenbaard) - om zich te reinigen naar het voorbeeld dat ze in Christus hebben.

    Dit alles spreekt over een "nog niet" ten opzichte van "de hoop op". Het leren kennen van Christus en God is een groeiproces, dat vordert naarmate de christen zich reinigt. Je zou dan nog de vraag kunnen stellen: reinigen waarvan. Daarop kunnen we (onder andere) een antwoord vinden in wat Paulus schrijft 2 Corinthiërs 10:3-6 "Want al leven wij in het vlees, wij trekken niet ten strijde naar het vlees, want de wapenen van onze veldtocht zijn niet vleselijk, maar krachtig voor God tot het slechten van bolwerken, zodat wij de redeneringen en elke schans, die opgeworpen wordt tegen de kennis van God, slechten, elk bedenksel als krijgsgevangene brengen onder de gehoorzaamheid aan Christus, en gereed staan, zodra uw gehoorzaamheid volkomen is, alle ongehoorzaamheid te straffen.

  12. Degene die God kent is de discipel die hij liefhad Joh 21,7.

    Eerlijk gezegd ontgaat mij wat je hiermee wilt zeggen. In jouw tekst staat: Johannes 21:7 "De discipel dan die Jezus liefhad, zei tegen Petrus: Het is de Heere!" Met andere woorden, de discipel die Jezus liefhad, herkende Hem. De discipel die wordt bedoeld is Johannes zelf.

    Zie je wel dat je best snapt wat ik bedoel? ;)

    Nee, ik snap nog steeds niet wat je bedoelt. En ik vind het niet terecht, dat je hetgeen ik na deze opmerking schreef, negeert. Ik schreef dat het herkennen van Christus, niet betekent dat die discipel God kende. Ik heb zelfs beknopt aangegeven wat het 'kennen' vanuit Bijbels perspectief betekent.

    Maar laten we het eens wat persoonlijker maken: wat versta jij onder het 'kennen van God'? En dan vervolgens terugkerend naar het topic: wat is jouw begrip van God? Omschrijf dat eens.

    Daarnaast heb je nog altijd geen antwoord gegeven op mijn eerdere vraag: "Geef mij één voorbeeld (mag uit de Bijbel zijn; hoeft echter niet) van iemand die God volledig kent. (Uiteraard niet Christus!)"

  13. Degene die God kent is de discipel die hij liefhad Joh 21,7.

    Eerlijk gezegd ontgaat mij wat je hiermee wilt zeggen. In jouw tekst staat: Johannes 21:7 "De discipel dan die Jezus liefhad, zei tegen Petrus: Het is de Heere!" Met andere woorden, de discipel die Jezus liefhad, herkende Hem. De discipel die wordt bedoeld is Johannes zelf. Maar dat Hij Jezus liefhad (hij was en is ongetwijfeld niet de enige) en Hem herkende, wil toch niet zeggen dat hij ook God kende! We leren God kennen wanneer we ons door de Geest laten onderwijzen. Het kennen van God is dus een groeiproces. Eigenlijk is het het Bijbelse kennen, dus eerder te verstaan als het hebben van gemeenschap. Dus met God het meest intieme contact hebben dat mogelijk is: door de Geest. Daar volgt uiteindelijk ook een vrucht op: de zoon Gods.

    Maar laten we eerlijk zijn: zover is het nog niet. Voorlopig zijn we nog gewoon zwakke en kwetsbare mensen, die volkomen afhankelijk zijn van de hulp van de Heilige Geest. Zolang we elkaar hier op dit forum nog op de gebruikelijke manier de les lezen, zijn we met z'n allen nog ver van dat ideaal (het volmaakt kennen van God) verwijderd.

  14. Ik ontken niet dat Paulus vrij van de wet was, maar nadat hij was bekeerd was het oude nog niet voorbijgegaan. Paulus zat evenals de andere eerste christenen a.h.w. in een spagaat, want zoals je weet is het jodendom een religie die gebaseerd is op regels en wetten waar het joodse volk zich aan diende te houden zoals wij ons aan de Nederlandse wet moeten houden.

    'Zo dien ik dan zelf wel met het verstand de wet van God, maar met het vlees de wet van de zonde.' (Rom 7,26)

    Ik vermoed eerder dat jij met een dergelijke redenatie in een spagaat terecht komt. Als Paulus vrij van de wet was, is het niet redelijk om te veronderstellen dat hij daardoor in een spagaat terecht kwam. Hij kon zich zowel Jood als christen voelen. Hij was door zijn bekering als het ware veranderd in een super-jood. Oftewel ook hij kon zeggen: Christus vervult in mij de wet.

    Waar Paulus het in Romeinen 7 over heeft is de strijd tussen de wet van de zonde en de wet van de geest. Dit heeft niets te maken met het leven overeenkomstig de wet die aan Israël was gegeven. Overigens heeft de wet waar Israël onder leefde puur te maken met het dienen van God. Die wet had zijn vervulling gekregen in Christus.

    Een vergelijk tussen de wet die in Nederland geldt en de wet die in het oude Israël gold (en nu nog altijd voor orthodoxe Joden geldt) is niet op z'n plaats. Het oude volk Israël was puur bedoeld als religieus volk. Dat kun je van het Nederlandse volk niet zeggen.

  15. Klopt! Maar wat ik zeggen wil is dat het lezen van de Bijbel niet per se een vereiste is om Jezus te leren kennen. Analfabeten, mensen in een land waar de Bijbel verboden is, kinderen, etc., kennen Jezus namelijk ook gewoon ;)

    Nou ja, 'gewoon'. Maar AGOES*, ik begrijp wat je bedoelt. Het meest bijzondere verhaal vind ik nog dat ik een tijd geleden hoorde. Als ik het me goed herinner gaat het als volgt: Er kwam een inboorling op een zendingspost en vertelde dat hij een droom had gehad van Iemand die hem had verteld naar de zendingspost te gaan en daar te vragen of iemand hem het verhaal van de enige ware God wilde vertellen.

    Het is overigens opvallend, dat Jezus zich vaak persoonlijk (ook in een droom) aan zoekende moslims of kasten-indiërs en Hindoes bekendmaakt. Dat gaat ook buiten alles om. Wat dat betreft zijn "de wegen des Heeren ondoorgrondelijk".

    * = AGOES, Alle Gekheid Op Een Stokje.

  16. Denk dat er genoeg mensen zijn die leven zoals God het bedoeld heeft, zonder God te kennen.

    Ja, dat denk ik ook wel.

    Geloven en de Bijbel lezen gaan goed samen

    Uiteraard.

    maar ik ken een theoloog die de Bijbel van buiten kent maar zelf stellig beweert geen levende relatie met Jezus te hebben.

    Ja, die ken ik ook. Theologie is een vak. Daarnaast zijn er natuurlijk veel Joden die de Tenach (Oude Testament) uit hun hoofd kennen en niet geloven in Jezus als Messias.

    Andersom zullen er ongetwijfeld mensen zijn die de Bijbel niet kennen maar God wel.

    Tja, hier stel ik mijn vraagtekens. Je kunt God alleen maar leren kennen via Christus. Tenminste als het gaat om de God, waar Christus het over heeft. En Christus kun je inderdaad ook buiten de Bijbel om leren kennen. Waarom niet, zou ik zeggen. Het is echter de vraag of dat wat jou Christus toont, niet alsnog op de één of andere manier een afgeleide is van de Bijbel. In elk geval kan de Bijbel fungeren als toetssteen. Wellicht kun je dan spreken van herkenning en bevestiging. Het verklaart wel waarom veel mensen alles over hebben voor een bijbel. Het blijft een feit, dat iedereen die Christus leert kennen, óók een enorm verlangen krijgt om de Bijbel te lezen.

  17. De vraag die ik me stel is: hoe kun je in de Bijbel geloven?

    Ik geloof in God. De Bijbel is daarbij een mooi middel om dat geloof inhoud te geven. Maar de Bijbel zelf is niet zaligmakend, noch het precies navolgen van regeltjes die je weet te vinden (over religie gesproken!). Jezus is de Zaligmaker. Ik volg ook niet de Bijbel. Ik volg Jezus. Dat is wat christen-zijn is: Jezus volgen.

    Waar komt het strakke geloof in de Bijbel vandaan? Is het omdat het vaak de enige bron van God is die we hebben?

    Voor mij is de Bijbel een wegwijzer. Net zoals de wet dat was voor Gods volk onder het Oude Verbond. Een wegwijzer heeft maar één doel en dat is de weg wijzen. Naar Christus in dit geval. Maar Christus zelf is niet het eindpunt. Dat is God. Christus brengt de gelovige voor de troon van God. Door zijn Geest.

    Een wegwijzer wijst de weg, maar brengt je er niet. Dat moet je zelf doen. Op weg gaan. Maar omdat de mens niet in staat is op eigen kracht op weg te gaan, heeft God Christus gegeven om de mens daarbij te helpen. We zijn dus samen met Christus onderweg.

    De mens is echter gewend om z'n eigen boontjes te doppen, dus regelmatig raakt hij de weg kwijt. Zelfs als hij eigenlijk met Christus onderweg is. En als de gelovige de weg kwijt is, krijgt de wegwijzer zijn functie terug. De bijbel is dus voortdurend de weg aan het wijzen: vertrouw op Christus, vertrouw op zijn volbrachte werk. Vertrouw niet op jezelf. Maar omdat het vertrouwen op Christus een proces is, dat waarschijnlijk tot het eind van ons leven aan de gang is, kunnen we voortdurend op de Bijbel terugvallen als we even de Weg kwijt zijn.

    De Heilige Geest is degene die helpt om de wegwijzer ook werkelijk te verstaan. Als de Geest niet kan werken, dan wordt de Bijbel een wegwijzer die voortdurend de weg wijst, zonder dat we op de plaats van de bestemming komen (in Christus). Dan kom je onder de wet. Binnen Christus valt de gelovige niet onder de wet; buiten Christus heeft de gelovige alléén maar de wet.

  18. Laat mij één tekst uit het NT zien waar staat dat God nog steeds niet volledig gekend is en ik geef me gewonnen.

    Geef mij één voorbeeld (mag uit de Bijbel zijn; hoeft echter niet) van iemand die God volledig kent. (Uiteraard niet Christus!)

    Wiedes dat hij zichzelf gaat zeggen :|

    In dat geval vraag ik de moderators om hem een eigen rubriek te geven: Ken's Orakel Hoekje of zoiets. (P)

  19. Hoe kan je nou strict de Bijbel volgen en geen religie bedrijven?

    Ben ik het, verdraaid, weer met je eens! Het moet toch niet nóg gekker worden :Y

    That's it, ik bel de krant. Dit is zo merkwaardig dat het op de voorpagina hoort.

    Als het dan maar De Telegraaf is; die zijn het meest op sensatie belust.

×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

We hebben cookies op je apparaat geplaatst om de werking van deze website te verbeteren. Je kunt je cookie-instellingen aanpassen. Anders nemen we aan dat je akkoord gaat. Lees ook onze Gebruiksvoorwaarden en Privacybeleid