Spring naar bijdragen

bernard 3

Members
  • Aantal bijdragen

    1.150
  • Geregistreerd

  • Laatst bezocht

Berichten geplaatst door bernard 3

  1. Wat er hier bij Barak en debora "op scherp gezet" moet worden is mij niet duidelijk ten minste als men leest wat er geschreven staat.

    De profetes Debora, de vrouw van Lappidot, richtte destijds Israël; 5 zij was gewoon zitting te houden onder de Deborapalm tussen Rama en Bet-El op het gebergte van Efraïm, en de Israëlieten kwamen bij haar voor een rechterlijke uitspraak. 6 Zij nu ontbood Barak, de zoon van Abinoam uit Kedes in Naftali, en zeide tot hem: Heeft de HERE, de God van Israël, niet geboden: ga heen, trek naar de berg Tabor en neem met u tienduizend man Naftalieten en Zebulonieten, 7 en Ik zal aan de beek Kison Sisera, de krijgsoverste van Jabin, naar u toe voeren met zijn strijdwagens en zijn troepen, en Ik zal hem in uw macht geven? 8 Barak echter zeide tot haar: Indien gij met mij gaat, zal ik gaan, maar indien gij niet met mij gaat, ga ik niet. 9 Zij zeide: Ik ga met u mee, maar gij zult geen eer behalen op de tocht die gij onderneemt, want in de macht van een vrouw zal de HERE Sisera overgeven

    Wie was hier " het hoofd van" of de de (wereldlijke) overste over anderen!? was het Barak of debora?

    Wie werd hier door God aangesteld om op te trekken!? Debora of Barak

    Wie werd hier onteert omdat Hij als "hoofd van" tienduizenden zijn verantwoordelijkheid niet nam, Debora of Barak

    Wie ging hier mede met wie omdat "het hoofd van" blijkbaar te angstig of te laf was ?

    Wat is hier dan zo moeilijk om in te zien dat ook hier de " hoofd van " functie aan een man gegeven werd en een andere belangrijke functie van Profetes en rechter aan een vrouw?

    Toch is die tekst zo moeilijk niet... Ik citeer hem nog een keer incl. in vette letters waar het om draait:

    Richteren 4:4 In die tijd was een zekere Debora rechter over Israël. Deze Debora, de vrouw van Lappidot, was profetes. 5 Ze hield zitting onder de Deborapalm tussen Rama en Betel, in het bergland van Efraïm, en daar kwamen de Israëlieten haar hun rechtsgeschillen voorleggen. 6 Debora liet Barak, de zoon van Abinoam, afkomstig uit Kedes in Naftali, bij zich komen en zei tegen hem: ‘De HEER, de God van Israël, gebiedt u...'

    Wat zou nu in de kerk de situatie zijn als een "Debora" (een vrouw) je bericht zou sturen met de opdracht (want DAT is het!): "Kom bij me en luister: 'De Heer, onze God, gebiedt je...'"? Wat zou dat effectief de situatie zijn? Die aangesproken persoon, "jij", staat op dat moment "onder het hoofd van een vrouw", die weliswaar spreekt namens God, maar dat is ook precies het gezag dat de kerkenraad in een Protestantse kerk heeft...!!

    Ofwel: Barak, leider over tienduizend, werd ontboden door Debora en door haar (sprekend namens God) terecht gewezen...

    Jammer dat u het verschil niet kan maken tussen een functie te hebben en een bestraffing te ontvangen omwille van het feit dat de functie niet of verkeerd wordt uitgevoerd.

    Werd "de profeet" Natan dan ook plotseling koning "hoofd van " toen hij David bestraftte omwille van zijn overspel met Besteba en de moord op haar man?

  2. Wie was hier " het hoofd van" of de de (wereldlijke) overste over anderen!? was het Barak of debora?

    Wie werd hier door God aangesteld om op te trekken!? Debora of Barak

    Wie werd hier onteert omdat Hij als "hoofd van" tienduizenden zijn verantwoordelijkheid niet nam, Debora of Barak

    Wie ging hier mede met wie omdat "het hoofd van" blijkbaar te angstig of te laf was ?

    Wat is hier dan zo moeilijk om in te zien dat ook hier de " hoofd van " functie aan een man gegeven werd en een andere belangrijke functie van Profetes en rechter aan een vrouw?

    Beste Bernard, onder het oude verbond was de man het hoofd van de vrouw, doch schreef Paulus als evangelist van een nieuw verbond met betere beloften (Heb 8,6) het volgende:

    Efeze 5

    31 Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten, en die twee zullen tot één vlees zijn.

    32 Dit geheimenis is groot; maar ik spreek met het oog op Christus en de gemeente.

    33 Kortom, ook u moet, ieder in het bijzonder, uw eigen vrouw net zo liefhebben als uzelf; en de vrouw moet ontzag hebben voor haar man.

    Voorts leert Paulus dat er een oude mens is die met Jezus gekruisigd is (Rom 6,6) en een nieuwe mens (Ef 4,16) waarmee de gelovige (Kol 3,10) zich bekleed heeft. De oude mens is degene onder het oude verbond (de stenen tafelen Ex 24,12) en de nieuwe mens is de Israëliet onder het nieuwe verbond (tafelen van vlees 2 Kor 3,3) bestaande uit betere beloften. Merk op wat een impact dat heeft op het volgende vers:

    'Ik zal hun één hart geven en een nieuwe geest in uw binnenste geven. Ik zal het hart van steen uit hun vlees wegdoen en hun een hart van vlees geven,' (Ez 11,19)

    Zijn vrouwen minderwaardig? Alleen iemand die een hart van steen heeft zou dat beweren, maar iemand met een hart van vlees en bloed weet wel beter. Beste Bernard, ik zie dat u veel kennis heeft van de schrift, daardoor reken ik er op dat u mijn antwoord op waarde zal schatten en ook de verzen raadpleegt waar ik naar verwezen heb.

    'Want na eerst gezegd te hebben: Dit is het verbond, dat Ik met hen na die dagen zal sluiten, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten in hun hart geven en Ik zal die in hun verstand schrijven,' (Heb 10,16)

    Beste

    herlees eens aandachtig mijn eerste antwoord aub

    Het betrof in de eerste plaats de achterliggende bedoeling van een functie in Gods gemeente en NIET over meer of minder waarde van diegenen die het toegestaan is om een bepaalde functie uit te oefenen.

    Net zoals het éénzelfde man niet toegestaan was de functie van hogepriester én koning te combineren omwille van het feit dat beide functies verwezen naar één persoon : Jezus Christus. Zo ook kan de vrouw bepaalde funties die "het hoofd zijn van" inhouden niet uitoefenen omdat deze functies verwijzen naar de Godheid.

    Daarom is het begrijpen van de Goddelijke orde binnen de Godheid dan ook zeer belangrijk, maar dat stond ook in mijn eerste antwoord wat bij een vluchtige lezing wel aan de aandacht zal zijn ontsnapt

  3. Ik geloof dat dit “probleem†weldegelijk een eeuwigheidswaarde betreft; omdat dit de scheppingsorde als voorbeeld van de Godheid en zodoende ook de functionaliteit binnen de Godheid overhoop haalt en verstoort.

    In gans de Bijbel wordt bij Gods volk zowel op geestelijk vlak als op wereldlijk- en gezinsvlak geen enkele functie die betrekking heeft tot het “hoofd zijn van “ ingevuld door een vrouw.

    Ik denk dat de geschiedenis van "Debora en Barak" deze gedachte meteen al "op scherp" zet:

    Richteren 4:4 In die tijd was een zekere Debora rechter over Israël. Deze Debora, de vrouw van Lappidot, was profetes. 5 Ze hield zitting onder de Deborapalm tussen Rama en Betel, in het bergland van Efraïm, en daar kwamen de Israëlieten haar hun rechtsgeschillen voorleggen. 6 Debora liet Barak, de zoon van Abinoam, afkomstig uit Kedes in Naftali, bij zich komen en zei tegen hem: ‘De HEER, de God van Israël, gebiedt u...'

    Hier treedt namens God een vrouw op, rechtsprekend, profeterend, en de 'aanvoerder over tienduizend van Naftali en Zebulon' actief directief gebiedend... Dat ze namens God sprak doet daar niets aan af... Want dat gold voor alle leiders van Israël!!

    ....

    Wat er hier bij Barak en debora "op scherp gezet" moet worden is mij niet duidelijk ten minste als men leest wat er geschreven staat.

    De profetes Debora, de vrouw van Lappidot, richtte destijds Israël; 5 zij was gewoon zitting te houden onder de Deborapalm tussen Rama en Bet-El op het gebergte van Efraïm, en de Israëlieten kwamen bij haar voor een rechterlijke uitspraak. 6 Zij nu ontbood Barak, de zoon van Abinoam uit Kedes in Naftali, en zeide tot hem: Heeft de HERE, de God van Israël, niet geboden: ga heen, trek naar de berg Tabor en neem met u tienduizend man Naftalieten en Zebulonieten, 7 en Ik zal aan de beek Kison Sisera, de krijgsoverste van Jabin, naar u toe voeren met zijn strijdwagens en zijn troepen, en Ik zal hem in uw macht geven? 8 Barak echter zeide tot haar: Indien gij met mij gaat, zal ik gaan, maar indien gij niet met mij gaat, ga ik niet. 9 Zij zeide: Ik ga met u mee, maar gij zult geen eer behalen op de tocht die gij onderneemt, want in de macht van een vrouw zal de HERE Sisera overgeven

    Wie was hier " het hoofd van" of de de (wereldlijke) overste over anderen!? was het Barak of debora?

    Wie werd hier door God aangesteld om op te trekken!? Debora of Barak

    Wie werd hier onteert omdat Hij als "hoofd van" tienduizenden zijn verantwoordelijkheid niet nam, Debora of Barak

    Wie ging hier mede met wie omdat "het hoofd van" blijkbaar te angstig of te laf was ?

    Wat is hier dan zo moeilijk om in te zien dat ook hier de " hoofd van " functie aan een man gegeven werd en een andere belangrijke functie van Profetes en rechter aan een vrouw?

  4. Zelf zou ik gevoelsmatig geen problemen mee hebben. Ik denk dat mannen en vrouwen een verschillende stijl van leiding geven hebben die elkaar kan aanvullen. Zo stel ik me voor dat een vrouwelijke ambtsdrager pastoraal goede dingen kan doen. Daarnaast, als ik het commissiewerk zie dat vrouwen in mijn gemeente verzetten, zouden ze met gemak in de kerkenraad kunnen. Onze commissie van beheer bevat zelfs een aantal dames, en dat is een zeer verantwoordelijke commissie.

    Ik begrijp dat de tegenargumenten vooral neerkomen op een bijbelse visie op de verhouding tussen man en vrouw. De vraag is echter in hoeverre deze visie cultureel bepaald is. Als Paulus zegt in 1 Kor. 14:34,35:

    34 Vrouwen moeten gedurende uw samenkomsten zwijgen. Ze mogen niet spreken, maar moeten ondergeschikt blijven, zoals ook in de wet staat. 35 Als ze iets willen leren, moeten ze het thuis aan hun man vragen, want het is een schande voor een vrouw als ze tijdens een samenkomst spreekt. (NBV)

    Waarom is dat dan een schande? Is dat niet cultureel bepaald? Waarom maken we wel onderscheid tussen de voorschriften in 1 Kor. 11 en in hfst. 14?

    Het gaat er mij niet om op een arrogante manier afscheid te nemen van waar Paulus voor staat, omdat we nu 'modern' zijn. Er hoeft w.m.b. geen verplichte emancipatie plaats te vinden. Eerder een heroriëntering op wat Paulus hier en op andere plaatsen stelt. Hebben we slechts te maken met zijn wereldbeeld of zijn deze woorden toch van eeuwigheidswaarde?

    Ik geloof dat dit “probleem†weldegelijk een eeuwigheidswaarde betreft; omdat dit de scheppingsorde als voorbeeld van de Godheid en zodoende ook de functionaliteit binnen de Godheid overhoop haalt en verstoort.

    In gans de Bijbel wordt bij Gods volk zowel op geestelijk vlak als op wereldlijk- en gezinsvlak geen enkele functie die betrekking heeft tot het “hoofd zijn van “ ingevuld door een vrouw.

    Dat dit niet toekennen aan een vrouw van een “hoofd zijn van†afhankelijk zou zijn van de toenmalige tijdsgeest of cultuur; wordt tegengesproken door het feit de praktisch alle omringende (heidense) volkeren van Israël zowel hogepriesteressen ( Babylon) als vrouwelijke vorsten kenden.

    Anderzijds werden binnen Gods volk belangrijke publieke functies zoals “profeet†of “rechter†echter wel aan vrouwen toegekend.

    De reden waarom de vrouw geen “hoofd van†kon zijn had dus niet te maken met een onderschatting of minachting van het intellectueel vermogen van het individu ( in dit geval de vrouw) maar wel met de functie zelf omdat deze op zich een afstraling of “beeld†van iets anders was.

    Juist zoals een man niet terzelfdertijd Koning en Hogepriester mocht zijn; wat Saul eens heeft geprobeerd en het is hem slecht bekomen.

    Dit principe van†het beeld zijn†van de Godheid met de daarbij horende de scheppingsorde ; waarbij de Man het hoofd is en de vrouw aan haar man, en het kind aan beide ,â€onderdanigheid†verschuldigd is, wordt dus niet enkel door Paulus of Petrus ( 1 Petr3:1),verdedigd maar is ook doorheen gans de Bijbel bij het volk van God merkbaar.

    Doch dit alles moet echter steeds geschieden in onderling vertrouwen, liefde en respect voor elkaar.

    Daarom wordt door Paulus ,als hij over de verhouding Man - vrouw schrijft, dan ook meestal een parallel getrokken met Gods gemeente die onderdanigheid verschuldigd is aan haar hoofd ,Jezus Christus, die op zijn beurt onderdanigheid betoont aan zijn hoofd ; God de Vader.

    “Vrouwen, weest aan uw man onderdanig als aan de Here, 23 want de man is het hoofd van zijn vrouw, evenals Christus het hoofd is zijner gemeente; Hij is het, die zijn lichaam in stand houdt. 24 Welnu, gelijk de gemeente onderdanig is aan Christus, zo ook de vrouw aan haar man, in alles.†(Efeziërs 5:22-24)

    “ Ik wil echter, dat gij dit weet: het hoofd van iedere man is Christus, het hoofd der vrouw is de man, en het hoofd van Christus is God†(1 Kor. 11:3 )

    Daarom beschouw ik dan ook gans de feministische beweging in de kerken om de vrouwen om het even welke functie te geven, als een gebrek aan inzicht in de Bijbelse betekenis en bedoeling van bepaalde functies en van een veruitwendiging van hetgeen er juist na de zondeval voorspeld werd namelijk.

    “En naar de man zal uw begeerte uitgaan en hij zal over u heersen.â€( Genesis 3:17)

    Waarbij deze begeerte niets te maken heeft met het seksuele, maar wel met het streven naar macht om te heersen in plaats van te dienen.

  5. Als ik de berichten hoor van hetgeen in Gaza en Israël voor de zoveelste keer gebeurd, komt mij steeds weer de eerste strofe van een oud lied voor de geest.

    “I hear the sound of distant drumsâ€, waarbij in de verte het tromgeroffel, voorafgaand aan de strijd, gehoord wordt.

    En dit tromgeroffel startte reeds zo lange tijd geleden, klonk doorheen alle tijden en blijft tot op vandaag de dag nog steeds verder nazinderen voor hetzelfde volk.

    Een volk dat zulk een machtige opdracht en zegen verkregen had.

    Maar ook een evenredige grote verantwoordelijkheid moest opnemen bij uitvoeren wat God hun opdroeg te doen, ook al was het soms op het eerste gezicht vreemd en onbegrijpelijk.

    Zoals o.a. bij de verovering van het land Kanaäan ; waarbij het bepaalde volkeren “met de ban moest slaan “ en de anderen moest verdrijven maar dit omwille van verscheidene voordelen ( slavendienst, verzwageren, financiën, …) weigerde te doen.( Jozua 23, Richteren1)

    Dit was de basis voor het ,gedurende vele eeuwen, verder afkalven van de trouw aan hun God tot ze uiteindelijk,als volk,niet meer gebruikt konden worden voor hun oorspronkelijke opdracht .

    Doch de “drums†hadden geklonken en verwittigd:

    “Indien gij dan aandachtig luistert naar de stem van de HERE, uw God, en al zijn geboden, die ik u heden opleg, naarstig onderhoudt, dan zal de HERE, uw God, u verheffen boven alle volken der aardeâ€

    Maar indien gij niet luistert naar de stem van de HERE, uw God, en niet al zijn geboden en inzettingen, die ik u heden opleg, naarstig onderhoudt, dan zullen de volgende vervloekingen alle over u komen en u treffen: 16 Vervloekt zult gij zijn in de stad en vervloekt op het veld. 17 Vervloekt zullen zijn uw mand en uw baktrog. 18 Vervloekt zal zijn de vrucht van uw schoot, de vrucht van uw bodem, de worp van uw runderen en de dracht van uw kleinvee. 19 Vervloekt zult gij zijn bij uw ingang en vervloekt bij uw uitgang 20 De HERE zal over u de vloek, de verwarring en de bedreiging doen komen in alles wat gij onderneemt en wat gij doet, totdat gij verdelgd wordt en snel te gronde gaat vanwege de slechtheid uwer daden, omdat gij Mij verlaten hebt.

    Met weinigen zult gij overblijven, terwijl gij talrijk geweest zijt als de sterren des hemels – omdat gij niet geluisterd hebt naar de stem van de HERE, uw God. 63 Zoals de Here er behagen in had om u wèl te doen en u talrijk te maken, zo zal de HERE er behagen in hebben om u te gronde te richten en te verdelgen; en gij zult weggerukt worden uit het land, dat gij in bezit gaat nemen. 64 De HERE zal u verstrooien onder alle natiën van het ene einde der aarde tot het andere; aldaar zult gij andere goden dienen, die noch gij noch uw vaderen gekend hebben: hout en steen. 65 Gij zult onder die volken geen rust vinden noch een rustplaats voor uw voetzool; de HERE zal u daar een bevend hart geven, ogen vol heimwee en een kwijnende ziel. 66 Zonder ophouden zal uw leven in gevaar verkeren; des nachts en des daags zult gij opschrikken en van uw leven niet zeker zijn. 67 Des morgens zult gij zeggen: Was het maar avond; en des avonds: Was het maar morgen – vanwege de vrees, die uw hart vervult, en vanwege het schouwspel, dat uw ogen zien.

    (Deuteronomium28: 1-68)

    En nog steeds horen wij hen nazinderen in Israël.

  6. Aanvulling Bernard, je hebt gelijk elementen van de Wet moeten zeker nog gehouden worden.

    Niet stelen, moorden, overspel plegen, etc. natuurlijk dat is zonde, ook onder de Christelijke wet (het Nieuwe Verbond middels Jezus bloed).

    Sterker nog als mensen de Wet houden dan accepteren ze Jezus' offer niet of hebben er geen kennis van of hebben er geen waardering voor.

    En zodoende nemen wij ( de mensheid) het recht in eigen handen om te bepalen welke "elementen" van de Goddelijke basiswet er van die paal gevallen zijn en dus nog moeten onderhouden worden en welke "elementen" wij niet meer moeten onderhouden omdat ze blijkbaar aan die paal blijven hangen zijn!

    Zo hebben wij dan wel een interessant handigheidje ontwikkeld om bepaalde "moeilijke" geboden, zoals het Sabbatsgebod (dat trouwens zoals alle andere basisgeboden reeds bij de schepping bestond)te omzeilen.

  7. Terecht is al opgemerkt dat de Mozaïsche wet (lees 10 geboden) niet gehouden hoeft te worden, het is namelijk met Christus aan de paal genageld. Dat geldt dus ook voor de Sabbat als rustdag op het eind van de werkweek.

    MAAR we zitten in de grote rustdag van God en dienen het idee van de Sabbat (meditatie, geestelijke activiteiten, dankbaarheid jegens God etc.) elke dag te ondersteunen.

    Christenen leven toch niet meer voor zichzelf maar voor God en Christus!

    Lees dit interessante Schriftgedeelte eens..........

    (Hebreeën 4:1-5) . . .Laten wij derhalve, aangezien er een belofte blijft [gelden] om zijn rust in te gaan, ervoor vrezen dat te eniger tijd iemand van U zou blijken achtergebleven te zijn. 2 Want ook aan ons is het goede nieuws bekendgemaakt, evenals aan hen; maar het woord dat werd gehoord, baatte hun niet, omdat zij niet door geloof verenigd waren met hen die wél hoorden. 3 Want wij die geloof hebben geoefend, gaan de rust wél binnen, zoals hij heeft gezegd: „Daarom heb ik in mijn toorn gezworen: ’Zij zullen mijn rust niet ingaan’â€, hoewel zijn werken sedert de grondlegging der wereld voleindigd waren. 4 Want op één plaats heeft hij over de zevende dag het volgende gezegd: „En God rustte op de zevende dag van al zijn werkenâ€, 5 en wederom op deze plaats: „Zij zullen mijn rust niet ingaan.â€

    Grote Sabbatsrust (1000 jarig rijk van Christus).

    (Hebreeën 4:8-10) . . .Want indien Jo̱zua hen in een plaats van rust had geleid, zou [God] later niet over een andere dag hebben gesproken. 9 Er blijft dus een sabbatsrust over voor het volk van God. 10 Want wie [Gods] rust is ingegaan, heeft ook zelf gerust van zijn eigen werken, zoals God van de zijne.

    Groet,

    Ed

    Ik vind bovenstaande uitspraak:

    Terecht is al opgemerkt dat de Mozaïsche wet (lees 10 geboden) niet gehouden hoeft te worden, het is namelijk met Christus aan de paal genageld. Dat geldt dus ook voor de Sabbat als rustdag op het eind van de werkweek

    een interessant voorbeeld tot welke on-Bijbelse en absurde uitspraken bepaalde doctrines en volledig uit hun verband getrokken en verkeerd geïnterpreteerde Bijbelverzen kunnen leiden.

    Want als we deze uitspraak mogen geloven dan zijn naast de Sabbat ook de negen andere geboden ( o.a. vloeken , stelen , moorden... ) ergens aan die paal genageld en hoeven dus ook niet gehouden te worden.

  8. Hallo,

    ik wil graag de bijbel leezen maar weet niet hoe.

    is het bijvoorbeeld goed aantekeningen te maken?

    Dank u wel alvast!

    Groet,

    Jaspers

    Daar in de gehele Bijbel Jezus Christus centraal staat met zijn openbaring van het Karakter van God de Vader en Christus’ verlossingswerk voor de mensheid; is dit boek “ Het middel†bij uitstek om het ontstaan en de zin van dit en ons toekomstig bestaan te ontdekken. Alsook om ons te tonen hoe wij kunnen deelhebben aan dat toekomstig bestaan door ons aan Gods fundamentele voorwaarden te onderwerpen en ons karakter door Hem te laten vormen.

    De Bijbel is echter geen gewoon boek maar een samenstelling van geschriften geschreven door mensen geïnspireerd door de H.Geest en van zichzelf verklaard dat het “ Het Woord Gods “ is.

    Daarom kan het ook maar werkelijk begrepen worden onder de leiding van diezelfde H.Geest en dient zijn hulp ook steeds gevraagd bij het openen van de schriften. En zal het begrijpen wat God met de mens voorheeft dan ook als logisch gevolg hebben dat men zijn levenswijze richt en aanpast aan dat Woord

    En weest daders des woords en niet alleen hoorders: dan zoudt gij uzelf misleiden. 23 Want wie hoorder is van het woord en niet dader, die gelijkt op een man, die het gelaat, waarmede hij geboren is, in een spiegel beschouwt; 24 want hij heeft zich beschouwd, is heengegaan en heeft terstond vergeten, hoe hij er uitzag. 25 Maar wie zich verdiept in de volmaakte wet, die der vrijheid, en daarbij blijft, niet als een vergeetachtige hoorder, doch als een werkelijk dader, die zal zalig zijn in zijn doen. (Jacobus 1: 22-26)

    Het Bijbellezen is daarom, wat mij betreft een dagelijkse noodzaak, om mijn geestelijk leven te voeden en mijn dagelijkse omgang met de medemens volgens Gods wil te laten verlopen ( met wisselend succes weliswaar).

    Ik probeer dan ook Gods Woord te lezen met een open maar vooral met een gewillige geest. Om te aanvaarden maar ook toe te passen hetgeen daarin aan ons voorgehouden wordt en door Christus voorgeleefd werd.

    Hierbij laat ik mij leiden door het Woord zelf en niet door hen die zich baseren op doctrines en leerstellingen die meestal uit de menselijke geest zijn voortgekomen en veelal tegengesteld zijn aan Gods Woord en enkel op menselijke traditie berusten.

    Dit betekent dan ook dat er een onderscheid dient gemaakt te worden tussen het gewoon Bijbellezen (, het “proeven†of “smakenâ€) van Gods Woord en de Bijbelstudie (het dieper graven naar de fundamenten en waarheden) ,

    Wat Bijbelstudie betreft kan men de Bijbel beschouwen als een mozaïek waarbij ieder stukje een eenheid op zichzelf is maar moet passen in het geheel en dit geheel niet tegenspreken. Zodoende is de Bijbel een uitlegger van zichzelf en zijn verklarende teksten of bijgevoegde uitleggingen bij de Bijbel overbodig en soms meer verwarrend dan verhelderend.

    Daar sommige geschriften oorspronkelijk in het Hebreeuws, Het Aramees en het Grieks geschreven zijn en omdat vertalen in een andere taal nogal ingewikkeld kan zijn waardoor men soms wel eens zegt “vertalen is verradenâ€; is het steeds aangewezen om bij het bijbelonderzoek meerdere vertalingen naast elkaar te raadplegen om een goed inzicht te bekomen in hetgeen de schrijver bedoeld.

    Dit kan gemakkelijk op www. biblija.net of andere bijbelpakketten waarbij “strongs†gebruikt worden Dit zijn cijferwaarden die aan het woord gegeven worden waarbij men, zonder de oorspronkelijke taal te kennen, toch kan nagaan of er juist vertaald werd

    Hierbij kan men dan ook vaststellen dat de vele zogenaamde eenvoudige of “moderne Bijbelvertalingen†van de jongste jaren het verst afwijken van de oorspronkelijke taal en zo gemakkelijk tot verkeerde inzichten kunnen leiden.

    Gods woord is ons dagelijks geestelijk brood , een noodzaak om geestelijk sterk te blijven staan tegen de aanvallen en tegenslagen van buitenaf.

    Ik wens je dan ook veel volharding toe bij hetgeen je begonnen bent.

  9. U Schrijft :

    . Wat mij opvalt is dat u zich uitsluitend op het NT beroept bij uw beeldvorming van God de Vader en Jezus Christus, maar het OT buiten beschouwing laat. ….

    “Doordat u het OT buiten beschouwing laat denkt u dat God de vader andere goden naast zich duldt, doch is dat niet het geval (Ex 20,23) want er is geen Heiland (Hos 13,4) dan God de vader.â€

    Ik begrijp niet goed vanwaar u deze conclusie haalt, te meer daar ik meestal gereageerd heb op de door u aangegeven NT teksten .

    Zo leek het even en daarom gebruikte ik dat maar als inleiding. Prima, dan is dat bij deze herzien.

    Het is echter wel zo dat de meeste OT teksten met betrekking tot dit onderwerp minder duidelijk zijn. Dit vindt zijn oorzaak in het feit dat Gods woord een Progressieve Openbaring is.

    Dit betekent dat God zichzelf , zijn doelen en werken in de loop der tijden meer en meer aan de mens heeft duidelijk gemaakt.

    Eens.

    Als de Verlosser beloofd wordt bij de zondeval en deze verder beschreven wordt door de vele profeten dan stellen we vast dat de meeste van de profeten en hun uitspraken pas tenvolle begrepen worden wanneer Christus op de wereld gekomen is. Alhoewel al de uitspraken op zich volledig juist zijn en de beschrijving volledig overeenstemmen ziet men toch hoe het beeld en het werk dat men zich van de beloofde Messias kan vormen, pas in het verloop van de tijd vastere vormen aanneemt.

    Tot zover ben ik het nog steeds met u eens. Dat zeg ik er maar even bij zodat ik niet onredelijk op u overkom.

    Zodat zelfs ook de apostelen, die steeds bij Hem geweest waren, pas na de dood van Christus , Zijn leven en werk meer en meer konden begrijpen.

    Christus zei daarom ook aan de apostelen :

    12 Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het thans niet dragen; 13 doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid

    ( Joh 16:12).

    Het OT en het NT gaan hand in hand samen waarbij in het OT de belofte van de komst de Messias en in het NT de vervulling van de komst en de wederkomst van de Messias centraal staat.

    Beide OT en NT kunnen het best vergeleken worden met het bouwen van een huis waarbij het OT het nauwkeurig uitgetekend plan van het gebouw is en het NT de verwezenlijking , het werkelijk gebouw, is .

    Akkoord.

    Dit betekent dan ook dat DE CENTRALE FIGUUR VAN GANS DE BIJBEL JEZUS CHRISTUS IS.

    Hij is de beloofde Verlosser, Hij is het die zich aan Mozes openbaart, Hij is het die in de wolk- en vuurkolom zijn volk in de woestijn beschermd en leidt, Hij is het die het volk bestraft als ze afwijken,

    Hij is dan ook diegene die Paulus beschrijft in het door u aangehaalde vers:

    Want ik stel er prijs op, broeders, dat gij weet, dat onze vaderen allen onder de wolk waren, allen door de zee heengingen, 2 allen zich in Mozes lieten dopen in de wolk en in de zee, 3 allen hetzelfde geestelijke voedsel aten, 4 en allen dezelfde geestelijke drank dronken, want zij dronken uit een geestelijke rots, welke met hen medeging, en die rots was de Christus. 5 En toch heeft God in het merendeel van hen geen welgevallen gehad, want zij werden neergeveld in de woestijn

    (1 Kor 10: 1-5).

    Christus is diegene die in het OT aan Mozes verklaart Ik ben die Ik ben.. en dit bij zijn openbaar leven (NT) nogmaals benadrukt in zijn vele uitspraken:

    Ik ben ..de deur , het licht, de weg , de waarheid, het leven , het levend brood

    Als er dus sprake is van de Here uw God in het OT slaat dit dan ook praktisch uitsluitend op Jezus Christus , de God en soeverein der schepselen.

    Als de zeventig oudsten van het Joodse volk samen met Mozes, op de berg, God hebben gezien was dit de God van Israël; Jezus Christus, en niet “de ene Waarachtige God “, God de Vader, die een ontoegankelijk licht bewoond en niemand ooit kan zien en leven.

    9 En Mozes klom op met Aäron, Nadab en Abihu en zeventig van de oudsten van Israël. 10 En zij zagen de God van Israël en het was alsof onder zijn voeten een plaveisel lag van lazuur, als de hemel zelf in klaarheid. 11 Maar tot de vooraanstaanden der Israëlieten strekte Hij zijn hand niet uit; zij aanschouwden God en zij aten en dronken. (Exodus 24:9-11)

    Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die aan de boezem des Vaders is, die heeft Hem doen kennen.

    ( Joh 1:18)

    Gods woord is nooit in tegenspraak met zichzelf, het is aan ons om GANS zijn woord te onderzoeken en de zaken in de juiste context te plaatsen . Met andere woorden te lezen wat er geschreven staat en niet vooraf te denken en in te vullen wat er geschreven zou staan.

    Gans het woord van God onderzoeken zal wat lastig worden aangezien er ook boeken verloren zijn gegaan, maar laten we inderdaad niet denken wijs te zijn. Daar ben ik helemaal voor dus laten we daar dan nu meteen mee beginnen.

    Uit de context van Ez 24 blijkt duidelijk dat degene die zij zagen dezelfde is als degene die een verbond sloot met het volk.

    8 Toen nam Mozes het bloed, sprenkelde het op het volk en zei: Zie, dit is het bloed van het verbond dat de HEERE met u gesloten heeft op grond van al die woorden.

    9 Vervolgens klommen Mozes en Aäron naar boven, en ook Nadab en Abihu met zeventig van de oudsten van Israël.

    10 En zij zagen de God van Israël. Onder Zijn voeten was er iets als plaveisel van saffier, zo helder als de hemel zelf.

    11 Hij strekte Zijn hand niet uit naar de aanzienlijken van de Israëlieten. Nadat zij God gezien hadden, aten en dronken zij.

    Het is duidelijk dat degene die zij zagen God de vader is, want de HEERE is de God van Israël (1 Kon 8,17) en omdat hij zijn hand niet naar hen uitstrekte bleven ze leven. De tegenstrijdigheid die u meent te zien is er dus niet. Doordat God zich manifesteert door beide de vader (de eerste) en de zoon (de laatste) (Jes 48,12) veronderstelt u dat er twee goden zijn. Hier is het zaak om de Bijbel - die zoals u heeft gezegd nooit in tegenspraak is - te laten spreken:

    Zie nu in dat Ik, Ik Die ben, er is geen God naast Mij. Ãk dood en Ik maak levend, Ik verwond en Ãk genees en er is niemand die uit Mijn hand redt! (Deut 32,39)

    Wat nu uw specifieke vraag betreft

    Het volgende wil ik graag van u weten:

    Wiens haar was als wol? Wiens ogen waren als vuur? Wiens voeten waren als koper? Wiens woorden waren gelijk als het geluid van een menigte/ vele wateren?

    Als wij nu in deze gesteldheid ( namelijk de context van de zin(nen) en gans de Bijel in ogenschouw nemen) uw volgende vraag bekijken:

    Dan zien wij dat wat de verzen die u uit het boek Daniël genomen heeft

    Dit zag ik, totdat er tronen gezet werden, en de Oude van dagen Zich zette, Wiens kleed wit was als de sneeuw, en het haar van Zijn hoofd als zuivere wol; Zijn troon was vuurvonken, en de raderen daarvan een brandend vuur.....Verder zag ik in de nachtgezichten, en ziet, er kwam Een met de wolken des hemels, als eens mensen Zoon, en Hij kwam tot de Oude van dagen, en zij deden Hem voor Deze naderen...... Zijn lichaam was als turkoois, Zijn gezicht als het uiterlijk van de bliksem, Zijn ogen als vuurfakkels, Zijn armen en Zijn voeten als de glans van gepolijst koper en het geluid van Zijn woorden als het geluid van een menigte.' (Dan 7,9 + 7,13 + 10,6

    de oordeelsdag bespreken (De vierschaar zette zich neder en de boeken werden geopend. 9) waarbij een Oude van dagen zich OP de troon zet en Iemand als een mensenzoon tot deze Oude van dagen kwam.

    Hierbij zijn dus twee entiteiten aanwezig waarbij In Gods woord “de mensen zoon†steeds op Christus slaat en God de Vader steeds als “de Oude van dagen†benoemd wordt.

    Elders in Gods woord vinden wij dat “De Vader†het oordeel aan “de Zoon†heeft gegeven (Joh 5:26-29) waarbij nu bovenstaande verzen meer uitleg geven betreffende dit gebeuren.

    Uit bovenstaande verzen blijkt ook dat de verschijning van beide entiteiten van een uitzonderlijke en overweldigende grootsheid , kwaliteit en intensiteit zijn .

    Hier is het zaak om even pas op te plaats te maken alvorens wij tot overhaaste conclusies komen. De Oude van dagen uit de droom van Daniel is God de vader zei u en daarover zijn we het eens, maar dat er twee goden zouden zijn leert de Bijbel nergens (Deut 32,39) al begrijp ik best waarom u dat concludeert uit Daniel 7 want dat de Oude van dagen en de Mensenzoon die tot hem nadert twee zijn lijkt pure logica. Eerder schreef u dat niemand de vader kan zien en leven, doch kwam de Mensenzoon voor Zijn aangezicht (Dan 7,13) kreeg heerschappij, eer en koningschap en alle volken, natiën en talen moesten Hem vereren. Hierdoor kunnen we vaststellen dat de Mensenzoon en de Oude van dagen Eén en Dezelfde zijn, want de psalmist leert:

    'Ik haat hen die nietige afgoden vereren. Ãk vertrouw op de HEERE.'

    Jahweh is zowel de vader en de zoon, want iemand wordt pas een vader als hij een zoon heeft en iemand wordt pas een zoon als hij een vader heeft. De vader was er eerder dan de zoon en de zoon was er later dan de vader. De profeet Jesaja heeft echter gezegd dat de HEERE beide is.

    '....Ik, de HEERE, Die de Eerste ben, en met de Laatste ben Ik Dezelfde.' (Jes 41,4)

    De volgende tekst die u aanhaalt heeft niets met het hierboven beschreven oordeelsgebeuren te maken

    19 Schrijf dan hetgeen gij gezien hebt en hetgeen is en hetgeen na dezen geschieden zal12 En ik keerde mij om, ten einde de stem te zien, die met mij sprak. En toen ik mij omkeerde, zag ik zeven gouden kandelaren, 13 en te midden van de kandelaren iemand als eens mensen zoon, bekleed met een tot de voeten reikend gewaad, en aan de borsten omgord met een gouden gordel; 14 en zijn hoofd en zijn haren waren wit als witte wol, als sneeuw, en zijn ogen als een vuurvlam; 15 en zijn voeten waren gelijk koperbrons, als in een oven gloeiend gemaakt, en zijn stem was als een geluid van vele wateren. 16 En Hij had zeven sterren in zijn rechterhand en uit zijn mond kwam een tweesnijdend scherp zwaard; en zijn aanzien was gelijk de zon schijnt in haar kracht.

    17 En toen ik Hem zag, viel ik als dood voor zijn voeten; en Hij legde zijn rechterhand op mij en zeide: Wees niet bevreesd, Ik ben de eerste en de laatste, 18 en de levende, en Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheden, Ik heb de sleutels van de dood en het dodenrijk. 19 Schrijf dan hetgeen gij gezien hebt en hetgeen is en hetgeen na dezen geschieden zal

    Deze tekst beschrijft iemand als “een mensenzoon†die dood is geweest en weer leeft en zich midden in de zeven kandelaren bevindt( zich bekommert om de gemeenten in de loop der tijden)

    Zoals reeds aangehaald slaat de uitdrukking “ mensenzoon†steeds op Jezus Christus.

    Ook hier blijkt de verschijning van die entiteit ( de mensenzoon) van een uitzonderlijke en overweldigende grootsheid , kwaliteit en intensiteit te zijn .

    Niettegenstaande de beide door u aangehaalde teksten op het eerste gezicht totaal over een ander gebeuren gaat blijkt de beschrijving van de twee duidelijk verschillende entiteiten “ de Mensen Zoon†enerzijds en â€de Oude van dagen “anderzijds weldegelijke gemeenschappelijke kenmerken te vertonen.

    Ze zijn beide in hun verheerlijkt voorkomen van een uitzonderlijk en indrukwekkende pracht,, schoonheid, intensiteit en grootsheid.

    Mijn antwoord op uw vraag Wiens haar was als wol? Wiens ogen waren als vuur? Wiens voeten waren als koper? Wiens woorden waren gelijk als het geluid van een menigte/ vele wateren.

    Is dan ook , kijk eerst eens waar u de tekst in Gods woord vindt en weet dat Christus de goddelijke natuur bezit en daarom bij zijn verschijnen aan de mens in zijn verheerlijkte toestand dan ook heel wat gemeenschappelijke kenmerken met de Vader zal vertonen.

    Helaas kan ik met dat antwoord geen genoegen nemen daar Gods woord me duidelijk leert dat God geen andere goden naast zich duldt. Er is dus Eén wiens haar is als wol, wiens ogen zijn als vuur en wiens voeten als koper, mijn vraag aan u: wie is die Ene?

    Beste

    Zolang U niet kan of wil aannemen dat een onderkoning door zijn onderdanen als Here en koning kan aanzien en benoemd worden niettegenstaande dat hijzelf een soeverein boven zich heeft; namelijk de werkelijke of “DE WAARACHTIGE KONING†over hem en zijn onderdanen

    Zolang u niet tot het besef komt dat ,volgens Gods Woord, het Adam is die als enige “DE MENS genoemd wordt en Eva en haar nakomelingen wel “mens†genoemd worden omdat ze dezelfde natuur van Adam hebben , maar nooit†De MENS†zijn of genoemd worden.

    Zolang u niet kan of wil aannemen dat de term “God†in de Bijbel betekent “ de soevereiniteit hebben†over een ander individu en daarom dan ook gebruikt wordt zowel bij Mozes als bij Jezus als bij de Vader. En dat enkel God de Vader als DE ÉNIGE WAARACHTIGE GOD benoemd wordt omdat Hij de soeverein is over alles en iedereen ( Christus incluis)

    Zolang u niet begrijpt of wil aannemen dat bij de drie voorgaande gevallen er nooit sprake is noch van twee “WAARLIJKE KONINGENâ€, noch van twee “ WAARLIJKE MENSEN†noch van twee WAARLIJKE GODEN . En dat de termen koning, mens en God ook gebruikt worden wanneer het de †ondergeschikten†zelf betreft ( met hun onderlinge verhoudingen) .

    Zolang zal je nog vele moeilijke, onbegrijpelijke en (ogenschijnlijk) tegengestelde Bijbelteksten kunnen vinden. Waarbij dan de gekste en meest onlogische verklaringen kunnen gegeven worden omdat men uitgaat van vooronderstellingen die meestal gebaseerd zijn op menselijke doctrines en leerstellingen waarbij aan het woord “God†een totaal on-Bijbelse betekenis gegeven wordt.

    Waarbij éénzelfde entiteit zich aan de mens vertoont en op een andere plaats verklaart dat niemand Hem ooit kan zien en leven.

    Of waarbij éénzelfde entiteit zegt dat hij de macht , de onsterfelijkheid, het leven en alles van zichzelf ontvangen heeft en uiteindelijk het koningschap (dat Hij van zichzelf ontvangen heeft) aan zichzelf zal overdragen.

    Heel anders is het wanneer men zich aan de Bijbelse betekenis van woorden en uitdrukkingen houdt.

    Dan is het duidelijk dat diegene beschreven in het boek Daniël; die Ene die op de troon zit , die Oude van Dagen , wiens haar wit is als wol ,niemand anders is dan; GOD DE VADER

    Hij die in Johannes ( 17:3-6) benoemd wordt als die Enige Waarachtige God , en diegene waarvan Paulus zegt: voor ons nochtans is er maar ÉÉN GOD, DE VADER, uit wie alle dingen zijn en tot wie wij zijn,….Hij die de God en Vader is van onze Here Jezus Christus ( Koloss 1:3 / Efez. 1:3) ,

    Waarbij Onze Here Jezus Christus diegene is die door Gods woord benoemd wordt als de soeverein ( de God )van alle geschapen wezens;

  10. Mijn excuus dat ik zo kort reageerde, maar toen ik eerder wel een Bijbels antwoord gaf en wel inhoudelijk reageerde en u er op wees dat de Zoon door uit de dood op te staan bewezen heeft dat hij onsterfelijk is reageerde u daar niet eens op. En dat was net de kern van mijn betoog. De Bijbel leert duidelijk dat er één is die onsterfelijkheid bezit (1 Tim 6,16) en Paulus schreef dat het vergankelijke/sterfelijke zich ook met onsterfelijkheid(1 Kor 15,53-54) dient te bekleden. Eveneens schreef hij dat wij ons met de Heere Jezus Christus moeten bekleden (Rom 13,14; Gal 3,27) die als enige onsterfelijkheid bezit en wij die sterfelijk zijn. Kortom, ik denk dat ik niets teveel heb gezegd en toch bent u in het geheel niet op mijn punt ingegaan. Degenen die zich met Christus hebben bekleed, zijn de overwinnaars in witte gewaden (Op 3,5) hoe ik dat weet? Simpelweg door de volgende passage uit Openbaring 7 te lezen:

    13 En een van de ouderlingen antwoordde en zei tegen mij: Dezen, die bekleed zijn met witte gewaden, wie zijn zij en waar zijn zij vandaan gekomen?

    14 En ik zei tegen hem: U weet het, mijn heer. En hij zei tegen mij: Dezen zijn het die uit de grote verdrukking komen; en zij hebben hun gewaden gewassen en ze hebben hun gewaden wit gemaakt in het bloed van het Lam.

    15 Daarom zijn zij vóór de troon van God, en dienen Hem dag en nacht in Zijn tempel. En Hij Die op de troon zit, zal Zijn tent over hen uitspreiden.

    16 Zij zullen geen honger of dorst meer hebben, en geen zonnesteek of enige hitte zal hen treffen.

    17 Want het Lam, Dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en zal hen geleiden naar de levende waterbronnen. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen.

    De goede verstaander kan uit de volgende passage duidelijk opmaken wie Christus is, namelijk de almachtige God en vader van alles wat leeft.

    Openbaring 2

    18 En schrijf aan de engel van de gemeente in Thyatira: Dit zegt de Zoon van God, Die ogen heeft als een vuurvlam en voeten als blinkend koper:

    19 Ik ken uw werken, de liefde, het dienstbetoon, het geloof, uw volharding en uw werken, en ook dat de laatste meer zijn dan de eerste.

    20 Maar Ik heb enkele dingen tegen u: dat u de vrouw Izebel, die van zichzelf zegt dat zij een profetes is, ongemoeid haar gang laat gaan om te onderwijzen en Mijn dienstknechten te misleiden, zodat zij hoererij bedrijven en afgodenoffers eten.

    21 En Ik heb haar tijd gegeven, opdat zij zich van haar hoererij zou bekeren, maar zij heeft zich niet bekeerd.

    22 Zie, Ik werp haar te bed met hen die overspel met haar plegen, in grote verdrukking, als zij zich niet bekeren van hun werken.

    23 En haar kinderen zal Ik door de dood ombrengen, en alle gemeenten zullen weten dat Ik het ben Die nieren en harten doorzoek, en Ik zal u geven eenieder naar uw werken.

    Beste Bernard3, denk niet dat ik u te kort wilde doen of uw rechtlijnigheid misprijs. Laat mijn Bijbelse inhoudelijke antwoord daar de getuige van zijn.

    Ik meen nochtans dat ik op 4 november 2012 om 07:57 uw mail duidelijk heb beantwoord. (even herlezen aub)

    Maar omdat ik misschien niet uitgebreid genoeg was wil ik nog even verduidelijken (met het risico om in herhaling te vallen met bepaalde Bijbelteksten)

    1 Timoth. 6: 14 – 15“

    dat gij dit gebod onbevlekt en onberispelijk handhaaft tot de verschijning van onze Here Jezus Christus, welke te zijner tijd de zalige en enige Heerser zal doen aanschouwen, de Koning der koningen en de Here der Heren, die alleen onsterfelijkheid heeft en een ontoegankelijk licht bewoont, die geen der mensen gezien heeft of zien kan. Hem zij eer en eeuwige kracht! Amen

    In deze tekst staat duidelijk dat het Jezus Christus is die de ENIGE HEERSER zal doen aanschouwen

    Deze ENIGE HEERSER is dus NIET CHRISTUS maar GOD de VADER

    En deze ENIGE HEERSER is ook DE ENIGE DIE ALLEEN ONSTERFELIJKHEID IN ZICHZELF BEZIT.

    Dit betekent dat buiten Hem er NIEMAND die onsterfelijkheid in zichzelf heeft

    Betekent dit dan dat er niemand is die onsterfelijkheid kan bekomen!!??

    Gods woord Geeft daar een antwoord op .

    Joh. 5 : 26

    “Want gelijk de Vader leven heeft in Zichzelf, heeft Hij ook de Zoon GEGEVEN leven te hebben in Zichzelf. En Hij heeft Hem macht gegeven om gericht te houden, omdat Hij de Zoon des mensen is.

    Als we dus de Zoon van God en God de Vader beschouwen dan zien wij dat ze beide leven hebben in zichzelf .

    MAAR de ene ( GOD de Vader) had het in zichzelf en de andere (de Zoon van GOD) heeft het gekregen.

    Zo ook is er de belofte dat bij de terugkomst van Christus de verlosten met onsterfelijkheid zullen bekleed worden ( 1 Kor 15:50-54)

    Maar betekent dit nu (zoals u beweerde in uw reactie van 03 nov 2012 om 00.47 ) dat Christus omdat Hij onsterfelijkheid ( gekregen) heeft als de Almachtige God kan benoemd worden( en dus dan ook de verlosten op het ogenblik dat zij onsterfelijkheid zullen ontvangen )

    Deze redenering is totaal on-Bijbels en onlogisch omdat in Gods Woord de Gever altijd en in alles de “meerdere†is van de ontvanger. En dit blijkt ook bij de dood van Christus

    In uw betoog schrijft u het volgende:

    “Als er Eén is die onsterfelijkheid bezit dan is dat degene die uit de dood is opgestaan en diegene is Christus.â€

    Welnu volgens Gods woord is Christus niet uit zichzelf opgestaan uit de dood , maar werd Hij door God de Vader opgewekt uit de dood

    Gal 1 :1

    “Paulus, een apostel, niet vanwege mensen, noch door een mens, maar door Jezus Christus, en God, de Vader, die Hem opgewekt heeft uit de doden “

    Romeinen10: 9

    Want indien gij met uw mond belijdt, dat Jezus Heer is, en met uw hart gelooft, dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult gij behouden worden

    GODS woord geeft dus duidelijk aan dat enkel God de Vader de enige is die onsterfelijkheid in zichzelf heeft en het de Zoon GEGEVEN heeft.

    Waarbij de Zoon het op zijn beurt zal doorgeven aan hen die Hem getrouw waren.

    ´Want gelijk de Vader de doden opwekt en levend maakt, alzo maakt ook de Zoon levend, Die Hij wil. (Joh 5:21)

    Ik hoop hiermede ,aan de hand van Gods woord, u duidelijk te hebben gemaakt dat de uitspraak in 1 Tim 6: 14-15

    “de zalige en enige Heerser zal doen aanschouwen, de Koning der koningen en de Here der Heren, die alleen onsterfelijkheid heeft en een ontoegankelijk licht bewoont, die geen der mensen gezien heeft of zien kan “

    Enkel op één enkel Persoon van toepassing is ; namelijk GOD de VADER

    Alsook dat het de hoofdtaak van Christus geweest is om de “naam†van God de Vader ; namelijk zijn karakter, grootheid, goedheid en rechtvaardigheid, aan de mensheid kenbaar te maken

    joh17:3

    Dit nu is het eeuwige leven, dat . zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt.4

    Ik heb U verheerlijkt op de aarde door het werk te voleindigen, dat Gij Mij te doen gegeven hebt. 5 En nu, verheerlijk Gij Mij, Vader, bij Uzelf met de heerlijkheid, die Ik bij U had, eer de wereld was.

    6 Ik heb uw naam geopenbaard aan de mensen, die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt. Zij behoorden U toe en Gij hebt hen Mij gegeven en zij hebben uw woord bewaard. 7 Nu weten zij, dat al wat Gij Mij gegeven hebt, van U komt, 8 want de woorden, die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven en zij hebben ze aangenomen en in waarheid erkend, dat Ik van U ben uitgegaan, en zij hebben geloofd, dat Gij Mij gezonden hebt.

    Beste Bernard3, vriendelijk dank voor uw toelichting. Het is mij duidelijk dat u een rechtlijnig mens bent en uw stevige betoog heeft mij tot nadenken gestemd. Ik heb het even rustig op me in laten werken, teneinde uw poging mij e.e.a. te verduidelijken niet te verijdelen.

    Wel, sta mij toe uw betoog kernachtig te kenschetsen. Wat mij opvalt is dat u zich uitsluitend op het NT beroept bij uw beeldvorming van God de Vader en Jezus Christus, maar het OT buiten beschouwing laat. Dat terwijl de profeet Jeremia heeft gezegd:

    'Zo zegt de HEERE: Staat op de wegen, en ziet toe, en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg is, en wandelt daarin; zo zult gij rust vinden voor uw ziel; maar zij zeggen: Wij zullen daarin niet wandelen.' (Jer 6,16)

    En Jezus leerde: '....een ieder Schriftgeleerde, in het Koninkrijk der hemelen onderwezen, is gelijk aan een heer des huizes, die uit zijn schat nieuwe en oude dingen voortbrengt.' (Mat 13,52)

    Doordat u het OT buiten beschouwing laat denkt u dat God de vader andere goden naast zich duldt, doch is dat niet het geval (Ex 20,23) want er is geen Heiland (Hos 13,4) dan God de vader.

    'Want wie is God, behalve de HEERE? En wie is een Rotssteen, dan alleen onze God?' (Ps 18,32)

    Paulus was een Schriftgeleerde (Hand 22,3) die onderwezen was in het Koninkrijk der hemelen en wist als geen ander dat God de vader consequent de ENIGE Steenrots wordt genoemd(2 Sam 22,2; Ps 18,3 + 31,4) in het OT. Als u zich daarvan niet bewust bent dan begrijpt u ook niet volledig wat hij bedoelde toen hij het volgende schreef:

    'En allen dezelfde geestelijke drank gedronken hebben; want zij dronken uit de geestelijke steenrots, die volgde; en de steenrots was Christus.' (1 Kor 10,4)

    De ENIGE Steenrots is dus onze God de vader en Jezus Christus. Leest u ook de volgende verzen uit Openbaring:

    'En in het midden van de zeven kandelaren Eén, de Zoon des mensen gelijk zijnde, bekleed met een lang kleed tot de voeten, en omgord aan de borsten met een gouden gordel; En Zijn hoofd en haar was wit, zoals witte wol, gelijk sneeuw; en Zijn ogen gelijk een vlam vuur; En Zijn voeten waren blinkend koper gelijk, en gloeiden als in een oven; en Zijn stem als een stem van vele wateren. En Hij had zeven sterren in Zijn rechterhand; en uit Zijn mond ging een tweesnijdend scherp zwaard; en Zijn aangezicht was, gelijk de zon schijnt in haar kracht. En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan Zijn voeten; en Hij legde Zijn rechterhand op mij, zeggende tot mij: Vrees niet; Ik ben de Eerste en de Laatste; En Die leef, en Ik ben dood geweest; en zie, Ik ben levend in alle eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutels van de hel en van de dood.' (Op 1,13-18)

    Degene die leeft en dood is geweest is ontegenzeggelijk Christus en uit deze passage blijkt duidelijk dat hij eveneens degene is wiens hoofd en haar wit was, als witte wol en zijn ogen als een vuur vlam.

    Vergelijk dat eens met de volgende passages uit Daniel:

    'Dit zag ik, totdat er tronen gezet werden, en de Oude van dagen Zich zette, Wiens kleed wit was als de sneeuw, en het haar van Zijn hoofd als zuivere wol; Zijn troon was vuurvonken, en de raderen daarvan een brandend vuur.....Verder zag ik in de nachtgezichten, en ziet, er kwam Een met de wolken des hemels, als eens mensen Zoon, en Hij kwam tot de Oude van dagen, en zij deden Hem voor Deze naderen...... Zijn lichaam was als turkoois, Zijn gezicht als het uiterlijk van de bliksem, Zijn ogen als vuurfakkels, Zijn armen en Zijn voeten als de glans van gepolijst koper en het geluid van Zijn woorden als het geluid van een menigte.' (Dan 7,9 + 7,13 + 10,6)

    Het volgende wil ik graag van u weten:

    Wiens haar was als wol? Wiens ogen waren als vuur? Wiens voeten waren als koper? Wiens woorden waren gelijk als het geluid van een menigte/ vele wateren?

    In afwachten van uw schrijven verblijf ik,

    Ken de Jood.

    U Schrijft :

    . Wat mij opvalt is dat u zich uitsluitend op het NT beroept bij uw beeldvorming van God de Vader en Jezus Christus, maar het OT buiten beschouwing laat. ….

    “Doordat u het OT buiten beschouwing laat denkt u dat God de vader andere goden naast zich duldt, doch is dat niet het geval (Ex 20,23) want er is geen Heiland (Hos 13,4) dan God de vader.â€

    Ik begrijp niet goed vanwaar u deze conclusie haalt, te meer daar ik meestal gereageerd heb op de door u aangegeven NT teksten .

    Het is echter wel zo dat de meeste OT teksten met betrekking tot dit onderwerp minder duidelijk zijn. Dit vindt zijn oorzaak in het feit dat Gods woord een Progressieve Openbaring is.

    Dit betekent dat God zichzelf , zijn doelen en werken in de loop der tijden meer en meer aan de mens heeft duidelijk gemaakt.

    Als de Verlosser beloofd wordt bij de zondeval en deze verder beschreven wordt door de vele profeten dan stellen we vast dat de meeste van de profeten en hun uitspraken pas tenvolle begrepen worden wanneer Christus op de wereld gekomen is. Alhoewel al de uitspraken op zich volledig juist zijn en de beschrijving volledig overeenstemmen ziet men toch hoe het beeld en het werk dat men zich van de beloofde Messias kan vormen, pas in het verloop van de tijd vastere vormen aanneemt.

    Zodat zelfs ook de apostelen, die steeds bij Hem geweest waren, pas na de dood van Christus , Zijn leven en werk meer en meer konden begrijpen.

    Christus zei daarom ook aan de apostelen :

    12 Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het thans niet dragen; 13 doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid

    ( Joh 16:12).

    Het OT en het NT gaan hand in hand samen waarbij in het OT de belofte van de komst de Messias en in het NT de vervulling van de komst en de wederkomst van de Messias centraal staat.

    Beide OT en NT kunnen het best vergeleken worden met het bouwen van een huis waarbij het OT het nauwkeurig uitgetekend plan van het gebouw is en het NT de verwezenlijking , het werkelijk gebouw, is .

    Dit betekent dan ook dat DE CENTRALE FIGUUR VAN GANS DE BIJBEL JEZUS CHRISTUS IS.

    Hij is de beloofde Verlosser, Hij is het die zich aan Mozes openbaart, Hij is het die in de wolk- en vuurkolom zijn volk in de woestijn beschermd en leidt, Hij is het die het volk bestraft als ze afwijken,

    Hij is dan ook diegene die Paulus beschrijft in het door u aangehaalde vers:

    Want ik stel er prijs op, broeders, dat gij weet, dat onze vaderen allen onder de wolk waren, allen door de zee heengingen, 2 allen zich in Mozes lieten dopen in de wolk en in de zee, 3 allen hetzelfde geestelijke voedsel aten, 4 en allen dezelfde geestelijke drank dronken, want zij dronken uit een geestelijke rots, welke met hen medeging, en die rots was de Christus. 5 En toch heeft God in het merendeel van hen geen welgevallen gehad, want zij werden neergeveld in de woestijn

    (1 Kor 10: 1-5).

    Christus is diegene die in het OT aan Mozes verklaart Ik ben die Ik ben.. en dit bij zijn openbaar leven (NT) nogmaals benadrukt in zijn vele uitspraken:

    Ik ben ..de deur , het licht, de weg , de waarheid, het leven , het levend brood

    Als er dus sprake is van de Here uw God in het OT slaat dit dan ook praktisch uitsluitend op Jezus Christus , de God en soeverein der schepselen.

    Als de zeventig oudsten van het Joodse volk samen met Mozes, op de berg, God hebben gezien was dit de God van Israël; Jezus Christus, en niet “de ene Waarachtige God “, God de Vader, die een ontoegankelijk licht bewoond en niemand ooit kan zien en leven.

    9 En Mozes klom op met Aäron, Nadab en Abihu en zeventig van de oudsten van Israël. 10 En zij zagen de God van Israël en het was alsof onder zijn voeten een plaveisel lag van lazuur, als de hemel zelf in klaarheid. 11 Maar tot de vooraanstaanden der Israëlieten strekte Hij zijn hand niet uit; zij aanschouwden God en zij aten en dronken. (Exodus 24:9-11)

    Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die aan de boezem des Vaders is, die heeft Hem doen kennen.

    ( Joh 1:18)

    Gods woord is nooit in tegenspraak met zichzelf, het is aan ons om GANS zijn woord te onderzoeken en de zaken in de juiste context te plaatsen . Met andere woorden te lezen wat er geschreven staat en niet vooraf te denken en in te vullen wat er geschreven zou staan.

    Wat nu uw specifieke vraag betreft

    Het volgende wil ik graag van u weten:

    Wiens haar was als wol? Wiens ogen waren als vuur? Wiens voeten waren als koper? Wiens woorden waren gelijk als het geluid van een menigte/ vele wateren?

    Als wij nu in deze gesteldheid ( namelijk de context van de zin(nen) en gans de Bijel in ogenschouw nemen) uw volgende vraag bekijken:

    Dan zien wij dat wat de verzen die u uit het boek Daniël genomen heeft

    Dit zag ik, totdat er tronen gezet werden, en de Oude van dagen Zich zette, Wiens kleed wit was als de sneeuw, en het haar van Zijn hoofd als zuivere wol; Zijn troon was vuurvonken, en de raderen daarvan een brandend vuur.....Verder zag ik in de nachtgezichten, en ziet, er kwam Een met de wolken des hemels, als eens mensen Zoon, en Hij kwam tot de Oude van dagen, en zij deden Hem voor Deze naderen...... Zijn lichaam was als turkoois, Zijn gezicht als het uiterlijk van de bliksem, Zijn ogen als vuurfakkels, Zijn armen en Zijn voeten als de glans van gepolijst koper en het geluid van Zijn woorden als het geluid van een menigte.' (Dan 7,9 + 7,13 + 10,6

    de oordeelsdag bespreken (De vierschaar zette zich neder en de boeken werden geopend. 9) waarbij een Oude van dagen zich OP de troon zet en Iemand als een mensenzoon tot deze Oude van dagen kwam.

    Hierbij zijn dus twee entiteiten aanwezig waarbij In Gods woord “de mensen zoon†steeds op Christus slaat en God de Vader steeds als “de Oude van dagen†benoemd wordt.

    Elders in Gods woord vinden wij dat “De Vader†het oordeel aan “de Zoon†heeft gegeven (Joh 5:26-29) waarbij nu bovenstaande verzen meer uitleg geven betreffende dit gebeuren.

    Uit bovenstaande verzen blijkt ook dat de verschijning van beide entiteiten van een uitzonderlijke en overweldigende grootsheid , kwaliteit en intensiteit zijn .

    De volgende tekst die u aanhaalt heeft niets met het hierboven beschreven oordeelsgebeuren te maken

    19 Schrijf dan hetgeen gij gezien hebt en hetgeen is en hetgeen na dezen geschieden zal12 En ik keerde mij om, ten einde de stem te zien, die met mij sprak. En toen ik mij omkeerde, zag ik zeven gouden kandelaren, 13 en te midden van de kandelaren iemand als eens mensen zoon, bekleed met een tot de voeten reikend gewaad, en aan de borsten omgord met een gouden gordel; 14 en zijn hoofd en zijn haren waren wit als witte wol, als sneeuw, en zijn ogen als een vuurvlam; 15 en zijn voeten waren gelijk koperbrons, als in een oven gloeiend gemaakt, en zijn stem was als een geluid van vele wateren. 16 En Hij had zeven sterren in zijn rechterhand en uit zijn mond kwam een tweesnijdend scherp zwaard; en zijn aanzien was gelijk de zon schijnt in haar kracht.

    17 En toen ik Hem zag, viel ik als dood voor zijn voeten; en Hij legde zijn rechterhand op mij en zeide: Wees niet bevreesd, Ik ben de eerste en de laatste, 18 en de levende, en Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheden, Ik heb de sleutels van de dood en het dodenrijk. 19 Schrijf dan hetgeen gij gezien hebt en hetgeen is en hetgeen na dezen geschieden zal

    Deze tekst beschrijft iemand als “een mensenzoon†die dood is geweest en weer leeft en zich midden in de zeven kandelaren bevindt( zich bekommert om de gemeenten in de loop der tijden)

    Zoals reeds aangehaald slaat de uitdrukking “ mensenzoon†steeds op Jezus Christus.

    Ook hier blijkt de verschijning van die entiteit ( de mensenzoon) van een uitzonderlijke en overweldigende grootsheid , kwaliteit en intensiteit te zijn .

    Niettegenstaande de beide door u aangehaalde teksten op het eerste gezicht totaal over een ander gebeuren gaat blijkt de beschrijving van de twee duidelijk verschillende entiteiten “ de Mensen Zoon†enerzijds en â€de Oude van dagen “anderzijds weldegelijke gemeenschappelijke kenmerken te vertonen.

    Ze zijn beide in hun verheerlijkt voorkomen van een uitzonderlijk en indrukwekkende pracht,, schoonheid, intensiteit en grootsheid.

    Mijn antwoord op uw vraag Wiens haar was als wol? Wiens ogen waren als vuur? Wiens voeten waren als koper? Wiens woorden waren gelijk als het geluid van een menigte/ vele wateren.

    Is dan ook , kijk eerst eens waar u de tekst in Gods woord vindt en weet dat Christus de goddelijke natuur bezit en daarom bij zijn verschijnen aan de mens in zijn verheerlijkte toestand dan ook heel wat gemeenschappelijke kenmerken met de Vader zal vertonen.

  11. Geloof wat u wilt geloven, maar ik ben er van overtuigd dat degene die als eerste uit de dood is opgestaan de almachtige God is!

    Dank u voor dit duidelijk Bijbels onderbouwd antwoord

    Mijn excuus dat ik zo kort reageerde, maar toen ik eerder wel een Bijbels antwoord gaf en wel inhoudelijk reageerde en u er op wees dat de Zoon door uit de dood op te staan bewezen heeft dat hij onsterfelijk is reageerde u daar niet eens op. En dat was net de kern van mijn betoog. De Bijbel leert duidelijk dat er één is die onsterfelijkheid bezit (1 Tim 6,16) en Paulus schreef dat het vergankelijke/sterfelijke zich ook met onsterfelijkheid(1 Kor 15,53-54) dient te bekleden. Eveneens schreef hij dat wij ons met de Heere Jezus Christus moeten bekleden (Rom 13,14; Gal 3,27) die als enige onsterfelijkheid bezit en wij die sterfelijk zijn. Kortom, ik denk dat ik niets teveel heb gezegd en toch bent u in het geheel niet op mijn punt ingegaan. Degenen die zich met Christus hebben bekleed, zijn de overwinnaars in witte gewaden (Op 3,5) hoe ik dat weet? Simpelweg door de volgende passage uit Openbaring 7 te lezen:

    13 En een van de ouderlingen antwoordde en zei tegen mij: Dezen, die bekleed zijn met witte gewaden, wie zijn zij en waar zijn zij vandaan gekomen?

    14 En ik zei tegen hem: U weet het, mijn heer. En hij zei tegen mij: Dezen zijn het die uit de grote verdrukking komen; en zij hebben hun gewaden gewassen en ze hebben hun gewaden wit gemaakt in het bloed van het Lam.

    15 Daarom zijn zij vóór de troon van God, en dienen Hem dag en nacht in Zijn tempel. En Hij Die op de troon zit, zal Zijn tent over hen uitspreiden.

    16 Zij zullen geen honger of dorst meer hebben, en geen zonnesteek of enige hitte zal hen treffen.

    17 Want het Lam, Dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en zal hen geleiden naar de levende waterbronnen. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen.

    De goede verstaander kan uit de volgende passage duidelijk opmaken wie Christus is, namelijk de almachtige God en vader van alles wat leeft.

    Openbaring 2

    18 En schrijf aan de engel van de gemeente in Thyatira: Dit zegt de Zoon van God, Die ogen heeft als een vuurvlam en voeten als blinkend koper:

    19 Ik ken uw werken, de liefde, het dienstbetoon, het geloof, uw volharding en uw werken, en ook dat de laatste meer zijn dan de eerste.

    20 Maar Ik heb enkele dingen tegen u: dat u de vrouw Izebel, die van zichzelf zegt dat zij een profetes is, ongemoeid haar gang laat gaan om te onderwijzen en Mijn dienstknechten te misleiden, zodat zij hoererij bedrijven en afgodenoffers eten.

    21 En Ik heb haar tijd gegeven, opdat zij zich van haar hoererij zou bekeren, maar zij heeft zich niet bekeerd.

    22 Zie, Ik werp haar te bed met hen die overspel met haar plegen, in grote verdrukking, als zij zich niet bekeren van hun werken.

    23 En haar kinderen zal Ik door de dood ombrengen, en alle gemeenten zullen weten dat Ik het ben Die nieren en harten doorzoek, en Ik zal u geven eenieder naar uw werken.

    Beste Bernard3, denk niet dat ik u te kort wilde doen of uw rechtlijnigheid misprijs. Laat mijn Bijbelse inhoudelijke antwoord daar de getuige van zijn.

    Ik meen nochtans dat ik op 4 november 2012 om 07:57 uw mail duidelijk heb beantwoord. (even herlezen aub)

    Maar omdat ik misschien niet uitgebreid genoeg was wil ik nog even verduidelijken (met het risico om in herhaling te vallen met bepaalde Bijbelteksten)

    1 Timoth. 6: 14 – 15“

    dat gij dit gebod onbevlekt en onberispelijk handhaaft tot de verschijning van onze Here Jezus Christus, welke te zijner tijd de zalige en enige Heerser zal doen aanschouwen, de Koning der koningen en de Here der Heren, die alleen onsterfelijkheid heeft en een ontoegankelijk licht bewoont, die geen der mensen gezien heeft of zien kan. Hem zij eer en eeuwige kracht! Amen

    In deze tekst staat duidelijk dat het Jezus Christus is die de ENIGE HEERSER zal doen aanschouwen

    Deze ENIGE HEERSER is dus NIET CHRISTUS maar GOD de VADER

    En deze ENIGE HEERSER is ook DE ENIGE DIE ALLEEN ONSTERFELIJKHEID IN ZICHZELF BEZIT.

    Dit betekent dat buiten Hem er NIEMAND die onsterfelijkheid in zichzelf heeft

    Betekent dit dan dat er niemand is die onsterfelijkheid kan bekomen!!??

    Gods woord Geeft daar een antwoord op .

    Joh. 5 : 26

    “Want gelijk de Vader leven heeft in Zichzelf, heeft Hij ook de Zoon GEGEVEN leven te hebben in Zichzelf. En Hij heeft Hem macht gegeven om gericht te houden, omdat Hij de Zoon des mensen is.

    Als we dus de Zoon van God en God de Vader beschouwen dan zien wij dat ze beide leven hebben in zichzelf .

    MAAR de ene ( GOD de Vader) had het in zichzelf en de andere (de Zoon van GOD) heeft het gekregen.

    Zo ook is er de belofte dat bij de terugkomst van Christus de verlosten met onsterfelijkheid zullen bekleed worden ( 1 Kor 15:50-54)

    Maar betekent dit nu (zoals u beweerde in uw reactie van 03 nov 2012 om 00.47 ) dat Christus omdat Hij onsterfelijkheid ( gekregen) heeft als de Almachtige God kan benoemd worden( en dus dan ook de verlosten op het ogenblik dat zij onsterfelijkheid zullen ontvangen )

    Deze redenering is totaal on-Bijbels en onlogisch omdat in Gods Woord de Gever altijd en in alles de “meerdere†is van de ontvanger. En dit blijkt ook bij de dood van Christus

    In uw betoog schrijft u het volgende:

    “Als er Eén is die onsterfelijkheid bezit dan is dat degene die uit de dood is opgestaan en diegene is Christus.â€

    Welnu volgens Gods woord is Christus niet uit zichzelf opgestaan uit de dood , maar werd Hij door God de Vader opgewekt uit de dood

    Gal 1 :1

    “Paulus, een apostel, niet vanwege mensen, noch door een mens, maar door Jezus Christus, en God, de Vader, die Hem opgewekt heeft uit de doden “

    Romeinen10: 9

    Want indien gij met uw mond belijdt, dat Jezus Heer is, en met uw hart gelooft, dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult gij behouden worden

    GODS woord geeft dus duidelijk aan dat enkel God de Vader de enige is die onsterfelijkheid in zichzelf heeft en het de Zoon GEGEVEN heeft.

    Waarbij de Zoon het op zijn beurt zal doorgeven aan hen die Hem getrouw waren.

    ´Want gelijk de Vader de doden opwekt en levend maakt, alzo maakt ook de Zoon levend, Die Hij wil. (Joh 5:21)

    Ik hoop hiermede ,aan de hand van Gods woord, u duidelijk te hebben gemaakt dat de uitspraak in 1 Tim 6: 14-15

    “de zalige en enige Heerser zal doen aanschouwen, de Koning der koningen en de Here der Heren, die alleen onsterfelijkheid heeft en een ontoegankelijk licht bewoont, die geen der mensen gezien heeft of zien kan “

    Enkel op één enkel Persoon van toepassing is ; namelijk GOD de VADER

    Alsook dat het de hoofdtaak van Christus geweest is om de “naam†van God de Vader ; namelijk zijn karakter, grootheid, goedheid en rechtvaardigheid, aan de mensheid kenbaar te maken

    joh17:3

    Dit nu is het eeuwige leven, dat . zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt.4

    Ik heb U verheerlijkt op de aarde door het werk te voleindigen, dat Gij Mij te doen gegeven hebt. 5 En nu, verheerlijk Gij Mij, Vader, bij Uzelf met de heerlijkheid, die Ik bij U had, eer de wereld was.

    6 Ik heb uw naam geopenbaard aan de mensen, die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt. Zij behoorden U toe en Gij hebt hen Mij gegeven en zij hebben uw woord bewaard. 7 Nu weten zij, dat al wat Gij Mij gegeven hebt, van U komt, 8 want de woorden, die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven en zij hebben ze aangenomen en in waarheid erkend, dat Ik van U ben uitgegaan, en zij hebben geloofd, dat Gij Mij gezonden hebt.

  12. Als er Eén is die onsterfelijkheid bezit dan is dat degene die uit de dood is opgestaan en diegene is Christus.

    ´Want gelijk de Vader de doden opwekt en levend maakt, alzo maakt ook de Zoon levend, Die Hij wil. Want ook de Vader oordeelt niemand, maar heeft al het oordeel de Zoon gegeven'; Opdat zij allen de Zoon eren, gelijk zij de Vader eren. Die de Zoon niet eert, eert de Vader niet, Die Hem gezonden heeft.´ (Joh 5,21-23)

    Onder het OT was de vader de almachtige God en onder het NT is dat de zoon.

    Bij de studie van Gods Woord is het in de eerste plaats noodzakelijk om de verzen die er in staan te respecteren.

    Daarom vind ik het bedroevend dat hier een redenering opgebouwd wordt en conclusies getrokken worden die totaal Bijbelvreemd zijn omdat ze steunen op de door u aangehaalde vervormde tekst.

    'De zalige en alleen machtige Heere, de Koning der koningen en Heere der heren, zal Hem op Zijn tijd laten zien,' (1 Tim 6,15)

    Want de Bijbeltekst is als volgt:

    . dat gij dit gebod onbevlekt en onberispelijk handhaaft tot de verschijning van onze Here Jezus Christus, 15 welke te zijner tijd de zalige en enige Heerser zal doen aanschouwen, de Koning der koningen en de Here der Heren, 16 die alleen onsterfelijkheid heeft en een ontoegankelijk licht bewoont, die geen der mensen gezien heeft of zien kan. Hem zij eer en eeuwige kracht! Amen. NBG

    Dat gij dit gebod houdt, onbevlekt en onberispelijk, tot op de verschijning van onzen Heere Jezus Christus;

    15 Welke te zijner tijd vertonen zal de zalige en alleen machtige Heere, de Koning der koningen, en Heere der heren;

    16 Die alleen onsterfelijkheid heeft, en een ontoegankelijk licht bewoont; Denwelken geen mens gezien heeft, noch zien kan; Welken zij eer en eeuwige kracht. Amen. ( Staten Vert)

    That thou keep this commandment without spot, unrebukeable, until the appearing of our Lord Jesus Christ: 15 Which in his times he shall shew, who is the blessed and only Potentate, the King of kings, and Lord of lords; 16 Who only hath immortality, dwelling in the light which no man can approach unto; whom no man hath seen, nor can see: to whom be honour and power everlasting. Amen ( King James)

    In de oorspronkelijke Bijbeltekst komt het duidelijk naar voor dat het Christus is die op het einde de Koning der Koningen en Here der Heren zal aanduiden, namelijk de enige die onsterfelijkheid in zichzelven heeft en een ontoegankelijk licht bewoond, namelijk GOD de VADER.

    En God de Vader is volgens de Schriften de God van Christus en niet Christus zelf .

    En als God de Vader die de onsterfelijkheid IN ZICHZELVEN heeft dit doorgeeft aan de Zoon

    Want gelijk de Vader leven heeft in Zichzelf, heeft Hij ook de Zoon gegeven, leven te hebben in Zichzelf. 27 En Hij heeft Hem macht gegeven om gericht te houden, omdat Hij de Zoon des mensen is. Joh 5:26-27)

    Is het dan ook volledig onlogisch om te besluiten dat nu plots in het NT de zoon de almachtige God is.

    Ten eerste omdat het God de Vader is die Christus heeft opgewekt

    Gal 1 :1

    “Paulus, een apostel, niet vanwege mensen, noch door een mens, maar door Jezus Christus, en God, de Vader, die Hem opgewekt heeft uit de doden “

    En ten tweede omdat er zeer duidelijk in dit NT staat dat Christus zich zal onderwerpen aan God de Vader

    .

    Kor 15: 20-28

    Maar wanneer Hij ( Christus) zegt, dat alles onderworpen is, is blijkbaar Hij ( de Vader) uitgezonderd, die Hem ( Christus)alles onderworpen heeft. Wanneer alles Hem ( Christus) onderworpen is, zal ook de Zoon zelf Zich aan Hem ( de Vader)onderwerpen, die Hem ( Christus) alles onderworpen heeft, opdat God zij alles in allen.

    Geloof wat u wilt geloven, maar ik ben er van overtuigd dat degene die als eerste uit de dood is opgestaan de almachtige God is!

    Dank u voor dit duidelijk Bijbels onderbouwd antwoord

  13. en laat het nu juist in relatie tot het hele universum (en ook t.o.v. de Vader) zijn, dat Jezus in Hebreeën 1 "God" en Schepper wordt genoemd (met een citaat uit een psalm die overduidelijk over JHWH gaat). Idem overigens voor Johannes 1

    verklaar u even nader en geef eens de door u bedoelde verzen met hun context aub

    want losse beweringen blijken nogal dikwijls loze beweringen

    volgens mij heb ik dat een paar maanden geleden in een ander topic over dit zelfderwerp in discussie met jou al gedaan. Maar vooruit. Overigens neem ik aan, dat je zelf ook het eerst hoofdstuk van Johannes of van de brief aan de Hebreeën nog wel moet kunnen vinden, dus waarom zou ik de verzen (voor de zoveelste keer) moeten geven?

    Bijbelcitaat {SIMPLETEXT}:1 Nadat God voorheen vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had door de profeten, heeft Hij in deze laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon,

    2 Die Hij Erfgenaam gemaakt heeft van alles, door Wie Hij ook de wereld gemaakt heeft.

    3 Hij, Die de afstraling van Gods heerlijkheid is en de afdruk van Zijn zelfstandigheid, Die alle dingen draagt door Zijn krachtig woord, heeft, nadat Hij de reiniging van onze zonden door Zichzelf tot stand had gebracht, Zich gezet aan de rechterhand van de Majesteit in de hoogste hemelen.

    4 Hij is zoveel meer geworden dan de engelen als de Naam die Hij als erfdeel ontvangen heeft, voortreffelijker is dan die van hen.

    5 Want tegen wie van de engelen heeft God ooit gezegd: U bent Mijn Zoon, heden heb Ik U verwekt? En verder: Ik zal voor Hem tot een Vader zijn, en Hij zal voor Mij tot een Zoon zijn?

    6 En wanneer Hij vervolgens de Eerstgeborene in de wereld brengt, zegt Hij: En laten alle engelen van God Hem aanbidden.

    7 En van de engelen zegt Hij weliswaar: Die Zijn engelen maakt tot geesten en Zijn dienaren tot een vuurvlam,

    8 maar tegen de Zoon zegt Hij: Uw troon, o God, bestaat in alle eeuwigheid. De scepter van Uw koninkrijk is een scepter van het recht.

    9 U hebt gerechtigheid lief en haat ongerechtigheid. Daarom heeft Uw God U gezalfd, o God, met vreugdeolie, boven Uw metgezellen.

    10 En: In het begin hebt U, Heere, de aarde gegrondvest, en de hemelen zijn de werken van Uw handen.

    11 Die zullen vergaan, maar U blijft altijd. En ze zullen alle verslijten als een gewaad,

    12 en als een mantel zult U ze oprollen en ze zullen verwisseld worden; maar U bent Dezelfde en Uw jaren zullen niet ophouden.

    13 En tegen wie van de engelen heeft Hij ooit gezegd: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden neergelegd heb als een voetbank voor Uw voeten?

    14 Zijn zij niet allen dienende geesten, die uitgezonden worden ten dienste van hen die de zaligheid zullen beërven?

    voor de volledigheid heel Hebr. 1:

    - vers 2: erfgenaam van alles: wat betekent 'erfgenaam zijn'? Dat je overneemt wat van je vader was. In feite zijn we hier al klaar. Dit statement over Jezus wordt overigens op diverse andere plekken ook gevonden. Jezus merkt zelf op dat Hij alle macht heeft (Mat.28:18, op het moment dat de discipelen twijfelen: twijfelen of ze Hem wel zouden moeten aanbidden...). Verder in Openbaring 5, waar Jezus waardig is alle macht te ontvangen (onderdeel v/d zevenvoudige eer) terwijl elders (Opb.7) over God hetzelfde wordt gezegd (daar ook weer: zevenvoudige eer). Verder in bv. Mat.11:27: "Alle dingen zijn Mij overgegeven door Mijn Vader". Hoeveel duidelijker wil je het hebben? Alles is overgedragen. Het is (even kort door de bocht gesproken) alsof de Vader dood gaat, en de zaak aan de Zoon overdraagt. Uiteraard leven ze beide, en is het beeldspraak, maar wat voor beeldspraak! De Zoon wordt op zodanige manier getekend, zoals je de rechtmatige eigenaar en opvolger (bv. een troonopvolger, of eigenaar v/e familiebedrijf) zou schetsen. Volledig!

    - vers 2b: "door Wie Hij de wereld heeft gemaakt" -> even onthouden

    - vers 3: "Hij, Die de afstraling van Gods heerlijkheid is en de afdruk van Zijn zelfstandigheid" - tja, hier kun je alle kanten mee op. Wat is een 'afdruk van Zijn zelfstandigheid'? Je kunt suggereren dat 'afdruk' minder is dan het origineel, maar dat is niet wat uit de 'erfgenaam' en 'alle macht overgedragen' beeldspraak spreekt. Beter lijkt me: "kopie" -> net zo als het origineel

    - vers 3b: " Die alle dingen draagt door Zijn krachtig woord, heeft" -> alweer een teken dat Jezus God (in de meest verheven zin van het woord) is, want Jezus wordt hier de eigenschap toegeschreven van het dragen/instandhouden v/d schepping, en dat is wat Jahweh doet (o.a. psalm 104).

    - vers 3d: "Zich gezet aan de rechterhand van de Majesteit in de hoogste hemelen." - dit kan weer alle kanten op. Betekent dit een lagere positie 'naast'? Zou kunnen, maar het lijkt mij dat dit gewoon een verwijzing is naar o.a. Daniel 7:13ev, waar de 'mensenzoon' verheven wordt en eer en koningschap krijgt, tot in eeuwigheid. Maar goed, deze beschrijving kan nog steeds twee kanten op: gelijkwaardig aan de Vader, of ondergeschikt aan de Vader

    - vers 4: "Hij is zoveel meer geworden dan de engelen als de Naam die Hij als erfdeel ontvangen heeft, voortreffelijker is dan die van hen." - cryptisch, tot je beseft, om welke Naam het gaat: de naam Jahweh, de enige naam die verheven is (Psalm 148:13)!!! Tel daarbij op dat we weten dat Jezus een 'naam boven alle namen' (Fil.2:6-11) heeft ontvangen. En verder zien we dat Jezus de naam die als enige gegeven is om door gered te worden (Hand.4:12) -- dit wordt overigens door Petrus gezegd, vlak nadat hij in Hand.2:21 nog uit Joel 2 geciteerd had, dat "het zal zo zijn dat ieder die de Naam van de Heere [Jahweh!] zal aanroepen, zalig zal worden.". Opvallend is, dat Petrus eerst spreekt over de naam van Jahweh aanroepen en behouden worden (en nota bene zegt over wat er op dat moment in vervulling gaat: Hand.2:16-17 "Maar dit is wat gesproken is door de profeet Joël: En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees"), en dan hoofdstukken lang, alleen maar praat over de naam van Jezus die als enige tot behoud is, en waardoor allerlei wonderen gebeuren. Zet je aan het denken...Petrus had wel een heel kort geheugen (en Lukas was een uitermate beroerde auteur), of ze bedoelden gewoon echt wat er staat in Handelingen 2-5, namelijk dat de naam Jahweh die Petrus uit Joel 2:32 citeert ("die de Naam van JHWH zal aanroepen, behouden zal worden."), de naam van Jezus is, waarover Petrus kan zeggen: "En de zaligheid is in geen ander, want er is onder de hemel geen andere Naam onder de mensen gegeven waardoor wij zalig moeten worden." (Hand.4:12).

    - vers 5: Want tegen wie van de engelen heeft God ooit gezegd: U bent Mijn Zoon, heden heb Ik U verwekt? En verder: Ik zal voor Hem tot een Vader zijn, en Hij zal voor Mij tot een Zoon zijn?" -- kan weer alle kanten op. Wat betekent het, dat je door God de Vader 'Zoon' wordt genoemd?

    - vers 6: "En wanneer Hij vervolgens de Eerstgeborene in de wereld brengt, zegt Hij: En laten alle engelen van God Hem aanbidden." -- Dit is naar alle waarschijnlijkheid een citaat uit de LXX, uit Deut. 32:43 (maar niet te vinden in de masoretische tekst, dacht ik), waar het gaat over de engelen die Jahweh eren (hier dus op Jezus toegepast). Het kan eventueel ook een parafrase van ps.89:28 zijn, of een samenstelling van die twee verwijzingen. Niet zo gek, aangezien de auteur v/d Hebreeënbrief met name uit psalmen citeert, en Deut.32 (het lied van Mozes) vaak in diezelfde joodse liturgische context werd gebruikt, en ook elders in Hebr. nog terugkomt.

    - vers 7+8: "En van de engelen zegt Hij weliswaar: Die Zijn engelen maakt tot geesten en Zijn dienaren tot een vuurvlam, maar tegen de Zoon zegt Hij: Uw troon, o God, bestaat in alle eeuwigheid. De scepter van Uw koninkrijk is een scepter van het recht." -- de engelen worden als dienaren gecontrasteerd met Jezus, van wie de Vader zegt: "God". Het zijn niet de schepselen, die Jezus 'God' noemen, het is de Vader. Het gaat hier niet om 'als God ten opzichte van' (zoals het voorbeeld van Mozes t.o.v. de farao van Egypte), maar gewoon "God". punt.

    - vers 9: "9 U hebt gerechtigheid lief en haat ongerechtigheid. Daarom heeft Uw God U gezalfd, o God, met vreugdeolie, boven Uw metgezellen." -- copy paste van vers 7-8. Alweer de Vader die Jezus met "God" aanspreekt, volgens de auteur v/d Hebreeënbrief. Weer niet in relatie tot het geschapene of tot de mensen, maar in een interactie tussen Vader en Zoon.

    - vers 10-12: "10 En: In het begin hebt U, Heere, de aarde gegrondvest, en de hemelen zijn de werken van Uw handen. 11 Die zullen vergaan, maar U blijft altijd. En ze zullen alle verslijten als een gewaad, 12 en als een mantel zult U ze oprollen en ze zullen verwisseld worden; maar U bent Dezelfde en Uw jaren zullen niet ophouden." -- alweer wat de Vader tegen de Zoon zegt: "Heere". Om te weten welke Heer hier bedoeld wordt, is het goed om te zien, dat Hebr.1:10-12 een citaat is uit psalm 102, waar deze Heer Jahweh God almachtig is. De hele psalm is één grote bede tot Jahweh, waarin de almachtige Schepper God Jahweh gecontrasteerd wordt met de kleine mens en de nietige schepping. Deze Heer (Jahweh, psalm 102) is onsterfelijk, blijft voor altijd, zal nooit ophouden, etc, terwijl Hij de schepping tot z'n einde brengt. Deze Heer (Jezus, Hebr.1:10-12) is onsterfelijk, blijft voor altijd, zal nooit ophouden, etc, terwijl Hij de schepping tot z'n einde brengt. Ziet iemand anders hier ook een parallel? Jezus wordt hier op de hoogst mogelijke manier beschreven, namelijk als Jahweh, Schepper van alles.

    - vers 13: "En tegen wie van de engelen heeft Hij ooit gezegd: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden neergelegd heb als een voetbank voor Uw voeten?' -- kunnen we ook weer twee kanten op. Het is op zich opvallend, dat het onder onze aandacht wordt gebracht dat de Vader tegen niemand gezegd heeft: "rust maar op je lauweren, ik zal je vijanden aan je onderwerpen"[/i] behalve aan Jezus. Maar ja, als je wilt, kun je dit ook best lezen vanuit een ondergeschikt perspectief voor Jezus.

    - vers 14: over de engelen, slechts relevant omdat het in contrast is met Jezus in vers 13.

    --------

    De score tot nu toe:

    - vers 1: erfgenaam van alles (idem in andere bijbelboeken). [bAlles[/b]... Jezus wordt, zoals de Vader was, dat is wat 'erfgenaam' inhoudt.

    - vers 3: Jezus draagt de schepping (maar dat doet Jahweh, ps.104).

    - vers 4: de voortreffelijke naam die Jezus ontving. Samen met hand.2/4 en Fil.2 en Joel 2/Psalm 148 is duidelijk, dat maar één naam kwalificeert: Jahweh

    - vers 6: de schepping eert Jezus, een aanhaling van één of meer OT teksten die zo over het eren van Jahweh spreken.

    - vers 8-9: de Vader noemt Jezus twee keer "God", niet in relatie tot bv. de schepping, maar gewoon: "God"

    - vers 10-12: Jezus wordt door de Vader aangesproken, zoals de Vader (psalm 102 over Jahweh via de Heilige Geest) over Zichzelf spreekt: onvergankelijke en eeuwige Schepper van alles.

    De overige verzen geven hoge beweringen over Jezus, maar het is niet duidelijk hoe hoog precies. Ze zijn ook compatible met een positie van Jezus die lager is dan die van de Vader.

    Dat was wat ik bedoelde.

    Oh, en voor het geval je je afvraagt of Hebr.1 wel zo verheven gelezen moet worden, ... de auteur kopt 'm nog even in, een aantal zinnen verder:

    Bijbelcitaat {SIMPLETEXT}:4 Immers, elk huis wordt door iemand gebouwd, maar Hij Die dit alles gebouwd heeft, is God.

    nadat iemand eerst in Hebr.1:10-12 heeft geschreven dat Jezus 'alles gebouwd heeft', kan ik me moeilijk voorstellen hoe je aan Hebr.3:4 een andere draai kunt geven, dan te concluderen dat Jezus inderdaad, op de manier zoals de Vader dat is, 'God' is.

    Ik vind het zeer interessant dat u nu juist het boek hebreeën onder de aandacht brengt neemt , want daarin wordt weldegelijk op vele plaatsen de verhouding van de Zoon tegenover zowel de schepsels als tegenover God geplaatst.

    Nadat God eertijds vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had in de profeten, 2 heeft Hij nu in het laatst der dagen tot ons gesproken in de Zoon, die Hij gesteld heeft tot erfgenaam van alle dingen, door wie Hij ook de wereld geschapen heeft.3 Deze, de afstraling zijner heerlijkheid en de afdruk van zijn wezen, die alle dingen draagt door het woord zijner kracht, heeft, na de reiniging der zonden tot stand gebracht te hebben, Zich gezet aan de rechterhand van de majesteit in den hoge, 4 zóveel machtiger geworden dan de engelen, als Hij uitnemender naam boven hen als erfdeel ontvangen heeft.

    1) Christus wordt hier voorgesteld als ERFGENAAM

    Wie is nu de GEVER en wie de ONTVANGER,: de erflater of de erfgenaam?

    Zijn beide dezelfde of verschillende entiteiten?

    Wie bezit er en wie is in bezit gekomen?

    2) Er wordt gesteld ;God heeft DOOR Christus de wereld geschapen.

    Paulus zegt daar het volgende over in 1 Korr 8:6

    “voor ons nochtans is er maar één God, de Vader, uit wie alle dingen zijn en tot wie wij zijn, en één Here, Jezus Christus, door wie alle dingen zijn, en wij door Hem.â€[/b]

    Wie is hier de bouwheer ( de heer , ontwerper en hoofdverantwoordelijke van het gebouw)uit wie alle dingen zijn en wie is hier de bouwmeester ( de uitvoerder van de werken) door wie alle dingen zijn?

    Is dit wederom één en dezelfde entiteit?

    3) Christus ontvangt zet zich aan de rechterkant van wie ? van zichzelf? En ontvang van wie als erfdeel een naam boven de engelen? Terug van zichzelf?

    Immers, tot wie der engelen heeft Hij ooit gezegd: Mijn Zoon zijt gij; Ik heb U heden verwekt? En wederom:Ik zal Hem tot Vader zijn, en Hij zal Mij tot Zoon zijn. 6 En wanneer Hij wederom de eerstgeborene in de wereld brengt, spreekt Hij: En Hem moeten alle engelen Gods huldigen.

    En van de engelen zegt Hij:Die zijn engelen maakt tot winden en zijn dienaars tot een vuurvlam; maar van de Zoon:

    Uw troon, o God, is in alle eeuwigheiden de scepter der rechtmatigheid is de scepter van zijn koningschap. 9 Gerechtigheid hebt Gij liefgehad en ongerechtigheid hebt Gij gehaat; daarom heeft U, o God, uw God met vreugdeolie gezalfd boven uw deelgenoten.

    A) Wie zegt Hier mijn zoon zijt gij en ik heb u verwekt? Is een “ verwekker†nu ook al hetzelfde als de “verwekte†of is de Vader dezelfde als de Zoon

    Wie beveelt hier de Engelen om hulde te brengen, De Zoon of de Vader! Of spreekt hier éénzelfde entiteit over zichzelf om het allemaal eens moeilijk en onbegrijpelijk te maken voor de mens?

    B) Over de zoon wordt in vers 8 gezegd dat Hij God is . Dit is ook zo want elders in Gods woord vinden wij dit nogmaals terug

    Joh. 20:28

    Tomas antwoordde en zeide tot Hem: Mijn Here en mijn God! Jezus zeide tot hem: Omdat gij Mij gezien hebt, hebt gij geloofd? Zalig zij die niet gezien hebben en toch geloven.

    Maar ook Mozes wordt God genoemd :

    Exodus7:1

    De Here echter zeide tot Mozes: Zie, Ik stel u als God voor Farao; en uw broeder Aaron zal uw profeet zijn

    .

    Dus moeten wij verder lezen om te begrijpen wat hier bedoeld wordt en dat wordt duidelijker in vers 9

    daarom heeft U , O God, uw God met vreugdeolie gezalfd.

    Hier stottert De Bijbelschrijver niet omdat hij tweemaal na elkaar het woord God gebruikt, maar hij maakt duidelijk dat de God ( de soeverein ); van de schepsels door zijn God ( de soeverein van alles en iedereen Christus incluis) hier in actie is . Want moest het woord “God†hier tweemaal op dezelfde entiteit betrekking hebben is dit vers totaal zinloos.

    Om dit duidelijker te maken heeft Paulus dan ook op verschillende plaatsen in de Bijbel ( die ik reeds meerdere malen heb aangehaald) dan ook steeds de verhouding tussen de God der schepselen en de God van alles en iedereen( christus incluis) onderlijnd en is zijn conclusie dan ook klaar en duidelijk .

    1 Korr 8:6

    “voor ons nochtans is er maar één God, de Vader, uit wie alle dingen zijn en tot wie wij zijn, en één Here, Jezus Christus, door wie alle dingen zijn, en wij door Hem.â€

  14. Als er Eén is die onsterfelijkheid bezit dan is dat degene die uit de dood is opgestaan en diegene is Christus.

    ´Want gelijk de Vader de doden opwekt en levend maakt, alzo maakt ook de Zoon levend, Die Hij wil. Want ook de Vader oordeelt niemand, maar heeft al het oordeel de Zoon gegeven'; Opdat zij allen de Zoon eren, gelijk zij de Vader eren. Die de Zoon niet eert, eert de Vader niet, Die Hem gezonden heeft.´ (Joh 5,21-23)

    Onder het OT was de vader de almachtige God en onder het NT is dat de zoon.

    Bij de studie van Gods Woord is het in de eerste plaats noodzakelijk om de verzen die er in staan te respecteren.

    Daarom vind ik het bedroevend dat hier een redenering opgebouwd wordt en conclusies getrokken worden die totaal Bijbelvreemd zijn omdat ze steunen op de door u aangehaalde vervormde tekst.

    'De zalige en alleen machtige Heere, de Koning der koningen en Heere der heren, zal Hem op Zijn tijd laten zien,' (1 Tim 6,15)

    Want de Bijbeltekst is als volgt:

    . dat gij dit gebod onbevlekt en onberispelijk handhaaft tot de verschijning van onze Here Jezus Christus, 15 welke te zijner tijd de zalige en enige Heerser zal doen aanschouwen, de Koning der koningen en de Here der Heren, 16 die alleen onsterfelijkheid heeft en een ontoegankelijk licht bewoont, die geen der mensen gezien heeft of zien kan. Hem zij eer en eeuwige kracht! Amen. NBG

    Dat gij dit gebod houdt, onbevlekt en onberispelijk, tot op de verschijning van onzen Heere Jezus Christus;

    15 Welke te zijner tijd vertonen zal de zalige en alleen machtige Heere, de Koning der koningen, en Heere der heren;

    16 Die alleen onsterfelijkheid heeft, en een ontoegankelijk licht bewoont; Denwelken geen mens gezien heeft, noch zien kan; Welken zij eer en eeuwige kracht. Amen. ( Staten Vert)

    That thou keep this commandment without spot, unrebukeable, until the appearing of our Lord Jesus Christ: 15 Which in his times he shall shew, who is the blessed and only Potentate, the King of kings, and Lord of lords; 16 Who only hath immortality, dwelling in the light which no man can approach unto; whom no man hath seen, nor can see: to whom be honour and power everlasting. Amen ( King James)

    In de oorspronkelijke Bijbeltekst komt het duidelijk naar voor dat het Christus is die op het einde de Koning der Koningen en Here der Heren zal aanduiden, namelijk de enige die onsterfelijkheid in zichzelven heeft en een ontoegankelijk licht bewoond, namelijk GOD de VADER.

    En God de Vader is volgens de Schriften de God van Christus en niet Christus zelf .

    En als God de Vader die de onsterfelijkheid IN ZICHZELVEN heeft dit doorgeeft aan de Zoon

    Want gelijk de Vader leven heeft in Zichzelf, heeft Hij ook de Zoon gegeven, leven te hebben in Zichzelf. 27 En Hij heeft Hem macht gegeven om gericht te houden, omdat Hij de Zoon des mensen is. Joh 5:26-27)

    Is het dan ook volledig onlogisch om te besluiten dat nu plots in het NT de zoon de almachtige God is.

    Ten eerste omdat het God de Vader is die Christus heeft opgewekt

    Gal 1 :1

    “Paulus, een apostel, niet vanwege mensen, noch door een mens, maar door Jezus Christus, en God, de Vader, die Hem opgewekt heeft uit de doden “

    En ten tweede omdat er zeer duidelijk in dit NT staat dat Christus zich zal onderwerpen aan God de Vader

    .

    Kor 15: 20-28

    Maar wanneer Hij ( Christus) zegt, dat alles onderworpen is, is blijkbaar Hij ( de Vader) uitgezonderd, die Hem ( Christus)alles onderworpen heeft. Wanneer alles Hem ( Christus) onderworpen is, zal ook de Zoon zelf Zich aan Hem ( de Vader)onderwerpen, die Hem ( Christus) alles onderworpen heeft, opdat God zij alles in allen.

  15. (...)

    Hieronder een zeer beknopte weergave van de vele verzen die in Gods woord te vinden zijn betreffende het “God†zijn

    WAS MOZES "GOD"!!?

    IS JEZUS "GOD"!!?

    IS GOD de VADER "GOD"!!?

    De bijbel geeft op elk van deze drie vragen eén bevestigend antwoord want het woord†God†wordt in de Bijbel altijd gebruikt om de hiërarchische relatie of soevereiniteit van iemand t.o.v. iemand anders aan te duiden.

    Het kan hierbij gaan om ofwel mensen onderling, ofwel Christus in zijn relatie tot de mens(heid), ofwel De Vader in zijn relatie tot Christus en het gehele universum

    (...)

    en laat het nu juist in relatie tot het hele universum (en ook t.o.v. de Vader) zijn, dat Jezus in Hebreeën 1 "God" en Schepper wordt genoemd (met een citaat uit een psalm die overduidelijk over JHWH gaat). Idem overigens voor Johannes 1

    verklaar u even nader en geef eens de door u bedoelde verzen met hun context aub

    want losse beweringen blijken nogal dikwijls loze beweringen

  16. 'Zij zullen oorlog voeren tegen het Lam, maar het Lam – want Heere der heren is Hij en Koning der koningen – zal hen overwinnen, en zij die samen met Hem zijn, geroepenen, uitverkorenen en gelovigen.....Er stond op Zijn bovenkleed en op Zijn dij deze naam geschreven: Koning der koningen en Heere der heren.' (Op 17:14+19:16)

    Wat bedoeld u met deze tekst?

    lees het eens in zijn contect aub

    Wat nou context? Wou u soms beweren dat er TWEE Koningen der koningen zijn en TWEE Heeren der heren? Prima, maar zeg dan niet dat u de Bijbelse waarheid verkondigt.

    U Schreef

    Wou u soms beweren dat er TWEE Koningen der koningen zijn en TWEE Heeren der heren? Prima, maar zeg dan niet dat u de Bijbelse waarheid verkondigt

    En toch ; Niet ik maar Gods woord beweert dat dit weldegelijk zo is.

    Nog nooit gehoord van een onderkoning? En is deze dan in zijn rijk geen koning? Of kan deze dan niet aangesproken worden als Heer over zijn onderdanen?

    Welnu de tekst die u aanhaalt uit Openb17:14 Dezen zullen oorlog voeren tegen het Lam,maar het Lam zal hen overwinnen, want Hij is de Here der heren en Koning der koningen,

    betreft de opstand van de schepsels die met hun koningen in opstand zijn gekomen tegen Christus ; de soeverein van de schepsels.

    Dit hoofdstuk bespreekt de verhouding tussen Christus en zijn schepsels en zegt totaal niets over de verhouding tussen God de Vader en de Zoon van God .

    Om deze verhouding te kennen moet men een andere plaats in de Bijbel opzoeken waar de verhouding tussen God de Vader en de Zoon van God wel duidelijk besproken wordt .

    Bijvoorbeeld in de brief aan de Korintiërs ; waarin duidelijk gesteld word dat Christus (de Here der heren en koning der koningen der schepsels) zijn koningschap overdraagt aan God de Vader ; De ene de enige waarachtige God, de zalige en enige Heerser zal doen aanschouwen, de Koning der koningen en de Here der Heren, die alleen onsterfelijkheid heeft en een ontoegankelijk licht bewoont ( zie bijlteksten teksten onderaan)

    Zoals ik reeds opmerkte toont de Bijbel duidelijk aan dat de hoogste soeverein in het heelal en dus de Koning der koningen en Here der Heren, God de Vader is en niet Jezus.

    Korr. 15: 20-28

    Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, als eersteling van hen, die ontslapen zijn. Want, dewijl de dood er is door een mens, is ook de opstanding der doden door een mens.Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden.Maar ieder in zijn eigen rangorde: Christus als eersteling, vervolgens die van Christus zijn bij zijn komst; daarna het einde, wanneer Hij het koningschap aan God de Vader overdraagt, wanneer Hij alle heerschappij, alle macht en kracht onttroond zal hebben. Want Hij moet als koning heersen, totdat Hij al zijn vijanden onder zijn voeten gelegd heeft. De laatste vijand, die onttroond wordt, is de dood, want alles heeft Hij aan zijn voeten onderworpen.

    Maar wanneer Hij ( Christus) zegt, dat alles onderworpen is, is blijkbaar Hij ( de Vader) uitgezonderd, die Hem ( Christus)alles onderworpen heeft. Wanneer alles Hem ( Christus) onderworpen is, zal ook de Zoon zelf Zich aan Hem ( de Vader)onderwerpen, die Hem ( Christus) alles onderworpen heeft, opdat God zij alles in allen

    joh17:3Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt.

    1 Timoth. 6: 14 – 15“

    dat gij dit gebod onbevlekt en onberispelijk handhaaft tot de verschijning van onze Here Jezus Christus, welke te zijner tijd de zalige en enige Heerser zal doen aanschouwen, de Koning der koningen en de Here der Heren, die alleen onsterfelijkheid heeft en een ontoegankelijk licht bewoont, die geen der mensen gezien heeft of zien kan. Hem zij eer en eeuwige kracht!

  17. Is Jezus “DE ENIGE WAARACHTIGE GOD, DE KONING DER KONINGEN EN HEERSER DER HEERSERSC � NEEN JEZUS is dat niet.

    Want deze titel staat voor de soeverein van alles en iedereen en dit betreft enkel één Iemand in geheel het universum namelijk GOD de VADER

    'Zij zullen oorlog voeren tegen het Lam, maar het Lam – want Heere der heren is Hij en Koning der koningen – zal hen overwinnen, en zij die samen met Hem zijn, geroepenen, uitverkorenen en gelovigen.....Er stond op Zijn bovenkleed en op Zijn dij deze naam geschreven: Koning der koningen en Heere der heren.' (Op 17:14+19:16)

    Wat bedoeld u met deze tekst?

    lees het eens in zijn contect aub

  18. marcus 12;29

    En Jezus antwoordde hen: Het eerste van alle geboden is: Hoor Israel, de Heer onze God is de enige hier.

    Mattheus 19;17

    En Hij zeide tot hem: Wat noemt gij Mij goed? Niemand is goed dan Een, namelijk God.

    Mattheus 27;46

    En omtrent de negende ure riep Jezus met een grote stem zeggende: ELI, ELI, LAMA SABACHTHANI! dat is: Mijn God!Mijn God! Waarom hebt gij Mij verlaten?

    Is jezus god?

    De Mesias, de zoon van Maria was slechts een boodschapper; voorzeker, alle boodschappers voor hem zijn heengegaan. En zijn moeder was een waarheidslievende vrouw. Zij plachtn beide voedsel tot zich te nemen. Zie, hoe Wij de tekenen voor hen (de mensen) verduidelijken, en zie, hoe zij zich afwenden.(Koran hoofdstuk 5 vers 75

    Voorzeker het geval van Jezus is bij Allah hetzelfde als die van Adam. Hij(ALLAH) schiep hem uit stof en zei: ''wees'' en het werd.(koran hoofdstuk 3 vers 60

    Een van de argumenten van de Christenen voor e status van Jezus, iszijn geboorte zonder vader. Natuurlijk is dat een wonder, maar we mogen niet vergeten dat Adam ook vaderloos was en zelfs ook geen moeder had. Als Jezus om die reden vergoddelijkt wordt, dan zou Adam een grotere god zijn, want hij had helemaal geen ouders.

    Er is geen enkel vers in de Bijbel waarin staatdat Jezus zegt: ''Ik ben God''. D Christenen beweren dat o.a. in het volgnde vers die de goddelijkheid van Jezus verkondigt:

    Johannes 1;1

    In het begin was het woord en het woord was bij God en het woord was God.

    Maar volgens de volgende teksten is Jezus geen God:

    Johannes 17;3

    Dit is nu het eeuwige leven, dat zij U kennen, DE ENIGE WAARACHTIGE GOD, en Jezus Christus, die GIJ gezonden hebt.

    Marcus 12;29

    Jezus antoordde: Het eerste is: Hoor, Israel, de here, onze God, de Here is een.

    Jezus kende de toekomst niet

    Marcus 13;12

    Maar van die dag of van die ure weet niemand, ook de engelen in hemel niet, ook de zoon niet, alleen de vader.

    Lucas 2:21

    En toen acht dagen vervuld waren, zodat zij hem moesten besnijden, ontving hij ook de naam Jezus...

    Het klinkt heel vreemd als hij God zou zijn en besneden moet worden?

    Johannes 5:30-31

    Ik kan van niets doen uit mijzelf; ik oordeel zoals ik het van God hoor, en mij oordeel is rechtsvaarig, omdat ik niet mijn wil probeer te don, maar de wil van hem die mij gezonden heeft.

    Jezus had voedsel nodig

    Marcus

    11;12

    En de volgende dag toen zij van Bethanie kwamen werd hij (Jezus) hongerig.

    Indien Jezus God zou zijn, zou hij geen honger mogen krijgen!

    De koran hierover:

    De Messias, de zoon van Maria was slechts een boodschapper; voorzeker, alle boodschappers voor hem zijn heengegaan. En zijn meder was een waarheidslievende vrouw. Zij plachten beide voedsel tot zich te nemen. Zie, hoe Wij de tekenen voor hen (de mensen) verduidelijken, en zie, hoe zij zich afwenden.(koran hoofdstuk 5 vers 75

    Eli , eli lama sabachthani; wat wordt vertaald met, ''mijn god, mijn God, waarom heeft U mij verlaten.

    Hier hebben we de kreet an een hulploze man, die pijnen lijdt en zijn Schepper aanreept.

    Alle gebeurtennissen die we in de bovenstaande teksten lezen, zijn menselijke handelingen. Bovendien wordt ook een stamboom van 42 voorvaderen aan Jezus toegeschreven. Christelijke geleerden vertellen dat Jezus wonderen heeft getoond, da geloven wij ook. In de koran staat:

    De messias, zoon van aria was slechts een boodschapper aan wie andere boodschappers zijn voor afgegaan....(koran hoofdstuk 5 vers 75)

    Alle boodschappers hebben wonderen getoond, het verrichten van wonderen maakt van een profeet geen God!

    Het past niet bij God Zich een zoon te verwekken, Heilig is Hij. Wanneer Hij een beslissing neemt, zegt Hij daartoe slechts: ''Wees'', en het wordt.(koran hoofdstuk 19 vers 35)

    Nog voordat ik op alle details wil ingaan, wil ik even iets over mezelf schrijven:

    In de naam van Nunc, de barmhartige, de genadevolle.

    Vraagje ... wat is er mis met bovenstaande woorden? Wat is het probleem?

    Uw vraag is Jezus “God� is Bijbels gezien te vergelijken met de vraag of Eva “ mens†is.

    Op beide vragen kan dan ook enkel een bevestigend antwoord gegeven worden als men het Bijbels begrip van het woord "God" en "mens" begrijpt.

    Zo niet dan is alles wat hierover gezegd en geschreven wordt ,zoals eerder reeds gezegd ,één kakofonie.

    Het Bijbels antwoord op deze (steeds wederkerende) vragen betreffende “het God zijn†is even simpel als klaar

    Is Jezus “God†? JA Christus is “God†want Hij is de soeverein van alle Schepsels.

    Is Jezus “DE ENIGE WAARACHTIGE GOD, DE KONING DER KONINGEN EN HEERSER DER HEERSERSC � NEEN JEZUS is dat niet.

    Want deze titel staat voor de soeverein van alles en iedereen en dit betreft enkel één Iemand in geheel het universum namelijk GOD de VADER

    Om dit alles duidelijk te stellen heeft de Godheid dan ook de mensheid geschapen naar hun beeld als hun gelijkenis.

    Op de vraag dan is Eva “ mens†kan Bijbels gezien duidelijk JA geantwoord worden want zij had alle eigenschappen van het "mens" zijn . Maar het is ook duidelijk uit Gods woord dat alhoewel beide één (échaad) waren Eva niet “DE MENS†was doch deze titel en soevereiniteit enkel en alleen Adam toekwam.

    Hieronder een zeer beknopte weergave van de vele verzen die in Gods woord te vinden zijn betreffende het “God†zijn

    WAS MOZES "GOD"!!?

    IS JEZUS "GOD"!!?

    IS GOD de VADER "GOD"!!?

    De bijbel geeft op elk van deze drie vragen eén bevestigend antwoord want het woord†God†wordt in de Bijbel altijd gebruikt om de hiërarchische relatie of soevereiniteit van iemand t.o.v. iemand anders aan te duiden.

    Het kan hierbij gaan om ofwel mensen onderling, ofwel Christus in zijn relatie tot de mens(heid), ofwel De Vader in zijn relatie tot Christus en het gehele universum

    Exodus7:1

    De Here echter zeide tot Mozes: Zie, Ik stel u als God voor Farao; en uw broeder Aaron zal uw profeet zijn.

    Exodus.4: 15-17

    Is niet de Leviet Aaron uw broeder? Ik weet, dat hij goed spreekt; en zie, hij is op weg gegaan, u tegemoet, en als hij u ziet, zal hij zich van harte verheugen. Dan zult gij tot hem spreken en de woorden in zijn mond leggen, en Ik zal zijn met uw mond en zijn mond en Ik zal u leren, wat gij doen moet. Hij zal voor u tot het volk spreken en zo zal hij u tot een mond zijn en gij zult hem tot God zijn.

    Joh. 20:28

    Tomas antwoordde en zeide tot Hem (Jezus): Mijn Here en mijn God! Jezus zeide tot hem: Omdat gij Mij gezien hebt, hebt gij geloofd? Zalig zij die niet gezien hebben en toch geloven.

    Korr 1:3

    “Geloofd zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, de Vader der barmhartigheden en de God aller vertroosting,â€

    Joh 20 : 17 -18

    Jezus zeide tot haar: Houd Mij niet vast, want Ik ben nog niet opgevaren naar de Vader; maar ga naar mijn broeders en zeg hun: Ik vaar op naar mijn Vader en uw Vader, naar mijn God en uw God.

    1Korr 11:4

    Ik wil echter, dat gij dit weet: het hoofd van iedere man is Christus, het hoofd der vrouw is de man, en het hoofd van Christus is God

    joh17:3

    Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt.

  19. Beste Bernard3, ik ben er net als u een groot voorstander van om de zaken met een onbevangen geest te beredeneren.

    Filippenzen 2

    5 Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was,

    6 Die, hoewel Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn,

    7 maar Zichzelf ontledigd heeft door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden.

    8 En in gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood.

    De mens Jezus van Nazareth is de vleeswording van God de vader, de Geest van God was in hem en daarom zei Jezus ook:

    '....opdat u erkent en gelooft dat de Vader in Mij is en Ik in Hem.' (Joh 10,38)

    'Gelooft u niet dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden die Ik tot u spreek, spreek Ik niet uit Mijzelf, maar de Vader, Die in Mij blijft, Die doet de werken.' (Joh 14,10)

    Het was dus niet Jezus zelf die sprak, maar God de vader die hem vertelde wat hij moest zeggen (Joh 12,49) dus ook toen Jezus zei dat de vader meer is dan hij (Joh 14,28) was het eigenlijk de vader die de werken deed. De mens Jezus Christus is het huis van de vader en daarom vergeleek hij zijn eigen lichaam ook met de tempel(Joh 2,21) Gods. Als u echter denkt dat Jezus ondergeschikt is aan de vader vergist u zich deerlijk, want hem is gegeven alle macht (Mat 28,18) in de hemel en op aarde.

    'En al wat van Mij is, is van U, en wat van U is, is van Mij...' (Joh 17,10)

    U Schrijft:

    Als u echter denkt dat Jezus ondergeschikt is aan de vader vergist u zich deerlijk, want hem is gegeven alle macht

    Binnen de Godheid gaat het niet om al dan niet "ondergeschikt" te zijn.

    Er is een "één zijn" van denken en handelen tussen de drie hemelse machten.

    Maar de Bijbel is ook zeer duidelijk dat er een hiërarchiese orde bestaat binnen de godheid waarbij God de Vader de hoogste autoriteit heeft

    Korr. 15: 20-28

    Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, als eersteling van hen, die ontslapen zijn. Want, dewijl de dood er is door een mens, is ook de opstanding der doden door een mens.Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden.Maar ieder in zijn eigen rangorde: Christus als eersteling, vervolgens die van Christus zijn bij zijn komst; daarna het einde, wanneer Hij het koningschap aan God de Vader overdraagt, wanneer Hij alle heerschappij, alle macht en kracht onttroond zal hebben. Want Hij moet als koning heersen, totdat Hij al zijn vijanden onder zijn voeten gelegd heeft. De laatste vijand, die onttroond wordt, is de dood, want alles heeft Hij aan zijn voeten onderworpen.

    Maar wanneer Hij ( Christus) zegt, dat alles onderworpen is, is blijkbaar Hij ( de Vader) uitgezonderd, die Hem ( Christus)alles onderworpen heeft. Wanneer alles Hem ( Christus) onderworpen is, zal ook de Zoon zelf Zich aan Hem ( de Vader)onderwerpen, die Hem ( Christus) alles onderworpen heeft, opdat God zij alles in allen.

    Daarom wordt God de Vader door Paulus dan ook als de enige Heerser en God benoemd die alleen onsterfelijkheid of leven in zichzelf heeft ( Hij heeft de onsterfelijkheid aan Christus gegeven Joh5:26)

    1 Timoth. 6: 14 – 15

    “dat gij dit gebod onbevlekt en onberispelijk handhaaft tot de verschijning van onze Here Jezus Christus, welke te zijner tijd de zalige en enige Heerser zal doen aanschouwen, de Koning der koningen en de Here der Heren, die alleen onsterfelijkheid heeft en een ontoegankelijk licht bewoont, die geen der mensen gezien heeft of zien kan.

    1 Korr 8:6

    “voor ons nochtans is er maar één God, de Vader, uit wie alle dingen zijn en tot wie wij zijn, en één Here, Jezus Christus, door wie alle dingen zijn, en wij door Hem.â€

  20. Als wij in dergelijke discussies over "God" spreken is het steeds aan te raden te verduidelijken over welke autoriteit wij het hebben.

    Is het over onze God , de autoriteit over alle schepselen; Jezus Christus, of is het over de Hoogste autoriteit van alles en iedereen; namelijk God de Vader.

    Doen wij dit niet of onderscheiden wij dit niet dan wordt alles door elkaar gehaspeld en wordt Gods woord onbegrijpelijk of verkeerd uitgelegd.

    Hoor, Israël: de HERE is onze God; de HERE is één!

    En voor de rest is dit een zijspoor van een zijspoor... De hele discussie tussen Ed en mij gaat al slechts zijdelings over "vrije wil in de hemel", namelijk alleen over het "hemeldeel" van de TS-vraag... Maar deze discussie hoort volgens mij gewoon thuis in een van de vele "Drie-eenheidstopics"... Ik laat het hier dus maar gewoon bij...

    Mijn punt was om er de aandacht op te vestigen dat u beide steeds naast elkaar en naast de kwestie praat omdat jullie steeds de Bijbelse teksten in verband met God de Vader en deze in verband met Jezus Christus door elkaar haspelen en zodoende verkeerd interpreteren.

    Uw laatste bemerking is daar ook jammer genoeg terug een voorbeeld van.

    Want het door u aangehaalde vers "Hoor, Israël: de HERE is onze God; de HERE is één![/ heeft niet de betekenis van het letterlijk getal één ,want het hebreeuwse woord dat gebruikt wordt is "échaad" en dat betekent een "eenheid" of "één van meerdere"

    Andere Bijbelteksten waarin dit woord voorkomt zijn Geneisis 22: 21-24 Adam en Eva waren één (échaad) (vormden een eenheid ) en een druif is échaad in een tros ( Numerie 13:23) of het offer had plaats op échaad (één) berg (in de bergketen). (Gen. 22:2)

  21. Hendrik,

    Ik gun je de hemel en meer dan dat, maar ja je weet dat ik daar niet over ga!

    Het is niet een kwestie van "hoe je de Bijbel wil lezen" je moet met een onbevangen geest Gods woord lezen en bestuderen. Bovendien legt de Bijbel, zoals je weet, zichzelf uit.

    De Bijbel laat duidelijk uitkomen dat er een Hemelse regering zal komen en aardse onderdanen.

    Lees Daniël 2:44, Mattheüs 24:14, Efez.1:10, Openb. 20:6.

    De laatste tekst laat zien dat personen met Christus regeren, als priesters en koningen.

    Openbaring 4:4-6 laat 24 tronen zien met 24 oudere personen erop voor Gods troon.

    Openb. 3:21 zegt Jezus “wie overwint die zal plaats laten nemen op mijn troonâ€.

    Het is dus een beperkt aantal personen die met Christus in de hemel zullen zijn en zeker niet alle christenen. Zou je zeggen dat alle christen “overwinnenâ€. Bij lange na niet!

    Word de aarde totaal ontvolkt en zullen alle mensen naar de hemel gaan?

    Lees de volgende teksten eens:…

    (Psalm 115:16) . . .Wat de hemel betreft, aan Jehovah behoort de hemel toe, Maar de aarde heeft hij aan de mensenzonen gegeven.

    (Jesaja 45:18) . . .Want dit heeft Jehovah gezegd, de Schepper van de hemelen, Hij, de [ware] God, de Formeerder van de aarde en de Maker ervan, Hij, die haar stevig heeft bevestigd, die haar niet louter voor niets heeft geschapen, die haar geformeerd heeft om ook bewoond te worden:. . .

    Het is logisch en Bijbels dat er voor eeuwig mensen op aarde zullen zijn, denk maar eens aan de opdracht van de mens in Gen.1:28 “weest vruchtbaar en wordt tot velen†(op aarde Hendrik).

    fijne dag allen,

    Ed

    Het is in onze toekomst niet "hemel tegenover aarde", Ed. Dus in die zin is hetgeen je hier weergeeft ook weer niet de gehele "waarheid".

    Want waar er over de schepping geschreven staat "In het begin schiep God de hemel (!) en de aarde" (Gen 1:1) en Kol 1:16 "in Hem (de Zoon) is alles (τὰ πάντα - ta panta = alles) geschapen, alles in de hemel (!) en alles op aarde, het zichtbare en het onzichtbare, vorsten en heersers, machten en krachten, alles is door hem en voor hem geschapen", leert Jezus ons via Johannes:

    "Hij die op de troon zat zei: ‘Alles maak ik nieuw!’" (Openbaring 21:5) - opnieuw dat woord "πάντα": alles... Hemel en aarde worden nieuw vormgegeven. Wat nu "hemel" heet is straks niet meer zoals we het kennen. En hetzelfde geldt voor die "aarde"...

    Waar we dus blijven spreken in termen van hemel en aarde, alsof deze "aioon" (deze "wereld"tijd) niet voorbij gaat en er niet ooit een nieuwe tijd komt (met een hemel en aarde die op een andere wijze zijn vorm gegeven: "door elkaar heen lopen", als ik die laatste hoofdstukken van dat boek Openbaring mag geloven (maar ook diverse uitspraken van Paulus, etc etc), daar gaan we aardig de mist in. En blijft God voor ons gevoel altijd onbenaderbaar op zijn "verre" troon zitten... Terwijl Hij temidden van zijn schepselen wil verkeren!!! Tenminste, dat leert Johannes ons:

    ‘Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’

    Hendrik,

    Ik gun je de hemel en meer dan dat, maar ja je weet dat ik daar niet over ga!

    Het is niet een kwestie van "hoe je de Bijbel wil lezen" je moet met een onbevangen geest Gods woord lezen en bestuderen. Bovendien legt de Bijbel, zoals je weet, zichzelf uit.

    De Bijbel laat duidelijk uitkomen dat er een Hemelse regering zal komen en aardse onderdanen.

    Lees Daniël 2:44, Mattheüs 24:14, Efez.1:10, Openb. 20:6.

    De laatste tekst laat zien dat personen met Christus regeren, als priesters en koningen.

    Openbaring 4:4-6 laat 24 tronen zien met 24 oudere personen erop voor Gods troon.

    Openb. 3:21 zegt Jezus “wie overwint die zal plaats laten nemen op mijn troonâ€.

    Het is dus een beperkt aantal personen die met Christus in de hemel zullen zijn en zeker niet alle christenen. Zou je zeggen dat alle christen “overwinnenâ€. Bij lange na niet!

    Word de aarde totaal ontvolkt en zullen alle mensen naar de hemel gaan?

    Lees de volgende teksten eens:…

    (Psalm 115:16) . . .Wat de hemel betreft, aan Jehovah behoort de hemel toe, Maar de aarde heeft hij aan de mensenzonen gegeven.

    (Jesaja 45:18) . . .Want dit heeft Jehovah gezegd, de Schepper van de hemelen, Hij, de [ware] God, de Formeerder van de aarde en de Maker ervan, Hij, die haar stevig heeft bevestigd, die haar niet louter voor niets heeft geschapen, die haar geformeerd heeft om ook bewoond te worden:. . .

    Het is logisch en Bijbels dat er voor eeuwig mensen op aarde zullen zijn, denk maar eens aan de opdracht van de mens in Gen.1:28 “weest vruchtbaar en wordt tot velen†(op aarde Hendrik).

    fijne dag allen,

    Ed

    Het is in onze toekomst niet "hemel tegenover aarde", Ed. Dus in die zin is hetgeen je hier weergeeft ook weer niet de gehele "waarheid".

    Want waar er over de schepping geschreven staat "In het begin schiep God de hemel (!) en de aarde" (Gen 1:1) en Kol 1:16 "in Hem (de Zoon) is alles (τὰ πάντα - ta panta = alles) geschapen, alles in de hemel (!) en alles op aarde, het zichtbare en het onzichtbare, vorsten en heersers, machten en krachten, alles is door hem en voor hem geschapen", leert Jezus ons via Johannes:

    "Hij die op de troon zat zei: ‘Alles maak ik nieuw!’" (Openbaring 21:5) - opnieuw dat woord "πάντα": alles... Hemel en aarde worden nieuw vormgegeven. Wat nu "hemel" heet is straks niet meer zoals we het kennen. En hetzelfde geldt voor die "aarde"...

    Waar we dus blijven spreken in termen van hemel en aarde, alsof deze "aioon" (deze "wereld"tijd) niet voorbij gaat en er niet ooit een nieuwe tijd komt (met een hemel en aarde die op een andere wijze zijn vorm gegeven: "door elkaar heen lopen", als ik die laatste hoofdstukken van dat boek Openbaring mag geloven (maar ook diverse uitspraken van Paulus, etc etc), daar gaan we aardig de mist in. En blijft God voor ons gevoel altijd onbenaderbaar op zijn "verre" troon zitten... Terwijl Hij temidden van zijn schepselen wil verkeren!!! Tenminste, dat leert Johannes ons:

    ‘Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’

    Als wij in dergelijke discussies over "God" spreken is het steeds aan te raden te verduidelijken over welke autoriteit wij het hebben.

    Is het over onze God , de autoriteit over alle schepselen; Jezus Christus, of is het over de Hoogste autoriteit van alles en iedereen; namelijk God de Vader.

    Doen wij dit niet of onderscheiden wij dit niet dan wordt alles door elkaar gehaspeld en wordt Gods woord onbegrijpelijk of verkeerd uitgelegd.

    Soms is dit onderscheid gemakkelijk te maken in Gods woord bijvoorbeeld:

    Openbaring van Jezus Christus, welke God Hem gegeven heeft om zijn dienstknechten te tonen hetgeen weldra moet geschieden, en welke Hij door de zending van zijn engel aan zijn dienstknecht Johannes heeft te kennen gegeven…..

    Jezus Christus, de getrouwe getuige, de eerstgeborene der doden en de overste van de koningen der aarde.Hem, die ons liefheeft en ons uit onze zonden verlost heeft door zijn bloed en Hij heeft ons tot een koninkrijk, tot priesters voor zijn God en Vader gemaakt – Hem zij de heerlijkheid en de kracht tot in alle eeuwigheden! Amen.

    (Openb1:1-6)

    En een tempel zag ik in haar niet, want de Here God, de Almachtige, is haar tempel, en het Lam. 23 En de stad heeft de zon en de maan niet van node, dat die haar beschijnen, want de heerlijkheid Gods verlicht haar en haar lamp is het Lam

    ( Openbaring 21:22)

    Doch op andere plaatsen moet men eerst het geheel (context of hoofdstuk) lezen alsook andere Bijbelse uitspraken om te begrijpen wie er dan bedoeld wordt.

    En dit gebeurd dan best zoals hierboven werd opgemerkt “met een onbevangen geest†doch dan ook los van vooringenomenheid of vooropgestelde doctrines.

    Hieronder een voorbeeld:

    En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan, en de zee was niet meer. 2 En ik zag de heilige stad, een nieuw Jeruzalem, nederdalende uit de hemel, van God, getooid als een bruid, die voor haar man versierd is. 3 En ik hoorde een luide stem van de troon zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal bij hen zijn, 4 en Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn, want de eerste dingen zijn voorbijgegaan. 5 En Hij, die op de troon gezeten is, zeide: Zie, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zeide: Schrijf, want deze woorden zijn getrouw en waarachtig. 6 En Hij sprak tot mij: Zij zijn geschied. Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde. Ik zal de dorstige geven uit de bron van het water des levens om niet. 7 Wie overwint, zal deze dingen beërven, en Ik zal hem een God zijn en hij zal Mij een zoon zijn.[/i]

    In deze Bijbeltekst komen zowel; God de Vader en als onze God, Jezus Christus, aan bod.

    1)Nederdalende uit de hemel van God ( de Vader)

    2)En over wie gaat het in het verdere gedeelte?

    God zal bij hen zijn , …Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde. Ik zal de dorstige geven uit de bron van het water des levens om niet. 7 Wie overwint, zal deze dingen beërven, en Ik zal hem een God zijn en hij zal Mij een zoon zijn.

    Andere gedeelten uit Gods woord geven daar een antwoord op

    Openb22:12-16[/b]

    Zie, Ik kom spoedig en mijn loon is bij Mij om een ieder te vergelden, naardat zijn werk is. 13 Ik ben de alfa en de omega, de eerste en de laatste, het begin en het einde. 14 Zalig zij, die hun gewaden wassen, opdat zij recht mogen hebben op het geboomte des levens en door de poorten ingaan in de stad. 15 Buiten zijn de honden en de tovenaars, de hoereerders, de moordenaars, de afgodendienaars en ieder, die de leugen liefheeft en doet. Ik, Jezus, heb mijn engel gezonden, om ulieden dit te betuigen voor de gemeenten. Ik ben de wortel en het geslacht van David, de blinkende morgenster.

    Openbaring 21:6

    En Hij sprak tot mij: Zij zijn geschied. Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde. Ik zal de dorstige geven uit de bron van het water des levens om niet.

    Uit vele passages in Gods woord blijkt verder dat deze “alfa en omega†die gekenmerkt wordt door Hem die de dorstige water geeft om niet , die het loon bij zich heeft bij zijn wederkomst en waarin ( in wiens bloed )men zijn klederen moet wassen niemand anders is dan Jezus Christus de God van de schepsels.

    De opgestane Christus, de Zoon van God die de Mens werd en voor de eeuwigheid zijn verheerlijkt lichaam zal behouden, is dan ook diegene die terug zal komen en Iedereen ( niet een paar enkelingen) die in Christus gestorven is zal medenemen naar de hemel om daar tijdens hun tijdelijk verblijf in de hemel de consequenties van de opstand van Satan en de mensheid getoond te worden en de opstandelingen te oordelen.

    En na de “duizend jaar†zullen dan ook allen met Christus naar hun vast verblijf op de nieuwe aarde terugkeren om in de uit de hemel nedergedaalde stad te komen wonen.

    Zie, ik deel u een geheimenis mede. Allen zullen wij niet ontslapen, maar allen zullen wij veranderd worden, 52 in een ondeelbaar ogenblik, bij de laatste bazuin, want de bazuin zal klinken en de doden zullen onvergankelijk opgewekt worden en wij zullen veranderd worden

    1 korr 15:51

    13 Doch wij willen u niet onkundig laten, broeders, wat betreft hen, die ontslapen, opdat gij niet bedroefd zijt, zoals de andere (mensen), die geen hoop hebben. 14 Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven en opgestaan is, zal God ook zó hen, die ontslapen zijn, door Jezus wederbrengen met Hem.15 Want dit zeggen wij u met een woord des Heren: wij, levenden, die achterblijven tot de komst des Heren, zullen in geen geval de ontslapenen voorgaan, 16 want de Here zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan; 17 daarna zullen wij, levenden, die achterbleven, samen met hen op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zó zullen wij altijd met de Here wezen.

    (1 Tess 4: 13-17

  22. Wat vind je er van dat een feest als Halloween vanuit Amerika hier naar Nederland overwaait? En mogen christenen het vieren? Hoe moet ik reageren als er vanavond een paar beeldschone heksen bij me aankloppen met het verzoek of ik een truck of een traktatie wil? Geef ik ze dan een zak snoep mee of wat? Ik ben namelijk helemaal niet bekend met het feest.

    HALOWEEN IN VERBAND MET DODENHERDENKING.

    DODENHERDENKING VROEGER .

    De Romeinen herdachten hun doden in de maand februari . Er werd negen dagen gerouwd .

    Op 13 februari had men een eerste herdenking : de PARENTALIA . Op deze dag werden de overleden familieleden herdacht . De dag werd ingezet met een officieel offer door de Vestaalse maagden . Op de graven werden kleine giften ( offerkransen, fruit, zout, brood …) neergelegd .

    Er werden maaltijden gebruikt op de graven en gebeden om de zielen van de verwanten te sussen en om hen in de graven te houden .

    De rouwperiode werd op 21 februari afgesloten met de FERALIA, het officiële Romeins feest ter herdenking van de doden .

    De dag erop, op 22 februari dus, was er de CARISTIA : een familie reünie waarbij familievetes werden opgelost . Verwanten en hechte vrienden trakteerden elkaar die dag op een feestmaal, waarbij ieder iets van eten of drinken meebracht. Het feestmaal duurde tot laat in de avond en men vertrok niet voordat men gedronken had op de voorspoed van de familie en het vaderland. Verder stuurde men elkaar ook eetwaren als geschenk en bracht men offers aan de laren (de Romeinse huisgoden).

    Tijdens het pontificaat van Bonifatius IV (608-615) werd het Pantheon in Rome omgebouwd tot kerk gewijd aan de Heilige maagd Maria & alle martelaren . De overlevering vertelt dat 28 karrenvrachten beenderen uit de catacomben werden gehaald en onder het altaar van de kerk geplaatst werden . Deze paus stelde ter dier gelegenheid ook het “martelarenfeest†in dat gevierd werd op 13 mei . (In navolging van de Oosterse kerk die dit feest reeds in de vierde eeuw op die datum vierde )

    Paus Gregorius III (731-741) breidde in 732 de herdenking uit van de martelaren naar “alle heiligenâ€

    In het jaar 837 verplaatste paus Gregorius IV (827-844) dit feest van 13 mei naar 1 november .

    ALLERHEILIGEN .

    In de katholieke kerk wordt op die dag het thema van het einde der tijden behandeld en men draagt missen op aan alle heiligen die verondersteld worden in de hemel te verblijven . Het is ook de dag waarop traditioneel de kerkhoven bezocht worden . De traditie om Chrysanten op de graven te zetten dateert van rond de jaren 1880 .

    ALLERZIELEN .

    Op 2 november herdenkt de katholieke kerk alle overleden gelovigen .

    Deze traditie stamt voor zover bekent uit de abdij van CLUNY waar abt Odilo in 998 bepaalde dat alle met Cluny verbonden kloosters op de dag na Allerheiligen de gestorvenen op bijzondere liturgische wijze moesten herdenken . Deze herdenkingsdag werd algemeen in de 14e eeuw .

    Tijdens het concilie van TRENTE (1545-1563) werd de geloofsleer vastgelegd dat er een vagevuur is en dat de overleden gelovigen daar door de gelovigen op aarde kunnen worden geholpen . De Katholieke kerk leerde ook dat het op Allerzielen voor gelovigen mogelijk was om “zieltjes uit het vagevuur†aan een volle aflaat te helpen, zodat ze direct naar de hemel gingen In West-Vlaanderen noemde men dit “pernukkelen†. Daarvoor moest de gelovige één maal rond de kerk gaan, vervolgens de kerk binnen gaan en zes “onze Vaders†, zes “Weesgegroeten†en zes “glorie zij de Vaders†opzeggen . Als hij dan de kerk uitging had hij zijn “volle aflaat†verdient . Door dit ritueel te herhalen kon hij telkens opnieuw een volle aflaat verdienen .

    HALLOWEEN .

    Etymologisch komt Halloween van “all hallows eve . Hallow betekent heilige . All hallows eve betekent dus zoveel als de avond voor Allerheiligen .

    Bij de Kelten van Groot Bretagne begon het nieuwe jaar op 1 november . Halloween was voor hen dus een soort oudejaarsavond . Het Keltische Nieuwjaar werd “Samhain†genoemd .

    Het feest van Samhain was bijzonder omdat de Kelten geloofden dat op die dag de geesten van de afgestorvenen terug kwamen naar hun huizen . Om die reden werd er dan ook voor hen voedsel aan de deuren gelegd . Om boze geesten af te weren (welke die dag ook vrij spel hadden) droegen de mensen maskers . Ook uitgeholde bieten met een kaars erin werden verondersteld de boze geesten af te schrikken . Later ging men uitgeholde pompoenen gebruiken, de zogenaamde Jack-o- lantaren . (Pompoenen komen uit de nieuwe wereld) . Het was ook de dag voor traditionele activiteiten die verband hielden met toekomt voorspellingen, offervuren en magische handelingen en gelukbrengers om zichzelf een voorspoedig jaar te verzekeren .

    De Halloween festivals die we kennen in onze streken werden ingevoerd uit de Verenigde Staten, waar ze in de tweede helft van de 19e eeuw ingevoerd werden door de talrijke immigranten uit Schotland en Ierland .

    DIA DE LOS MUERTOS . ( dag van de doden )

    In Mexico worden Allerheiligen en Allerzielen op een heel speciale wijze gevierd .

    Men gelooft dat de zielen van kinderen op 1 november en deze van volwassenen op 2 november terugkeren . Graven worden schoongemaakt, prachtig versierd en van voedsel voorzien . E r worden altaren gebouwd en offers gebracht . Het is ook een dag van allerlei feestelijkheden, meestal met een luguber tintje .

    De dag der doden vindt haar oorsprong in de voorouderverering van de oorspronkelijke midden-

    Amerikaanse indianen bevolking . Men bewaarde de schedels van de voorouders en voerde er allerlei rituelen mee uit ter ere van de godin van de onderwereld Mictecacihuati . Oorspronkelijk werd dit festival gevierd begin augustus, maar met de komst van de Spanjaarden werd het verplaatst naar Allerheiligen en Allerzielen en ermee geassimileerd .

  23. Het is pedagogisch totaal onverantwoord om een kind in zijn eigen kinderlijke (brabbel)taal aan te spreken . Dit omdat het zijn spreekvaardigheid ernstig zal vertragen of schaden.

    Al is het in het begin moeilijk en vreemd toch worden de kinderen reeds vanaf het begin geconfronteerd met de werkelijke taal en haar gramatica.

    Zo ook is het totaal onverantwoord om jongeren, die nog in de kinderschoenen staan in verband met God en zijn Woord, een boek aan te bieden die men "Bijbel" noemt en in feite een suggoraat ( vervalsing )is.

    Want de oorspronkelijke Bijbelse woorden en uitdrukkingen, die hier vervormd of veranderd worden, zijn in vele gevallen zeer belangrijk om te begrijpen wat er bedoeld wordt in het vers of het hoofdstuk.

    Ik vrees dat hier, zoals in het verleden al meermaals het geval is geweest bij andere zogezegde "moderne of nieuwe bijbelvertalingen", er andere belangen in het spel zijn ( zowel filosofische, doctrinaire als financiële) dan de bezorgdheid om Gods Woord duidelijk en onveranderd te verspreiden.

  24. Hebben de mensen in het hiernamaals - met name die mensen die naar de

    hemel gaan - nog een vrije wil?

    (a) Als dat niet zo is, wat is er dan zo mooi aan de hemel als God ons het

    mooiste dat hij ons gegeven heeft, weer afneemt?

    (B) Maar als het wel zo is, kunnen we dan in de hemel opnieuw zondigen?

    © Zoniet: waarom hebben we dan niet vanaf het begin dezelfde soort vrije

    wil gekregen die in de hemel wordt uitgereikt?

    Een vrije wil is inherent ( onafscheidelijk verbonden) aan het “mens zijn†en was dan ook aanwezig bij de eerste mens. Adam had niet, zoals wij op vandaag, een overgeërfde gevallen natuur ( een neiging tot opstand tegen Gods systeem), maar was volledig vrij in zijn keuzemogelijkheden. Hij was dan ook vóór zijn opstand volledig op de hoogte van Gods wil, de opstand van de (gevallen) engelen en het gevaar van de verleiding.

    Als afstammelingen en erfgenamen van de gevallen Adam betekent dit dat wij nog steeds een vrije wil hebben met de mogelijkheid tot kiezen tussen twee verschillende zaken. Al zijn wij meer beperkt door onze gevallen natuur

    Als er in de Bijbel staat dat God niet kan liegen betekent dit niet dat God in de onmogelijkheid is ( de potentie niet heeft) om te liegen; maar wel dat de consequenties van die daad zo groot zijn dat God niet en nooit wil liegen.

    Het zelfde geldt voor een liefhebbende moeder die nooit haar kinderen pijn kan doen, dit niet omdat ze het niet “kan†( in de onmogelijkheid is) maar omwille van de gevolgen van haar daden voor haar kinderen.

    Zo zullen ook alle uit de dood opgestane (herschapen) mensen, zowel tijdens hun tijdelijk verblijf in de hemel ( waarbij ze de consequenties van de opstand zullen getoond worden en de opstandelingen geoordeeld hebben), en ook later na de duizend jaar, in hun vast verblijf op de nieuwe aarde, nog steeds hun vrije wil bezitten.

    Maar zij zullen niet of nooit meer willen in opstand komen tegen Gods systeem omwille van de pijn en het leed dat dit voort zou brengen voor God en voor de anderen.

    Te meer daar het schrijnend bewijs van de gevolgen van de opstand, voor eeuwig aanwezig zullen blijven in de handen, voeten en zijde van hun liefhebbende Schepper en Verlosser.

  25. Naar mijn weten is het de Bijbel die ons Gods woord brengt en daarom had ik graag van u geweten waar in de Bijbel Christus beweert dat "de ziel" onsterfelijk is.

    l

    Marcus 12:26 Wat nu de doden betreft, dat zij opgewekt worden, hebt gij niet gelezen in het boek van Mozes, bij de braamstruik, hoe God tot hem sprak, zeggende: Ik ben de God van Abraham en de God van Isaak en de God van Jakob? 27 Hij is niet een God van doden, maar van levenden.

    En is dit nu het bijbesls " bewijs" dat de ziel onsterfelijk is!?. een tekst die spreekt over de opstanding van zij die dood zijn en herschapen zullen worden bij de opstanding der doden.

    Nochtans is Gods woord heel duidelijk wat betreft de betekenis van het woord ziel en wat er gebeurd als deze "ziel " zondigt

    Zie, alle zielen zijn van Mij, zowel de ziel van de vader als die van de zoon zijn van Mij; de ziel die zondigt, die zal sterven. (Ezechiel 18:4)

    De ziel die zondigt, die zal sterven. Een zoon zal niet mede de ongerechtigheid van de vader dragen, en een vader zal niet mede de ongerechtigheid van de zoon dragen. De gerechtigheid van de rechtvaardige zal alleen rusten op hemzelf en de goddeloosheid van de goddeloze zal alleen rusten op hemzelf.Ezechiel 18:2

    Waarbij het ook duidelijk is dat in Gods woord de uitdrukking "ziel" de betekenis heeft van een levend wezen en niet van een zelfstandig denkend en voelend onderdeel van de mens

    En de HEERE God had den mens geformeerd uit het stof der aarde, en in zijn neusgaten geblazen den adem des levens; alzo werd de mens tot een levende ziel

    (Genesis 2:7)Staten Vert

    toen formeerde de HERE God de mens van stof uit de aardbodem en blies de levensadem in zijn neus; alzo werd de mens tot een levend wezen.Genesis 2:7 NBG

    Aldus staat er ook geschreven: de eerste mens, Adam, werd een levende ziel; de laatste Adam een levendmakende geest 1 Korr.15:45

×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

We hebben cookies op je apparaat geplaatst om de werking van deze website te verbeteren. Je kunt je cookie-instellingen aanpassen. Anders nemen we aan dat je akkoord gaat. Lees ook onze Gebruiksvoorwaarden en Privacybeleid