Spring naar bijdragen

bernard 3

Members
  • Aantal bijdragen

    1.150
  • Geregistreerd

  • Laatst bezocht

Berichten geplaatst door bernard 3

  1. Davy,

    De dood van Jezus Christus opende de weg voor zondige mensen om vergeving van zonden te krijgen en eeuwig leven op een paradijsaarde.

    Hij is ook "de opstanding en het leven" (Joh.11:25).

    Dus in de toekomst zal Jezus de doden een opstanding geven op aarde (lees Joh.5:28-29).

    groet,

    Ed

    Davy

    Bovenstaand antwoord is een voorbeeld van hetgeen ik bedoelde

    Hierbij wordt een tekst ondersteund door bijgaande Bijbelteksten die dan ook rechtstreeks met het onderwerp te maken hebben.

  2. Dat lijkt me alles behalve wreed. Aangezien er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde komt, waar God dicht bij de mens is en alleen godsvruchtige mensen leven. Lijkt me tamelijk aangenaam.

    Je neemt nu als uitgangspunt dat er geen leven is tot de opstanding, toch?

    Dan heb ik een vraag aan je: waarom is Jezus gestorven? Hij opende daarmee toch de poorten van de dood? Of was het voor de show, om de voorspelling uit te laten komen?

    beste davey 964

    zomaar teksten uit hun verband rukken is steeds gevaarlijk;

    geef eerst misschien eens aan waar je deze tekst vandaan haalt en of de context waarin deze staat weldegelijk iets te maken heeft met de toestand in de dood.

  3. Overigens zijn de schriften natuurlijk wel de belangrijkste bron van kennis over Jezus, maar zeker niet de enige.

    Welke zijn er dan nog meer?

    Andere geschriften (apostolische vaders inderdaad), getuigenis van de martelaren, liturgie etc.

    Maar ik denk dat al deze zaken een organisch geheel vormen. Bijvoorbeeld wat is de traditie zonder de Schrift? Noem één orthodox geschrift waarin de Schrift niet geciteerd wordt. Maar wat is de Schrift zonder de Kerk? Er zou niet eens een Schrift zijn. Maar wat is de Kerk zonder de traditie? En wat is de traditie zonder de levende viering van de liturgie? Maar wat is de viering van de liturgie zonder de Schrift? Etc. etc.

    Er zijn dus meer bronnen maar tegelijk is er ook maar één bron: de openbaring van Gods waarheid (depositum fidei). Je kunt de verschillende "kanalen" waardoor deze tot ons wordt gecommuniceerd niet kunstmatig uit elkaar trekken en tegen elkaar uitspelen.

    Er is echter wel een probleem als deze "verschillende kanalen" zoals je ze benoemd op bepaalde punten ( leerstellingen) de Bijbel fundamenteel tegenspreken.

    Wie of wat heeft dan volgens u de autoriteit?

  4. Het tweede leven duurt voor de meeste mensen 5 minuten? Kan je nauwelijks een leven noemen.

    vijf minuten!!! waar haal je dit vandaan !?

    Dit was maar een voorbeeld. Ik neem aan dat jouw oordeel geen dagen duurt.

    Gelukkig moet ik niet oordelen over de strafmaat dat is Gods zaak

    Maar het ging hier in wezen over het feit dat men nog een bepaalde tijd leeft na de eerste opstanding. Waarbij men het oordeel moet aanhoren en vervolgens de eeuwige dood sterven.

    Hoe lang deze levensduur nu precies is daarover laat de bijbel ons in het ongewisse

  5. "Naast dat de Bijbel Schrift geworden is, weten 'we' ook dat God de Auteur is van de Bijbel." Wie zegt dat? Ik weet alleen dat er in de Bijbel ergens staat de heel de Schrift door God is geinspireerd oid. Zijn er nog andere aanwijzingen?

    Een enkele tekst als aanwijzing dat God de Auteur is van de Bijbel had je al.

    Waar je naar vroeg is of er nog andere aanwijzingen zijn.

    Dit is een legitieme vraag, en ook exact het onderwerp van deze draad.

    Enkele dagen lang was niet gereageerd op jouw vraag ( of op andere bijdragen hier).

    Een antwoord heb ik geplaatst maar is verwijderd.

    Zoals je hopelijk nog hebt kunnen lezen, heb ik het bewijs geleverd.

    God is de Auteur van de Bijbel.

    @oceanos

    @broer konijn

    Iemand die ook maar enigszins logisch denkt weet dat men de basisregels van gelijk welke organisatie dient te aanvaarden en te respecteren als men zich een lid van deze organisatie wil of kan noemen.

    Maar op dit vlak hebben vele gelovigen blijkbaar alle gevoel voor logica opzij gezet en zijn ze blind voor het feit dat; als men zich volgeling van iets of iemand ( in dit geval Christus) wil noemen men zich dan ook de door Hem opgestelde basisregels dient te aanvaarden en deze ongewijzigd te respecteren en te bewaren.

    Daar nu ongelovigen meestal zeer logisch en kritisch denkende mensen zijn, hebben zij dit dan ook vlug door en is dit dan ook veelal de reden dat ze (en terecht) vele gelovigen beschuldigen van opportunisme en / of hypocrisie

  6. Deze zag ik en daar dank ik voor. Ik lees nu een vers in Openbaringen, hoofdstuk 2 vers 11: wie overwint,zal zeker geen schade toegebracht worden door de tweede dood.

    Voordat er een tweede dood is, moet er een tweede leven vooraf gaan, toch?

    Dit is ook zo want iedereen wordt opgewekt uit de dodenslaap ( de eerste dood )

    Zij die getrouw geweest zijn bij de terugkomst van Christus en zij die dat niet waren bij het eindoordeel.

    En deze laatsten ondergaan dan de eeuwige en totale vernietiging door vuur bij de uitvoering van het oordeel, de zogenaamde tweede dood waaruit geen opstanding meer mogelijk is en daarom ook de eeuwige dood wordt genoemd .

    Het tweede leven duurt voor de meeste mensen 5 minuten? Kan je nauwelijks een leven noemen.

    vijf minuten!!! waar haal je dit vandaan !?

  7. De woorden van de HEERE zijn reine woorden,

    als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes,

    gezuiverd zevenmaal.

    Ú, HEERE, zult hen bewaren,

    U zult hen beschermen tegen dit geslacht, voor eeuwig.

    Psalm 12:7,8 [HSV]

    "Naast dat de Bijbel Schrift geworden is, weten 'we' ook dat God de Auteur is van de Bijbel." Wie zegt dat? Ik weet alleen dat er in de Bijbel ergens staat de heel de Schrift door God is geinspireerd oid. Zijn er nog andere aanwijzingen?
    In onderstaande allereerst even de focus op het OT.

    De Bijbel claimt veelvuldig Gods Woord te zijn. Het is van God ingegeven door de onfeilbare ingeving van de Heilige Geest. Haar gezag berust op haar Goddelijkheid..

    De oorsprong van de Schrift ligt niet in de wil van mensen, maar in de werking van Gods Geest. Daaruit volgt dat wij in de Schrift, al is zij door mensen geschreven, niet met een gewoon menselijk boek te doen hebben. Je noemde al de tekst uit Timotheüs:

    “Al de Schrift is van God ingegeven…†(2 Tim.3:16).

    En neem bijvoorbeeld ook Petrus. Hij zegt wel heel stellig “wij zijn geen kunstiglijk verdichte fabelen nagevolgdâ€. Maar hoe weet hij dat zo zeker? De Schrift waarop hij zich beriep was toch vele honderden jaren oud.

    Petrus geeft 2 redenen waarom hij het zo zeker weet.

    De eerste reden is dat hij zelf getuige was van Christus Majesteit: Hij was erbij toen Christus op de berg verheerlijkt werd. Petrus heeft tezamen met de discipelen Gods stem vanuit de Hemel gehoord die toen zei over Jezus: “Deze is Mijn geliefde Zoon, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb; hoort Hemâ€.

    En de tweede reden die Petrus geeft is de Schrift:

    “En wij hebben het profetische Woord, dat zeer vast is, en gij doet wel dat gij daarop acht hebt, als op een licht schijnende in een duistere plaatsâ€.

    Petrus noemt de Schrift dus ‘vast’. Als iets vast is dan betekent dat, dat je daar van op aan kunt. Een stevig en betrouwbaar steunpunt. Je kunt erop bouwen. Het is een fundament. Petrus zegt dat je er zelfs op moet achten als een licht schijnende in de duisternis. Zoals psalm 119 zegt “Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht voor mijn padâ€.

    En dit is zo omdat, zoals Petrus zegt, het een “profetische Woord†is. Profetie is Godsspraak; het zijn Woorden van God. De Schrift is Gods Woord.

    En Petrus legt daar direct verdere nadruk op als hij vervolgt met:

    “Dit eerst wetende, dat geen profetie der Schrift is van eigen uitlegging; Want de profetie is voortijds niet voortgebracht door de wil eens mensen, maar de heilige mensen Gods, van de Heilige Geest gedreven zijnde, hebben ze gesproken.†(2 Petrus 1:21).

    Dus de stelligheid is gebaseerd op het feit dat de Schrift niet voortgebracht is door mensen maar door de Heilige Geest. Door God. Het is Gods Woord.

    Tot zover.

    Voor de geïnteresseerden; Er is meer over te vertellen.

    Het startpunt van de Schrift is God. De Schrift is het boek van de openbaring van God.

    In opdracht van God

    Betreffende de schrijvers; de Heere gaf hun te spreken, en hun woord was van God, wat ook overeenkomt met het zelfgetuigenis van alle profeten van het OT.

    Zij weten zich immers doorgaans klaar en duidelijk door de Heere geroepen (Ex.3, ISam.3, Jes.6, Jer.1, Ezech.1-3 enz.).

    Zij zijn zich bewust, dat de Heere tot hen gesproken heeft, en dat zij van Hem de openbaring hebben ontvangen. Zij treden op met het majestueuze: “Alzo spreekt de Heere, Heere†(Jes.1:1, Jer 1en 2 etc.) en zij vorderen voor dat woord absolute gehoorzaamheid. En ja, wanneer zelfs de roeping van Godswege ingaat tegen hun begeren en hun willen, is God hun te sterk en moeten zij gaan. Dan baten Mozes geen uitvluchten (Ex.3). Dan mag Jesaja niet weigeren. Dan roept Amos uit:

    “De Heere Heere heeft gesproken, wie zou niet profeteren†(Amos 3:8),

    en dan moet Jeremia belijden:

    “Heere! Gij hebt mij overreed, en ik ben overreed geworden: Gij zijt mij te sterk geweest, en hebt overmocht …. Dies zeide ik: ik zal Zijner niet gedenken, en niet meer in Zijn naam spreken; maar het werd in mijn hart als een brandend vuur, besloten in mijn beenderen; en ik bemoeide mij om te verdragen, maar kon niet†(Jer.20:7,9).

    Om die reden maken zij ook scherp onderscheid tussen wat God hun openbaart en hetgeen opkomt uit hun eigen hart, en prediken het volk alleen wat de Heere zegt (Num16:28; Neh.6:8).

    Door het volk werden zij als gezanten van God erkend, die door Hem verwekt en gezonden zijn, en Zijn woord spreken (Jer.26:5; Ezra 9:11, etc.)

    En Israël heeft van het begin aan, tenzij het in afgoderij zich van God Zelf keerde, naar hen gehoord als naar de boden van God. Niet dat de profeten hun optreden daarvan afhankelijk stelden. Nee, ze zijn, al zou heel Israël hen verwerpen, zich van hun goddelijke zending ten volle bewust, en staan steeds in de onverzettelijke overtuiging van hun roeping en in de onwankelbare zekerheid dat zij Gods Woord spreken.

    En Jesaja en Amos en Jeremia en Ezechiel laten zich niet door het volk terugdringen. Een sprekend voorbeeld vinden we bij Jeremia, als hij om zijn verkondiging van Jeruzalem’s verwoesting met de dood wordt bedreigd. In zijn verdedigings rede doet hij geen poging zich te rechtvaardigen anders dan met zijn beroep op zijn Goddelijke zending:

    “De HEERE heeft mij gezonden, om tegen dit huis en tegen deze stad te profeteren al de woorden, die gij gehoord hebt;

    Nu dan, maakt uw wegen en uw handelingen goed, en gehoorzaamt de stem des HEEREN, uws Gods; zo zal het den HEERE berouwen over het kwaad, dat Hij tegen u gesproken heeft.

    Doch ik, ziet, ik ben in uw handen; doet mij, als het goed, en als het recht is in uw ogen;

    Maar weet voorzeker, dat gij, zo gij mij doodt, gewisselijk onschuldig bloed zult brengen op u, en op deze stad, en op haar inwoners; want in der waarheid, de HEERE heeft mij tot u gezonden, om al deze woorden voor uw oren te spreken.â€(Jer.26:12-15)

    Toepassen op het geschreven woord ?

    Maar geldt dit niet alles voor het gesproken woord?

    Kunnen wij dit wel toepassen op de Schrift ?

    Zeker, want tussen het gesprokene en het geschrevene is geen tegenspraak, en ook het geschrevene treedt met goddelijke autoriteit op. Wel zijn de uitspraken van het OT waarin een bevel tot schrijven wordt gegeven betrekkelijk klein in aantal:

    - “Toen zeide de Heere to Mozes: schrijf dit ter gedachtenis in een boek …†(Ex.17:14)

    - “Verder zeide de Heere tot mij: Neem u een grote rol en schrijf daarop ….†(Jes.8:1)

    - “En Ik zal over dat land brengen al Mijn woorden, die Ik daarover gesproken heb; al wat in dit boek geschreven is, wat Jeremia geprofeteerd heeft over al deze volken. †(Jer.25:13)

    - “Toen antwoordde mij de HEERE, en zeide: schrijf het gezicht, en stel het duidelijk op tafelen, opdat daarin leze die voorbijloopt†(Hab.2:2)

    - Etc.

    Wat er zakelijk gezegd en schreven is, is één, en daarom eisen de profeten voor hun geschreven woord dezelfde autoriteit als voor’t gesproken woord. Dit blijkt duidelijk uit Jesaja 34:16:

    “zoekt in het boek des Heeren, en leest; niet een van deze zal er feilen, het ene noch het andere zal men missen; want Mijn mond zelf heeft het geboden, en Zijn Geest zelf zal ze samenbrengenâ€

    Met dat boek des Heeren bedoelt Jesaja de rol waarin zijn profetie wordt opgetekend, en die rol, die schrift wordt door hem genoemd het boek van Jehovah. Hij spreekt hier dus heel duidelijk de goddelijke autoriteit van zijn eigen opgetekende profetien uit, en wat van zijn profetie kan gezegd worden, is zeker ook van toepassing op de geschriften van alle profeten.

    Wat we lezen in Jeremia 36:2 bevestigt dit. Daar spreekt de Heere tot Jeremia:

    “neem u een rol des boeks, en schrijf daarop al de woorden, die Ik tot u gesproken heb over Israel en over Juda, en over al de volken, van den dag af, dat Ik tot u gesproken heb, van de dagen van Josia aan, tot op dezen dagâ€.

    Deze rol moet Baruch worden voorgelezen, opdat “misschien hunlieder smeking voor des Heren aangezicht zal neervallen, en zij zich zullen bekeren, een iegelijk van zijn boze weg; want groot is de toorn en de grimmigheid, die de Heere tegen dit volk heeft uitgesprokenâ€

    Hier wordt weer het woord des Heeren vereenzelvigd met de rol van Jeremia. Hier treedt weer de Schrift met gezag op, en wanneer straks de koning Jojakim deze rol versnijdt en in het vuur verbrandt, zegt de Heere niet: het geschrevene komt er minder op aan. Maar waakt Hij voor de eer van het geschrevene en klinkt Zijn bevel:

    “neem u weder een andere rol, en schrijf daarop al de eerste woorden, die geweest zijn op de eerste rol†(vs.28). En dan spreekt Hij Zijn strafwoord uit over de koning die zich vergrepen heeft aan Zijn getuigenis.

    Meerdere plaatsen zouden genoemd kunnen worden. Bedenk bijvoorbeeld slechts aan de wet des Heren. God schrijft Zelf de tien woorden op twee tafelen. Hij spreekt ook zelf meermalen van het geschrevene. In Deutr.32:24 lezen we dat Mozes de woorden der wet geschreven heeft in een boek, en Israël bezat het wetboek in Schrift.

    Ten overvloede nog dit: de Heere gebiedt Daniël: “En gij, Daniël! Sluit deze woorden toe, en verzegel dit boek, tot de tijd van het einde; vele zullen het naspeuren en de wetenschap zal vermenigvuldigd worden†(Dan.12:4).

    Wet van Mozus ?

    Voor ons is de wet, de vijf boeken van Mozes, het Woord van de Here, en wij steunen in dit geloof op hetgeen de wet van zichzelf getuigt:

    Het is de Heere Die haar door Mozes aan Israël gegeven heeft. Uit Zijn mond heeft het volk haar ontvangen, want dit geldt niet alleen van de tien geboden en van het verbodsboek dat in Exodus 21-23 beschreven wordt. Ook alle andere wetten komen door het spreken van God tot Israël, en keer op keer lezen we in de vijf boeken: de Heere zeide, of de Heere sprak tot Mozes. De meeste hoofddelen beginnen met deze woorden. “Toen sprak de Here tot Mozes zeggende†(ex.25:1 vgl.30:11,17,22,34; 34:1 etc.), “En de Here riep Mozes en sprak tot hem uit de tent der samenkomsten, zeggende: spreek tot de kinderen Israels, en zeg tot hen etc. (Lev.1:1; 4:1; 6:1). “Voorts sprak de Heere tot Mozes†(Num.1:1; 2:1; 4:1, etc.). En vooral in het boek Deuteronomium, waarin Mozes het volk dat gereed staat het beloofde land binnen te trekken, herinnerd aan alles wat de Heere gedaan heeft en wordt met nadruk gewezen op de goddelijke oorsprong van de wet. “De Heere onze God sprak tot ons aan de Horeb, zeggende: †(1:6). “Gelijk de Heere tot mij gesproken had†en “toen sprak de Heere tot mij, zeggende†(2:2). “Toen sprak de Heere tot mij†(3:2). “De Heere, onze God heeft een verbond met ons gemaakt aan Horeb†(5:2). “Terzelfder tijd zeide de Heere tot mij†(10:1).

    En om niet meer te noemen: Mozes schrijft de woorden van de wet tenslotte in een boek, en spreekt van dit boek: “Neemt dit wetboek, en legt het aan de zijde van de ark des verbonds des Heeren, uws Gods, dat het aldaar zij ten getuige tegen u†(31:26).

    Niet alleen zegt de wet zelf dat “de Heere tot Mozes sprak aangezicht aan aangezicht, gelijk een man met zijn vriend spreektâ€(ex.33:11), niet slechts lezen we in het boek Numeri het woord des Heeren: “Van Mond tot mond spreek Ik met hem, en door aanzien, en niet door duistere woorden; en de gelijkenis des Heeren aanschouwt hij†(12:8), niet alleen getuigt de Heere tot Mozes, dat Hij een profeet zal verwekken, “als u†(deutr.18:18). Maar ook Israëls profeten en zangers hebben Mozus die eer gegeven. “Hij heeft Mozes Zijn wegen bekend gemaakt†(ps.103:7), en: “nochtans dacht Hij aan de dagen van ouds, aan Mozes en Zijn volk†(Jes.63:11).

    Het is duidelijk dat ook de onderdelen van de Schrift getuigen dat ze van God zijn. Zij stemmen samen omdat zij het ene werk van de Heilige Geest vormen. Daarom zijn zij ook toen en door alle tijden heen als gezaghebbend erkend.

    - De wet des Heeren werd in het heiligdom gelegd (ex.25:22, Deutr.31:9)

    - Wat Jozua schrijft, is voor het volk het boek van de redenen des Heeren (Joz.24:26,27)

    - Samuel spreekt tot het volk het recht van het koninkrijk, en schrijft het in een boek, en legt het voor het aangezicht van de Heere (1Sam.10:25)

    - De poezie wordt opgeschreven en bewaard (het lied van Mozes, Deutr.31:19). De psalmen van David, (2 Sam.1; 23:1-3, etc. psalm 72:20)

    - De spreuken worden door de mannen van Hizkia verzameld (spr.25:1)

    Zo heeft Israel zijn Schrift in gelovige gehoorzaamheid aanvaard. En datzelfde gezag geldt onverzwakt voor ons. Want zo buigt ook Christus zich voor haar autoriteit.

    Geest en Woord.

    Want zovelen als er door den Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods. (…) gij hebt ontvangen de Geest der aanneming tot kinderen, door Welken wij roepen: Abba, Vader (Rom 8:14,16)

    De ware Geest getuigt van Christus.

    De Geest der waarheid, Die van den Vader uitgaat, Die zal van Mij getuigen.(Joh.15:26).

    Want door Hem hebben wij beiden den toegang door één Geest tot den Vader

    Zo zijt gij dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods, Gebouwd op het fundament der apostelen en profeten,waarvan Jezus Christus is de uiterste Hoeksteen; (Ef.2:20)

    En Christus en de apostelen getuigen van de Schrift:

    Christus' getuigenis: Gods Woord

    Om te beginnen, Christus heeft het OT altijd als eenheid beschouwt.

    Dit blijkt in de eerste plaats uit al de uitspraken waarin het OT ‘de Schrift’(enkelvoud) genoemd wordt, terwijl toch in devolgende teksten verschillende boeken geciteerd worden ( b.v. Luk.4:21, Joh.7:38, Joh.13:18 ; 17:12 ; 19:24, 28, 36, 37, Joh.20:9, etc.).

    De eenheid leert Jezus ons in Joh.10:35: “en de Schrift kan niet gebroken wordenâ€. Hier haalt Hij een woord aan uit psalm 82 om de Joden ervan te overtuigen dat dit woord goddelijke autoriteit heeft. En stelt Hij voorop dat al wat in het OT staat vast en bondig is. De schrift, dat is dus heel het OT, laat zich niet verbreken, dus dit geldt ook voor dit psalmwoord.

    Bovendien wordt de eenheid bevestigd omdat Christus van dit psalmwoord zegt “is er niet geschreven in uw wet: Ik heb gezegd, gij zijt goden†(vers 34). Hij plaatst dus het psalmwoord in de wet. Hij gebruikt de naam wet voor de gehele Oude Testament.

    Voor Christus bestaat de eenheid van de Schriften hierin dat achter de bijbelschrijvers de Heilige Geest staat, en dat de Schrift in al haar delen het Woord van God is.

    Want Hij haalt wel meermalen een tekst uit het OT aan met de naam van de schrijver, maar Hij citeert ook uit dezelfde schrijvers meermalen met de formule “er staat geschrevenâ€, of nog sterker: Hij gebruikt ook de uitdrukking: “want David heeft door den Heiligen Geest gezegd†(Mark.12:36), en erkent daarmee dat David door de geest gedreven is.

    Noemen van de naam van de schrijver:

    - Mozes, b.v. in Matt.8:4 ; 19:8 ; Joh.5:45 ; 7:22

    - Jesaja in Matt.15:7

    - David in Matt.22:43

    - Daniël in Matt. 24:15

    Christis heeft dus oog voor de eigen karakteristiek van de bijbelschrijver en voor de menselijke factor. Maar tegelijk legt Hij alle nadruk op de goddelijke factor.

    Onder andere uit het feit dat hij keer op keer zijn aanhalingen aldus inleidt: “gelijk geschreven staatâ€, of “er is geschrevenâ€.

    Deze uitdrukking zegt niet slechts dat hier en daar wat geschreven of te lezen staat, maar wijst klaarblijkelijk op een autoriteit. Het is niet maar een mensenwoord, dat wij voor kennisgeving kunnen aannemen, maar het goddelijke getuigenis, dat voor ons kracht van wet heeft en waaraan wij gehoorzaamheid verschuldigd zijn.

    - zo weerstaat Hij in de woestijn de verzoeking van de duivel met het: er is geschreven (matt.4:4, 7, 10).

    - Zo getuigt Hij van Johannes de Doper: “deze is het, van denwelken geschreven staatâ€(matt.11:10; vgl Luk.10:26; Joh.6:45).

    Dat Jezus deze autoriteit van het OT erkent is b.v. te zien in het feit dat Jezus in Matt.9:13 twee uitspraken van het OT, namelijk Hosea 6:6 en Micha 6:8 aaneenrijgt tot een Schriftwoord.

    Ook wordt dit bewezen uit al de uitspraken van Jezus waarin hij het OT aanhaalt en deze woorden dan inleidt met de formule: “God spreektâ€:

    - Zo spreekt Hij van David dat deze in de 110e psalm door de Geest de Messias zijn Heere noemt (Matt.22:43, mark.12:36).

    - En zo citeerd Hij de wetten van het Oude Verbond niet als wetten van Mozes, maar als geboden van de Heere (Matt.15:4 ; Mark.12:46).

    Nooit heeft Christus ook maar in een opzicht de goddelijke herkomst van het OT geloochend of in twijfel getrokken, maar altijd is door Hem dit Bijbeldeel beschouwd als het werk van de Heilige Geest. En daarom heeft Jezus zich ook onvoorwaardelijk aan het gezag van de Schrift onderworpen in absolute gehoorzaamheid.

    De Gehoorzaamheid van Jezus blijkt zelfs bij enkele woorden, ook aan die enkele woorden kent Jezus gezag toe:

    • 1) Bijvoorbeeld in het betoog dat Christus houdt tegen de Sadduceën over de opstanding uit de doden. Die Sadduceën hebben Hem lastig gevallen met de vraag naar de vrouw die 7 mannen gehad had:
      “in de opstanding dan, wiens vrouw zal zij wezen van die zeven? Want zij hebben ze allen gehad.†En dan antwoordt Jezus hun: “gij dwaalt, niet wetende de Schriften, noch de kracht Gods. Want in de opstanding nemen zij niet ten huwelijk, noch worden ten huwelijk uitgegeven, maar zij zijn als engelen Gods in de hemel. En wat aangaat de opstanding der doden, hebt gij niet gelezen hetgeen van God tot u gesproken is. Die daar zegt: Ik ben de God Abrahams, en de God Izaks, en de God Jakobs ? God is niet een God der doden, maar der levenden. †(Matt.22:23-32).
      Dit woord van God waarop de Heiland zich beroept, is het woord dat Hij tot Mozes gesproken heeft vanuit het brandend braambos, en nu is Jezus Conclusie: wanneer God zich zovele jaren na de dood van de aartsvaders nog openbaart als de God van Abraham, Izak en Jakob, en zegt: ik ben hun God, moet volgen dat zij nog leefden en nog bestonden omdat God Zich niet hun God kan noemen als ze niet meer leefden.
      Dus de bewijsvoering zou alle grond hebben gemist wanneer er in de plaats van ‘Ik ben’ stond: ‘Ik ben geweest’. En dat is in het Hebreeuws slechts een klein verschil. Dat hangt slechts van enkele letters af.
    • 2) In Matt.22:41-46, wijst Jezus de Farizeën er op dat Davids Zoon ook Davids Heere is en dus zelf God is. Want David zegt inde 110e psalm: “De Heere heeft gezegd tot mijn Heere: zit aan Mijn rechterhand†(vs.1). Hierop komt alles aan op het tweetal woorden ‘Mijn Heere’ of liever op het ene woord “mijnâ€. En dat bezittelijke voornaamwoord ‘Mijn’ wordt in het Hebreeuws uitgedrukt door één letter, namelijk de jod, zodat de klem van Jezus betoog hangt aan die ene letter. Zo nauw neemt Jezus de autoriteit van het OT, en zo nauw luistert voor Hem het gezag van deze uitspraken van de Schrift.

    En wie hierop let verstaat ook dat de Heiland in de bergrede zegt:

    “Want voorwaar zeg Ik u: totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet een jota (kleinste letter van hebr. alfabet), noch een tittel (de kleine streepjes en bochtjes waardoor de verschillende letters uit het hebr. alfabet zich laten onderscheiden), van de wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied.â€(matt.5:18).

    Of zoals Lukas deze waarheid van de Heere weergeeft: “het is lichter, dat de hemel en de aarde voorbijgaan, dan dat een tittel van de wet valle â€(Luk.16:17).

    Sterker kan het gezag van het OT niet beleden worden.

    En wanneer het dan aankomt op de jota’s en de tittel’s, op de kleinste letters en de kleinste tekens, dan ook zeer zeker op het kleinste en geringste, wat de Heilige Schrift ons meedeelt, en waarin wij misschien slechts bijkomstigheden zien.

    Wij hebben slechts te aanvaarden wat door de Geest van God tot ons is gekomen.

    Want Indien Christus het niet beneden Zich geacht heeft om voor de letter van de Schrift te buigen, dan is zeker in geen enkel opzicht vernederend voor ons of een afbreuk aan onze christelijke vrijheid, wanneer wij ootmoedig geloven hetgeen door de heilige schrijvers is te boek gesteld.

    Bouwen op Christus

    Bouwen op het fundament is doen wat Jezus zegt. Zoals Jezus duidelijk maakt met de gelijkenis over het bouwen van het huis op de rots als fundament:

    En wat noemt gij Mij, Heere, Heere! en doet niet hetgeen Ik zeg? Een iegelijk, die tot Mij komt, en Mijn woorden hoort, en dezelve doet, Ik zal u tonen, wien hij gelijk is.(luk.6:46 e.v.)

    Voordat we kunnen doen wat Jezus zegt, moeten we Zijn woorden gehoord hebben; we moeten hem kennen. Alle geloof begint met kennen en voor waar aannemen.

    Want hoe kun je Jezus, de uiterste hoeksteen, aannemen als het is, een naam zonder inhoud, een klank zonder wezen?

    De apostel Paulus verklaart in de Romeinenbrief: Hoe zullen zij in Hem geloven van welken zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen zonder die hen predikt (Rom.10:14)

    Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods (Rom.10:17)

    Ook hier komen we weer bij Gods Woord uit om Christus te kennen. Gods Woord getuigt van

    Christus en daarom moeten we de Schriften onderzoeken. Zoals Jezus zelf zegt:

    Onderzoekt de Schriften want gij meent in dezelve het eeuwige leven te hebben, en die zijn het die van Mij getuigen (Joh.5:39)

    En in de gelijkenis van de arme Lazarus laat Jezus Abraham de rijke man verwijzen naar Mozes en de profeten: “dat zij die horen.†(luk.16:29, zie ook Joh.5:46,47)

    Jezus ging hun hierin voor door telkens de Schriften geopend.

    Van Paulus lezen we dat hij in Thessalonica “drie sabbatten lang met hen uit de Schriften handelde, dezelve opende†( Hand.17:2,3). En zij hebben het aangenomen als Gods Woord:

    “toen gij het gepredikte woord Gods van ons hebt ontvangen, het hebt aangenomen niet als een woord van mensen, maar, wat het inderdaad is, als een woord van God†(1 Tes. 2:13).

    Ook de apostelen zelf kwamen tot geloof door het horen van het Woord:

    "Toen Hij dan opgewekt was uit de doden herinnerden zijn discipelen zich, dat Hij dit gezegd had, en zij geloofden de Schrift en het woord, dat Jezus gesproken had" (Joh. 2:22).

    Jezus had beloofd: "Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie mijn woord hoort en Hem gelooft, die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven en komt niet in het oordeel" (Joh. 5:24).

    Gods Woord: Jezus en de Bijbel

    De persoon en het werk van Jezus zijn niet te scheiden van de Heilige Schrift.

    De Christus van de Schriften wijst naar de Schrift van de Christus.

    Er is overeenstemming tussen het vleesgeworden woord en het schriftgeworden woord.

    Beiden zijn door God aan de wereld gegeven.

    Christus houding van vertrouwen in de Schrift en volledige onderwerping daaraan, bepaalt hoe mijn eigen houding moet zijn ten opzichte van de Schrift. Mijn geloof in Christus, is gebonden aan mijn geloof in de Schrift die Hem openbaart en die Hij bevestigt. Als ik het onfeilbare gezag van de Heere erken, kan ik niet anders dan geloven in de feiten en in de leer van het geïnspireerde Boek.

    En of Christus voor ons een hoeksteen is of een steen des aanstoots wordt bepaald door onze gehoorzaamheid aan het Woord:

    “Daarom is ook vervat in de Schrift: Ziet, Ik leg in Sion een uitersten Hoeksteen, Die uitverkoren en dierbaar is; en: Die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden.

    U dan, die gelooft, is Hij dierbaar; maar den ongehoorzamen wordt gezegd: De Steen, Dien de bouwlieden verworpen hebben, Deze is geworden tot een hoofd des hoeks, en een steen des aanstoots, en een rots der ergernis;

    Dengenen namelijk, die zich aan het Woord stoten, ongehoorzaam zijnde, waartoe zij ook gezet zijn.†(I Petr.2:6-8)

    “alle vlees is als gras, en alle heerlijkheid des mensen is als een bloem van het gras. Het gras is verdord, en zijn bloem is afgevallen; Maar het Woord des Heeren blijft in der eeuwigheid; en dit is het Woord, dat onder u verkondigd is.†( I Petr.1:24)

    Geen macht van de hel kan dat veranderen. Dit komt omdat God zelf zijn Woord bewaart.

    (Jes. 40:8, Ps.12:7-8, Luk.21:33, 2 Petr.1:19).

    Als wij blijven in Gods Woord dan zullen we niet beschaamd worden.

    “Gij onderzoekt de Schriften, want gij meent daarin eeuwig leven te hebben, en deze zijn het, welke van Mij getuigen.†(Joh.5:39)

    “Als gij in mijn woord blijft, zijt gij waarlijk discipelen van Mij en gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken.“(Joh.8:31-32).

    Wie niet blijft in dat Woord, dat Woord zal hem veroordelen. Zoals Jezus zegt:

    “Wie Mij verwerpt en mijn woorden niet aanneemt, heeft een, die hem oordeelt: het woord, dat Ik heb gesproken, dat zal hem oordelen ten jongsten dage.†(Joh.12:48)

    Johannes 14:23

    "Jezus zeide: Indien iemand Mij lief heeft, zal

    hij mijn woord bewaren en mijn Vader zal

    hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen

    en bij hem wonen"

    Ik vind hetgeen je schrijft zeer interessant en ook volledig juist.

    Wat mij dan ook steeds geweldig verwonderd heeft is dat mensen die dit onderschrijven en doorgeven er zich in de praktijk totaal niets van aantrekken doordat ze Gods eigenhandig geschreven voorschriften zomaar afbreken of wijzigen .

    En daardoor aan anderen die geloof maar niets vinden in feite bewijzen dat deze volledig gelijk hebben. Omdat deze gelovigen wel beweren hun God te volgen maar in werkelijkheid zich van Hem niets aantrekken en hun eigen weg volgen.

  8. Ik heb in mijn een-na-vorige post wat teksten laten zien.

    Deze zag ik en daar dank ik voor. Ik lees nu een vers in Openbaringen, hoofdstuk 2 vers 11: wie overwint,zal zeker geen schade toegebracht worden door de tweede dood.

    Voordat er een tweede dood is, moet er een tweede leven vooraf gaan, toch?

    Dit is ook zo want iedereen wordt opgewekt uit de dodenslaap ( de eerste dood )

    Zij die getrouw geweest zijn bij de terugkomst van Christus en zij die dat niet waren bij het eindoordeel.

    En deze laatsten ondergaan dan de eeuwige en totale vernietiging door vuur bij de uitvoering van het oordeel, de zogenaamde tweede dood waaruit geen opstanding meer mogelijk is en daarom ook de eeuwige dood wordt genoemd .

  9. Om de Bijbelse betekenis van het woord “dood†te begrijpen moet men eerst begrijpen wat de Bijbel bedoelt met de uitdrukking †levend wezenâ€

    Dit begrip nu van een levend wezen; (levende) “ziel†of nephesh komt ongeveer 1700 maal voor in Gods woord, doch nergens staat vermeld of maakt de Bijbel er enige verwijzing naar of allusie op dat de ziel onsterfelijk is; wel integendeel

    Beste bernard 3,

    Dit is niet de eerste keer dat je dit op credible schrijft en je weet dus dat we er een antwoord op hebben.

    Nephesh betekent volgens Gesenius zowel 'persoon' als 'ziel'. Het is dus een homoniem en betekent twee dingen.

    Misschien is deze Bijbelpassage interessant:

    Er was eens een rijke man die gewoon was zich te kleden in purperen gewaden en fijn linnen en die dagelijks uitbundig feestvierde. Een bedelaar die Lazarus heette, lag voor de poort van zijn huis, overdekt met zweren. Hij hoopte zijn maag te vullen met wat er overschoot van de tafel van de rijke man; maar er kwamen alleen honden aanlopen, die zijn zweren likten. Op zekere dag stierf de bedelaar, en hij werd door de engelen weggedragen om aan Abrahams hart te rusten. Ook de rijke stierf en werd begraven. Toen hij in het dodenrijk, waar hij hevig gekweld werd, zijn ogen opsloeg, zag hij in de verte Abraham met Lazarus aan zijn zijde. Hij riep: “Vader Abraham, heb medelijden met mij en stuur Lazarus naar me toe. Laat hem het topje van zijn vinger in water dompelen om mijn tong te verkoelen, want ik lijd pijn in deze vlammen.†Maar Abraham zei: “Kind, bedenk wel dat jij je deel van het goede al tijdens je leven hebt ontvangen, terwijl Lazarus niets dan ongeluk heeft gekend; nu vindt hij hier troost, maar lijd jij pijn. Bovendien ligt er een wijde kloof tussen ons en jullie, zodat wie van hier naar jullie wil gaan dat niet kan, en ook niemand van jullie naar ons kan oversteken.†Toen zei de rijke man: “Dan smeek ik u, vader, dat u hem naar het huis van mijn vader stuurt, want ik heb nog vijf broers. Hij kan hen dan waarschuwen, zodat ze niet net als ik in dit oord van martelingen terechtkomen.†Abraham zei: “Ze hebben Mozes en de profeten: laten ze naar hen luisteren!†De rijke man zei: “Nee, vader Abraham, maar als iemand van de doden naar hen toe komt, zullen ze tot inkeer komen.†Maar Abraham zei: “Als ze niet naar Mozes en de profeten luisteren, zullen ze zich ook niet laten overtuigen als er iemand uit de dood opstaat.â€â€™

    Ik ben van mening dat dit het beste bewijs voor een leven na de dood is. Lazarus en de rijke man sterven en komen na hun dood in de hemel respectievelijk de hel terecht.

    Een doorgewinterde JG zal protesteren: 'het is een gelijkenis, die moet je niet letterlijk nemen!'

    Dat is natuurlijk zo, maar om mijn argument te begrijpen moet je wel kijken naar de tijd waarin Jezus dit zei.

    Uit de Dode Zeerollen en andere geschriften uit de eerste eeuw weten we dat de joden toen geloofden dat je na de dood in de hemel of de hel zou komen. De discipelen waren joods, dus geloofden dat ook. Als Jezus niet in een leven na de dood zou geloven, dan had Hij de discipelen verschrikkelijk misleid door de hemel en hel te gebruiken in een gelijkenis zonder erbij te vertellen dat die niet bestonden. Niet echt realistisch dus.

    Tot slot nog wat over BDE's (bijna-doodervaringen). Ik wil geloven dat heel veel verzonnen zijn, maar er zijn ook BDE's waarbij de patiënt van bovenaf op zichzelf neerkeek: hij/zij zweefde dus buiten zijn/haar lichaam. Hierbij konden sommigen ook het dak van het ziekenhuis zien, waarbij ze vertelden dat er dingen op het dak lagen waarvan ze nooit konden weten dat ze daar lagen! Nog een bewijs voor een ziel los van het lichaam.

    Als, omdat Christus gedurende zijn openbaar leven beweerde dat Hij “de deur “ of het “lam†was, men daaruit afleidt dat Christus een houterig en schaapachtig voorkomen had. Dan trekt men deze conclusie enkel op basis van een bepaalde uitspraak zonder rekening te houden met de context van het gebeuren waarin deze uitspraak plaatsvond.

    Wat hier in de door u aangehaalde passage uit Lucas 16:20 gebeurd is dat Jezus een gelijkenis aan het vertellen is.

    Maar als Jezus in gelijkenissen spreekt gebruikt Hij een verhaal met een bepaald doel . En waarom hij soms in gelijkenissen spreekt staat duidelijk vermeld in Matteüs 13:10-17.

    Het is dus gevaarlijk om een parabel of gelijkenis letterlijk toe te passen want dit is meestal onjuist en komt men in de problemen.

    Een gelijkenis of parabel is een geestelijke les waarbij het verhaal enkel een drager van deze geestelijke boodschap is en niets meer.

    Als Jezus bijvoorbeeld in Matteüs 13 : spreekt over de zaaier dan geeft Hij geen les in zaaitechniek voor boer en tuinder, want geen enkele intelligente boer zou het in zijn hoofd halen om zo maar het kostbare zaad op de weg en tussen de rotsen te gooien

    Het onderwerp van de gelijkenis van de zaaier is dus niet de letterlijke zaaitechniek; maar wel een les over de verschillende houding van mensen en de toestand van hun hart ten opzichte van Zijn boodschap.

    Zo ook is het onderwerp waarover Christus spreekt in de parabel over de rijke man en de arme Lazarus niet de toestand IN de dood maar juist wel de houding en het gedrag van de nog levende mensen in zijn omgeving, namelijk de hooghartige en eigenwijze Farizeeën

    Zij moesten door deze ernstige les leren zien dat zelfs afstammelingen van de Aartsvaders door hun eigen ongeloof buiten geworpen zouden worden en gelovige heidenen samen met Abraham, Izaäk en Jacob erfgenamen zouden worden van Gods rijk.

    Daarom geeft Jezus dan ook aan het eind van zijn gelijkenis een korte samenvatting van zijn gedachten

    “ Maar Abraham zeide: Zij hebben Mozes en de profeten, naar hen moeten zij luisteren….. Indien zij naar Mozes en de profeten niet luisteren zullen zij ook, indien iemand uit de doden opstaat, zich niet laten gezeggen.â€( Lucas 16:29,31

    Wat nu de geloofsovertuiging van de Joden betreft die ten tijde van Jezus leefden . Welnu Christus heeft meermaals en op verscheidene tijdstippen duidelijk gemaakt dat deze op vele punten afweek van hetgeen de aardsvaders en de profeten leerden.

    En dat de apostelen als kinderen van hun tijd en cultuur bepaalde van deze verkeerde leringen hadden overgenomen zal hoogstwaarschijnlijk wel het geval geweest zijn. Ook daarom heeft Hij ze drie jaar lang onderwezen. Met als resultaat dat bijvoorbeeld Petrus ons op zijn beurt leert dat de doden niet opgevaren zijn naar de hemel maar (onbewust ) rusten in het graf tot hun opstanding bij de terugkomst van Christus ( Handelingen 2: 29-34).

    En uit de context blijkt ook duidelijk dat Petrus hier niet in gelijkenissen spreekt maar wel klaar en duidelijk het heeft over de toestand der doden.

    Tot wat een levende mens in staat is en hoe zijn brein werkt en wat de capaciteiten ervan zijn , daarvan is men tot op vandaag nog verre van op de hoogte.

    Maar wat nu de bijna-doods ervaring van mensen betreft . Het woord zegt het zelf ; deze mensen zijn nooit dood geweest , enkel bijna dood. Dus kan men uit hun ervaring(en) geen conclusies trekken wat de toestand van de doden is.

  10. Ik zit toch weer te twijfelen, want de teksten die geciteerd zijn zoals 'alles gaat naar een plaats... tot stof zult u wederkeren' duidt nog steeds op het lichamelijke vergaan, en zegt niets over de ziel. De ziel kan immers dan ook terugkeren naar waar hij vandaan komt. naar God.

    Bernard, dank voor je posts, ik kan je vaak maar moeilijk volgen moet ik zeggen. Ik vraag me ook af hoe je zo snel een met meerdere bijbel citaten onderbouwde post plaatst, petje af dat betreft ;) De citaten uit het Oude Testament zie ik wel als van God afkomstig, maar alles is natuurlijk veranderd na de dood en opstanding van Jezus. Dit kan als de eerste opstanding (dood)gezien worden waarna de graven open gingen en daarmee de weg naar de Eeuwige en de eeuwigheid open stond. Wanneer echter de tweede opstanding/dood plaats vindt krijgt de ziel weer een lichaam (of niet natuurlijk). Zo kan je het opvatten, mits je ziel en lichaam als gescheiden ziet. Ik zie ze wel als gescheiden en ik denk dat de ziel zonder lichaam kan voortbestaan.

    Daarnaast wordt de hemel in de Bijbel (ik onthoud dingen die ik gelezen heb uit de Bijbel, maar ik kan niet vertellen waar ik het gelezen heb), genoemd als verblijfplaats van God en zijn Engelen en niet overledenen.Begrijp ik uit je reacties dat je ook niet in een hel geloofd? Aangezien je niet gelooft in leven in de dood en na de dood de zondige en niet-vergeven zielen 'vernietigd' worden.

    Ik ben terug van weg geweest en heb nu ook vastgesteld dat ik blijkbaar met het antwoord ook een meer uitgebreide bijlage kan mede zenden zodat ook anderen ervan kunnen "mede genieten"

    Hierbij een eerste poging

    welke extensie dient gebruikt te worden want een pdf of doc file wordt als bijlage niet aanvaard

  11. Ik zit toch weer te twijfelen, want de teksten die geciteerd zijn zoals 'alles gaat naar een plaats... tot stof zult u wederkeren' duidt nog steeds op het lichamelijke vergaan, en zegt niets over de ziel. De ziel kan immers dan ook terugkeren naar waar hij vandaan komt. naar God.

    Bernard, dank voor je posts, ik kan je vaak maar moeilijk volgen moet ik zeggen. Ik vraag me ook af hoe je zo snel een met meerdere bijbel citaten onderbouwde post plaatst, petje af dat betreft ;) De citaten uit het Oude Testament zie ik wel als van God afkomstig, maar alles is natuurlijk veranderd na de dood en opstanding van Jezus. Dit kan als de eerste opstanding (dood)gezien worden waarna de graven open gingen en daarmee de weg naar de Eeuwige en de eeuwigheid open stond. Wanneer echter de tweede opstanding/dood plaats vindt krijgt de ziel weer een lichaam (of niet natuurlijk). Zo kan je het opvatten, mits je ziel en lichaam als gescheiden ziet. Ik zie ze wel als gescheiden en ik denk dat de ziel zonder lichaam kan voortbestaan.

    Daarnaast wordt de hemel in de Bijbel (ik onthoud dingen die ik gelezen heb uit de Bijbel, maar ik kan niet vertellen waar ik het gelezen heb), genoemd als verblijfplaats van God en zijn Engelen en niet overledenen.Begrijp ik uit je reacties dat je ook niet in een hel geloofd? Aangezien je niet gelooft in leven in de dood en na de dood de zondige en niet-vergeven zielen 'vernietigd' worden.

    Ik ben terug van weg geweest en heb nu ook vastgesteld dat ik blijkbaar met het antwoord ook een meer uitgebreide bijlage kan mede zenden zodat ook anderen ervan kunnen "mede genieten"

    Hierbij een eerste poging

  12. Ik zit toch weer te twijfelen, want de teksten die geciteerd zijn zoals 'alles gaat naar een plaats... tot stof zult u wederkeren' duidt nog steeds op het lichamelijke vergaan, en zegt niets over de ziel. De ziel kan immers dan ook terugkeren naar waar hij vandaan komt. naar God.

    Bernard, dank voor je posts, ik kan je vaak maar moeilijk volgen moet ik zeggen. Ik vraag me ook af hoe je zo snel een met meerdere bijbel citaten onderbouwde post plaatst, petje af dat betreft ;) De citaten uit het Oude Testament zie ik wel als van God afkomstig, maar alles is natuurlijk veranderd na de dood en opstanding van Jezus. Dit kan als de eerste opstanding (dood)gezien worden waarna de graven open gingen en daarmee de weg naar de Eeuwige en de eeuwigheid open stond. Wanneer echter de tweede opstanding/dood plaats vindt krijgt de ziel weer een lichaam (of niet natuurlijk). Zo kan je het opvatten, mits je ziel en lichaam als gescheiden ziet. Ik zie ze wel als gescheiden en ik denk dat de ziel zonder lichaam kan voortbestaan.

    Daarnaast wordt de hemel in de Bijbel (ik onthoud dingen die ik gelezen heb uit de Bijbel, maar ik kan niet vertellen waar ik het gelezen heb), genoemd als verblijfplaats van God en zijn Engelen en niet overledenen.Begrijp ik uit je reacties dat je ook niet in een hel geloofd? Aangezien je niet gelooft in leven in de dood en na de dood de zondige en niet-vergeven zielen 'vernietigd' worden.

    Na 10 augustus zal ik verder ingaan op de door u gestelde vragen en reacties want nu trek ik er even op uit

  13. Wat mij in uw antwoord opvalt is:

    1) Dat je blijkbaar mijn reactie in het geheel niet gelezen heeft want ik gebruik weldegelijk NT citaten die zowel van Christus als van de apostelen Petrus en Paulus afkomstig zijn.

    Dat klopt dat je ook het NT aanhaalt, al deel ik niet dezelfde interpretatie van deze NT Bijbelcitaten. Wellicht heeft Robert Frans die over het hoofd gezien, al geeft hij terecht aan dat in het NT wellicht wat zaken verandert zijn. En met name de leer van de zielenslaap voornamelijk op het OT is gebaseerd of de meeste steun vindt in het OT. Al zijn er ook NT teksten die je zou kunnen gebruiken hiervoor(als je geloofd dat ze de zielenslaap leer ondersteunen.) Maar dat zijn er denk ik wel wat minder dan de OT teksten.

    Maar je baseert je inderdaad niet enkel en alleen op het OT. Dat is waar(nam het in die zin ook voor je op) Al kan Robert Frans uiteraard ergens overheen lezen(we zijn allemaal mensen)

    Qua gedachtegoed lig ik meer in lijn met Robert Frans, maar niettemin is het een interessant topic. Ook als je er zoals jij anders over denkt ik ga er altijd wel weer over nadenken en spitten in de Bijbelteksten die gegeven worden ter ondersteuning.

    2) Dat je blijkbaar de OT principes niet beschouwd als zijnde van God afkomstig niettegenstaande zowel Christus als de apostelen steeds naar de OT teksten verwijzen als zijnde Gods Woord

    Oh ik vermoed dat Robert Frans dat niet bedoeld heeft(kan niet helemaal voor hem spreken) maar als ik zo zijn bijdrage lees ziet hij een verandering vd toestand vd doden in het OT en in het NT plaatsvinden(dat is hoe ik het begreep, corrigeer me als ik het verkeerd heb)

    3) Dat er in uw antwoord geen enkel Bijbelcitaat te vinden is die uw mening ondersteunt.

    Hij kan die altijd nog geven. Ook ik ken wel wat Bijbelcitaten(zie ook in mijn laatste bijdrage) die wijzen in de richting van een voortbestaan na de dood, en geen zielenslaap. Maar daar kunnen we uiteraard dieper in spitten ;)

    Trouwens het kan ook niet want uw mening berust op de Babels- heidense leer die later door de Grieken verder werd verbreid en overgenomen door de RKK; als zou de mens bestaan uit een sterfelijk lichaam en een onsterfelijke ziel. Wat volledig in tegenspraak is met hetgeen God leert namelijk dat de mens gevormd werd uit twee onbewuste componenten namelijk stof en levensadem en zo een levende ziel of een levend wezen werd.. En dat bij het sterven de mens terug ontbonden wordt in beide onbewuste componenten totdat Christus hem terug herschept bij zijn wederkomst

    Nou dat is niet helemaal waar dat de leer vd onsterfelijke ziel babelse heidense leer is. Ergens een etiket op plakken is makkelijk, maar inhoudelijk is die Griekse leer over de onsterfelijke ziel totaal verschillend met de leer van de onsterfelijke ziel die de bijbel leert.

    (dat er een filosofie of godsdienst is die ook een onsterfelijke ziel leert wil niet zeggen dat het concept Ansich onbijbels is, net zoals het offeren als ritueel niet een heidens gebruik hoeft te zijn omdat er ook offers werden gebracht aan afgoden ipv aan de God vd bijbel. Dat een bepaald concept ergens anders voorkomt wil niet zeggen dat een concept ansich onbijbels is, dat is wat ik hiermee wil zeggen. Dus ook de leer vd onsterfelijke ziel hoeft ansich niet heidens te zijn omdat de Griekse leer een heidense variant hierop heeft.)

    De Griekse heidense leer hield in dat de ziel tot de hogere ideeënwereld behoorde en de ziel ten gevolge van haar zinnelijke begeerte gekluisterd werd aan het stoffelijke, aan het lichaam.

    Zo werd het lichaam als iets van mindere orde gezien. Het heil bestond dan daarin dat de ziel zich bevrijdde uit het lichaam. Vandaar dus dat de mens zich moest onthouden vd begeerten vh lichaam. Minachting vh huwelijk, verbod van spijzen zijn van deze opvatting het gevolg in de middeleeuwse kerk hebben we inderdaad kunnen zien hoe deze gedachten hebben doorgewerkt.

    Maar dat is heel wat anders dan wat de bijbel leert over de onsterfelijke ziel. Zeer zeker vinden we onderscheid tussen ziel en , maar nimmer een onderwaardering van het lichaam ten opzichte vd ziel, alleen samen zijn ze de complete mens. Het lichaam is dus geen kerker voor de geest of de ziel, maar een huis.

    In romeinen 8:23 lees je over: de verlossing van ons lichaam, en staat niet: de verlossing uit ons lichaam

    Dat houdt in dat de gelovigen wat de innerlijke mens betreft al deel heeft aan de verlossing die door Jezus is bewerkt.

    4) Dat je dan ook niet verder ingaat op duidelijke NT teksten waarbij zowel Christus ,Petrus, Paulus en het boek Openbaring verklaren dat als de mens sterft Hij niet naar de hemel (of hel) gaat maar in het graf rust ( slaapt of onbewust is) totdat hij bij de wederkomst van Christus opgewekt wordt.

    Waarbij de ene opgewekt wordt tot eeuwig leven en de andere een tweede maal de dood ( een volledige ontbinding in de onbewuste componenten) ondergaat die nu definitief en voor eeuwig is.

    Ik heb wat teksten geciteerd die kunnen wijzen op een voortbestaan na die dood. Maar wellicht komen we daar op terug

    Een eeuwige pijniging voor een tijdelijk gebeuren (al is dit gebeuren nog zo erg) is een satanisch idee maar is niet te verenigen met Goddelijke liefde . Hij voert wel een rechtvaardig oordeel uit door hen die het offer van Christus niet aanvaard hebben de gevolgen van hun eigen daden te laten dragen ( met de maat waarmede je meet zal je gemeten worden.)

    Maar deze straf is eindig met het eeuwig gevolg van niet en nooit meer als bewust wezen te bestaan.

    En zodoende wordt dan ook voor eeuwig het universum gereinigd van de zonde en de zondaar.

    We moeten altijd voorzichtig zijn met wat we naar onze beperkte en en door zonde aangetaste menselijk maatstaven wel of niet rechtvaardig vinden. Maar uiteraard zijn er diverse gedachten over de hel/en de straf van God.

    Beste Dannyr, je schreef;

    Ik heb wat teksten geciteerd die kunnen wijzen op een voortbestaan na die dood. Maar wellicht komen we daar op terug

    Graag zou ik van je zoveel als mogelijk van deze teksten ontvangen , maar dan liefst ook met de context waarin ze in de Bijbel voorkomen

    Neem daarvoor gerust de tijd om deze op te zoeken want vanaf nu tot 10 augustus heb ik niet meer de nodige tijd om uw reactie te lezen en eventueel erop te reageren.

  14. Ja, die staat niet in de 10 geboden maar is wel iets wat Jezus leerde, toch?
    Genade wordt niet gegeven maar aangeboden en dient door diegene die ze aangeboden krijgt aanvaard te worden.

    En het aanvaarden van de aangeboden genade ligt hierin dat men diegene die de genade schenkt wil volgen en zijn systeem gehoorzamen.

    Dus Gods genade heeft een prijs? Je verkoopt je ziel voor genade, hm...

    Ik kan ook mijn ziel verkopen voor eeuwige roem, is me verteld.

    Genade of roem, genade of roem, genade of roem,...

    Toen zeide Jezus tot zijn discipelen: Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij. 25 Want ieder, die zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar ieder, die zijn leven verloren heeft om Mijnentwil, die zal het vinden

    Matt 16:24

    Wat dan? Zullen wij zondigen, omdat wij niet onder de wet, maar onder de genade zijn? Volstrekt niet! 16 Weet gij niet, dat gij hem, in wiens dienst gij u stelt als slaven ter gehoorzaamheid, ook moet gehoorzamen als slaven, hetzij dan van de zonde tot de dood, hetzij van de gehoorzaamheid tot gerechtigheid? 17 Maar Gode zij dank: gij wáárt slaven der zonde, doch gij zijt van harte gehoorzaam geworden aan die vorm van onderricht, die u overgeleverd is;

    Rom 6: 15-17

  15. Het is opvallend hoeveel mensen die de zieleslaap aanhangen vrijwel uitsluitend en alleen teksten uit het OT aanhalen. En er dus vanuit gaan dat met het Offer van Christus daarin niets veranderd is en er niets meer over geopenbaard is.

    Ik ga daar zelf niet vanuit.

    Ik geloof dat met Christus' Offer de hemelpoort is geopend voor de rechtvaardigen en dat zij daarop verlangend hebben gewacht. Vóór Christus mocht de dood misschien duister en schimmig zijn, maar met Christus is hij verworden tot poort naar het nieuwe leven.

    Het dodenrijk, het bestaan zonder God, zonder zijn aanwezigheid, bestaat echter nog steeds voor hen die niet met Hem willen leven. Zij wordt nu de hel, het eeuwige vuur of de buitenste duisternis genoemd en als een vreselijke straf beschouwd door hen die Hem volgen. Vandaar die beelden.

    Want het is zwaarder te verblijven in een rijk, wetende dat velen gelukkig met God leven en bevrijd zijn van hun angsten en bitterheden, dan te verblijven in een rijk waar iedereen sowieso al terechtkomt.

    De ziel zal na het sterven dus verenigd worden met Christus, of zonder Christus voortbestaan. Met de wederkomst zullen ook de lichamen verlost worden en weer verenigd met de ziel; de ene tot verheerlijking, de andere tot bitterheid.

    Hemel en aarde zijn dan één en een ieder is in Christus, behalve zij dan die Hem afgewezen hebben in hun doen en laten. Zij sterven als het ware een tweede dood, want buiten Hem en vergeleken met Hem is er geen echt leven.

    Zij zullen net als Kaïn blijven rondzwerven zoekende naar rust en nabijheid, of als de ballingen ver van alles wat mooi en vertrouwd is verblijven. Voor hen blijft het dodenrijk inderdaad een bittere realiteit, maar voor de rechtvaardigen is zij door Christus verleden tijd.

    Wat mij in uw antwoord opvalt is:

    1) Dat je blijkbaar mijn reactie in het geheel niet gelezen heeft want ik gebruik weldegelijk NT citaten die zowel van Christus als van de apostelen Petrus en Paulus afkomstig zijn.

    2) Dat je blijkbaar de OT principes niet beschouwd als zijnde van God afkomstig niettegenstaande zowel Christus als de apostelen steeds naar de OT teksten verwijzen als zijnde Gods Woord

    3) Dat er in uw antwoord geen enkel Bijbelcitaat te vinden is die uw mening ondersteunt. Trouwens het kan ook niet want uw mening berust op de Babels- heidense leer die later door de Grieken verder werd verbreid en overgenomen door de RKK; als zou de mens bestaan uit een sterfelijk lichaam en een onsterfelijke ziel. Wat volledig in tegenspraak is met hetgeen God leert namelijk dat de mens gevormd werd uit twee onbewuste componenten namelijk stof en levensadem en zo een levende ziel of een levend wezen werd.. En dat bij het sterven de mens terug ontbonden wordt in beide onbewuste componenten totdat Christus hem terug herschept bij zijn wederkomst

    4) Dat je dan ook niet verder ingaat op duidelijke NT teksten waarbij zowel Christus ,Petrus, Paulus en het boek Openbaring verklaren dat als de mens sterft Hij niet naar de hemel (of hel) gaat maar in het graf rust ( slaapt of onbewust is) totdat hij bij de wederkomst van Christus opgewekt wordt.

    Waarbij de ene opgewekt wordt tot eeuwig leven en de andere een tweede maal de dood ( een volledige ontbinding in de onbewuste componenten) ondergaat die nu definitief en voor eeuwig is.

    Een eeuwige pijniging voor een tijdelijk gebeuren (al is dit gebeuren nog zo erg) is een satanisch idee maar is niet te verenigen met Goddelijke liefde . Hij voert wel een rechtvaardig oordeel uit door hen die het offer van Christus niet aanvaard hebben de gevolgen van hun eigen daden te laten dragen ( met de maat waarmede je meet zal je gemeten worden.)

    Maar deze straf is eindig met het eeuwig gevolg van niet en nooit meer als bewust wezen te bestaan.

    En zodoende wordt dan ook voor eeuwig het universum gereinigd van de zonde en de zondaar.

  16. Ik ga er zelf vanuit dat je gewoon meteen in de hemel komt,

    maar de teksten die ik hier lees zetten me wel aan het denken.

    Ingewikkeld....

    En dan zou ik de 'bijna-dood-ervaringen' ook anders moeten zien?

    Sommige mensen getuigen ervan dat ze al een stukje van

    de hemel hebben gezien/ervaren, maar als je niet meteen

    in de hemel komt, zou dat dus betekenen dat ze er eigenlijk nog niet

    naartoe onderweg waren. Zou zo'n ervaring dan meer een vooruitblik zijn geweest?

    Betkent 'slapen' niet gewoon dat je dood bent, en in de hemel zit.

    (Sorry als ik iets over het hoofd gezien heb in de verzen)

    Beste Matricularius

    Om de Bijbelse betekenis van het woord “dood†te begrijpen moet men eerst begrijpen wat de Bijbel bedoelt met de uitdrukking †levend wezenâ€

    Het ontstaan van leven op de aarde wordt beschreven in het boek Genesis.

    “ En God zeide: Dat de wateren overvloediglijk voortbrengen een gewemel van levende zielen; en het gevogelte vliege boven de aarde, in het uitspansel des hemels! En God schiep de grote walvissen, en alle levende wremelende ziel, welke de wateren overvloediglijk voortbrachten, naar haar aard; en alle gevleugeld gevogelte naar zijn aard. En God zag, dat het goed was.â€â€¦..†En God zeide: De aarde brenge levende zielen voort, naar haar aard, vee, en kruipend, en wild gedierte der aarde, naar zijn aard! En het was alzo. (Genesis 1:20-24 Staten Vert)

    En de HEERE God had den mens geformeerd uit het stof der aarde, en in zijn neusgaten geblazen den adem des levens; alzo werd de mens tot een levende ziel. (Genesis 2:7 Staten Vert ))

    Toen formeerde de Here God de mens van stof uit de aardbodem en blies de levensadem in zijn neus; alzo werd de mens tot een levend wezen.(Genesis2:7 NGB)

    Wij stellen dus vast dat bij de Bijbelse beschrijving van de schepping, zowel mens als dier ontstaan door het samenvoegen van verschillende componenten , en dat deze nieuwe creaties dan benoemd worden als zijnde een levend wezen of een levende ziel

    Elk van deze componenten op zich zijn levenloze zaken en nergens in de Bijbel wordt vermeld dat één van deze componenten (stof of levensadem) op zichzelf kan denken, bewustzijn heeft of kan voelen . Enkel nadat ze samengevoegd zijn ontstaat een nieuw wezen dat door de Bijbel wordt benoemd als een levend wezen of een levende ziel.

    Dit begrip nu van een levend wezen; (levende) “ziel†of nephesh komt ongeveer 1700 maal voor in Gods woord, doch nergens staat vermeld of maakt de Bijbel er enige verwijzing naar of allusie op dat de ziel onsterfelijk is; wel integendeel :

    “Zie, alle zielen zijn van Mij, zowel de ziel van de vader als die van de zoon zijn van Mij; de ziel die zondigt, die zal sterven.Ezechiël 18:4)

    “En weest niet bevreesd voor hen, die wel het lichaam doden, maar de ziel niet kunnen doden; weest veeleer bevreesd voor Hem, die beide, ziel en lichaam, kan verderven(doden ) in de hel.(Matt 10:28)

    Het terug ontbinden van bovengenoemde creaties ( mens & dier ) in zijn oorspronkelijke componenten of onderdelen, zodat het geheel dat voorheen opgebouwd was uit deze componenten door deze ontbinding niet meer bestaat, wordt in de Bijbel steeds met het woord “ Dood†( sterven) benoemd of omschreven. “…….,

    totdat gij tot de aardbodem wederkeert, omdat gij daaruit genomen zijt; want stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren “ (.Genesis 3:19 )

    “ Want het lot der mensenkinderen is gelijk het lot der dieren, ja, eenzelfde lot treft hen: gelijk dezen sterven, zo sterven genen, en allen hebben enerlei adem, waarbij de mens niets voor heeft boven de dieren; want alles is ijdelheid, alles gaat naar een plaats, alles is geworden uit stof, en alles keert weder tot stof. Wie bemerkt, dat de adem der mensenkinderen opstijgt naar boven en dat de adem der dieren neerdaalt naar beneden in de aarde? Prediker 3: 19-21)

    Uit het voorgaande blijkt dus dat de mens ontstond uit een samenvoegen van lichaam, gemaakt van het stof der aarde, en geest , de adem des levens.

    Als geheel wordt dit een levend wezen of een levende ziel genoemd.

    De enkeling heeft één lichaam, één verstand,één geheugen,één rede,één geweten en één wil; hij is een persoonlijkheid met een karakter, een éénheid. Zolang de mens kan ademhalen is hij een levend wezen een levende ziel werkend, denkend met gevoelens van vreugde en verdriet.

    Wanneer de mens echter sterft valt hij in de toestand terug waaruit hij genomen werd. De dood is de ontbinding van de levende ziel, het uiteenvallen in de componenten waar de mens bij de schepping uit geformeerd of samengesteld werd. De eenheid wordt verbroken. Sterven is het uitblussen van het leven. Het hart staat stil, de cellen worden niet meer gevoed, de spieren verstijven en de levensadem keert tot God terug

    “verbergt Gij uw aangezicht, zij worden verdelgd, neemt Gij hun adem ( ruach = levensadem,levenskracht ) weg, zij sterven en keren weder tot hun stofâ€; zendt Gij uw Geest ( ruach = levensadem, levenskracht) uit, zij worden geschapen, en Gij vernieuwt het gelaat van de aardbodem.Psalm 104:29

    “…..en het stof wederkeert tot de aarde, zoals het geweest is, en de geest (ruach = levensadem, levenskracht )wederkeert tot God, die hem geschonken heeft.†(Prediker 12:7)

    Daar de uiteengevallen componenten; noch het stof noch de levensadem, op zichzelf een levend wezen of een levende ziel zijn en niet kunnen handelen , denken of voelen is er dus IN DE DOOD geen bewustzijn of leven

    .

    Dit wordt nadrukkelijk en meermaals door de Bijbel bevestigd.

    “De levenden weten tenminste, dat zij sterven moeten, maar de doden weten niets; zij hebben geen loon meer te wachten, zelfs hun nagedachtenis is vergeten. Zowel hun liefde als hun haat en hun naijver zijn reeds lang vergaan; en zij hebben nimmer deel aan iets, dat onder de zon geschiedtâ€â€¦â€¦â€want er is geen werk of overleg of kennis of wijsheid in het dodenrijk, waarheen gij gaat.†(Prediker 9:5-10 )

    De Bijbel spreekt ook over de toestand der dood als over een droomloze en onbewuste slaap,en verwijst dus nooit naar een bewustzijn IN de dood, wel naar het rusten of het slapen van elk gestorven mens in de Hades of het dodenrijk.

    Dit gebeuren wordt dan ook de eerste dood genoemd,waaruit iedereen op een bepaald moment door Christus zal opgewekt ( herschapen) worden:

    -De ene ten leven, bij de terugkomst van Christus.

    -De andere ten dode, na de duizend jaar (Openbaring20: 5-6)

    Aan het woord “ Dood†geeft de Bijbel dus steeds dezelfde betekenis . Het is een toestand waarbij de levende ziel, terug ontbonden wordt in zijn oorspronkelijk ( onbewuste) componenten.

    Daar nu echter allen de doodstoestand zullen meemaken en na de opstanding van allen er terug een deel van de mensheid de tweede dood zullen sterven heeft de Bijbel een onderscheid gemaakt in het voorstellen en benoemen van de “ soorten †dood.

    De eerste dood of de eerste ontbinding wordt als een tijdelijke slaaptoestand voorgesteld.

    De tweede dood als een onomkeerbare en eeuwige vernietiging; een ontbinding in zijn onbewuste componenten door middel van vuur .

    De eerste dood wordt in de Bijbel steeds benoemd als het tijdelijk verblijven in de Hades of Sheool (het dodenrijk , de onderwereld, de afgrond, het graf,).

    Het woord Gehenna (Hel) daarentegen heeft steeds een definitieve betekenis, en wordt steeds gebruikt in verband met de tweede dood; een tweede maal in de toestand van ontbinding maar nu onomkeerbaar en voor eeuwig.

    Het verwijst naar “ een poel van vuur (Limne) in het dal van Hinnom ( Gej Ben-Hinnom) waarin het afval door vuur volledig werd opgebrand ( dus ontbonden in zijn componenten).

    CONCLUSIE

    Uit het bijbels verslag van wat gebeurd tijdens en IN de dood kan men dus afleiden dat elke mens die op vandaag sterft, ontbonden wordt in zijn oorspronkelijke onbewuste componenten en deze onbewuste toestand door de Bijbel als “Hades en Scheool ( slaap, graf of dodenrijk ) betiteld wordt.

    De hoop en het vertrouwen voor de Christen ligt dan hierin dat Christus door Zijn eigen opstanding uit de dood bewezen heeft dat de meerdere beloften die te vinden zijn in Gods woord zullen bewaarheid worden en dat de mens terug uit de dood zal opstaan ( herschapen worden ) en zal kunnen uitroepen:

    “: De dood is verzwolgen in de overwinning. Dood, waar is uw overwinning? Dood, waar is uw prikkel? ( 1 Korr 15: 54-55)

    Want :

    “Zalig en heilig is hij, die deel heeft aan de eerste opstanding: over hen heeft de tweede dood geen machtâ€.., Openb.20:6

    ZO IS ER DUS GEEN LEVEN IN DE DOOD

    MAAR

    IS ER EEUWIG LEVEN NA DE DOOD

  17. Onder meer 189 Nederlanders zijn omgekomen bij de verschrikkelijke vliegtuigramp in Oekraïne.

    189 Nederlanders.

    Honderden Nederlanders overal in de samenleving en evenzoveel buitenlanders moeten nu ouders, kinderen, vrienden, collega's, klasgenoten of medeleden missen.

    Vlaggen worden halfstok gehangen, bloemenzeeën worden neergelegd en tranen worden gelaten.

    Het lijkt vrijwel zeker dat het vliegtuig is neergeschoten, hoewel onderzoek nog moet komen. Wat erg moeilijk is, daar het rampgebied ook oorlogsgebied is.

    Het is goed om ook hier even er bij stil te staan, onze gedachten en gebeden naar de slachtoffers en nabestaanden uit te laten gaan.

    Moge de overledenen rusten in vrede en hun naasten troost vinden in het verdriet.

    Even een vergelijking

    Vliegramp MH17: 189 Nederlanders afgeschoten; veel verdriet , dag van rouw , 1 minuut stilte

    Getto Gaza: 500 Palestijnse mensen waaronder vele kinderen brutaal dood gebombardeerd, geen verdriet , geen dag van rouw , maandenlange politieke stilte.

    Dus als jou naasten uit de lucht worden geknalt, vervolgens op een veldje liggen weg te rotten, is je reactie, ach ergens anders gaan ook mensen dood.

    Maar wel met je eens hoor, het is beide verschrikkelijk, alleen kan ik me goed voorstellen dat bij landgenoten de gevoelens anders liggen. Het leed van de wereld is verschrikkelijk maar het leed van mijn naasten en landgenoten doet me meer.

    Dus als jou naasten uit de lucht worden geknalt, vervolgens op een veldje liggen weg te rotten, is je reactie, ach ergens anders gaan ook mensen dood.

    deze gevolgtrekking schrijf ik volledig op uw rekening

    Maar wat ikzelf wilde opmerken is het duidelijk verschil in reageren wanneer het de eigen omgeving betreft en de (meestal) onverschillige houding tegenover bepaalde wraakroepende gebeurtenissen ;

    Intussen zijn de slachtoffers( waarvan de meesten kinderen en gewone burgers) al opgelopen tot meer dan 1000 en brand men 33 kaarsjes voor de slachtoffers van de agressor

    En als men dan al kaarsjes wil branden neem er dan 1033 dan komt men tenminste eerlijk over

  18. Ik denk dat prediker in hoofdstuk 9 vooral het zichtbare vh sterven beschrijft van wat wij sterfelijke mensen waarnemen op aarde hiervan(daarom staat er ook bij dat dit zich afspeelt onder de zon)

    Prediker 12 leert dat de geest vd overledene naar God gaat en die plek wordt ook het 'eeuwige huis' genoemd. En duidt weer op een voortbestaan na de dood.

    “De levenden weten tenminste, dat zij sterven moeten, maar de doden weten niets; zij hebben geen loon meer te wachten, zelfs hun nagedachtenis is vergeten. Zowel hun liefde als hun haat en hun naijver zijn reeds lang vergaan; en zij hebben nimmer deel aan iets, dat onder de zon geschiedtâ€â€¦â€¦â€want er is geen werk of overleg of kennis of wijsheid in het dodenrijk, waarheen gij gaat.†(Prediker 9:5-10 )

    Maar wanneer een man sterft, dan ligt hij krachteloos neer; geeft een mens de geest, waar is hij gebleven? Zoals water verdampt uit een meer en een rivier verloopt en uitdroogt, zo legt een mens zich neer en staat niet weer op; totdat de hemelen niet meer zijn, ontwaken zij niet en worden niet wakker uit hun slaap. ( Job 14:12 )

    “ Maar gij, ga het einde tegen, en gij zult rusten en opstaan tot uw bestemming aan het einde der dagen.†( Daniël 12:13)

    Zo sprak Hij en daarna zeide Hij tot hen: Lazarus, onze vriend, is ingeslapen, maar Ik ga daarheen om hem uit de slaap te wekken. De discipelen zeiden dan tot Hem: Here, als hij slaapt, zal hij herstellen. Doch Jezus had het bedoeld van zijn dood; zij echter meenden, dat Hij het van de rust van de slaap bedoelde. Toen zeide Jezus ronduit tot hen: Lazarus is gestorven, ( Joh 11:11 )

    De Bijbel spreekt ook over de toestand der dood als over een droomloze en onbewuste slaap, en verwijst dus nooit naar een bewustzijn IN de dood, wel naar het rusten of het slapen van elk gestorven mens in de Hades of het dodenrijk.

    Dit gebeuren wordt dan ook de eerste dood genoemd,waaruit iedereen op een bepaald moment door Christus zal opgewekt ( herschapen) worden:

    -De ene ten leven, bij de terugkomst van Christus.

    -De andere ten dode, na de duizend jaar (Openbaring20: 5-6)

    “Verwondert u hierover niet, want de ure komt , dat allen die in de graven zijn, Zijn stem zullen horen; En zullen uitgaan, die het goede gedaan hebben tot opstanding ten leven, wie het kwade bedreven hebben tot opstanding ten oordeel. (Joh 5:28-29

    Ook in het NT wordt zowel door Petrus als door Paulus aangetoond dat wanneer de mens sterft hij niet naar de hemel gaat maar onbewust in het graf (in de dood) verblijft en pas opstaat (herschapen wordt) als Christus terugkomt en allen opgewekt worden.

    Handelingen 2: 29-34

    “Mannen broeders, men mag vrijuit tot u zeggen van de aartsvader David, DAT HIJ ÈN GESTORVEN ÈN BEGRAVEN IS, EN ZIJN GRAF IS BIJ ONS TOT OP DEZE DAG. 30 Daar hij nu een profeet was en wist, dat God hem onder ede gezworen had een uit de vrucht zijner lendenen op zijn troon te doen zitten, 31 heeft hij in de toekomst gezien en gesproken van de opstanding van de Christus, dat Hij niet aan het dodenrijk is overgelaten, noch zijn vlees ontbinding heeft gezien. 32 Deze Jezus heeft God opgewekt, waarvan wij allen getuigen zijn. 33 Nu Hij dan door de rechterhand Gods verhoogd is en de belofte des heiligen Geestes van de Vader ontvangen heeft, heeft Hij dit uitgestort, wat gíj en ziet en hoort. 34 WANT DAVID IS NIET OPGEVAREN NAAR DE HEMELEN,….

    Hebreeën 11:39-40

    OOK DEZE ALLEN, hoewel door het geloof een getuigenis aan hen gegeven is, HEBBEN HET BELOOFDE NIET VERKREGEN, 40 daar God iets beters met ons voor had, ZODAT ZIJ NIET ZONDER ONS TOT DE VOLMAAKTHEID KONDEN KOMEN

  19. Onder meer 189 Nederlanders zijn omgekomen bij de verschrikkelijke vliegtuigramp in Oekraïne.

    189 Nederlanders.

    Honderden Nederlanders overal in de samenleving en evenzoveel buitenlanders moeten nu ouders, kinderen, vrienden, collega's, klasgenoten of medeleden missen.

    Vlaggen worden halfstok gehangen, bloemenzeeën worden neergelegd en tranen worden gelaten.

    Het lijkt vrijwel zeker dat het vliegtuig is neergeschoten, hoewel onderzoek nog moet komen. Wat erg moeilijk is, daar het rampgebied ook oorlogsgebied is.

    Het is goed om ook hier even er bij stil te staan, onze gedachten en gebeden naar de slachtoffers en nabestaanden uit te laten gaan.

    Moge de overledenen rusten in vrede en hun naasten troost vinden in het verdriet.

    Even een vergelijking

    Vliegramp MH17: 189 Nederlanders afgeschoten; veel verdriet , dag van rouw , 1 minuut stilte

    Getto Gaza: 500 Palestijnse mensen waaronder vele kinderen brutaal dood gebombardeerd, geen verdriet , geen dag van rouw , maandenlange politieke stilte.

  20. Ik ben gelovig 'PKN' opgevoed samen met mijn zus echter zelf praten wij bijna nooit thuis over het geloof omdat het toch een soort van taboe is. Maar dit terzijde ik had laatst een gesprek met mijn zus over het geloof over wat God van ons verwacht en dat er maar 1 manier is om in het koninkrijk te komen en dat is door zijn woord te volgen.

    Mijn zus zegt dat zij geloofd op haar eigen manier en niet geloofd in de bijbel voor haar is het een soort van flower power filosofie waar ik het volstrekt mee oneens ben.

    Mijn vraag is kan je je zelf wel christen noemen als je niet geloofd wat in de bijbel is geschreven ?

    Het antwoord op je vraag hangt in de eerste plaats af van het feit van welke betekenis je aan het woord "christen" geeft.

    Geef je er de Bijbelse betekenis aan; namelijk een discipel of volgeling van Christus te zijn , dan kan je inderdaad uzelf geen volgeling van Christus noemen als je niet geloofd dat de Bijbel het Woord van God bevat.

    En als je zus op haar eigen manier gelooft heeft ze daar alle recht toe , maar niet het recht om zich dan ook een volgeling van Christus of een Christen gelovige te noemen.

  21. Oh, dan krijgen heidenen bij het Oordeel dan nog de keus? Of is er een verschil tussen genade hier op aarde en genade/een goed oordeel?

    Het antwoord op uw opmerking staat duidelijk te lezen in Romeinen 2: 12-24

    Alle mensen kennen heel goed de morele wetten en dat dit zo is hebben veel mensen vastgesteld toen zij in contact kwamen met zogenaamde ongeciviliseerde stammen.

    Ook bij die mensen wist men zeer goed wie eerlijk of een leugenaar was wie overspel pleegde en wie niet, wie stal en wie niet...enz.

    Een tweede kans voor een bepaalde groep mensen is dus niet nodig om te weten wie de morele wet schendt en wie niet . Weliswaar is hij die meer kennis ontvangen heeft dan ook voor meer verantwoordelijk en zal dan ook navenant beoordeeld worden.

    Aha, dus een gelovige is een eerlijk mens?

    Een gelovige is iemand die aanvaardt en uitleeft wat diegene die hij volgt leert.

    Een X - gelovige zal dus de leer van X volgen en uitleven en daarbij kan het best voorkomen dat hij daarbij niet eerlijk moet zijn of bijvoorbeeld een ander mag doden.

    Een Christen gelovige echter zal dan ook de leer van Christus vervat in de Tien Geboden ongewijzigd aanvaarden, bewaren en bewaken en zijn uiterste best doen om ze uit te leven

  22. Maar het kan je wel gegeven worden zonder dat je erom hebt gevraagd.

    Genade wordt niet gegeven maar aangeboden en dient door diegene die ze aangeboden krijgt aanvaard te worden.

    En het aanvaarden van de aangeboden genade ligt hierin dat men diegene die de genade schenkt wil volgen en zijn systeem gehoorzamen.

    Oh, dan krijgen heidenen bij het Oordeel dan nog de keus? Of is er een verschil tussen genade hier op aarde en genade/een goed oordeel?

    Het antwoord op uw opmerking staat duidelijk te lezen in Romeinen 2: 12-24

    Alle mensen kennen heel goed de morele wetten en dat dit zo is hebben veel mensen vastgesteld toen zij in contact kwamen met zogenaamde ongeciviliseerde stammen.

    Ook bij die mensen wist men zeer goed wie eerlijk of een leugenaar was wie overspel pleegde en wie niet, wie stal en wie niet...enz.

    Een tweede kans voor een bepaalde groep mensen is dus niet nodig om te weten wie de morele wet schendt en wie niet . Weliswaar is hij die meer kennis ontvangen heeft dan ook voor meer verantwoordelijk en zal dan ook navenant beoordeeld worden.

  23. Eh ja, dat zeg ik toch ook?

    Als je de pagina opent zie je er 4 en had ik gelijk het idee van: oh, dus daar zijn ze t toch ook niet over eens. Maar bij nader inzien zijn ze toch wel hetzelfde met hier en daar een detail verschil.

    En daarmee bedoel je de 10 geboden neem ik aan?

    Nu we het er zo over hebben, hadden de apostelen later ook niet een soort uitgeklede versie van de Joodse wetten bedacht waar elke christen zich toch in elk geval aan diende te houden?

    Ah, hier:

    Handelingen 15:19 Daarom ben ik van mening dat we de heidenen die zich tot God bekeren geen al te zware lasten moeten opleggen, 20 maar dat we hun moeten schrijven dat ze zich dienen te onthouden van wat door de afgodendienst bezoedeld is, van ontucht, van vlees waar nog bloed in zit en van het bloed zelf. 21 In haast elke stad wordt de wet van Mozes immers al sinds mensenheugenis verkondigd en op iedere sabbat in de synagogen voorgelezen.’

    Bij mijn weten is er nergens een, wat u noemt, "uitgeklede versie " van Christus' eigenhandig geschreven geboden te vinden in Gods Woord, en dit noch voor de Christenen uit de Joden noch voor de Christenen uit de heidenen

    En wat Handelingen 15: 19 betreft hier gaat het in het geheel niet over hetgeen Christus zelf opschreef.( en Christenen worden toch in de eerste plaats verondersteld volgelingen van Christus te zijn , toch?), maar over het al of niet onderhouden van de wet betreffende de besnijdenis en de overige ceremoniële wetten die Mozes opgeschreven had ( lees eens gans het hoofdstuk 15 vanaf het begin aub)

    Hoe meer ik van jou lees, hoe onbijbelser en wetticistischer ik het vind worden. Dat is dus het gevaar van privé-interpretatie; quod erat demonstrandum.

    je zegt on-Bijbels; wat is er nu on-Bijbels aan de bemerking dat een christen de eigenhandig geschreven voorschriften van Christus dient te bewaren!?? dat begrijp ik nu echt goed hoor leg dat nu eens wat duidelijker uit

    En dat men gered is door genade maar dat het gevolg daarvan is dat men nu uit liefde voor hetgeen christus heeft volbracht zijn geboden onveranderd wil bewaken en bewaren omdat zij de veruitwendiging zijn van Gods liefde voor de mens en hem zodoende onderwijst hoe hij in de best mogelijke situatie kan leven.

    Is dat dan volgens u wetticisme!!?? leg eens uit aub

×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

We hebben cookies op je apparaat geplaatst om de werking van deze website te verbeteren. Je kunt je cookie-instellingen aanpassen. Anders nemen we aan dat je akkoord gaat. Lees ook onze Gebruiksvoorwaarden en Privacybeleid