Spring naar bijdragen

Desid

Members
  • Aantal bijdragen

    2.385
  • Geregistreerd

  • Laatst bezocht

Alles door Desid geplaatst

  1. Een autoriteitsargument is lang niet altijd een drogreden. Als een arts zegt dat een bepaalde behandeling het beste is, ga je ook niet roepen: drogreden! Je gaat ervan uit dat iemand kennis van zaken heeft en je dus maar beter diens advies kunt volgen. Verder gaat het hier om het oproepen van een misleidend beeld. Jij schetst steeds een soort strijd tussen jouw opvatting en die van kerkelijke christenen. En jij beroept je daarbij op bepaalde theologen. Wat ik hiertegenover zet is een betrouwbaarder beeld: namelijk dat de theologen waarop jij je beroept maar enkelingen zijn en dat de conse
  2. Het hangt ervan af wat je onder de opstanding verstaat. In elk geval behoort het zowel tot de mythevorming als tot de dingen die de leerlingen al snel na Jezus' dood gingen geloven. Het opstandingsgelóóf is dus zeker geen latere legendevorming.
  3. Wat in de canon staat zijn vier verschillende evangeliën, en in andere delen van de Schrift staan ook nog weer andere dingen. Dat alles past weliswaar wel binnen een zekere bandbreedte, maar zoals je het hier voor stelt is dat er één, nogal simplistisch, verhaal is. In plaats daarvan wijst het viertal evangeliën juist naar een zekere openheid voor verschillende interpretaties. In de geschiedenis van het christendom blijkt ook steeds weer dat mensen dingen weer wat anders zien. Als jij zegt: dit is de kern van ons geloof, dan zeg je in feite dat mensen die serieus historisch en literair on
  4. HAHAHAHAHA. Je bent te grappig.
  5. Doe maar niet zo nep-verontwaardigd. Zoals je allang weet pas ik gewoon de wetenschappelijke methode toe.
  6. 1. Het eten van een visje na je dood is uiterst onwaarschijnlijk (hoewel in Joh niet expliciet staat dat ook Jezus at). 2. Het fysieke eten van Jezus na de opstanding komt voor in twee verhaalcomplexen die moeilijk met elkaar zijn te rijmen. Daarnaast zijn het waarschijnlijk te twee jongste evangeliën van de vier canonieken. In de eerste twee, noch in Paulus, komt er zoiets voor. 3. De wonderbare visvangst in Johannes kan verklaard worden als een bewerking van de visvangst in Lucas 5. 4. Zowel het eten van vis als het tonen van de wonden hebben het doel om de realiteit van de op
  7. Alle verhalen zijn echt, en alle verhalen bevatten legendevorming.
  8. Wel, je schrijft erover alsof die verhalen uit Lucas en Johannes beschrijven hoe het allemaal gebeurde, zo vlak na de opstanding van Jezus. Terwijl het maar twee manieren zijn om het te beschrijven, volgens de wijze waarop zij dachten dat het gebeurd moest zijn. Dat Jezus daadwerkelijk na zijn dood met de leerlingen een visje heeft gegeten in Jeruzalem (Lucas) of in Galilea (Johannes) behoort duidelijk tot de legendevorming.
  9. Je beseft hopelijk wel dit dit een nogal onkritische lezing van de opstandingsverhalen is?
  10. Het betekent, dat ik beter in mijn vak ben. (En het is niet hen versus mij, maar hen versus een gewichtig aantal andere wetenschappers.) Ik wel, bespaar je de moeite, Marcion's tekst komt vrijwel overeen met de oorspronkelijke tekst van Paulus. In beide gaat het over de opstanding.
  11. Nee, niet vertaling, ik heb het over het NT. Dat is oorspronkelijk in het Grieks geschreven. Wat betreft de Septuagint: deze is gebaseerd op oudere Hebreeuwse teksten dan die wij hebben in de Masoretische (Hebreeuwse) tekst. Meestal komt dit heel aardig overeen, maar soms is de lezing van de Septuagint beter (of die van de Vetus Latina, of die van de Pesjitta, of die van een Qumranhandschrift). Dit is onjuist. De codex Sinaiticus is wel de oudst bekende complete Griekse Bijbel (OT-NT), hoewel deze nu niet meer helemaal compleet is. Er zijn ook oudere deelcompilaties, zoals de brie
  12. Nee, de oorsprongen van het christendom.
  13. Kortom, het is mogelijk om vanuit het tastbare bewijs de oudste Griekse tekstvorm te benaderen. En het is zinvol je vertaling te baseren op de beste (oudste) tekstvorm van het oorspronkelijke Grieks.
  14. Ik denk dat ik die boeken beter heb begrepen dan jij. Het is mijn vak namelijk.
  15. Die boeken heb ik van a tot z gespeld.
  16. Ik heb Slavenburg als wetenschapper niet erg hoog zitten. Zijn verhaal is ook duidelijk door een bepaalde visie gekleurd. Maar het geciteerde stuk klopt in hoofdlijnen grofweg wel, wat de feiten betreft.
  17. Maar dat van die 70 vertalers moet je natuurlijk met een korreltje zout nemen. Die is waarschijnlijk verzonnen om de vertaling gewicht te geven.
  18. Dat is natuurlijk een legende, maar het gaat terug op bijvoorbeeld De brief van Aristeas. Een Ptolemaeus gaf opdracht de boeken van Mozes te vertalen. De latere boeken zijn later op initiatief van de Joden zelf vertaald, omdat steeds minder Joden in Egypte nog goed Hebreeuws spraken.
  19. Ik wil graag bij de hoofdlijn blijven. En die is dat voor elk geschrift van voor de boekdrukkunst een reconstructie van de oudste tekstvorm nodig is. Wetenschappers denken dan helemaal niet dat het zoeken bij het tastbare bewijs snel ophoudt. Je kunt het vergelijken met afstammingsonderzoek (dat uiteindelijk afgeleid is van handschriftenonderzoek). Vergelijking tussen mensen en mensapen leert dat ons tweede chromosoom ooit is samengesmolten uit twee chromosomen. Daarvoor is geen tastbaar bewijs, maar het is dat wel uit af te leiden. Zo valt uit vergelijking tussen handschriften de oudere
  20. Ik heb haast niets uitgelegd. Je leest allerlei dingen die er niet staan.
  21. Ten opzichte van wat een latere toevoeging?
  22. Dat geeft al meteen weer de kwaliteit van je onderzoek aan. 'geïnspireerd' is het sleutelwoord hier. Je moet hier twee dingen bij bedenken. 1. Wat wetenschappers steeds doen is nieuwe ideeën en hypothesen publiceren. Veel hiervan doorstaat de toets der kritiek uiteindelijk niet. Het is daarom niet raadzaam helemaal op eigenzinnige ideeën van wetenschappers af te gaan zonder te toetsen hoe collega's zo'n idee hebben gerecipieerd. 2. Als je afgaat op een beperkt aantal studies, daardoor geïnspireerd wordt en vervolgens daar je eigen idee van spint, kun je die wetenschappers niet meer voo
  23. Nee dat is een groot misverstand. Het benaderen van de oorspronkelijke tekst gaat om het benaderen van wat auteur x in geschrift y precies heeft opgeschreven. Dat geldt voor de geschriften in het NT, maar ook voor elk ander geschrift van vóór de boekdrukkunst (en ook daarna maar dat is minder problematisch). Misschien is wat auteur x heeft opgeschreven wel allemaal onzin, maar dat doet er niet toe, want het gaat om het benaderen van de oorspronkelijke tekst. Welnee! Ik weet niet hoe je hierbij komt. Dus als ik het goed begrijp weet jij het beter dan academische Latinisten hoe je e
  24. Nee want er bestaat niet zoiets als wetenschap natuurlijk.
  25. Je moet het dan wel goed gebruiken. Een scheermes in onvaardige handen levert geen prettige aanblik op. Het aanknopingspunt van deze discussie was het benaderen van de oorspronkelijke tekst. En dat is wat filologen doen, bij alle soorten teksten uit de oudheid en van korter geleden. Ik heb zelf bijvoorbeeld meegeholpen bij een uitgave van een tekst van Marius Victorinus (4e eeuw), waarvoor ik manuscripten moest collationeren (= verschillen noteren met een bekende tekstvorm). Op basis daarvan reconstrueerden we dan wat de oudste tekstvorm was. Daarvoor gebruik je bepaalde beproefde methode
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

We hebben cookies op je apparaat geplaatst om de werking van deze website te verbeteren. Je kunt je cookie-instellingen aanpassen. Anders nemen we aan dat je akkoord gaat. Lees ook onze Gebruiksvoorwaarden en Privacybeleid