Spring naar bijdragen

Aanbevolen berichten

Er is naar mijn mening geen aanleiding om te stellen dat Jehovah de meest waarschijnlijke naam is. Het is duidelijk dat de klinkers van adonai (adowne) ervoor hebben gezorgd dat deze naam is ontstaan.

Dat Jezus eigenlijk Yehoshua of Iesous heet is duidelijk, maar dat staat helemaal los van het invullen van de klinkers tussen de medeklinkers van JHWH.

Maar goed ik blijf van mening dat het aanroepen van God bij zijn naam iets is waar God naar verlangt. En dan is het niet het belangrijkste om uit te vechten of dit nu Jehovah of Jahweh is. Deze twee namen komen veruit boven de 'namen' HEERE, Here, Ene, Aanwezige of elke andere optie die de echte naam van God ontwijkt.

Het is overigens niet zo dat ik mensen die dit niet doen beschuldig van nalatigheid. Dat je relatie met de Allerhoogste, Ene, Aanwezige, Vader, Rechvaardige, God, Eeuwige door Jezus Christus is hersteld is het allerbelangrijkste. Wel neem ik het de vertalers kwalijk die niet het lef hebben gehad een vergissing in de traditie te herstellen.

Maar goed voor iedere gelovige is dit wat mij betreft een aanbeveling. Kun je er iets mee dan is het goed, kan dit niks toevoegen aan je relatie met God en Jezus dan is dat ook prima.

Gods zegen

Link naar bericht
Deel via andere websites
  • Antwoorden 82
  • Created
  • Laatste antwoord

Top Posters In This Topic

Top Posters In This Topic

Popular Posts

Ik citeer uit de NBV Een bijzonder vertaalprobleem is de weergave van JHWH, de naam van de God van Israel, die in de Hebreeuwse tekst vaak voorkomt. In het algmeen wordt aangenomen dat de bij deze m

Als ik aan "DE NAAM"(JHWH) denk, wat betekent" ik zal bewijzen te zijn die ik zal zijn ",dan kan voor mij alleen één 'De naam' vertegenwoordigen en dat is Jezus Christus . Als de LOGOS (Joh 1,1)wa

Ik citeer uit de NBV

Een bijzonder vertaalprobleem is de weergave van JHWH, de naam van de God van Israel, die in de Hebreeuwse tekst vaak voorkomt. In het algmeen wordt aangenomen dat de bij deze medeklinkers behorende klinkers 'a' en 'e' waren: Jahwe. Er zijn aanwijzingen dat al in het vroege jodendom deze naam van God niet uitgesproken werd, maar bij het voorlezen vervangen door het woord 'Adonai', 'Heer'. Tot op heden is 'Heer' naast 'Eeuwige' in bijbelvertalingen de meest gekozen aanduiding voor deze naam van God. Voor veel mensen is 'Heer' ook als naam gaan functioneren.

De weergave van de godsnaam in de Nieuwe Bijbelvertaling is lange tijd een punt van discussie geweest. Tegen de vertaling met 'Heer' is ingebracht ... dat 'Heer' feitelijk geen eigennaam is. Aan alternatieven bleken ook bezwaren te kleven: 'JHWH' kan zonder klinkers neit gelezen worden, 'Eeuwige' en andere bijvoegelijke naamwoorden zijn geen eigennamen en zijn niet erg gebruikelijk in het christendom, wat ook geldt voor werkwoordelijke vervangingen als 'Ik-ben-er'. UIteindelijk is gekozen voor een aansluiting bij de traditie. JHWH wordt weergegeven met 'HEER' in een layout die duidelijk maakt dat in de Hebreeuwse tekst de godsnaam gebruikt is.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Quote:
Op donderdag 18 januari 2007 23:18:47 schreef mira het volgende:

Het doet er niet toe hoe je de naam JHWH uitspreekt maar wel dat je begrijpt voor wat die naam staat

Dat lijkt mij ook.

In Egypte hadden ze natuurlijk allerlei goden die elk een eigen roepnaam hadden. 10 tegen 1 dat de Egyptenaren aan Mozes zouden vragen: hoe heet jouw god eigenlijk? Mozes vraagt om een naam waarmee hij God kan aanduiden. God vertelt Mozes dat Hij "Ik ben die er zal zijn" is en dat Mozes Hem ook zo moet noemen. Want die naam geeft aan dat de Heer niet zomaar een beperkte godheid is, maar de Almachtige, Eeuwige, Aanwezige, etc. De naam van God is niet, zoals bij ons, een labeltje. Een naam zegt in de tijd van de Bijbel veel meer iets over wie je bent en dat is bij de godsnaam zeker het geval.

Moeten wij Hem ook zo noemen? Kan. Maar van Jezus weten we dat Hij over en tegen God als Vader spreekt en dat is uiteindelijk ook de betekenis die Hij voor ons heeft. Niet alleen een verre God, maar ook een zorgzame vader die ons in Christus als zijn kinderen heeft aangenomen. Ik zie niet echt een reden om weer terug te gaan naar het spreken over JHWH.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Daarnet nog gelezen dat in de Codex Leningradensis B 19A, die zich in Rusland bevindt en ten grondslag ligt aan de Biblia Hebraica Stuttgartensia (BHS), het Tetragrammaton zodanig gevocaliseerd is dat het als Jehwah′, Jehwih′ en een aantal keren, zoals in Ge 3:14, als Jehowah′ gelezen kan worden.

In de uitgave van de Hebreeuwse tekst door Ginsburg (Gins.) is JHWH zodanig gevocaliseerd dat men Jehowah′ leest.

Ik blijf mij weren hé! smile.gif

Link naar bericht
Deel via andere websites

Als ik aan "DE NAAM"(JHWH) denk, wat betekent" ik zal bewijzen te zijn die ik zal zijn ",dan kan voor mij alleen één 'De naam' vertegenwoordigen en dat is Jezus Christus .

Als de LOGOS (Joh 1,1)was hij degene die sprak tegen Mozes 'Ik zal bewijzen te zijn die ik zal zijn!

Exodus 3;14,15

Waarom ?

Omdat Joh 5:37 duidelijk zegt "dat nog nooit een mens de stem van de VADER heeft gehoord" !

De stem die Mozes hoorde in het brandende braambos was van de Logos

( Christus in zijn voor menselijk bestaan ) .Joh 1:18

Geen mens heeft ooit God gezien ,de enige geboren god ,die in de boesem positie bij de Vader is "Die' heeft "HEM verklaard "(JOH 5:26,Joh 1;2,3)

Daarom zegt hij (JEZUS)

Onze Vader ( De almachtige God )in de hemelen , Uw NAAM ( de drager=Jezus Christus ) worde geheiligd .

Daarom riep Jezus ook "Vader verheerlijk uw NAAM (=Jezus Christus)

Waarop een stem uit de hemel zei( de Almachtige Vader) "Ik heb hem verheerlijkt en zal hem weder om verheerlijken !

De Vader had "De Naam" al reeds in het verleden verheerlijkt omdat Hij doormiddel van "de Zoon" alles heeft geschapen en zijn kracht toonde doormiddel van hem.

Opnieuw zou de Zoon de positie die hij reeds had voor zijn komst op aarde terug otvangen en opnieuw aan de rechter hand van zijn Vader de volmacht over over alles ontvangen . Kol 1:15-20,Joh 17;5

Jezus bewees doormiddel van al de werken die hij deed in de volmacht van de Vader ,wie zijn Almachtige Vader was .

Ja zo werd hij het Beeld van de Vader.

Jezus bewees ons inderdaad wie hij is(JHWH) en wie zijn Vader is ,zowel doormiddel van de werken die hij ons laat zien in de schepping als doormiddel hoe hij Israel bevrijden uit Egypte ,als ook doormiddel van de wonderen en als loskoop offer voor ons gebracht op aarde toen hij als Gods Zoon aan het hout is genageld.

Jezus kwam daad werkelijk IN DE NAAM (JHWH) van zijn Vader

Doch zij aanvaarden hem niet ,zoals wij lezen in Johannes 5:39-47

Dit moet ons werkelijk met een enorme stilte vervullen ...

HOE BEZIEN WIJ DE CHRISTUS ?

Hebben wij echt waardering en ontzag voor "De NAAM 'JHWH ? JOH 1;10.

JOH 17:25,26

Begrijpen wij dat "die naam" zowel voor nu als in de toekomst een belofte inhoud ?

Wat een liefde heeft de drager van 'die naam '(JHWH) ons getoond Ja de liefde voor zijn Hemelse Vader in al zijn werken, die ook 'onze "Hemelse Vader' is !

Ja ten aller tijden heeft hij zich vrijwillig onder worpen aan DE VADER ,hij zei "want de Vader is groter dan ik" !Joh 14:28

Johannes 3;18,

Hij die geloof oefent in hem(Jezus) zal niet geoordeeld worden .Hij die geen geloof oefent ,is reeds veroordeeld ,omdat hij geen geloof heeft geoefend in "DE NAAM" ( JHWH) van de enige geborenen ZOON VAN GOD.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Quote:
Op dinsdag 23 januari 2007 12:48:08 schreef mira het volgende:

Als ik aan "DE NAAM"(JHWH) denk, wat betekent" ik zal bewijzen te zijn die ik zal zijn ",dan kan voor mij alleen één 'De naam' vertegenwoordigen en dat is Jezus Christus .

Als de LOGOS (Joh 1,1)was hij degene die sprak tegen Mozes 'Ik zal bewijzen te zijn die ik zal zijn!

Exodus 3;14,15

Waarom ?

Omdat Joh 5:37 duidelijk zegt "dat nog nooit een mens de stem van de VADER heeft gehoord" !

De stem die Mozes hoorde in het brandende braambos was van de Logos

( Christus in zijn voor menselijk bestaan ) .Joh 1:18

Geen mens heeft ooit God gezien ,de enige geboren god ,die in de boesem positie bij de Vader is "Die' heeft "HEM verklaard "(JOH 5:26,Joh 1;2,3)

Daarom zegt hij (JEZUS)

Onze Vader ( De almachtige God )in de hemelen , Uw NAAM ( de drager=Jezus Christus ) worde geheiligd .

Daarom riep Jezus ook "Vader verheerlijk uw NAAM (=Jezus Christus)

Waarop een stem uit de hemel zei( de Almachtige Vader) "Ik heb hem verheerlijkt en zal hem weder om verheerlijken !

De Vader had "De Naam" al reeds in het verleden verheerlijkt omdat Hij doormiddel van "de Zoon" alles heeft geschapen en zijn kracht toonde doormiddel van hem.

Opnieuw zou de Zoon de positie die hij reeds had voor zijn komst op aarde terug otvangen en opnieuw aan de rechter hand van zijn Vader de volmacht over over alles ontvangen . Kol 1:15-20,Joh 17;5

Jezus bewees doormiddel van al de werken die hij deed in de volmacht van de Vader ,wie zijn Almachtige Vader was .

Ja zo werd hij het Beeld van de Vader.

Jezus bewees ons inderdaad wie hij is(JHWH) en wie zijn Vader is ,zowel doormiddel van de werken die hij ons laat zien in de schepping als doormiddel hoe hij Israel bevrijden uit Egypte ,als ook doormiddel van de wonderen en als loskoop offer voor ons gebracht op aarde toen hij als Gods Zoon aan het hout is genageld.

Jezus kwam daad werkelijk IN DE NAAM (JHWH) van zijn Vader

Doch zij aanvaarden hem niet ,zoals wij lezen in Johannes 5:39-47

Dit moet ons werkelijk met een enorme stilte vervullen ...

HOE BEZIEN WIJ DE CHRISTUS ?

Hebben wij echt waardering en ontzag voor "De NAAM 'JHWH ? JOH 1;10.

JOH 17:25,26

Begrijpen wij dat "die naam" zowel voor nu als in de toekomst een belofte inhoud ?

Wat een liefde heeft de drager van 'die naam '(JHWH) ons getoond Ja de liefde voor zijn Hemelse Vader in al zijn werken, die ook 'onze "Hemelse Vader' is !

Ja ten aller tijden heeft hij zich vrijwillig onder worpen aan DE VADER ,hij zei "want de Vader is groter dan ik" !Joh 14:28

Johannes 3;18,

Hij die geloof oefent in hem(Jezus) zal niet geoordeeld worden .Hij die geen geloof oefent ,is reeds veroordeeld ,omdat hij geen geloof heeft geoefend in "DE NAAM" ( JHWH) van de enige geborenen ZOON VAN GOD.

Ik ben het volkomen met je eens dat Jezus Christus de "Logos" was in zijn voormenselijk bestaan.

Maar ik meen toch ook hier en daar in de Schrift te lezen dat Jehovah zelf rechtstreeks heeft gesproken.

(1) Ten tijde van Jezus’ doop (in 29 G.T.), toen Jehovah zei: „Dit is mijn Zoon, de geliefde, die ik heb goedgekeurd.†Zonder enige twijfel heeft zowel Jezus als Johannes de Doper die stem gehoord (Mt 3:17; Mr 1:11; Lu 3:22).

(2) Bij Jezus’ transfiguratie , in aanwezigheid van de apostelen Petrus, Jakobus en Johannes, toen vrijwel dezelfde woorden werden uitgesproken (Mt 17:5; Mr 9:7; Lu 9:35).

(3)kort voor Jezus’ laatste Pascha, toen in antwoord op Jezus’ verzoek aan God om Zijn naam te verheerlijken, een stem uit de hemel zei: „Ik heb hem verheerlijkt en zal hem wederom verheerlijken.†De schare dacht dat het had gedonderd, of dat een engel tot Jezus had gesproken. — Jo 12:28, 29.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Inderdaad Aime op het moment in math 3:17 hoorde Johannes en Jezus inderdaad de stem van De Vader.

Jij noemt hem Jehovah ,ik noem hem Vader .

Er wordt echter niet bevestigd in de bijbel dat "iedereen" de stem van de Vader hoorde op "dat moment" .

Op het moment met zijn Apostelen waren er geen andere dan alleen zijn apostelen ,deze hoorde de stem ,dit was ook de Vader .

Deze teksten bewijzen niet dat Mozes dan ook de stem van De Vader hoorde die zij" Ik zal bewijzen te zijn die ik zal zijn ( JHWH)

De bijbel toond ons aan dat op het moment dat Jezus de uitspraak in Joh 37:5 ,men nog nooit de stem van de Vader ,(die volgens jou dan de JHWH heet) had gehoord.Jezus spreekt hier over omdat zei zich steeds beroepen op de wet van Mozes

Ook wij onderzoeken de schriften en beroepen ons er op dat wij het weten wat en wie JHWH is ,maar is dat werkelijk ook zo ?

vers 39 : Gij onderzoekt de schriften ,omdat gij denkt dat gij doormiddel daarvan eeuwig leven zult hebben ;en deze leggen juist getuigenis van MIJ (JHWH ) af .

De Fariezeers waren alleen maar bezig met het onderzoeken van het OT

Deze spreekt over de naam JHWH .

Daarom zegt Jezus ook in vers43

Ik ben "IN de NAAM"(JHWH) van mijn Vader gekomen .

Als jij ergens heen gaat en je spreekt IN NAAM van je Vader

dan heb je dus de volmacht om namens HEM te spreken als zijnde je Vader op dat moment ook al is hijzelf daar niet .

Zo ook heeft de Zoon de volmacht gekregen om te spreken namens zijn Vader en is Jezus zelf DE DRAGER van DE NAAM (JHWH).

Conclusie : De teksten die jij aanhaalt bewijzen niet dat De Vader

Zich JHWH noemt

De Vader liet zijn stem aan Johannes en Jezus en aan de apostelen horen in de teksten die jij aanhaalt

De tekst die jij aanhaalt,bewijst echter niet dat de stem van de Vader zich kenbaar maakt met 'JHWH "

Deze naam wordt niet genoemd ,waarom niet ?

Ook bij de transfiguratie wordt de naam JHWH niet genoemd door de Vader

De Vader zegt wel als reactie op de vraag van Jezus ;

"Vader verheerlijk u naam " Ik(de Almachige Vader) heb hem( Jezus) verheerlijkt en wederom zal ik hem(Jezus) verheerlijken .

Als de Vader de Naam Aan zich zelf toe bedeeld

Waarom maakt de Vader zich dan niet ken baar met die naam JHWH op zo,n belangrijk moment ?

Ook Jezus zelf noemt zijn Vader niet JHWH ,zelfs niet tegen zijn Apostelen !

Ik hoop dat je toch nog eens echt de moeite wil nemen om de link die ik 2 antwoorden hierboven heb geplaatst goed door wil lezen zodat je een beter begrip zult krijgen over " DE NAAM " en wat die naam inhoud.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Toen Jezus in de synagoge van Nazareth opstond en het boek Jesaja in ontvangst nam en daaruit het gedeelte uit hoofdstuk 61 vers 1, 2 voorlas, waarin het Tetragrammaton wordt gebruikt, sprak hij de goddelijke naam uit. Laat u niet beïnvloeden door vertalingen waar de goddelijke naam uit verwijderd is,zo is er enorm veel verwarring ontstaan.

Jezus las niet:"De Geest des Heeren HEEREN is op Mij"

Dat is eigenlijk een leugen.

Jezus las wel:

(Jesaja 61:1) . . . De geest van de Soevereine Heer Jehovah is op mij, . . .

Aimé

Link naar bericht
Deel via andere websites

Er zijn bewijzen voor dat Jezus’ discipelen in hun geschriften het Tetragrammaton hebben gebruikt.

Samengevoegde post 24-1-2007 13:47:31:

Quote:
Op woensdag 24 januari 2007 13:41:51 schreef Gorthaur het volgende:

Oh, dus het woord "Jehova" staat dus wel in de grondtekst. hmm, wist ik niet.

Dus volgens u las Jezus "Heere" toen hem de rol van Jesaja werd aangereikt?

Link naar bericht
Deel via andere websites

Lijkt me sterk.

Maaruh, die bewijzen sluiten uit dat De Naam anders zou zijn uit gesproken dan Jehova?

Samengevoegde post 24-1-2007 13:57:14:

Quote:

Op woensdag 24 januari 2007 13:44:03 schreef Aimé het volgende:

Dus volgens u las Jezus "Heere" toen hem de rol van Jesaja werd aangereikt?

Nee, want dat is een Nederlands woord en Jezus zal waarschijnelijk toch de Hebreeuwse tekst gelezen hebben.

Maar Jezus zou zoals veel Joden nog steeds doen idd een ander woord, kunnen hebben voor gelezen, zoals bijvoorbeeld Adonai, aangezien de hoge priester volgens mij alleen De Naam bij Jom Kippoer uitsprak. Ik denk dat we wel over een opstootje in de bijbel zouden kunnen lezen als Jezus dat ook deed.

Maar stel, Jezus deed het wel, dan is het dus uitsgesloten dat het geen Jehova is, maar bijv. Jahweh, of een andere mogelijkheid...

Link naar bericht
Deel via andere websites

Quote:

Op woensdag 24 januari 2007 13:58:48 schreef Aimé het volgende:

Als u de uitspraak "Jehovah" die men nu nog op tal van kunstwerken en kerkgebouwen terugvind en eens in Europa eeuwen algemeen aanvaard zo aanstootgevend vind neem dan "Jahweh".

Je bedoelt die zelfde kerkgebouwen waar men ook in de drie eenheidsleer geloven?

En nee hoor, ik vind HEERE een goede optie...

Link naar bericht
Deel via andere websites

Hiëronymus schreef in zijn werk De viris inlustribus dat Mattheüs zijn evangelie optekende in de Hebreeuwse taal.

Mattheüs deed meer dan honderd aanhalingen uit de geïnspireerde Hebreeuwse Geschriften. Op de plaatsen waar in deze aanhalingen de goddelijke naam stond, zal hij genoodzaakt zijn geweest getrouw het Tetragrammaton in zijn Hebreeuwse evangelieverslag op te nemen.

Aimé

Link naar bericht
Deel via andere websites

Quote:
Op woensdag 24 januari 2007 16:20:57 schreef Aimé het volgende:

Hiëronymus schreef in zijn werk De viris inlustribus dat Mattheüs zijn evangelie optekende in de Hebreeuwse taal.

Mattheüs deed meer dan honderd aanhalingen uit de geïnspireerde Hebreeuwse Geschriften. Op de plaatsen waar in deze aanhalingen de goddelijke naam stond, zal hij genoodzaakt zijn geweest getrouw het Tetragrammaton in zijn Hebreeuwse evangelieverslag op te nemen.

Aimé

Klinks logisch, maar de vraag blijft: vanuit welke taal is jouw vertaling gemaakt?

Link naar bericht
Deel via andere websites

Ontdekkingen die de afgelopen honderd jaar zijn gedaan, hebben onthuld dat Gods naam zelfs in de Septuaginta voorkwam.

Onder andere een papyrusfragment dat in Oxyrhynchus (Egypte) werd gevonden en nummer 3522 kreeg,en dateert uit de eerste eeuw G.T. Het bevat een passage uit Job 42:11, 12. Waar het Tetragrammaton in Oud-Hebreeuwse lettertekens staat.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Inderdaad Aime Hij zei "DE GEEST van Jehovah is OP MIJ !

Wat is die GEEST VAN JEHOVAH ? Luk 4;18

DE Almachtige Vader zelf?

NEE

Het is "de werkzame kracht" die Jesus in zijn voormenselijk bestaan als zijnde de LOGOS al van zijn VADER reeds HAD ontvangen !

Hij had het daar over .

Hij had doormiddel van DIE GEEST al de werken gedaan die zijn Vader hem te doen had gegeven in zijn voormenselijk bestaan zoals we lezen in

Kol 1;15-16

Zo ook ontvangen allen die een deel zijn Van zijn lichaam vormen ,die zelfde Geest die in Christus werkzaam was . Joh 14;17,20,23

Logisch dat Jezus zei dat hij de JHWH was .Filp 2;9,10

Jezus zei dus feitelijk door deze tekst aan te halen uit Jesajah

Ik ben degene die dit zei tegen Jesajah !

De kracht die ik had als zijnde JHWH die geest is op mij !

Dat al degene die een deel van zijn lichaam zouden vormen net als Jezus "DiE" heilige geest van hem en GOD DE VADER ontvangen !

Joh 14:26

Als Jezus deze tekst voorleest indentificeerd hij feitelijk zich zelf als degene die dit ook zei tegen jesaja die deze woorden opschreef en profiteerde !

Link naar bericht
Deel via andere websites

Quote:
Op woensdag 24 januari 2007 20:15:41 schreef mira het volgende:

Logisch dat Jezus zei dat hij de JHWH was .Filp 2;9,10

Ik ben hier met het grootste gedeelte van je laatste post akkoord.Behalve dat ene zinnetje heb ik er even uitgehaald.

In Filippenzen 2:8, 9 staat: „Meer nog, toen hij [Jezus] zich in de hoedanigheid van een mens bevond, heeft hij zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, de dood aan een martelpaal. Juist daarom heeft God hem ook tot een superieure positie verhoogd en hem goedgunstig de naam gegeven die boven elke andere naam is.â€

Dit gedeelte betekent niet dat aangezien alleen Jehovah een naam heeft die absoluut boven elke andere naam is, Jezus dezelfde persoon als Jehovah moet zijn.

Zoals uit de context van Filippenzen hoofdstuk 2 blijkt, ontving Jezus zijn verhoogde naam na zijn opstanding. Voordien bezat hij die niet.

Jehovah daarentegen is altijd oppermachtig geweest, en zijn positie is nooit veranderd. Het feit dat Jezus een naam ontving die hoger was dan de naam die hij vóór zijn aardse dienst had, toont aan dat hij niet dezelfde persoon als Jehovah is.

Toen Paulus zei dat Jezus een naam werd gegeven die boven elke andere naam is, bedoelde hij dat Jezus nu de hoogste naam van al Gods schepselen heeft.

Wat is Jezus’ hoge naam?

Jesaja 9:6 helpt ons deze vraag te beantwoorden.

Profeterend over de komende Messias, Jezus, zegt dat vers: „De vorstelijke heerschappij zal op zijn schouder komen. En zijn naam zal worden genoemd: Wonderbaar Raadgever, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.†Hier heeft Jezus’ „naam†te maken met zijn hoge positie en autoriteit, en zo moeten wij ook de in Filippenzen 2:9 vermelde ’naam die boven elke andere naam is’ begrijpen.

Elke knie moet zich voor Jezus buigen in erkenning van de hoge positie van autoriteit die Jehovah hem heeft gegeven — een positie van autoriteit hoger dan die welke aan enig ander schepsel gegeven is.

Het woord „andere†in deze vertaling staat niet letterlijk in de eraan ten grondslag liggende Griekse tekst, maar het ligt opgesloten in de betekenis van het vers. Jezus’ „naam†is niet boven zijn eigen naam maar boven de naam van elk ander schepsel.

Aimé

Link naar bericht
Deel via andere websites

Quote:
Op woensdag 24 januari 2007 18:09:22 schreef Aimé het volgende:

Ontdekkingen die de afgelopen honderd jaar zijn gedaan, hebben onthuld dat Gods naam zelfs in de Septuaginta voorkwam.

Onder andere een papyrusfragment dat in Oxyrhynchus (Egypte) werd gevonden en nummer 3522 kreeg,en dateert uit de eerste eeuw G.T. Het bevat een passage uit Job 42:11, 12. Waar het Tetragrammaton in Oud-Hebreeuwse lettertekens staat.

Interessant, maar de vraag die maar niet beantwoord schijnt te kunnen worden: uit welke tekst is de vertaling gemaakt die je zelf gebruikt?

Link naar bericht
Deel via andere websites

Ik had de tekst beter niet achter die zin moeten plaatsen ,maar onder aan de post .

Achter de zin die jij aanhaalt moet eigelijk Jes 61:1 staan zoals je ook in het logische verloop van de redenatie ziet.

Jezus is inderdaad tot een nog hogere positie verheven dan die hij al reeds had ontvangen ,ja het GEHELE OORDEL ligt nu in zijn handen .Filp 2;9,10

Hij zit aan de rechterhand van zijn Vader .Math 28;18 .

Alle autoritijd in de HEMEL en op AARDE is mij gegeven gegeven zegt de Christus . Math 11;27

Maar ook voor zijn dood zei hij;

Alle dingen zijn door mijn Vader aan mij overgegeven ,zie ook Joh 3;35

Luk 10;22

ALLE dingen zijn door mijn Vader aan mij overgegeven (zowel voor als na zijn dood) ,en Niemand weet WIE DE ZOON IS,

dan de Vader ,en NIEMAND WEET WIE DE VADER is dan de Zoon .,en HIJ aan wie de Zoon hem WIL openbaren.

Zei die zijn weder geboren begrijpen Wie de Zoon is en Wie de Vader is!

Joh 3;5-12

En zei hebben geloof geoefent in de naam Jezus/JHWH, van de enige geboren Zoon van God. Hand 4;10/12

Zei begrijpen dat Jezus de JHWH is in zijn voormenselijk bestaan

Ook begrijpen zei dat zijn Hemelse Vader ook hun Hemelse Vader is.Joh 14;21

Wie mijn geboden heeft en ze onderhoud die is het die mij lief heeft ,

En wie mij lief heeft zal door de Vader bemind worden ,en ik zal mij duidelijk aan hem laten zien .

Joh 3;17,18

Hebr 10;28-30

Efe 3;14-19

Ja zei die wel begrijpen WIE de Zoon is en wie de Vader is ,is het door de geest geopenbaard .

ZIJ zijn in de geest weder geboren .

De geest openbaard hen wat voor andere verborgen blijft .

Johannes 3;3,10-13.....

WAT IS WEDERGEBOORTE ?

Joh.3:5-7 Tenzij iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk Gods niet binnengaan, Wat uit het vlees geboren is, is vlees, en wat uit de Geest geboren is, is geest. Verwonder u niet, dat Ik u gezegd heb: Gijlieden moet wederom geboren worden.

De Heer zegt hier, dat de wedergeboorte een voorwaarde is voor het binnengaan in het Koninkrijk van God. Dit drukt ons op het belang en de noodzaak van de wedergeboorte, of de geboorte uit water en Geest.

1. Woord vooraf

De directe aanleiding tot het maken van dit geschrift is een artikel in "De Wachttoren" van 15 februari 1982. In het bewuste artikel wordt gesteld, (wij citerensmile.gif "dat een beperkt aantal mensen, op basis van Jezus' slachtoffer, wordt uitgekozen om als mederegeerders van zijn Zoon in het hemelse Koninkrijk te regeren (Gen.3:15, 2 Tim. 4:7,8,18). In het geval van al dezen is het beslist noodzakelijk dat zij, evenals Christus Jezus eerst 'wederom geboren' worden (Johannes 3:3). Gods voorziening voor redding op basis van Christus' slachtoffer is echter niet beperkt tot degenen, die een hemelse hoop hebben." Verder lezen wij: "Als gevolg van Satans opstand en de ongehoorzaamheid van Adam en Eva, trof Jehovah er regelin-gen voor dat een bevoorrechte groep, die hij zal gebruiken om zijn oorspronkelijke voornemen te verwe-zenlijken, een hemelse beloning ontvangt. Alleen dezen worden 'wederom geboren'" (pag.8 en 9 van bo-vengenoemde "Wachttoren").

Ons bezwaar tegen dit onderdeel van de leer van het Wachttorengenootschap [in dit geschrift verder kortweg het "Genootschap" genoemd] richt zich op haar onderwijs, dat de wedergeboorte niet nodig is (anders dan voor een beperkt aantal gelovigen, die worden uitgekozen om als mederegeerders van Gods Zoon in het hemelse Koninkrijk te regeren). Naar onze mening geeft het Genootschap een verkeerde uit-leg aan de woorden van onze Heer, neergeschreven in Johannes 3:3-5. Daar zegt de Heer, dat wedergeboorte nodig is teneinde het Koninkrijk van God binnen te kunnen gaan.

Teneinde dit belangrijke onderwerp ordelijk uit de doeken te kunnen doen, zullen wij eerst aandacht schenken aan:

2. De zondeval en zijn gevolgen

Op de ongehoorzaamheid van het eerste mensenpaar, waarvan in Genesis 3 verslag wordt gedaan, volg-de het oordeel van Jehovah God. Dit hield o.a. in dat Adam en Eva een moeitevol bestaan op een ver-vloekte aardbodem zouden hebben, waaraan door de dood een einde zou komen. De gevolgen van dit vonnis bleven niet beperkt tot hen alleen. Ook het nog ongeboren mensengeslacht werd in deze straf be-trokken: "Gelijk door één mens de zonde de wereld is binnengekomen en door de zonde de dood, zo is ook de dood tot alle mensen doorgegaan, omdat allen gezondigd hebben" (Rom. 5:12,13). Adam en Eva waren na hun overtreding niet in staat kinderen voort te brengen, die vrij zouden zijn van de gevolgen van de val (Job 14:4).

Door overerving hebben wij allen een zondige aard, een zondige natuur, een zondig hart en een sterfelijk leven verkregen. Uit dit zondige hart komen de boze gedachten en daden voort (Matt.15:18-20). Bijge-volg zijn wij allen zondaars, voor God dood in zonden en misdaden op wie de toorn van God rust. Niemand vormt hierop een uitzondering.

Leest u a.u.b. Rom.3:9-18,23 en Ef.2:1-3. In deze schriftgedeelten komt duidelijk tot uitdrukking hoe verdorven de mens door de zondeval is. De Bijbel leert ons echter nog meer: wij zijn niet in staat onszelf te verbeteren en ons daardoor voor God aanvaardbaar te maken. Hierover gaat het nu volgende stukje.

3. De noodzaak van een Wedergeboorte

In de Heilige Schrift wordt de gevallen menselijke natuur aangeduid met woorden als het "vlees", het "lichaam der zonde", de "oude mens" en de "natuurlijke mens". In Joh.3:6 zegt de Heer: "Wat uit het vlees geboren is, is vlees, en wat uit de Geest geboren is, is geest". Hiermee bedoelt de Heer, dat er een niet te overbruggen kloof bestaat tussen het vlees en de geest. In Joh.6:63 lezen wij: "De Geest is het, die levend maakt, het vlees doet geen nut". Met andere woorden: het vlees kan niets doen om zichzelf voor God aanvaardbaar te maken, evenals een dode niets kan doen om weer levend te worden. Vgl. Gal.2:21 en 3:21.

Een voorbeeld uit de dierenwereld kan dit wellicht verduidelijken. Wij kunnen door dressuur een kat le-ren bepaalde kunstjes te doen en dit kan onder gunstige omstandigheden goed gaan. Laten wij evenwel een muisje los in de omgeving van de kat, terwijl hij juist met zijn kunstje bezig is, let dan op wat er ge-beurt. De kat zal zeker zijn ware aard niet verloochenen, maar onmiddellijk achter het muisje aangaan. Zo is het ook met ons. Door opvoeding en zelfdressuur kunnen wij heel wat bereiken. Als echter op een kwade dag het vernisje loslaat en onze ware aard zich in alle heftigheid openbaart, dan schrikken wij van onszelf. Op dat ogenblik blijkt, dat wij onze ware aard niet hebben kunnen veranderen. Vandaar, dat on-ze Heer zegt: "Wat uit het vlees geboren is, is vlees... De Geest is het, die levend maakt, het vlees doet geen nut".

Andere uitspraken over dit onderwerp zijn:

Rom.6:17 Gij waart slaven der zonde.

Een slaaf is iemand, die eigendom is van een ander. Hij is aan die ander onderworpen en moet diens wil doen. Zo is het ook met ons. Wij zijn gebonden aan de zonde en kunnen er niet van loskomen. Onze on-derworpenheid aan de zonde blijkt ook uit de volgende woorden:

Rom.7:14-25 Ik echter ben vlees, verkocht onder de zonde. Want wat ik uitwerk, weet ik niet, maar waar ik een afkeer van heb, dat doe ik... Want ik weet, dat in mij, dat wil zeggen in mijn vlees, geen goed woont. Immers het wensen is wel bij mij aanwezig, maar het goede uitwerken, kan ik niet. Want niet wat ik wens, het goede, dat doe ik, maar wat ik niet wens, het kwade, dat doe ik... Naar de inwendige mens verlustig ik mij in de wet Gods, maar in mijn leden zie ik een andere wet, die strijd voert tegen de wet van mijn verstand en mij tot krijgsgevangene maakt van de wet der zonde, die in mijn leden is. Ik, ellen-dig mens! Wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? Gode zij dank door Jezus Christus, onze Here!

De apostel Paulus is heel duidelijk in zijn uitspraken over het vlees, over de natuurlijke, ongeestelijke, onwedergeboren, mens. Leest u maar eens wat hij verder zegt in:

Rom.8:5-8 Want zij, die naar het vlees zijn, hebben de gezindheid van het vlees, en zij, die naar de Geest zijn, hebben de gezindheid van de Geest. Want de gezindheid van het vlees is de dood, maar de gezind-heid van de Geest is leven en vrede. Daarom, dat de gezindheid van het vlees vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich niet aan de wet Gods; trouwens het kan dat ook niet: zij, die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen.

De apostel Johannes onderscheidt de mensheid als volgt:

1 Joh.4:6 Gij zijt uit God, kinderkens, en gij hebt hen overwonnen; want Hij, die in u is, is meerder dan die in de wereld is. Zij zijn uit de wereld, daarom spreken zij uit de wereld en de wereld hoort naar hen. Wij zijn uit God; wie God kent, hoort naar ons; wie uit God niet is, hoort naar ons niet. Hieraan onder-kennen wij de Geest der waarheid en de geest der dwaling.

1 Joh.5:18-19 Wij weten, dat een ieder, die uit God geboren is, niet zondigt; want Hij, die uit God gebo-ren werd, bewaart hem, en de boze heeft geen vat op hem. Wij weten, dat wij uit God zijn en de gehele wereld in het boze ligt.

Judas spreekt over scheuringen binnen de Gemeente, veroorzaakt door "natuurlijke (NWV: dierlijke) mensen, die de Geest niet hebben" (Judas 19).

Met deze overvloed aan uitspraken Gods hebben wij inzicht gekregen in de VERDORVENHEID en ONVERBETERLIJKHEID van de gevallen mens. Dit feit vormt de reden, waarom een wedergeboorte noodzaak is, m.a.w. waarom wij opnieuw geboren moeten worden!

Tevens is uit de aangehaalde teksten gebleken, dat wij òf kinderen van God zijn, dus uit God zijn, anders gezegd: naar de geest zijn, òf dat wij natuurlijke (dierlijke), wereldse mensen zijn, met andere woorden: naar het vlees zijn, die in het boze liggen.

Er is geen tussenweg.

4. Wat is Wedergeboorte?

Wedergeboorte is een deel van de verlossing, die Jehovah God schenkt aan hen, die zijn Zoon Christus Jezus als hun Heer en Heiland hebben aanvaard.

Deze verlossing moeten wij zien als een eenheid, als één geschenk, bestaande - om het zo eens uit te drukken - uit meerdere pakjes, te weten: vergeving van zonden, rechtvaardiging, heiliging, verzoening, vrede, redding en wedergeboorte, kortom het heil, het herstel in Christus. Over dit onderwerp staat de Schrift vol. Leest u b.v. eens de volgende Schriftgedeelten: Rom.5:1-11 en Hebr.10:8-10. De verlossing zou niet volledig zijn indien één van deze pakjes, b.v. de wedergeboorte, d.i. de radicale vernieuwing van de menselijke geest, aan het éne geschenk zou ontbreken.

In de Hebreeuwse geschriften lezen wij profetieën over een grondige verandering van het hart, van de gezindheid, van de mens, die eens zal plaatsvinden. Dit werd o.a. door Ezechiël voorzegd. Over deze levensvernieuwing, die Jehovah wil bewerken, lezen wij:

Ezech. 36:25-27 Ik zal rein water over u sprengen, en gij zult rein worden; van al uw onreinheden en van al uw afgoden zal Ik u reinigen; een nieuw hart zal Ik u geven en een nieuwe geest in uw binnenste; het hart van steen zal Ik uit uw lichaam verwijderen en Ik zal u een hart van vlees geven. Mijn Geest zal Ik in uw binnenste geven en maken, dat gij naar mijn inzettingen wandelt en naarstig mijn verordeningen onderhoudt. (Vgl. a.u.b. Jer.31:33 en Hebr.8:8-12.)

De profetieën, die zeggen, dat God zijn Geest zou geven in het binnenste van de mens, werden vervuld nadat Gods Zoon voor ons Zijn leven had gegeven en dit offer door Zijn Vader was aanvaard. De eerste uitstorting van de Heilige Geest vond plaats op Pinksteren.

God geeft zijn Geest echter niet zomaar aan iedereen. Er moet eerst iets gebeuren, n.l. een mens moet Christus Jezus aanvaarden als zijn Heer en Redder. Hierdoor wordt hij gereinigd, gerechtvaardigd en ge-heiligd en wordt de aanvankelijk vijandige houding veranderd in een relatie van liefde. Aan zo iemand geeft God zijn Geest, waardoor deze voorzegde levensverandering een feit wordt.

Wij lezen:

Joh.7:37-39 Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke! Wie in Mij gelooft gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. Dit zeide Hij van de Geest, welke zij, die tot geloof in Hem kwamen, ontvangen zouden.

Voordat de Heer in de hemel werd opgenomen sprak Hij:

Joh.14:15-18,23 Wanneer gij Mij liefhebt, zult gij mijn geboden bewaren. En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn, de Geest der waarheid, die de we-reld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet; maar gij kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn. Ik zal u niet als wezen achterlaten. Ik kom tot u... Indien iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord bewa-ren en mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en woning bij hem maken.

Andere Schriftuitspraken luiden:

Ef.1:13 In Hem zijt ook gij, nadat gij het woord der waarheid, het evangelie uwer behoudenis, hebt ge-hoord; in Hem zijt gij, toen gij gelovig werd, ook verzegeld met de Heilige Geest der belofte.

1 Joh.5:1 Een ieder, die gelooft, dat Jezus de Christus is, is uit God geboren.

Dit ontvangen van de heilige Geest, die in de gelovige in Christus Jezus blijft, waardoor hij een tempel, een woonplaats, wordt van de heilige Geest (1 Kor.6:19-20), en waardoor de Vader en de Zoon Zich aan hem openbaren en die in hem een levensvernieuwend werk verricht, wordt 'wedergeboorte', of 'geboorte uit God' genoemd. Onder 'wedergeboorte' wordt tevens verstaan de dood en de begrafenis van de "oude mens", het "vlees", het "lichaam der zonde" en de opwekking van de "nieuwe mens", die "in de Geest leeft".

Over de dood en begrafenis van de oude mens en de opwekking van de nieuwe mens lezen wij meer in het nu volgende gedeelte, dat handelt over de christelijke doop, ofwel de doop in Christus. Deze doop is de enige doop, die thans voor Jehovah God geldig is.

5. De Doop: o.a. het Bad der Wedergeboorte

De Heer Jezus heeft zijn volgelingen opdracht gegeven dat zij moeten dopen. Wij zullen nu enige Schriftplaatsen citeren, die de betekenis van de doop m.b.t. de wedergeboorte duidelijk maken.

De apostel Paulus aan het woord:

Rom.6:1-11 Wat zullen wij dan zeggen? Mogen wij bij de zonde blijven, opdat de genade toeneme? Vol-strekt niet! Immers, hoe zullen wij, die der zonde gestorven zijn, daarin nog leven? Of weet gij niet, dat wij allen, die in Christus Jezus gedoopt zijn, in zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zouden wandelen. Want indien wij samengegroeid zijn met hetgeen gelijk is aan zijn dood, zullen wij het ook zijn (met hetgeen gelijk) is aan zijn opstanding; dit weten wij immers, dat onze oude mens medegekuisigd is opdat aan het lichaam der zonde zijn kracht zou ontno-men worden en wij niet langer slaven der zonde zouden zijn; want wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde. Indien wij dan met Christus gestorven zijn, geloven wij, dat wij ook met Hem zullen leven, daar wij weten, dat Christus, nu Hij uit de doden is opgewekt, niet meer sterft: de dood voert geen heer-schappij meer over Hem. Want wat zijn dood betreft, is Hij voor de zonde eens voor altijd gestorven; wat zijn leven betreft, leeft Hij voor God. Zo moet het ook voor u vaststaan, dat gij wèl dood zijt voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus.

Wat de apostel hier o.a. stelt, is dat onze "oude mens" in dit Schriftgedeelte ook het "lichaam der zonde", elders het "vlees" genoemd, met Christus gekruisigd is en gestorven, daarna begraven door de doop in de dood, opdat wij niet langer slaven der zonde zouden zijn. Dit is een duidelijke uiteenzetting van de ver-lossing van de bron, de zondige "oude mens", waaruit het kwaad bij ons voortkomt. Evenals Christus is opgestaan, zijn wij met Hem opgestaan, dood voor de zonde, maar levend voor God. Dit is een beeld van het nieuwe leven, dat wij nu in Christus hebben ontvangen (vgl. Joh.5:24). De algemene gedachte hier is dus: de dood (door met Christus gekruisigd te zijn) en begrafenis van de oude mens en de opwekking van de dopeling met Christus in een nieuw leven. Een prachtige, diepzinnige, uiteenzetting van de bete-kenis van de doop, waarin de wedergeboorte duidelijk tot uitdrukking komt.

Deze dood en begrafenis van de "oude mens", het "vlees" of het "lichaam der zonde" moet beschouwd worden als een afspraak die God met ons maakt. Vanuit het besef dat onze "oude mens", de bron, waar-uit onze zondige gedachten en daden voortkomen, dood gerekend wordt, mogen en kunnen wij voortaan voor God leven (vgl. Rom. 6:11-23). "Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, (dat is), niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij" (Gal. 2:20).

De feitelijke verlossing van ons lichaam vindt plaats bij de komst van de Heer (1 Tess.4:13-18; 1 Kor. 15:50-57; Rom.8:23; 2 Kor.5:2-5; Fil.3:21).

Kol.2:11-13 In Hem zijt ook gij met een besnijdenis, die geen werk van mensenhanden is, besneden door wegneming van het lichaam des vlezes, in de besnijdenis van Christus, daar gij met Hem begraven zijt in de doop. In Hem zijt gij ook mede opgewekt door het geloof aan de werking Gods, die Hem uit de doden heeft opgewekt. Ook u heeft Hij, ofschoon gij dood waart in uw overtredingen en onbesnedenheid naar het vlees, levend gemaakt met Hem, toen Hij ons al onze overtredingen kwijt schold.

Dit Schriftgedeelte verwijst naar de besnijdenis, die het mannelijke deel van het zinnebeeldige volk van God moest ondergaan, op straffe van uitroeiing uit het volk (Gen.17:10-14). Nu echter, wordt het zinne-beeld vervuld in de werkelijkheid: de besnijdenis van het hart. Het hart van "steen" [de gezindheid van het vlees] wordt vervangen door een hart van "vlees" [d.i. de gezindheid van de Geest] (vgl. Ezech.36: 25-27). Verder spreekt de apostel hier over de wegneming van het lichaam der zonde (het wegsnijden van de voorhuid onder de bedeling der wet) in de doop en de opwekking, d.i. levendmaking met Chris-tus, toen Hij al onze overtredingen kwijt schold.

Titus 3:4-6 Maar toen de goedertierenheid en mensenliefde van onze Heiland en God verscheen, heeft Hij, niet om de werken der gerechtigheid, die wij zouden gedaan hebben, naar zijn ontferming ons ge-red door het bad der wedergeboorte en der vernieuwing door de heilige Geest, die Hij rijkelijk over ons heeft uitgestort door Jezus Christus, onze Heiland.

In deze Schriftplaats vinden wij a.h.w. een variatie op hetgeen de Heer in Joh.3:5 stelt:"...tenzij iemand geboren wordt uit water en Geest". De apostel noemt de doop hier "het bad der wedergeboorte en der vernieuwing door de heilige Geest", waardoor wij gered worden.

Dit laatste is al een bewijs, dat de doop in de betekenis van wedergeboorte niet genegeerd kan worden.

Enige andere uitspraken over doop en wedergeboorte:

Ef.5:25,26 Mannen, hebt uw vrouw lief, evenals Christus zijn Gemeente heeft liefgehad en zich voor haar overgegeven heeft, om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord.

De apostel Petrus spreekt over de mensen, die opnieuw zijn geboren uit onvergankelijk zaad, door het levende en blijvende woord van God, het woord der waarheid (1 Petr.1:22,23).

Ook schrijft hij over de doop in Christus als de tegenbeeldige ark van Noach: 1Petr.3:20-21"...Als te-genbeeld daarvan redt u thans de doop...".

Laten wij er op letten, dat de doop zowel in verband staat met reiniging als met redding en wedergeboor-te. Toch is het één ondeelbare doop.

6. Gevolgen van de wedergeboorte

Joh.1:12,13 Doch ALLEN, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden, hun, die in zijn naam geloven, die niet uit bloed, noch uit de wil des vlezes, noch uit de wil eens mans, doch uit God geboren zijn. Vgl.1 Petr.1:22-23.

Rom.8:8,9,14-17 Zij, die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen. Indien iemand echter de Geest van Christus niet heeft, die behoort Hem niet toe. Want ALLEN, die door de Geest Gods geleid worden, zijn zonen Gods... gij hebt ontvangen de Geest van het zoonschap, door welke wij roepen: Abba, Vader. Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn. Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij ook erfgena-men: erfgenamen van God, en medeërfgenamen van Christus; immers indien wij delen in zijn lijden, is dat om ook te delen in zijn verheerlijking.

Gal.3:26-29 Want gij zijt ALLEN zonen van God, door het geloof in Christus Jezus. Want gij allen, die in Christus gedoopt zijt, hebt u met Christus bekleed. Hierbij is geen sprake van Jood of Griek, van slaaf of vrije, van mannelijk of vrouwelijk: gij ALLEN zijt immers één in Christus Jezus. Indien gij nu van Christus zijt, dan zijt gij zaad van Abraham, en naar de belofte erfgenamen.

Zie ook: Gal.4:6; Ef.1:5; 1 Joh.3:1-2.

Gal.4:6 En, dat gij zonen zijt - God heeft de Geest zijns Zoons uitgezonden in onze harten, die roept: Abba, Vader.

1 Joh.3:1 Ziet, welk een liefde ons de Vader heeft gegeven, dat wij kinderen Gods genoemd worden, en wij zijn het (ook). Daarom kent de wereld ons niet, omdat zij Hem niet kent.

Ef.1:13-14 In Hem zijt ook gij, nadat gij het woord der waarheid, het evangelie uwer behoudenis, hebt gehoord; in Hem zijt gij, toen gij gelovig werdt, ook verzegeld met de Heilige Geest der belofte, die een onderpand is van onze erfenis, tot verlossing van het volk, dat Hij zich verworven heeft, tot lof zijner heerlijkheid.

1 Joh.2:20,27 Gij echter hebt een zalving van de Heilige en gij weet dat allen...De zalving, die gij van Hem ontvangen hebt, blijft op u, en gij hebt niet van node, dat iemand u lere; maar, gelijk zijn zalving u leert over alle dingen, en waarachtig is en geen leugen... (Vgl. Joh.14:15-17,21-25; 16:13.)

Door wedergeboorte zijn wij kinderen, zonen van God geworden, in wie de Geest Gods woont (de zal-ving) en zijn wij leden van het lichaam van Christus, verlost uit de duisternis en overgebracht in het Ko-ninkrijk van Gods geliefde Zoon (Ef.2:6).

7. Groei door de Geest

Als wij pas tot Christus komen, hebben wij nog heel weinig inzicht in de kennis van God. Geleidelijk aan groeien wij in de kennis en liefde Gods.

Wij lezen:

Ps.32:8 Ik leer en onderwijs u aangaande de weg die gij gaan moet; Ik raad u; mijn oog is op u.

Joh.16:13 Doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid.

2 Kor.3:18 En wij allen...veranderen naar hetzelfde beeld van heerlijkheid tot heerlijkheid, immers door de Here, die Geest is.

1 Kor.2:10-12 Want óns heeft God het geopenbaard door de Geest. Want de Geest onderzoekt alle din-gen, zelfs de diepten Gods. Wie toch onder de mensen weet, wat in een mens is, dan des mensen eigen geest, die in hem is? Zo weet ook niemand wat in God is, dan de Geest Gods. Wij nu hebben niet de geest der wereld ontvangen, maar de Geest uit God, opdat wij zouden weten, wat ons door God in gena-de geschonken is.

De apostel Paulus heeft ons laten weten hoe hij bad voor de gelovigen opdat zij inzicht mochten krijgen in de hoop, die gewekt wordt door het feit, dat de gelovigen door God in Christus geroepen zijn:

Ef.1:15-19 Daarom houd ook ik, gehoord hebbende van uw geloof in de Here Jezus en van uw liefde tot al de heiligen, niet op te danken, u gedenkende bij mijn gebeden, opdat de God van onze Here Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u geve de Geest van wijsheid en van openbaring om Hem recht te kennen: verlichte ogen [uws] harten, zodat gij weet, welke hoop zijn roeping wekt, hoe rijk de heer-lijkheid is zijner erfenis bij de heiligen, en hoe overweldigend groot zijn kracht is aan ons, die geloven, naar de werking van de sterkte zijner macht.

Van de hand van de apostel Petrus lezen wij over de geestelijke groei als volgt:

2 Petr.1:5-8 Maar schraagt om deze reden met betoon van alle ijver door uw geloof de deugd, door de deugd de kennis, door de kennis de zelfbeheersing, door de zelfbeheersing de volharding, door de vol-harding de godsvrucht, door de godsvrucht de broederliefde en door de broederliefde de liefde (jegens allen). Want als deze dingen bij u aanwezig zijn en overvloedig worden, laten zij u niet zonder werk of vrucht voor de kennis van onze Here Jezus Christus.

En de apostel Johannes zegt hierover:

1 Joh.2:27 En wat u betreft de zalving, die gij van Hem ontvangen hebt, blijft op u, en gij hebt niet van node, dat iemand u lere; maar gelijk zijn zalving u leert over alle dingen, en waarachtig is en geen leu-gen, blijft in Hem, gelijk zij u geleerd heeft.

Joh.15:5 Ik [Jezus] ben de wijnstok, gij zijt de ranken, Wie in Mij blijft, gelijk Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen.

De apostel Paulus:

Rom.7:4 Bijgevolg, mijn broeders, zijt ook gij dood voor de wet door het lichaam van Christus om het eigendom te worden van een ander, van Hem, die uit de doden opgewekt is, opdat wij Gode vrucht zou-den dragen.

Rom.8:8-9 Zij, die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen. Gij daarentegen zijt niet in het vlees, maar in de Geest, althans, indien de Geest Gods in u woont. Indien iemand echter de Geest van Christus niet heeft, die behoort Hem niet toe.

2 Kor.3:16-18 Telkens wanneer iemand zich tot de Here bekeerd heeft, wordt de bedekking weggeno-men. De Here is nu de Geest; en waar de Geest des Heren is, is vrijheid. En wij allen, die met een aange-zicht waarop geen bedekking meer is, de heerlijkheid des Heren weerspiegelen, veranderen naar hetzelf-de beeld van heerlijkheid tot heerlijkheid, immers door de Here, die Geest is.

8. Wie worden opnieuw geboren?

Deze vraag is eigenlijk al beantwoord. Toch menen wij er goed aan te doen hier nog wat dieper op in te gaan. De reden is, dat het Wachttorengenootschap de wedergeboorte beperkt tot een groep personen van in totaal 144.000 mensen, die de hoop hebben te delen in de heerlijkheid van Christus. Alleen dezen heb-ben een hemelse hoop en worden opnieuw geboren. Dit aantal is thans (vrijwel) vol, leert het Genoot-schap.

Naar onze mening laat de Schrift geen twijfel over de vraag waarom een nieuwe geboorte nodig is (deze vraag hebben wij uitvoerig besproken onder punt 4). De vraag wie er opnieuw geboren worden en hoe dit geschiedt is aan de hand van de Schrift ook eenvoudig te beantwoorden. Laten wij beginnen aandacht te schenken aan de gave van het geloof.

Wij citeren:

Joh.3:27 Geen mens kan iets aannemen of het moet hem uit de hemel gegeven zijn.

Joh.6:45 Er is geschreven in de profeten: En zij zullen allen door God geleerd zijn. Een ieder, die het van de Vader gehoord en geleerd heeft, komt tot Mij. (Verg. Joh.6:65; 15:16,19.)

Uit deze teksten leren wij, dat het geloof in Christus niet is "uit de wil des vlezes" (Joh.1:13), d.i. uit ei-gen kracht en willen, maar door openbaring van Gods wege. De Heer zegt tegen Petrus, als deze getuigt, dat Jezus de Christus is, de Zoon van de levende God;: "Vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar mijn Vader, die in de hemelen is" (Matt.16:16,17). Verg. Gal.1:15,16, Kol.1:27.

Hebben wij dit bovennatuurlijke vermogen te geloven, dan moeten wij dit ook in praktijk brengen. De Heer zegt: "Dit is het werk Gods, dat gij gelooft in Hem, die Hij gezonden heeft" (Joh.6:29). Een mens kan in zijn leven niets doen wat voor God aanvaardbaar is, zonder dit ene werk: geloven in zijn Zoon.

GELOVEN en ONTVANGEN zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Wij lezen dit in:

Matt. 9:29 U geschiede naar uw geloof.

Marc.11:24 Al wat gij bidt en begeert, gelooft, dat gij het hebt ontvangen, en het zal geschieden.

Joh.5:24 Wie mijn woord hoort en Hem gelooft, die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven en komt niet in het oordeel, want hij is overgegaan uit de dood in het leven.

Hand.16:31 Stel uw vertrouwen op de Heer Jezus Christus en gij zult behouden worden.

Gal.3:26 Gij zijt allen zonen van God, door het geloof in Christus Jezus.

Dit GELOVEN EN ONTVANGEN geldt ook voor de geboorte uit God. Dit blijkt uit:

Joh.1:12,13 ALLEN, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden, hun, die in zijn naam geloven, die niet uit bloed, noch uit de wil des vlezes, doch uit God gebo-ren zijn.

1 Joh.5:1 EEN IEDER, die gelooft, dat Jezus de Christus is, is uit God geboren.

Duidelijker dan hier boven uiteengezet, kan de apostel, die spreekt uit de Geest van God, niet zijn. De woorden ALLEN en EEN IEDER sluiten niemand uit, die voldoet aan de voorwaarde, dat hij of zij Hem heeft aangenomen, dus gelooft in Zijn naam. En die naam is: Jezus is de Christus, de Zoon van de leven-de God, de Heiland der wereld.

Op grond hiervan mogen wij er zeker van zijn, dat de Schrift de geboorte uit God als een vaststaand feit verbindt aan geloof in en aanvaarding van Jezus Christus. Er is in deze geen twijfel mogelijk.

Alvorens wij in Christus Jezus kunnen geloven moeten wij Hem eerst kennen (Joh.17:3; Rom.10:14), n.l. als Gods Zoon, de beloofde Messias, onze Verlosser en Heer. Dan moeten wij Hem ook als zodanig aan-vaarden en doen wat Hij zegt (Matt.7:21):

- in zijn Vader en in Hem [Christus Jezus] geloven

- berouw hebben over onze zondige levenswandel

- ons bekeren

- ons laten dopen

- Hem volgen.

Dit is wat de apostel verstaat onder "Hem [Christus Jezus] aangenomen hebben" en "geloven in Zijn naam".

Daar waar Gods woord de wedergeboorte of de geboorte uit God onlosmakelijk verbindt aan het geloof in en de aanvaarding van Christus Jezus, wordt dit door het Wachttorengenootschap niet gedaan. Op pag.11 en 12 van "De Wachttoren" van 15-2-1982 schrijft zij: "Leiden de stappen die iemand doet door kennis te verwerven omtrent Jehovah God en Jezus Christus, geloof te oefenen en berouw te hebben, zich te bekeren, zich op te dragen en zich te laten dopen er automatisch toe dat hij "wederom geboren" wordt? Beslist niet!... Alles wat iemand die bovengenoemde stappen heeft gedaan, kan doen, is te zor-gen, dat hij er voor in aanmerking komt "wederom geboren" te worden indien dat Gods wil is."

Tegenover het "beslist niet!" en het "indien het Gods wil is" staat hetgeen geschreven is: "EEN IEDER, die gelooft, dat Jezus de Christus is, IS uit God geboren" en "ALLEN, die Hem aangenomen hebben...die in Zijn naam geloven...(ZIJN) uit God geboren". Het is vanzelfsprekend dat deze schriftwoorden het "be-slist niet" van het Wachttorengenootschap uitsluiten. Of vindt u dat deze woorden van de Heer ons aan-leiding geven ons af te moeten vragen of het wel waar is, dat wij, die geloven, uit Hem geboren worden?

Waar het alleen op aan komt, is of wij in Hem geloven en Hem aangenomen hebben. Indien dit het geval is, dan is er volgens de Schrift geen enkele reden meer tot twijfel. Vooral niet als wij beseffen, dat God Zelf ons dit bijzondere vermogen tot geloof in zijn Zoon gegeven heeft. Er staat immers: "die het van de Vader gehoord en geleerd heeft, komt tot Mij" en "alles wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen, en wie tot Mij komt, zal ik geenszins uitwerpen" (Joh.6:45,37).

Gelooft U in de naam van Jezus Christus en hebt u Hem aangenomen, dan kan dit alleen maar omdat dit Gods wil is (Ps 115:3; Filipp.2:13). Begrijpelijk, dat dan ook de geboorte uit Hem overeenkomstig Zijn wil en het zekere gevolg van dit geloof is. Met andere woorden: dan bent u opnieuw geboren! God is ge-trouw; wat Hij zegt, zal Hij doen (1 Tess.5:24). In Hem is onze zekerheid!

Is dit niet geweldig nieuws voor ieder christen ,het gevolg van de weder geboorte maakt dat je ook gaat begrijpen wie de Christus is en wie je Hemelse Vader is

Link naar bericht
Deel via andere websites

×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

We hebben cookies op je apparaat geplaatst om de werking van deze website te verbeteren. Je kunt je cookie-instellingen aanpassen. Anders nemen we aan dat je akkoord gaat. Lees ook onze Gebruiksvoorwaarden en Privacybeleid