Spring naar bijdragen

broer konijn

Members
  • Aantal bijdragen

    971
  • Geregistreerd

  • Laatst bezocht

Berichten geplaatst door broer konijn

  1. Er zijn zo veel verschillende wereldbeelden. Veel van de wereldbeelden sluiten elkaar uit. Er zijn natuurlijk verschillende religies, maar ook binnen het christendom vele duizendenden sub-christendommen. Vaak ieder weer op een bepaalde manier gebaseerd op dezelfde bijbel. Soms cruciale verschillen, soms kleine dingetjes. Daardoor lijkt de Communicator in mijn ogen soms gebrekkig in de manier waarop hij communiceert (de boodschap komt tenslotte zo verstoord aan). Het kan ook zijn dat Hij zijn boodschap met opzet multi-interpretabel maakt.

    Hoe kunnen we er zeker van zijn dat we de boodschap goed begrijpen?

    Waarom laat God zoveel ruis toe in het communiceren van zijn plan?

    Of is de bijbel mensenwerk wat we proberen te begrijpen als "boodschap van God"?

    Ik denk dat er een natuurlijk evenwicht is: meer begrip vraagt ook meer begrip. Multi-interpretabel in jouw woorden. Waarbij treffend is dat veel kennis ook veel dwaling kan brengen. Het is de paradox van de wetenschap: Wie wetenschap vermeerdert, vermeerdert onverlet ook dwaasheid. Veel weten wekt de suggestie van veel begrijpen, maar wie veel begrijpt weet steeds minder. Minder begrip heeft een voordeel. Minder begrip werpt de mens terug op de meer elementaire zaken van het leven. Meer uitsluitingen van elkaar en minder zicht op het totaal-plaatje brengt automatisch meer van het begin: een wereld in zonde die niet kiest voor God, maar die kiest om te doen wat goed is in eigen ogen. Meer zicht doet ook gelijk meer beproeven, of het zicht ook leidt tot een louterende omgang met God en met de wereld. En het is afhankelijk van Gods zegen of elk mens daarin individueel wordt teruggeworpen op eigen geloof in eigen beproeving, of dat er hele volksstammen ontstaan van gelijkgezindheid. Een zegen kan een vloek zijn, wanneer die volksstammen vervolgens als geheel het zicht kwijtraken of dat door leiders verdraaid krijgen.

    God is daarin niet een richtingloze wegwijzer, maar een juist heel precieze wegwijzer. Maar de mens heeft zich op vele manieren getracht aan Gods natuurlijke positie als schepper te ontworstelen. En een van de hedendaagse ontworstelingen van de mens, is door de huidige mens en het huidige godsbeeld te ontkoppelen van de geschiedenis van de mensheid. De mens wordt daarmee teruggeworpen tot het Noachitische tijdperk. De mens raakt daarmee zicht op zijn eigen God kwijt.

    De plaats van de vrije mens in Christus zou echter niet een breuk met het verleden moeten brengen, maar het zou integendeel juist een bouwen op het verleden moeten zijn in een logisch met het verleden samenhangend verband. Inzicht is m.i. op dat punt heel belangrijk omdat heden ten dage de mens niet meer het verschil voelt tussen doen wat God behaagt, en doen wat in eigen ogen goed is. De mens neemt afstand van de fouten in het verleden, door te zeggen dat de mensen in het verleden geen goed deden, maar fout. Erg fout zelfs. Maar de realiteit leert dat wij niet in staat zijn onze eigen tijd normatief te duiden. En om te bewijzen dat wij het zelf echt niet zien uit onszelf, wijs ik op die foute mensen in het verleden: de bijbel zegt niet daarover dat een ieder deed wat slecht was in eigen ogen, maar de bijbel zegt: “Eenieder deed wat goed was in eigen ogen.“ Daar is dus de bijbelse klacht dat die mensen allemaal wel het goede deden of dachten te doen, maar niet de ogen op God gericht hadden. En kijk dan naar onze tijd: Wij doen wat goed is in onze eigen ogen, en de bijbel wensen wij dan ook niet te zien, als het niet is aangepast tot hetgeen onze ogen ervan gemaakt hebben.

    Gods Plan

    In de geschiedenis van de mensheid is een aantal periodes te onderscheiden:

    1. Paradijs - Periode van vrijheid in heerlijkheid;

    Dit is een leerschool van Gods heerlijkheid

    2. Zonde - Periode van vrijheid in eigen verantwoordelijkheid -

    Dit is een overwinningsbelofte en een leerschool van de eigen liefde van de mens;

    3. Post-Noach - Periode van vrijheid in eigen verantwoordelijkheid, na een vernietigende tuchtigende scheiding met het verleden -

    Dit is volksbelofte en een leerschool van leven in onderwerping na tuchtigende correctie;

    4. Mozes - Periode van gebondenheid van een selecte groep mensen in tuchtigende heerlijkheid, door Gods wet -

    Dit is een rustbelofte en een leerschool van de heiligende eisen van God voor het leven van de mens;

    5. Koningsperiode - Koningsleerschool van Saul tot Salomo -

    Dit is een koningsbelofte en een leerschool door profeten voor koning en volk, van een koningsheerschappij;

    6. Christus – Verlossingsperiode -

    Dit is de wereldwijde rustbelofte en een leerschool van het totaal vernieuwd (verlost) omgaan met de dood en zonde, gerekend vanuit een paradijselijke voedingsbron in een dood lichaam;

    Met de kennis van de voorfasen als onderwijzing tot het leren omgaan met goed en kwaad, met het samenleven van God en de mens, en met het gezag van God.

    7. Periode van vrijheid in heerlijkheid -

    Dit is de beloning van de Rust onder het eeuwig Koningschap na de louterende leerschool van een of meer voorfasen van genade en onderwijzing tot kennis van het leren omgaan met goed en kwaad, onder de heerschappij van God.

    Toegang tot God kan in de zesde periode waarin wij dus nu leven uitsluitend via de deur Jezus Christus plaatsvinden. Daarbij zij echter wel opgemerkt dat naar Gods genade die zichtbaar is in deze heilsgeschiedenis van de mens en God, er voorbeelden zijn dat God voor elk van de afzonderlijke fasen ook middelen had om Hem te leren kennen en onderdeel te worden van Zijn genade en toegenegenheid en ontferming. Voorzichtigheid past daarom bij het oordelen over die gevallen waarin mensen de deur gemist hebben, en zich normatief gedragen als deel uitmakende van een van de eerdere fasen onder heerschappij van God. Maar normatief blijft staan wat het gemeenschappelijke is dat door die fasen steeds als boodschap van God werd gecommuniceerd. Dat is wat de bijbel ons meegeeft. Alleen op die wijze leren wij God kennen zoals God zich ook heeft doen willen leren kennen. Maar ook zegt de Schrift: Wie méér kennis heeft, van die wordt ook meer verwacht.

    Ik vat samen dat de geschiedenis van de mens geen geschiedenis is van breuken van God met Zijn eigen plan, maar een voortgaande lijn van Gods uitrollende genadeplan, waarbij God steeds een nieuw facet laat zien aan de mens van hoe Hij wil dat de mens met Hem om zal gaan. Het is een voortgaande ontwikkeling van de leerschool van God tot het heden waarin wij genaderd zijn tot dicht bij Sion. Christus kan niet goed worden begrepen, door wie Gods heilsplan met het volk Israël niet begrijpt. De wereld kan niet goed worden begrepen als er geen oog is voor de bijbelse geschiedenis. Ruis ontstaat aan de kant van de mens omdat de mens de richtingwijzers niet volgt, en zij ontstaat vanaf de kant van God, waar God niet wil dat Zijn plan beheersbaar wordt voor de machten van deze wereld. Denk aan de toren van babel. En bedenk daarbij dat alle wereldbeelden uitgaan van een begin met een schepping en de mens die het bedierf. Daarom is het zaak de zondige geaardheid van de mens te erkennen en de liefde van God te herkennen. Die liefde kennen wij uit de bijbel, en heel specifiek ook uit het oude testament. Wat ik hier schrijf had daarom in het onderwerp liefde en de wet ook gepast.

  2. Compliment dat je Gods Naam gebruikt, want hoe kan Zijn Naam worden geheiligd als men die naam niet eens kent of erkent! Maar dat even ter zijde.

    @ En het zal zijn dat een ieder die de Naam des HEEREN aan zal roepen zalig zal worden!:

    Zeg Sam, vraagt Moos, wil je alstjeblieft even snel beneden alle aan mij gerichte post uit de hal halen? Let er er wel op dat je alléén alle post meeneemt die op mijn naam staat.

    Tuurlijk Moos! roept Sam en even later komt hij inderdaad met een paar poststukken terug.

    Hmm, zegt Moos, ik had echt veel meer verwacht..

    Oh, haast Sampie zich te zeggen, dat klopt wel hoor, maar ik moest er zovéél wegdoen die niet jouw echte naam vermeldden...!

    Moosie wordt boos: ik had je toch zo gezegd alle aan mij gerichte post!

    Nee hoor, verweert Sam verongelijkt: Je zei nadrukkelijk alle post die specifiek aan jou gericht was! Dus hetgeen niet jouw goede naam bevatte heb ik weggegooid…

  3. Fijne kerels zijn jullie.

    Zolang je in een hersenspoeling waart waarin de liefde van de wet wordt genegeeerd gekleineeerd en gedood, terwijl het zichzelf nadrukkelijk op de voorgrond wil zetten door heel de wet en de profeten heen, verdien je echt niet om kennis te krijgen van wat liefde is. Ik denk eerlijk gezegd dat het technisch gezien ook onmogelijk is, want alléén God is liefde. Maar wat jullie ook willen weten of aanvallen van de liefde, je adagium of premisse is dat de liefde niet van God komt. Rare jongens die heidenen, denk ik dan. Wat zoek je bij een God, als je hem niet liefhebt?

  4. Je hebt nog steeds niet gezegd wat liefde volgens jou is. Kun je iets geven wat op een definitie lijkt, of op zijn minst in één alinea past? Want in het geval je wel hebt gezegd wat liefde is, heb ik het niet uit bovenstaand verhaal weten te destilleren.

    Ex.16 En de ganse vergadering der kinderen Israëls murmureerde tegen Mozes en tegen Aäron, in de woestijn. En de kinderen Israëls zeiden tot hen: Och, dat wij in Egypteland gestorven waren door de hand des HEEREN, toen wij bij de vleespotten zaten, toen wij tot verzadiging brood aten! Want gijlieden hebt ons uitgeleid in deze woestijn, om deze ganse gemeente door den honger te doden.

    Toen zeide de HEERE tot Mozes: Zie, Ik zal voor ulieden brood uit den hemel regenen; en het volk zal uitgaan, en verzamelen elke dagmaat op haar dag;

    opdat Ik het verzoeke, of het in Mijn wet ga, of niet.

    Ps.1:2

    Maar zijn lust is in des HEEREN wet, en hij overdenkt Zijn wet dag en nacht.

    Ps.19:8

    De wet des HEEREN is volmaakt, bekerende de ziel; de getuigenis des HEEREN is gewis, den slechte wijsheid gevende.

    Ps.37:31

    De wet zijns Gods is in zijn hart; zijn gangen zullen niet slibberen.

    Ps.40:9

    Ik heb lust, o mijn God! om Uw welbehagen te doen;

    en Uw wet is in het midden mijns ingewands.

    Ps.78:5

    Want Hij heeft een getuigenis opgericht in Jakob, en een wet gesteld in Israël;

    die Hij onzen vaderen geboden heeft, dat zij ze hun kinderen zouden bekend maken;

    Ps.78:10

    Zij hielden Gods verbond niet, en weigerden te wandelen in Zijn wet.

    Ps.89:31

    Indien zijn kinderen Mijn wet verlaten, en in Mijn rechten niet wandelen;

    Ps.94:12

    Welgelukzalig is de man, o HEERE! dien Gij tuchtigt, en dien Gij leert uit Uw wet,

    Ps.119:1

    Welgelukzalig zijn de oprechten van wandel, die in de wet des HEEREN gaan.

    Ps.119:18

    Ontdek mijn ogen, dat ik aanschouwe de wonderen van Uw wet.

    Ps.119:29

    Wend van mij den weg der valsheid, en verleen mij genadiglijk Uw wet.

    Ps.119:34

    Geef mij het verstand, en ik zal Uw wet houden;

    ja, ik zal ze onderhouden met gansen harte.

    Ps.119:44

    Zo zal ik Uw wet steeds onderhouden, eeuwiglijk en altoos.

    Ps.119:55

    HEERE! des nachts ben ik Uws Naams gedachtig geweest, en heb Uw wet bewaard.

    Ps.119:70

    Hun hart is vet als smeer; maar ik heb vermaak in Uw wet.

    Ps.119:72

    De wet Uws monds is mij beter, dan duizenden van goud of zilver. Jod

    Ps.119:77

    Laat mij Uw barmhartigheden overkomen, opdat ik leve, want Uw wet is al mijn vermaking.

    Ps.119:92

    Indien Uw wet niet ware geweest al mijn vermaking, ik ware in mijn druk al lang vergaan.

    Ps.119:97

    Hoe lief heb ik Uw wet! Zij is mijn betrachting den gansen dag.

    Ps.119:109

    Mijn ziel is geduriglijk in mijn hand; nochtans vergeet ik Uw wet niet.

    Ps.119:113

    Ik haat de kwade ranken, maar heb Uw wet lief.

    Ps.119:142

    Uw gerechtigheid is gerechtigheid in eeuwigheid, en Uw wet is de waarheid.

    Ps.119:153

    Zie mijn ellende aan, en help mij uit, want Uw wet heb ik niet vergeten.

    Ps.119:163

    Ik haat de valsheid, en heb er een gruwel van; maar Uw wet heb ik lief.

    Ps.119:165

    Die Uw wet beminnen, hebben groten vrede, en zij hebben geen aanstoot.

    Ps.119:174

    O HEERE! ik verlang naar Uw heil, en Uw wet is al mijn vermaking.

    Spr.3:1

    Mijn zoon! vergeet mijn wet niet, maar uw hart beware mijn geboden.

    Spr.6:20

    Mijn zoon, bewaar het gebod uws vaders, en verlaat de wet uwer moeder niet.

    Spr.6:23

    Want het gebod is een lamp, en de wet is een licht, en de bestraffingen der tucht zijn de weg des levens;

    Spr.7:2

    Bewaar mijn geboden, en leef, en mijn wet als den appel uwer ogen.

    Spr.28:9

    Die zijn oor afwendt van de wet te horen, diens gebed zelfs zal een gruwel zijn.

    Spr.29:18

    Als er geen profetie is, wordt het volk ontbloot;

    maar welgelukzalig is hij, die de wet bewaart.

    Jes.51:4

    Luistert naar Mij, Mijn volk! en Mijn lieden, neigt naar Mij het oor! want een wet zal van Mij uitgaan, en Ik zal Mijn recht doen rusten tot een licht der volken.

    Jes.51:7

    Hoort naar Mij, gijlieden, die de gerechtigheid kent, gij volk, in welks hart Mijn wet is! vreest niet de smaadheid van den mens, en voor hun smaadredenen ontzet u niet.

    Jer.8:8

    Hoe zegt gij dan: Wij zijn wijs en de wet des HEEREN is bij ons!

    Ziet, waarlijk tevergeefs werkt de valse pen der schriftgeleerden.

    Jer.31:33

    Maar dit is het verbond, dat Ik na die dagen met het huis van Israël maken zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven, en zal die in hun hart schrijven; en Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn.

    Rom.3:20

    Daarom zal uit de werken der wet geen vlees gerechtvaardigd worden, voor Hem;

    want door de wet is de kennis der zonde.

    Rom.3:31

    Doen wij dan de wet te niet door het geloof? Dat zij verre; maar wij bevestigen de wet.

    Rom.7:7

    Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Dat zij verre. Ja, ik kende de zonde niet dan door de wet; want ook had ik de begeerlijkheid niet geweten zonde te zijn, indien de wet niet zeide: Gij zult niet begeren.

    Rom.7:22

    Want ik heb een vermaak in de wet Gods, naar den inwendigen mens;

    Rom.7:23

    Maar ik zie een andere wet in mijn leden, welke strijdt tegen de wet mijns gemoeds, en mij gevangen neemt onder de wet der zonde, die in mijn leden is.

    Rom.7:26

    Zo dan, ik zelf dien wel met het gemoed de wet Gods, maar met het vlees de wet der zonde.

    Rom.8:7

    Daarom dat het bedenken des vleses vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich der wet Gods niet; want het kan ook niet. Want indien gij naar het vlees leeft, zo zult gij sterven; maar indien gij door den Geest de werkingen des lichaams doodt, zo zult gij leven.

  5. Je kunt zaaien wat je wil, maar als je het gewas teveel water geeft en elke imperfectie verwijderd zal er niet veel overblijven en wat er overblijft zal gaan rotten, vervolgens valt er niks te maaien en te oogsten. Geef het gewas lucht en ruimte en het zal groeien en voeden.

    Jacobus 4:1-17

    Wie dan weet goed te doen, en niet doet, voor die is het zonde.

    Daarom reageerde ik ook op je.

    Ik hoop dat ik je niet goed begrijp. Je reactie is dat als we:

    - Het gewas teveel water geven;

    - elke imperfectie verwijderen;

    - dat dan het overgeblevene weinig waard zal zijn, dat zal rotten,

    - zodat er niets te oogsten valt.

    Zoals ik reeds noemde is het zaak om het vleselijke en de geest van dwaling onderscheiden.

    Dat geldt ook als het gaat om dit beeld.

    Hetgeen gezaaid en gemaaid en geoogst wordt, dat is het geestelijke.

    Het water dat is het levende water door de Geest.

    Het geestelijke roemt tegen het vlees, omdat het vlees imperfect is en rot en er niets van overblijft en tot stof zal wederkeren. Terwijl het levende water in overvloed stroomt en voeding geeft aan de ziel.

    Het vlees zoekt ruimte en redelijkheid, maar het krijgt slechts lucht en ledigheid. Want het geestelijke onderscheidt het vleselijke vleselijk te zijn, en het verwerpt het vleselijke en haar begeerten. In het geestelijke is er een kiem van God dat opwast tot een heerlijke plant van Gods Koninkrijk. Deze kiem komt op in het vlees, en het zal het vleselijke en de ervaring van goed en kwaad krijgen als voedingsbodem en als voeding om te groeien in het geestelijke.

    Zou het vleselijke dus schoon en aanzienlijk en krachtig zijn, dan is het als een vrucht die wordt gepoetst en klaargemaakt tot een koningsmaal. Maar het koningsmaal is niet bestemd voor de aardse vrucht, maar voor de kiem die moet opwassen uit de aardse vrucht. Het vergaan van het vlees, is derhalve noodzakelijk. En wanneer we het vlees zien rotten en vergaan, dan weten we dat het goed is, want de kiem heeft dat nodig.

    Maar waar de kiem zelf dood is en niet alleen de vrucht, maar ook de kiem bederft, daar is er sprake van nutteloze verspilling en daar inderdaad is het water en is de voeding tevergeefs.

    Gods Woord

    Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Indien het tarwegraan in de aarde niet valt, en sterft,

    zo blijft hetzelve alleen; maar indien het sterft, zo brengt het veel vrucht voort.

    Die zijn leven liefheeft, zal hetzelve verliezen;

    en die zijn leven haat in deze wereld, zal hetzelve bewaren tot het eeuwige leven.

    Zo iemand Christus dient, die volge Christus; en waar Christus is, aldaar zal ook Zijn dienaar zijn. En zo iemand Hem dient, God de Vader zal hem eren.

    Joh.12:27

    En Jezus zei: "Nu is Mijn ziel ontroerd; en wat zal Ik zeggen? Vader, verlos Mij uit deze ure!

    Maar hierom ben Ik in deze ure gekomen."

    Als dan Jezus is gekomen om te lijden en te sterven om ons daarin te redden

    en ook tot een voorbeeld te zijn hoe het zaad van het Koninkrijk van God tot ontkieming komt in dit aardse leven,

    dan is het spreken over teveel water en rotten niet het goede beeld.

    Je loopt dan risico om de tuchtigende hand van God en stromen van zegen

    compleet te missen en aan te zien voor iets slechts.

    Het rotten is de voeding tot ontkieming; en de regens en de teloorgang is slechts het aardse deel, dat een tegendeel heeft dat juist daarin groeit en bloeit en vruchten draagt en daarin gesnoeid en gesterkt wordt en stromen van zegen ontvangt.

    Wil je in termen van ruimte en groei en lucht en voeding denken, en niet omkomen in verwarring van beelden, gebruik dan liever het andere beeld van het verterende vuur: een christenziel is als het zuiverste goud dat een is geworden met de verdorven wereld, en daarom nog gelouterd moet worden in het vuur opdat al het mindere eraf gebrand wordt en totaal vergaat en het overblijfsel het zuiverste is, dat rechtstreeks toegang krijgt tot voor Gods aangezicht.

    En schrik dan niet als het vuur je na aan de schenen wordt gelegd.

  6. Je kunt zaaien wat je wil, maar als je het gewas teveel water geeft en elke imperfectie verwijderd zal er niet veel overblijven en wat er overblijft zal gaan rotten, vervolgens valt er niks te maaien en te oogsten. Geef het gewas lucht en ruimte en het zal groeien en voeden.

    Jacobus 4:1-17

    Wie dan weet goed te doen, en niet doet, voor die is het zonde.

  7. @broer Konijn,

    Ook al kan ik niet mee gaan in wat je schrijft, ik herken er oprechtheid in. Oprecht God liefhebben boven alles, dus ook boven de naaste. En je ziet de vrijzinnigheid toenemen en het humanisme.

    Ik spreek voor mijzelf maar bij het lezen van jouw post dacht ik: hij draait er niet omheen maar wil niet kwetsen maar hetgeen doen wat God in de Bijbel laat zien.

    Maar ik wist ook dat het daar bij mij aan schort; het is niet alleen dat ik het niet kan maar ik wil mensen ook niet buitensluiten.

    En misschien vraagt God dat wel en ik kan daar niets liefdevols inzien, met de beste wil van de wereld niet.

    Dus ik bedoelde het wel zo, mijn twijfel neemt toe of het christelijke geloof wel zo liefdevol is. Dat heeft niets met melk en vaste voeding te maken, ooit geloofde ik dat ik vaste voeding kon verdragen.

    Maar nu weet ik dat het meer te maken heeft met het ondraaglijk vinden om anderen buiten te sluiten,ik kan niet leven met zulk een exclusiviteit van het christendom.

    Jij laat me zien, terecht dat je offers moet brengen en te leren volgen zonder vragen. Ik vraag teveel. Ik vraag weinig voor mijzelf maar ik vraag me af, steeds weer. Wat is de zin van het buitensluiten van homoseksuelen om maar ontopic te blijven. Oh ik begrijp heel goed wat vroeger de zin was: de mens moest zich voortplanten, maar dat gaat nu al hard genoeg.

    Maar ik stoor me absoluut niet aan wat je hier schrijft, radicaal maar zeker niet liefdeloos.

    Het zou jammer zijn als je vanuit een ongericht gevoel van onrechtvaardigheid het goede verwerpt. Ik zou daarom onderscheid maken tussen enerzijds het vlees dat iets ondragelijk acht, en anderzijds de geest die God tegenstand zoekt te bieden. De geest van dwaling en verleiding, zoekt het vlees, en dat kan het ook, want het is geworteld en voortgekomen uit het vlees. Maar de geestelijke mens erkent de werkingen van het vlees, maar richt zich desondanks juist daar tegenin, om zich te richten op de wil van God. De gezindheid van het hart telt. En het verstand zoekt het woord van God om te leren om onderscheid te maken.

    Dat spanningsveld van vlees, en de zoekende geest van dwalingen kunnen wij niet wegdenken; voor niemand van ons niet. Het is in zwakheid dat God grote werken wil doen. Het is als het ware een groot goed dat de mens zwak is en tot goede werken onbekwaam. Want daarmee wint de genade en heerlijkheid van God aan betekenis. Wanneer de mens sterk wordt en rechtvaardig, is de zegen daarop (naar de mens gerekend) niet meer uitsluitend het werk van Gods genade en Gods heil, maar een werk van de rechtvaardige mens. Voor Gods heilsplan zoekt God de mens die zich aan Hem onderwerpt in volkomen afhankelijkheid aan Hem alleen. En Zijn heil komt voort uit stenen van aanstoot die worden tot hoekstenen. De verleiding en het kwaad komt de mens beproeven om te bezien of in zwakheid sterkte wordt gezocht in zichzelf of in de wereld, of dat toevlucht wordt genomen in God. (lees ook: in Gods wet.)

    Het is daarom dat het niet een zaak is van het omvattende begrip van Gods Raad, maar een zaak van zelf de geaardheid in Gods heilsplan van verlossing en genade vast te houden. En ook een zaak om de geestelijke voeding te zoeken in Gods Woord.

    Het gaat dan vaak fout, ook in dit onderwerp, waar genade en verlossing een excuus wordt om minder Gods wil te doen. Men gaat zich rijk rekenen, en gearriveerd. Dat is in wezen vergelijkbaar met de fout van de rijke jongeling: de genade en verlossing wordt een rijkdom waarin de mens gaat rusten. Maar op dezelfde voet als het geen heil brengt om te rusten in de wet, brengt het ook geen heil om te rusten in de verlossing. Er is nog een pad om te volgen, en ook een Rust om nog in te gaan.

    In de bekeerde mens is nog veel werk te doen. In elk facet van ons mens-zijn zal Christus regeren. Eén van de moeilijkste dingen die een mens kan overgeven is het oordelen over goed en kwaad. Ik denk hierbij vaak aan gelijkenis van het onkruid in de akker.

    Ik heb je eerder uitgelegd hoe je die gelijkenis moet zien. Ik wil je nu ook een wel bijbels beeld aanreiken ter scherpstelling van je gedachten in die richting.

    Het is de een die zaait, en een ander die maait

    Mat.9:36

    En Hij, de scharen ziende, werd innerlijk met ontferming bewogen over hen, omdat zij vermoeid en verstrooid waren, gelijk schapen, die geen herder hebben.

    Toen zeide Hij tot Zijn discipelen: De oogst is wel groot; maar de arbeiders zijn weinige; Bidt dan den Heere des oogstes, dat Hij arbeiders in Zijn oogst uitstote.

    Joh.4:34

    Jezus zeide tot hen: Mijn spijs is, dat Ik doe den wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft, en Zijn werk volbrenge. Zegt gijlieden niet: Het zijn nog vier maanden, en dan komt de oogst? Ziet, Ik zeg u: Heft uw ogen op en aanschouwt de landen; want zij zijn alrede wit om te oogsten.

    En die maait, ontvangt loon, en vergadert vrucht ten eeuwigen leven; opdat zich te zamen verblijde, beide, die zaait en die maait. Want hierin is die spreuk waarachtig: Een ander is het, die zaait, en een ander, die maait.

    Zo zijn er dus zaaiers en maaiers die werken op de landerijen van de heer. Wat gemeenschappelijk is aan zaaiers en maaiers, is dat zij de wil doen van degene die hen gezonden heeft. Maar de maaiers zijn bezig met een ander werk dan de zaaiers. Maar beiden, maaiers en zaaiers erkennen hun gemeenschappelijke heer en ondersteunen elkaar om hun arbeid trouw te verrichten. Het loon van de maaier en het loon van de zaaier wordt niet uitgekeerd naar de mate van het gewas of de weerbarstigheid van de ondergrond. En ook niet naar de mate van het onkruid in het veld. Maar het loon wordt voortdurend uitgekeerd als het loon van een dagloner naar de trouw en volharding om die arbeid te doen, die de heer heeft hem heeft toebereid.

    En het werk dat dan van hun handen komt, is niet het werk van het heil van een ander, maar het werk van de Heer, waarin zijzelf een rein vat en een heerlijk beeld neerzetten van hetgeen God heeft gesproken en verordineerd tot heil van de mens. Zij oordelen dus niet over de ziel, maar zij nemen het mes en snijden met het Woord van God. Of zij doen dat niet en nemen het goede zaad dat zij dragen en strooien het uit over rotsen en akkers, en bos en in tuin. Maar er zijn maaiers en er zijn zaaiers, en er is rotsgrond en distelomgevingen en er is goede akkergrond, en er zijn eersten en laatsten die elkaars plaatsen krijgen.

    1.Cor9:6

    En dit zeg ik: Die spaarzamelijk zaait, zal ook spaarzamelijk maaien;

    en die in zegeningen zaait, zal ook in zegeningen maaien.

    Een iegelijk doe, gelijk hij in zijn hart voorneemt;

    niet uit droefheid, of uit nooddwang; want God heeft een blijmoedigen gever lief.

    En God is machtig alle genade te doen overvloedig zijn in u;

    opdat gij in alles te allen tijd, alle genoegzaamheid hebbende,

    tot alle goed werk overvloedig moogt zijn.

    Gelijk er geschreven is: Hij heeft gestrooid, hij heeft den armen gegeven;

    Zijn gerechtigheid blijft in der eeuwigheid.

    En Die het zaad den zaaier verleent, Die verlene ook brood tot spijze,

    en vermenigvuldige uw gezaaisel, en vermeerdere de vruchten uwer gerechtigheid;

  8. Daarom ook mijn vraag aan jou: wat is liefde?

    Liefde is jou een enorme schop onder je hol geven als je op de drempel van het koninkrijk staat, en weifelt of je binnen zult gaan. |P

    Daarmee is de liefde duidelijk te onderscheiden van alleen het volgen van de wet, want de wet roept je nergens op zoiets te doen. Daarom zeg ik je dat de liefde meer is dan de wet. *:}

    Nee; nou even meedenken. Als ik je een schop geef, dan ben je verontwaardigd en zul je mij verwijten jou schade te berokkenen en jou te benadelen. Je zult me liefdeloos vinden. En ook anderen zullen dat plaatsvervangend vinden voor jou. En als ik dan in stelligheid beweer en bewijs dat je geholpen bent met mijn schoppen, aangezien je daarmee de goede richting op gewerkt wordt,dan kom je niet tot het waarom en tot het hoe dan, maar je haakt in mijn benadering en je verwijt mij dat ik niet voldoende begrijp wat liefde is, of er althans niet zorgvuldig mee om ga.

    Het zal blijken dat we dan een discussie krijgen over goede heelmeesters en slechte heelmeesters en over harde heelmeesters en zachte heelmeesters. We gaan het hebben over heilzame werking van het harde en het stinken van het voorzichtige de waarheid verhullende.

    Het zal bljken dat ons gesprek uiteindelijk niet zal gaan over harde of zachte heelmeesters, want wij beiden willen de goede heelmeester, maar het gesprek zal uiteindelijk gaan over wat nu uiteindelijk het doel is, je over de drempel te helpen. En helemaal niet over wat het zachte of harde medicijn is.

    Nee, het zal met zekerheid gaan over de vraag of je daadwerkelijk op de drempel stond met nog slechts een halve meter te gaan. Want zicht op de realiteit doet pas begrijpen of een schop wel of niet nuttig is en voldoende geëigend om het doel van binnen gaan te bereiken.

    Ik probeer je te bereiken met argumenten van zicht op de waarheid die noodzakelijk is om te bezien wat hier relevant is en zeker waar. En jouw lijn is daarin dan dat ik maar weigerachtig blijf om je met voorzichtigheid te benaderen, en dat ik véél te veel de nadruk leg op de waarheid en het dwingen om in te gaan.

    En dan komt de verwarrende verdieping, als je ineens (stel even, omwille van het perspectief ) ziet dat je zonder die rotschop niet op tijd en niet ver genoeg in beweging was gekomen. Ineens begrijp je dan dat het gedoe over die voorzichtige waarheid-verhullende zogenaamde liefdevolle benadering eigenlijk de werkelijke benadeling is. Schade voor het gewenste doel. Liefdeloos voor degene die benadeeld wordt. De vermeende benadeelde door de schop blijkt pas echt benadeeld te worden als de schop er niet was geweest.

    Dit voorbeeld is natuurlijk maar een schets van een mogelijk scenario. Het voorbeeld deugt van geen kanten, want het is volstrekt onnodig om je over een drempel te schoppen. Ik vertrouw erop dat je reeds je plekje binnen hebt. En een beeld bewijst nooit iets in zichzelf. Maar het spiegelt je wel in een beeld hoe wat aanvankelijk vanzelfsprekend lijkt, misschien in tweede instantie in een ander licht kan staan.

    Terug naar de schop uit liefde

    Maar goed: revenons a nos moutons: Jij bent aardig voor me en je zegt dat het de liefde is die mij doet schoppen, maar niet de wet. Eigenlijk is het dan goed en mooi als jij dan hiermee nu ook zegt dat het in mijn reacties niet mijn wetticisme is, maar mijn liefde die doet schoppen. Dank dan daarvoor. :D

    Graag gaf ik je dan gelijk vanwege de sociale gewenstheid dat ik hier domweg beminlijk moet zijn. Maar dat is niet eerlijk. Eerlijk is dat niemand die gebruik maakt van de schepping werkelijk goed kan doen en werkelijk liefde kan bewijzen, zonder te kiezen voor Gods wet en Gods Woord. Want alleen bij Gods wet en Gods Woord kan de mens ware rust en ware vrede vinden. Het is dus niet mijn liefde die eist dat ik moet schoppen, maar het is de wet van God:

    Pred 12,13 Van alles, wat gehoord is, is het einde van de zaak: Vrees God, en houd Zijn geboden, want dit betaamt alle mensen.

    Dus: De wet is verplichte kost voor alle mensen en in het bijzonder voor de kinderen van God. Want Christus heeft de wet voor ons gehouden. Het is niet de wet die een tekort aan liefde biedt, maar het zijn degenen die onder de genadewerking van de wet zijn, die een tekort een liefde hebben.

    Wie God lief heeft, heeft Zijn wet lief. Kan niet anders want we leren Gods liefde kennen door de wet. De wet eist de liefde op voor God. Dat is wat de wet vraagt.Wie Gods wet dus secuur opvolgt die volgt deze niet na in liefdeloosheid, of door wetticisme, maar die heeft gewoon de wet lief. Hij wil die graag navolgen, en hij erkent van de wet dat die goed is en ons de liefde leert van God.

    Wil je weten hoe dat zit met die liefde voor de wet, en hoe dat werkt, vraag het aan de profeet en koning David. Het is zijn Zoon, die gezeten is aan de rechterhand Gods op de troon, waar wij ons voor verootmoedigen.

    Aangezien dan de wet de liefde van God communiceert, zal het zelfs zover komen dat de heidenen en eigenwilligen van godsdienst die in Christus nu vooral lasten zien, en in God een verstoorder van deze wereld, nog eens zullen komen en navorsen en ons onder druk zetten, om maar deelgenoot te kunnen worden van de helende werking van de wet van God. Want ook zij zullen dan weten dat de liefde niet wordt gekend of geleerd in de wereld, maar in Gods wet alleen.

    Micha 4:2 En vele heidenen zullen heengaan, en zeggen: Komt en laat ons opgaan tot de berg des HEEREN, en tot het huis van de God Jakobs, opdat Hij ons lere van Zijn wegen, en wij in Zijn paden wandelen; want uit Sion zal de wet uitgaan, en het woord des HEEREN uit Jeruzalem.

    Mat 5:18 Want voorwaar zeg Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota noch één tittel van de wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied.

    Psalm 119

    Och, schonkt Gij mij de hulp van Uwen Geest!

    Mocht die mij op mijn paan ten leidsman strekken!

    'k Hield dan Uw wet, dan leefd' ik onbevreesd;

    Dan zou geen schaamt' mijn aangezicht bedekken,

    Wanneer ik steeds opmerkend waar' geweest,

    Hoe Uw geboon mij tot Uw liefde wekken.

  9. Begrijpen wij nog wel iets van de liefde die Christus voor ons gehad heeft,

    en de liefde van God de Vader die Hij heiligt, en daarin eer bewijst ??!

    Daarom ook mijn vraag aan jou: wat is liefde?

    Liefde is jou een enorme schop onder je hol geven als je op de drempel van het koninkrijk staat, en weifelt of je binnen zult gaan. |P

  10. Ik stel de liefde niet tegenover de wet, ik zeg het nog veel sterker dan dat: de liefde is meer dan de wet. Maar zolang de mens nog niet in staat is om lief te hebben, kan hij zich inderdaad maar het beste houden aan wat de wet zegt. Toch zal er oordeel zijn wanneer men liefdeloos is in het volgen van de wet. Want zonder de liefde is het gebod dood en zal het ook nooit leven kunnen geven.

    Je dwaalt. Als de wet dood is, dan kan zij niet meer tegengeworpen worden; en dan is er ook geen straf.

    Je bent iemand die houdt van het bestuderen van de Bijbel, je weet ook veel over wat de Bijbel zegt omtrent de wet. Zou ik je mogen vragen wat de Bijbel volgens jou zegt over wat liefde is?

    Je dwaalt. Je moet je niet richten op wat volgens mij bijbelse liefde is, maar rechtstreeks op wat de bijbel ook tot jou zegt.

    Laat ik het dan zo zeggen: als de hele wet wordt vervuld in het liefhebben van God boven alles en het liefhebben van je naaste als jezelf, wat wordt er dan met liefhebben bedoelt? Het koninklijke gebod vertelt ons om lief te hebben, wat betekent dat liefhebben dan? Wat is liefhebben?

    En uiteraard heb ik zelf een idee over wat de Bijbel tot mij zegt hierover. Maar hoe zie jij dit dan?

    God boven alles. God vanzelfsprekend meer dan jezelf. En de naaste als jezelf.

    Jezus zegt in Mat.22 niet tegen je dat met het liefde gebod de hele wet vervuld is. Hij zegt dat aan dit gebod de wet en de profeten hangen. Dat wil zeggen: de wet en de profeten zijn invullingen en toonbeelden van het gebod van de liefde. Zij zijn er alle op terug te voeren.

    Want dit:

    Gij zult geen overspel doen,

    gij zult niet doden,

    gij zult niet stelen,

    gij zult geen valse getuigenis geven,

    gij zult niet begeren;

    en zo er enig ander gebod is,

    wordt in dit woord als in een hoofdsom begrepen,

    namelijk in dit: Gij zult uw naaste liefhebben gelijk uzelven.

    Wat zegt God hier tot jou: de wet is liefde.

    Wie zijn naaste liefheeft, heeft de geboden lief.

    Zie voor deze tekst Romeinen 13, dat begint met zelfs het wereldlijke gezag een goddelijke status te geven die rust in de liefde van God. Niemand is vrij om te doen wat hij zelf wil. Kan ook niet serieus, want niemand is nog onsnapt aan de dood en het stof waarin het leven is geformeerd. Maar de liefde van God maakt dat wel mogelijk.

    Daarom:

    Wandel in de liefde, net als ook Christus ons liefgehad heeft, die Zichzelf voor ons heeft overgegeven "tot een offerande en een slachtoffer Gode tot een welriekende reuk".

    Een slachtoffer en een offerande met een "Welriekende reuk" staat daar in Ef.5:2.

    Is dat niet bijzonder? Is dat liefde? Moet je echt aan godsdienstwaanzin leiden om in lijden, bloed, en een vreselijk sterven een welriekende reuk te kunnen zien.

    Toch; of niet dan?

    Begrijpen wij nog wel iets van de liefde die Christus voor ons gehad heeft,

    en de liefde van God de Vader die Hij heiligt, en daarin eer bewijst ??!

  11. Ik stel de liefde niet tegenover de wet, ik zeg het nog veel sterker dan dat: de liefde is meer dan de wet. Maar zolang de mens nog niet in staat is om lief te hebben, kan hij zich inderdaad maar het beste houden aan wat de wet zegt. Toch zal er oordeel zijn wanneer men liefdeloos is in het volgen van de wet. Want zonder de liefde is het gebod dood en zal het ook nooit leven kunnen geven.

    Je dwaalt. Als de wet dood is, dan kan zij niet meer tegengeworpen worden; en dan is er ook geen straf.

    Maar waar de wet dood verklaard wordt, daar is geen begeerte van God meer onderscheiden, omdat God ver weg is en zijn wet van liefde verworpen en zijn heiligheid aards gemaakt. God is dan verworpen om plaats te maken voor de eigen vrede en het eigen samenleven en de eigen kunstig verzonnen koninkrijkjes.

    Maar wie zichzelf een zodanige aangepaste wet stelt van eigen ware liefde, en een koninkrijk met een zelf geschapen beeld van god, die komt nog niet eens tot een begin van begrip van de werkelijke liefde waarmee de heilige God de wereld geschapen heeft.

    Je bent iemand die houdt van het bestuderen van de Bijbel, je weet ook veel over wat de Bijbel zegt omtrent de wet. Zou ik je mogen vragen wat de Bijbel volgens jou zegt over wat liefde is?

    Je dwaalt. Je moet je niet richten op wat volgens mij bijbelse liefde is, maar rechtstreeks op wat de bijbel ook tot jou zegt.

  12. Wat ik nooit snap is die volgzaamheid vanuit het geloof als het gaat om het Bijbelse 'standpunten' die duidelijk schadelijk zijn voor bepaalde groepen mensen, zoals praktiserende homoseksuelen. Waarom kun je als christen niet gewoon zeggen: God, ik ben het grotendeels met je eens, behalve dan dat dingetje met die homo's. Waarom zou je daarover geen meningsverschil mogen hebben?

    Wee degene die de strijd aanbindt

    met hem door wie hij gevormd is –

    een potscherf tussen de potscherven.

    Zegt klei soms tegen wie hem vormt:

    Wat ben je eigenlijk aan het maken?

    of: ‘Deze pot heeft niet eens oren!

    (Joh.3:16-21 en Jes.45:9)

    Dit is een teken van zwakte en slaafsheid. Een kind moet ook naar zijn ouders luisteren, maar gelukkig ontwikkelt het ook een eigen gevoel voor rechtvaardigheid waardoor het opstandig kan zijn en een eigen mening kan hebben. Daar zijn we ten slotte mensen voor, geen klei.

    'Wee degene die de strijd aanbindt' is een vorm van onderdrukking. Onderdrukking die vanuit het geloof gewillig wordt ondergaan, omdat ze daardoor dichterbij bij God komen. Maar waarom niet voor jezelf en je medemens opkomen en zeggen: ik ben het op dit punt niet met God eens en aanvaard de consequenties. Kan me voorstellen dat een God dat juist beloond. En zo niet, dan kun je je afvragen of je bij een God wil zijn die van je verwacht dat je bepaalde groepen mensen benadeelt.

    Jij spreekt in termen van bepaalde groepen die benadeeld worden.

    Jij spreekt over bijbelse 'standpunten' die duidelijk schadelijk zijn voor bepaalde groepen.

    Jij spreekt over sympathie van God voor verzet tegen Hem.

    Jij vraagt je af of je een straffende God in zo'n geval nog wel zou wensen.

    Ja; je brengt zo goed onder woorden hoe het in een maatschappij zonder gezag gesteld is.

    Het opstaan tegen het wettige gezag is in jouw normatief besef zelfs zodanig moreel juist, dat je je God hoont als die niet aan jouw morele inconsistenties tegemoetkomt.

    Vind je dat de Israëlieten kwalificeren als duidelijk benadeelde groep?

    Of alle christenen die een juk en een last hebben opgelegd gekregen door hun Heer?

    Ik zou kunnen spreken over een vreselijk vuur dat onze God is. Ik zou kunnen spreken over de vrees voor God die je niet kent. Ik zou kunnen spreken Over Mozes die het land niet in mocht, over David die de tempel niet mocht bouwen, over Saul die geen koning mocht blijven, Eli die onheil over hem gepredikt kreeg, over Hizkia die nog uitstel kreeg, over Paulus die moest lijden. Ik zou kunnen betogen hoe een en ander onderwerp is van liefde.

    Maar wat geen oren heeft, kan niet horen en evenmin kan het bij de oren gepakt worden.

    Ik zal je daarom laten gaan. Vind ik jammer. Wees je ervan verzekerd dat God je niet zal loslaten:

    U hebt in uw strijd tegen de zonde uw leven nog niet op het spel gezet.

    Kennelijk bent u de bemoediging vergeten die tot u als tot kinderen wordt gericht:

    ‘Mijn zoon, je mag een vermaning van de Heer nooit terzijde schuiven en nooit opgeven als je door hem terechtgewezen wordt, want de Heer berispt wie hij liefheeft, straft elke zoon van wie hij houdt.’

    Houd vol, het betreft hier immers een leerschool, God behandelt u als zijn kinderen. Welk kind wordt niet door zijn vader berispt? Maar als u die leerschool niet doorloopt zoals alle anderen vóór u, dan bent u geen kinderen, maar bastaards.

    Daar komt nog bij dat wij voor onze aardse vaders, door wie we werden opgevoed, respect hadden; hoeveel te meer zullen we ons dan niet onderwerpen aan het gezag van de Vader van alle geesten, en dan leven?

    Onze aardse vaders berispten ons maar voor korte tijd en naar eigen goeddunken, maar hij berispt ons voor onze eigen bestwil, om ons te laten delen in zijn heiligheid.

    Een vermaning lijkt op het moment zelf geen vreugde te brengen, slechts verdriet, maar op den duur plukt wie erdoor gevormd is er de vruchten van: een leven in vrede en gerechtigheid. Hef daarom uw slappe handen op, strek uw knikkende knieën, 13 en kies rechte paden, zodat een voet die gekneusd is niet verder ontwricht raakt, maar juist geneest.

    En on-topic vervolgt Paulus dan in Hebreeën 12 vers 14, helemaal uitlezende tot en met vers 29:

    "Jaagt den vrede na met allen, en de heiligmaking, zonder welke niemand den Heere zien zal(...) Onze God is een verterend vuur."

  13. De liefde maakt dat je de geboden zult breken.

    Je blijft de liefde tegenover de wet stellen.

    Maar elk breken van de wet vraagt om vergeving van zonden.

    Het is door de liefdeloosheid dat wij de geboden nooit kunnen houden.

    Het is door de liefdeloosheid dat wij altijd menen te mogen kiezen uit kwaden, voor het kwaad.

    Het is door de liefdeloosheid dat wij niet volmaakt in de liefde willen zijn.

    Liefde maakte dat Jezus genas op de Sabbat,

    Nee; Het is de liefdeloosheid die eerst de sabbatswet had doodgemaakt. De sabbatswet is de belangrijke wet waarin de kinderen van God laten zien dat zij die dag boven alle andere dagen stellen, om zich daarop volledig over te geven en te wijden aan hun Vader in de hemel. De Vader vraagt daarin liefdevolle toewijding te tonen. Maar zonder de liefde is het gebod dood. Maar het gebod is in zichzelf goed en de naleving waardig. Ook de priesters werken op de sabbat zonder de sabbatswet te overtreden. Maar de liefdelosheid maakt van het priesterambt een laks geestelijk gemakzuchtig rusten in het vervullen van de begeerte van het vlees. De heiliging van de sabbat is een priesterambt tot reservering voor God van die betreffende dag. Dat was zo onder haar instelling bij Mozes. Maar de liefdeloosheid heeft van de goede wet een vreselijke karikatuur van liefdeloosheid gemaakt.

    liefde maakte dat mensen die onderduikers hadden tijdens WO2 logen dat het gedrukt stond en het zal hen als een rechtvaardige daad toegerekend worden. Waarom? In de liefde vervulden ze de wet, de liefde overstijgt de wet.

    Hoe durf je! Tijdens WO2 was ons land een schandvlek van verlating van Christus!

    De leugen aan de deur is het hoerenloon dat wij betaalden om ons geweten te sussen.

    Wij leefden destijds namelijk dagelijks de leugen van het heulen met de vijand waarvan ons geweten ons zei: "dat mag niet van de Heere onze God!" Maar wij zwegen stil en lieten het onheil geworden dat de satan de bewaarders van het woord van God uit ons midden verdreef, en ver kwam in het met wortel en tak uitroeien van hen die voor zover het naar het vlees gerekend wordt, Gods beminden zijn. Maar waren wij uit Christus geweest, en had niet de satan ons gemaakt tot tegenstanders van de joden, dan waren niet alleen de joden maar ook alle Nederlanders afgevoerd naar concentratiekampen of erger.

    Jawel, zwakheid is niemand vreemd. Maar ons erop beroemen als zijnde een genadegave van de Heer, is wat mij betreft een oudtestamentische gruwel. Verlaat jezelf liever niet op ons oneervolle verleden om ons te verheffen en de wet te verachten, maar denk aan de Bulgaren die massaal overgingen tot het dragen van een jodenster. Hun trouw tot het goede maakte dat het hun genadig gegeven was om in vreedzaamheid het kwaad te frustreren.

    De wet is een poging om weer te geven wat de liefde zou doen, maar zij is daarin verre van volmaakt. De liefde echter is volmaakt. Wanneer jij liefhebt, zul jij doen wat ook de wet van jou zou hebben verwacht.

    Je stelt opnieuw de liefde tegenover de wet.

    Wie de norm van de wet overtreedt, overtreedt God.

    En voor de duidelijkheid: de liefde wordt niet vervuld, het is de wet die wordt vervuld. Dit komt omdat de liefde meer is dan de wet, om die reden zal de wet nooit de liefde kunnen vervullen, maar wel andersom.

    Als dat waar was, dan had Jezus niet hoeven lijden en sterven, maar dan had Gods liefde hem gevrijwaard van ellende. En bovendien zou dan het navolgen van Christus geen issue meer zijn en geen betekenis meer hebben. Maar nu de wet vervuld moet worden, is het dat Christus moest lijden en sterven en is het dat van ons in alle nederigheid gevraagd wordt om hier op aarde slechts een korte tijd te tonen dat wij het van harte met de wet eens zijn, ook al houden wij haar niet.

    Denk niet, dat Christus gekomen is, om de wet of de profeten te ontbinden; Hij is niet gekomen, om die te ontbinden, maar te vervullen.(Mat 5:17)

    Het gebod is noodzakelijk om jou je zonde en ellende te doen leren kennen.

    Het leven naar de geest doen wij niet door het gebod, maar door genade en in liefde.

    Ja, dat klopt; dat is zo.

    Als je nu nou maar eens ophield de wet van God te ondergraven door steeds de liefde tegen de wet in te roepen als getuige dat de wet niet goed is en haar onderhouding niet waardig.

    Want wie in de geest de wet verwerpt, die heeft niet werkelijk de geest van liefde, maar die van wetteloosheid en liefdeloosheid.

  14. De wet is goed en leert ware liefde.

    Je draait de zaken een beetje om. In de liefde wordt de wet vervuld en niet andersom. Wees elkaar niets schuldig, behalve liefde, want wie de ander liefheeft, heeft de gehele wet vervuld. (Romeinen 13, 8). En tegelijkertijd is het de wet die ons de dood brengt. Het gebod, dat tot leven had moeten leiden, bleek juist tot mijn dood te leiden. (Romeinen 7, 9)

    Begin met de liefde broer konijn, want zonder de liefde brengt de wet alleen maar de dood voort. En wanneer je leert om lief te hebben, zul je de wet vervullen.

    Het nadeel van schrifgeleerdheid is dat waar arme zondaren halsreikend op woorden van verlossing wachten, de schriftgeleerdheid zit te plukken en te pluizen in spinsels van overbruggende redengeving en onderlinge samenhang. Schriftgeleerden doen het gemakkelijk fout, maar zijn wel van groot belang omdat zij gehouden zijn om het Woord van God te bewaren. Laat hier de liefde dan ook liever haar eigen rechtstreekse gang gaan; en richten wij ons hier liever op begrip van de Schrift.

    Het gebod, dat tot leven had moeten leiden, bleek juist tot mijn dood te leiden. (Romeinen 7, 9)

    Begin met de liefde broer konijn, want zonder de liefde brengt de wet alleen maar de dood voort. En wanneer je leert om lief te hebben, zul je de wet vervullen.

    Je illustreert prachtig hetgeen ik benoem: Wat maakt dat je het zo formuleert en niet anders? Omdat ook bij jou de liefde kennelijk tegenover de wet staat.

    Maar zeg me liever dat het niet zo is; zeg me liever dat het niet waar is.

    De liefde en Gods wet

    Waarom is de wet dan volgens sommigen vervuld in de liefde?

    Omdat de liefde wordt beschouwd als iets van een andere orde dan de wet.

    Maar als je de liefde leert kennen, dan leer je ook de wet kennen.

    Die liefde nu die de wet minacht en de wet verkracht, die liefde is geen liefde.

    Maar die liefde heet liefdeloosheid. En die heet bovendien wetteloosheid.

    Jezus zegt: aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten.

    Zegt hij dat daarmee de ganse wet en de profeten getuigen van liefdeloosheid?

    Nee, Hij zegt dat alle wetten en de profeten voortvloeien uit deze twee geboden.

    Wil je dan de liefde vervullen, dan zul je ook van Gods wet houden.

    Dat kan niet anders, omdat zij de liefde spiegelt.

    Het is daarom dat in de reformerende kerken het oude testament gelding houdt als kennisbron van Gods liefde, en de verbondswet elke zondag wordt gelezen, als spiegel van de dankbaarheid.

    Noachitisch: een leven in de dood. Rom.5

    Jij had het over het Noachitische verbond. Bij dat verbond leerde de mens de zonde kennen, uit de zonde zelf. De zonde zonder de wet bracht de dood. De dood heerste.

    Tot Mozes. Van Adam tot Mozes leefde de mens in de zonde en door de zonde in de dood.

    Maar bij Mozes begint het tijdperk dat de mens niet meer in de dood leeft, maar in tot God naderende heiliging onder de heerschappij van de beloften van God. De tabernakel vertegenwoordigde de heiligheid van God.

    En waar Christus daarbij gekomen is, daar heeft de mens de eigen zonde, en de heiliging onder Mozes als totaalplaatje van kennis van zonde en heiliging. Opdat de genade in Christus des te groter zou zijn.

    In Christus is het heilige der heiligen in het geweten toegankelijk geworden, en uit het geloof wordt volmaakte heiliging bereikt. Zouden wij, die nu zo dicht tot het hemelse Sion genaderd zijn, de genade verwerpen en onszelf weer terugplaatsen tot vóór Mozes, in de dood, tot in het tijdperk waarin de zonde alleen wordt wordt onderscheiden in het aangezicht van ons leven in de dood?

    Nee, wij leven in heiliging voor God in ons geweten. En daarom zoeken wij niet de dood in het leven onder het regime van de dood, maar wij zoeken God in het leven onder het regime van heiligende eenwording in Christus.

    Het vlees leggen wij niet alleen af, wij kruisigen het.

    En ons leven in Christus vangt aan heiligende ons geweten en onze gedachten in een voortgaande strijd om al hetgeen te doen wat Gode welbehaaglijk is.

    Heiligingswetten

    Het is door de wetten van Mozes dat niet alleen de zonde gekend worden uit de zonden zelf, maar dat God daarbij Zijn wet heeft gedaan, om zo het volk voor Zich te heiligen. Vanaf Mozes is er weer leven onder de mensheid, namelijk het leven in heiliging met de beloftenis van wederopstanding in het aangezicht van God.

    Deze wetten gelden nog steeds als richtingwijzers van een heilige God die geen kwaad in Zijn omgeving duldt. Na de wetten van Mozes heeft de mens derhalve twee wetten:

    - De wet van de natuur die de zonde onderkent zonde te zijn,

    - en de wet die de heiliging onderkent heiliging te zijn.

    En wie sindsdien in de liefde wil zijn, die heeft deze wetten in het hart geschreven.

    De wet van Mozes is dus ingesteld om de zonde te vermeerderen; en waar de zonde is toegenomen, daar is ook de genade veel groter geworden.

    Opdat, waar voorheen de zonde heerste tot de dood, sindsdien de genade zou heersen door rechtvaardigheid tot het eeuwige leven, door Jezus Christus onze Heer.

    Rechtvaardigheid vraagt vaardigheid van recht. Vaardigheid van recht vraagt een geweten vol barmhartige liefde. Liefde vraagt kennis van God.

    Als nu dan de zonde méér is geworden, en de genade groter;

    waarom spreek jij dan over liefde als iets dat de zonde minder relevant acht,

    en genade minder nodig heeft? Willen wij terug naar vóór Mozes,

    terug naar het leven in de dood?

    Neem het niet op mij gezag aan, maar houd je bij je eigen voorgedragen tekst:

    Wat zullen wij dan zeggen? Zullen wij in de zonde blijven, zodant we meer genoieten van de genade? Zeker niet. Als wij voor de zonde als gestorven gelden, hoe zullen wij nog in zonden willen leven? Wij weten toch dat zovelen als wij in Christus Jezus gedoopt zijn, wij gedoopt zijn in de DOOD van Jezus Christus! Door de doop in Zijn dood zijn wij met Hem begraven, om net als Christus uit de doden opgewekt te worden tot verheerlijking van God de Vader; Om net als Christus te leven in de wederopstanding in een vernieuwd lichaam.

    Want omdat wij met Hem één geheel geworden zijn in het met Hem gestorven zijn, zijn wij ook één met Hem in Zijn opstanding;

    Opgestaan in de wetenschap dat onze oude mens met Christus gekruisigd is, zodat ons lichaam van zonde wordt vernietigd, en wij niet meer de zonde dienen.

    Want wie gestorven is, die is vrij van de zonde, waarop de doodstraf staat.

    Als we dan geloven dat wij met Christus gestorven zijn, dan geloven wij ook dat wij met Hem zullen leven; Want we weten dat Christus niet meer sterven zal en dat de dood niet meer over Hem heerst.

    Toen Christus gestorven is, toen is Hij gestorven voor de zonde van de mens; en sinds Hij weer leeft, leeft Hij in overwinning over de zonde, uitsluitend voor Gods heerlijkheid.

    Het is daarom dat ook wij worden opgeroepen om te leven alsof wij voor de zonde dood zijn, en in God levend gemaakt zijn in Christus Jezus, onze Heer.

    Het is daarom dat de zonde niet meer mag heersen in ons sterfelijk lichaam, om ons te dwingen te gehoorzamen aan de begeerten van het lichaam.

    En dat is waarom wij ons lichaam niet willen inzetten tot zonde als middel van ongerechtigheid. Maar integendeel; wij stellen ons voor de troon van God, als uit de doden levend geworden, om ons leven en ons lichaam in te zetten als wapens van rechtvaardigheid.

    Zo zal de zonde over ons niet heersen; want wij zijn niet onder de wet die onze dood zal betekenen, maar onder de genade die ons leven heeft vernieuwd tot een Gode welgevallig offer.

    Maar betekent dat dan dat we kunnen zondigen, omdat de wet voor ons niet meer geldt en wij genade ontvangen? Natuurlijk niet! Want wij weten dat wij niet van twee walletjes kunnen eten. Het is van tweeën één: ofwel wij zijn dienaren van gehoorzaamheid tot rechtvaardigheid, ofwel wij zijn dienaren van de zonde die de dood brengt. Wij kunnen onszelf niet verdelen en ons leven stellen tot het een en het ander doen. Die twee gaan niet samen.

    Als wij dan de zonden hebben aangehangen, dan is het tijd dat wij nu van harte gehoorzaam worden aan het voorbeeld van de leer, aan welke wij zijn toevertrouwd in de verkondiging van het evangelie door Paulus en de andere apostelen;

    Door welk evangelie wij vrijgemaakt zijn van de zonde, niet tot het begaan van nieuwe zonde, maar tot dienstbaarheid aan de gerechtigheid.

    En voor je dan verder begint te lezen met Romeinen heel hoofdstuk 7, weet dan dat Romeinen zeven is geschreven voor degenen die het goede van de wet begrijpen.

    En als je dan bij het door jou aangehaalde tekstgedeelte komt, dan zul je nu ontdekken dat de wet weliswaar de dood betekent, maar dat zij niettemin ons de zonde doet leren kennen. Zonder de wet hadden wij de begeerte niet leren kennen als zonde, en hadden wij in de dood geleefd zoals vóór de wet van Mozes.

    Waar wij dan in de wet de liefde van God niet meer herkennen, en in de wet de zonde niet meer leren kennen, daar plaatsen wij onszelf achter Christus en achter Mozes, tot waar de dood heerste. Maar waar wij de dood hebben overwonnen door het afsterven van onze begeerten van het vlees, daar heerst geen dood en daar heerst het leven, en daar is de heerlijkheid van God de almachtige in onze tegenwoordigheid van geest. En daar is het punt gekomen dat ook Paulus zegt: Ik ben innerlijk vol vreugde over de wet van God! Hoewel ik gevangen ben in een lichaam dat leeft voor de dood, weet ik mijzelf ontsnapt aan de banden van de dood. Dood waar is uw prikkel !

    Dit is het wat God heeft gedaan! Dank aan hem door Jezus Christus, onze Heer.

    Met mijn verstand onderwerp ik mij dus aan de wet van God, maar door mijn natuur onderwerp ik mij aan de wet van de zonde.

    Levi7, begrijp je dan nu dat “het gebod dat tot mijn dood leidde“, nog steeds noodzakelijk is om mij als wedergeborene naar de geest te kunnen laten leven!?

  15. Wat ik probeer te zeggen is,zonder je aan te vallen, dat ik geen greintje warmte of liefde bemerk in je posts. En 'types' zoals jij spelen me parten in mijn recentelijk moeizame geloof. Ik voel meer van Zijn liefde nog bij de ongelovige die vrijwilligerswerk doet en ouderen oid. verzorgt dan bij mensen die heel veel praten over God's liefde maar waarbij ik niets voel.

    Ik wil je slechts meegeven dat liefde vooral een kwestie van *doen* is. Ik geloof dat je relatie met God zich vooral uit in hoe je de ander behandelt

    Welk nut brengt jouw verzorging en vrijwilligerswerk aan de ziel van de verzorgden?

    Geen ander nut dan dat zij door jou God leren kennen.

    God is liefde.

    Hoe kunnnen zij God door jou leren kennen?

    Door jouw voeding door Gods Geest. En door jouw boodschap van Gods verlossing.

    Waaruit ken jij Gods Geest en Gods bedoeling met ons?

    Uit de bijbel.

    Voel je liefde in de wetten van Mozes?

    Voel je liefde in de geschiedenis van Gods leiding over Israël?

    Voel je liefde in het lijden en sterven van Gods Zoon?

    Voel je liefde in de belofte dat al het lijden in de tijdelijkheid van nu

    omgewisseld wordt voor een heerlijkheid in eeuwigheid?

    Voel je liefde in het verlaten van alle wereldse zaken

    en het volgzame lijden tot de dood erop volgt door de apostelen?

    De wet van Israël was de communicatie van Gods liefde.

    De wet van Israël beschreef een heilstaat op aarde.

    Maar in de handen van de farizeeërs was het armoe troef,

    door de liefdeloosheid.

    Toch predikte Jezus niet de wetteloosheid,

    maar juist de terugkeer tot de wet. Zie Mat.5.

    Dat is eigenlijk heel raar als je bedenkt

    hoe fel hij tegen de farizeeërs was.

    Je moet je dus niet ergeren aan wie in jouw omgeving de wet communiceert,

    want als jij in liefde geraakt,

    dan zul je ze nog terecht wijzen,

    en confronteren met de wet.

    De wet is goed en leert ware liefde.

    Maar zij is vreselijk in handen van liefdelozen.

    En van weeromstuit stelt dan de verzwakte mens de liefde tegenover de wet,

    in een poging tot ontvluchting uit de liefdeloosheid.

    Hij verwerpt met de liefdeloosheid de wet;

    en in het verwerpen van de wet, verwerpt hij God.

    Beiden wettischen, en wetsontvluchters zullen vergaan,

    terwijl de wet voor eeuwig blijft staan.

    Waarom verexcuseer je jezelf met zwakten van een ander mens,

    als God iets tot je te zeggen heeft?

    Is het tot jouw sterkte?

  16. Wat ik nooit snap is die volgzaamheid vanuit het geloof als het gaat om het Bijbelse 'standpunten' die duidelijk schadelijk zijn voor bepaalde groepen mensen, zoals praktiserende homoseksuelen. Waarom kun je als christen niet gewoon zeggen: God, ik ben het grotendeels met je eens, behalve dan dat dingetje met die homo's. Waarom zou je daarover geen meningsverschil mogen hebben?

    Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om een oordeel over haar te vellen, maar om de wereld door hem te redden. Over wie in hem gelooft wordt geen oordeel uitgesproken, maar wie niet in hem gelooft is al veroordeeld, omdat hij niet wilde geloven in de naam van Gods enige Zoon. Dit is het oordeel: het licht kwam in de wereld en de mensen hielden meer van de duisternis dan van het licht, want hun daden waren slecht. Wie kwaad doet, haat het licht; hij schuwt het licht omdat anders zijn daden bekend worden. Maar wie oprecht handelt zoekt het licht op, zodat zichtbaar wordt dat God werkzaam is in alles wat hij doet.

    Wee degene die de strijd aanbindt

    met hem door wie hij gevormd is –

    een potscherf tussen de potscherven.

    Zegt klei soms tegen wie hem vormt:

    Wat ben je eigenlijk aan het maken?

    (Joh.3:16-21 en Jes.45:9)

  17. Uiteraard moet men in de liefde ook geen leugens vertellen.
    Precies. En dat lijkt hier aan de orde te zijn.

    Wat mij betreft niet. Wanneer ik spreek hier in dit topic spreek ik geen enkele leugen en enkel de waarheid voor zover God het mij niet anders heeft geopenbaard. Ik zou je alleen maar willen aanmoedigen om altijd de waarheid te blijven spreken.

    Niet waar is dat homofilie iets is waar de bijbel over zwijgt.

    Niet waar is dat door de veranderde positie van het oude testament ten opzichte van het nieuwe testament, het oude testament van betekenis voor leer en leven in het nieuwe testament wordt beroofd.

    Niet waar is dat een specifiek als onderwerp opgenomen wegvallen van een verbod in het oude testament, impliceert dat alle normen van het oude testament wegvallen.

    In jouw geval voelt het aan als onwaarachtig wanneer je het diepgaande onderwerp laat schieten en begint te spreken over mijn persoon.

    Ik zou je echter willen vragen of je mij wilt vertellen welke waarheid Jezus tegen Zacheüs sprak om hem ervan te overtuigen al zijn fouten goed te maken. Of waren het niet de woorden die overtuigden? Uiteraard was het de Waarheid die Zacheüs veranderde, Jezus zelf is namelijk de Waarheid. De Waarheid overtuigt echter in veel gevallen niet door enkel woorden. Hoe spreekt de Waarheid tot jou? Spreekt de Waarheid ook tot jou in een lied? Spreekt de Waarheid tot jou in de onderlinge liefde waar veel christenen om bekend stonden? Spreekt de Waarheid tot jou door de vele wonderen en tekenen die er zijn verricht?

    Het met elkaar verwisselen van Geest en Jezus en het Woord zoals je lijkt te doen bij het verhaal van Zacheüs kan ik niet volgen. De Geest is de Kracht van God die harten beweegt. De Geest is het brandend vuur in het hart en de trooster voor de ziel en de verkwikker van slap gemoed en knikkende knieën en de Kracht die ons ondersteunt om tot God te komen en Hem te naderen en in ons gebed genoeg te hebben aan ons onvermogend tekortschieten.

    Maar de Geest openbaart niet voortdurend Gods concrete Wil in het hart. En waar de Geest dat wel doet, daar zal de Geest zich altijd laten gezeggen en leiden door de bijbel als het Woord van God. Want God is één en God zal nimmer zijn Woord ontkrachten.

    wapenrusting+Efeze2.jpg

    Bij dit beeld van de wapenrusting, kan ik met de beste wil van de wereld niet rechtvaardigen, dat we de wapenrusting op delen verwaarlozen of afleggen. Dat is gewoon niet het beeld dat de bijbel ons voorhoudt, en ook niet waar dit onderwerp nu aanleiding voor geeft.

    Als jij de Waarheid hoog wilt houden. Wat is dan de identiteit van deze Waarheid en hoe spreekt de Waarheid tot ons en tot jou?
    Geen idee, vertel het me maar. De waarheid zoekt zichzelf en wie de waarheid onderkent zal haar steunen, en wie in waarheid het woord van God herkent zal God daarvoor danken en het woord van God bewaren, en wie in waarheid onwaarheid herkent die zal spreken in woorden van vermaan of correctie. Dat hoeven we niet ingewikkelder of meer mysterieus te maken dan onze waarneming in waakzame nuchterheid.
    Ik ontken nergens het belang van het Woord van God, waarom zou ik twijfelen aan Jezus zelf?
    O.K.(off-topic:Is Jezus gelijk aan het Woord van God, of de opvolger van het Woord van God? )
    Het is alleen dat ik je er op wil wijzen dat we niet alleen maar een discussie hebben over de leer, maar ook een gesprek met mensen. Ik ken de verhalen van ouderlingen die op bezoek gingen bij families die hun vader waren verloren. Ze lazen daar uit Job 'de Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen, de naam van de Heer zij geprezen'. Heeft die ouderling een verkeerde leer gebracht? Zeker niet. Het probleem van die ouderling was dat hij zich niet kon inleven in de personen die daar verdriet hadden en dat ze wellicht andere woorden nodig hadden, woorden van troost en niet van juistheid van leer.
    Ik kan me voorstellen dat iemand die lijdt graag een trooster toegezonden ziet door God. Maar ik weet van God, dat die trooster niet als mens onder mensen wordt gevonden. Het gaat zover dat de bijbel zegt: vestig nog niet op koningen en prinsen uw vertrouwen. En zowiezo zijn veel mensen niet zo heel erg op hun best als ze met rouwenden een gesprek moeten voeren. Voor het overige ga ik niet graag in op wat hier niet meer is dan een ingelegd beeld van de gebrokenheid van vorige generaties. Kunnen we boeken mee vullen.

    Wat hier wél relevant is, is nu precies ook een punt van onderscheid en een punt van vergelijk: bij die ouderling uit jouw verhalen was er een concreet punt: er is iemand overleden. In deze draad is er echter nog niemand "overleden". Het punt was nu juist heel de draad, dat de zonde wordt onderscheiden als van God gewenst en door God gezegend; en de neiging tot de zonde een zaak van volkomen stilzwijgen door God.

    Pas als wij hier nu de zonde hebben vastgesteld zonde te zijn, dan is pas vers twee om te spreken over het rouwproces of het bekeringsbesef of over de benadering van zondaren.

    Maar nu ben ik het vooralsnog die concreet in aanmerking werd genomen te kwalificeren als zondigende in veroordelingen. Liefdeloosheid is wat jij eraan toevoegt. Ik kan mij prima voorstellen dat wij in andere omstandigheden heel ver komen, maar in het huidige concrete gesprek, vind ik deze woorden van je niet erg passend. In plaats van je druk te maken over de pastorale zorg van degenen die daartoe ook wel echt toegang hebben en voor wie je bijvoorbeeld best een aparte zorgdraad kunt openen, zou je je hier beter je aandacht kunnen richten op degenen die deelnemen aan het gesprek dat daadwerkelijk wordt gevoerd. Maar dat gezegd hebbende, waardeer ik je zorg voor mij en anderen; dank daarvoor.

    Jezus sprak over het licht dat niet onder een korenmaat gesteld moet worden. Wat wil jij uitstralen? Wil jij ook Gods liefde uitstralen? God heeft ons in ieder geval nooit gevraagd om alleen maar waarheid uit te stralen. De vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, vriendelijkheid, goedheid, trouw, geduld, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Deze vrucht mag zichtbaar worden in alles wat je in je leven doet, ook in hoe je de waarheid vertelt.

    Ik wil je erop wijzen dat het woord liefde in heel het hoofdstuk van de geestelijke wapenrusting niet voorkomt. Ik zou daarom niet schermen met de liefde als tegenhanger van de geestelijke wapenrusting. Wil je spreken over de liefde betrek dan ook het hoofdstuk ervoor erbij waarin de liefde wel heel nadrukkelijk voorkomt.

    Ef.5:2 En wandelt in de liefde, gelijkerwijs ook Christus ons liefgehad heeft, en Zichzelven voor ons heeft overgegeven tot een offerande en een slachtoffer, Gode tot een welriekenden reuk. Maar hoererij en alle onreinigheid, of gierigheid, laat ook onder u niet genoemd worden, gelijkerwijs het den heiligen betaamt, Noch oneerbaarheid, noch zot geklap, of gekkernij, welke niet betamen; maar veelmeer dankzegging. Want dit weet gij, dat geen hoereerder, of onreine, of gierigaard, die een afgodendienaar is, erfenis heeft in het Koninkrijk van Christus en van God.

    Dat u niemand verleide met ijdele woorden; want om deze dingen komt de toorn Gods over de kinderen der ongehoorzaamheid. Zo zijt dan hun medegenoten niet.

    Daarom, gelijk de Gemeente aan Christus onderdanig is, alzo ook de vrouwen aan haar eigen mannen in alles.

    25 Gij mannen, hebt uw eigen vrouwen lief, gelijk ook Christus de Gemeente liefgehad heeft, en Zichzelven voor haar heeft overgegeven; Opdat Hij haar heiligen zou, haar gereinigd hebbende met het bad des waters door het Woord; Opdat Hij haar Zichzelven heerlijk zou voorstellen, een Gemeente, die geen vlek of rimpel heeft, of iets dergelijks, maar dat zij zou heilig zijn en onberispelijk. Alzo zijn de mannen schuldig hun eigen vrouwen lief te hebben, gelijk hun eigen lichamen. Die zijn eigen vrouw liefheeft, die heeft zichzelven lief.

    29 Want niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat, maar hij voedt het, en onderhoudt het, gelijkerwijs ook de Heere de Gemeente. Want wij zijn leden Zijns lichaams, van Zijn vlees en van Zijn benen. Daarom zal een mens zijn vader en moeder verlaten, en zal zijn vrouw aanhangen; en zij twee zullen tot één vlees wezen.

    Deze verborgenheid is groot; doch ik zeg dit, ziende op Christus en op de Gemeente.

    Zo dan ook gijlieden, elk in het bijzonder, een iegelijk hebbe zijn eigen vrouw, alzo lief als zichzelven; en de vrouw zie, dat zij den man vreze.

    Voel je dat dit onderwerp belangrijk is en maar zo te verbreden valt naar andere onderwerpen..? Ik vraag je daarom om je niet te verwonderen en niet te struikelen over wat voor licht ik als persoon zou willen uitstralen, maar om je iets meer te houden aan het onderwerp, en dan is de vraag wat de Geest / het woord van God hier wil uitstralen.

  18. Over eten weten we het wel; en we kunnen zelfs het oude testament billijken: Van de haas als herkauwer begrijpen we het wel: erg onhygiënisch (onheilig) is als het verteerde weer opnieuw wordt gegeten. En ook het varken als gespleten hoevige is te begrijpen: een heilig volk verdient rechtgeaarde hoevigen. Maar nemen we deze aanstoot tegen de heiligheid weg, dan is het gewoon eten.

    Sorry, hier praat je toch echt een beetje onzin.

    Je hebt gelijk. Dank je voor je correcties Eli7. Mijn punt van insteek is wat je ook noemt: als God het zegt is het zo; en de rest is fantasie.

    Als God zegt dat iets onrein is, dan is dat zo omdat God dat zegt. En als iets een gruwel is in Gods ogen, dan heeft God daar kennelijk Zijn redenen voor. Wij kunnen zoeken naar welke redenen dat zijn. Het zijn echter niet de redenen die iets tot een gruwel maken, het is alleen het oordeel van God zelf dat iets tot een gruwel maakt. Dat iets een gruwel is, is namelijk geen feitelijke constatering maar een waardering van de feiten.

    Ik zat eens in een bus en tegenover mij zat een oudere man grote snotstukken te graven en vervolgens uitgebreid te bestuderen. Ik kon een rilling over mijn rug in afgrijsen niet onderdrukken. Een grote donkere man tegenover mij, die naast de oudere man zat zag mijn afgrijsen en begon te grinniken. En toen keek hij ook opzij en zag toen pas echt wat ik zag en ook hij kon een blik van afschuw niet inhouden. Toen had ik leedvermaak. Afgrijselijk. Gruwel is het woord dat past. Maar mogen wij nu nooit meer spreken van gruwel in het kleine, als we hebben ingezien dat moordpartijen ook gruwelijk zijn? Is een gruwel in het een, altijd van gelijke waarde bij een gruwel van iets anders? Is watergruwel van gelijke aard als een gruweldaad?

    Nee, natuurlijk niet. Hoe gruwelijk iets is, hangt af van je afgrijsen van iets. Maar het zegt nu juist helemaal niets over de ernst en de aard van hetgene waarvan je gruwt. Dat hangt gewoon af van wat je bespreekt. En het woord gruwel geeft dan een lading van stuitendheid of weerzin of afkeer aan. En dan heb je wel gelijk dat een gruwel een waardering is van dat feit, maar anders dan jij suggereert wil dat nu juist helemaal niet zeggen dat die feiten daarmee gelijk zijn. Dat is nu juist in elk geval afhankelijk van de omstandigheden. Preciezer gezegd van wat God zegt. Zoals in een van mijn eerdere posts blijkt: ook een gebed kan een gruwel zijn, en een zuiver perfect naar de wet gebracht offer kan ook een gruwel zijn. Dat is een waardering van een feit, maar dat feit zelf wordt steeds bepaald door de omstandigheden.

    En daarom zijn de spijswetten en de wetten rondom de seksuele omgang met elkaar vergelijkbaar. In beide gevallen geeft God namelijk het oordeel gruwelijk. Dit oordeel is niet afhankelijk van de feiten, maar alleen afhankelijk van de waardering die God zelf aan deze feiten geeft. Het maakt helemaal niet uit of wij dingen nu wel of niet hygiënisch vinden, als God het een gruwel vindt dan is het gewoon een gruwel.
    Ja je hebt in 1 opzicht gelijk: Dat wat God bepaalt stelt de norm. En gruwelijk is een verdergaande uitdrukking van afkeer. En wat wij vinden maakt helemaal niets uit. Maar de vergelijkbaarheid gaat niet verder dan een kleuringsgraad. Dat zegt helemaal niets over de eigen ernst en omstandigheden van hetgeen zo gekleurd is. Noachs offer was God een lieflijk reukoffer. De offers van het volk was God bij tijden een gruwel. Het zijn allemaal graden van waardering. Maar niet met een objectieve weegschaal van ernst en omstandigheden, maar een kleuringsschaal van karakter.
    Bij de spijswetten nemen we de verklaring van gruwelijk niet meer als op ons van toepassing. Waarom is de verklaring van gruwelijk dan nog wel van toepassing als het gaat om de wetten aangaande de seksuele omgang? Waarom is Gods oordeel in het ene geval wel van belang en in het andere geval niet meer? Gods oordeel is toch niet afhankelijk van de feiten, maar alleen van Zijn waardering van de feiten?

    Toen ik vertelde dat de rijke jongeling niet gezegend was met rijkdom maar belast toen noemde je mij creatief. Maar vanwege het feit dat de discipelen ontsteld uitriepen wie dan nog zalig kon worden en ook vanwege het feit dat de jongeling zelf bedroefd wegging, is volstrekt zonder creativiteit dwingend vastgelegd dat er iets droevigs was en iets onoverkomelijks was met die rijkdom: Christus kan er niet mee gevolgd worden en het Koninkrijk kan er niet mee ingegaan worden. Niemand van de betrokkenen inclusief Jezus Zelf, beschouwde die rijkdom als een zegen. Maar waar ik toen echt niet creatief was, ben jij het hier wel. Je zegt eerst dat God Zelf bepaalt wat gruwelijk is, omdat Hij het zo noemt. En vervolgens zeg je er pal achteraan dat als het op plek één bij eten geen gruwel meer is, dat het dan haast vanzelfsprekend is dat het op plek twee bij ontucht ook niet meer van toepassing is. Dat is brutaal creatief. Want op grond van je eigen overweging daaraan voorafgaande zou je moeten vragen: Waar heeft God het bij ontucht bepaald dat het geen gruwel meer is? Immers niet jij, zo hadden we vastgesteld, maar God bepaalt wat een gruwel is. Volg je me?

    Het is interessant dat je het Noachitische verbond aanhaalt. In het Noachitische verbond wordt overspel verboden, maar wordt er niets gezegd over homoseksualiteit oid. Dus waarom alleen voor de spijswetten terug gaan naar Noach en niet voor de normen omtrent seksualiteit?

    Ik begrijp je punt niet. Vertel jij hier nu dat er bij Noach een goddelijke wet was dat homoseksualiteit was toegestaan, op basis van het gegeven dat er geen wettelijke bepaling over was? Leg uit s.v.p! Is er net zoiets als met het eten, zoals ik het uitlegde? Ik zie dat niet. Ten eerste bestond de instelling van het huwelijk al vanaf Adam en Eva. En ten tweede is uit de natuurlijke loop der dingen bekend dat de man niet bestemd is om te trouwen en kinderen te krijgen bij een man. Dat kan gewoon niet, en het toch proberen is een vorm van ontucht bedrijven. Wat wel uit het verbond met Noach blijkt is dat de aard van de mens zodanig verdorven is, dat het God berouwde de mens gemaakt te hebben: En de HEERE zag, dat de boosheid des mensen menigvuldig was op de aarde, en al het gedichtsel der gedachten zijns harten te allen dage alleenlijk boos was.
  19. Uiteraard moet men in de liefde ook geen leugens vertellen.
    Precies. En dat lijkt hier aan de orde te zijn.
    Maar het feit blijft dat de waarheid in bepaalde gevallen bij lange na niet het belangrijkste medicijn is. Uiteraard kan ze niet achterwege blijven. Maar wanneer je waarheid zonder liefde/mededogen brengt' date=' dan is het soms beter om niets te zeggen. Lees 1 Korinthe 13 er maar op naar. Daarom zou ik je willen vragen of je in je posten in dit topic ook meer wilt letten op het liefhebben van je naaste. Want als je alleen de waarheid brengt, zou je het belangrijkste wel eens kunnen missen.[/quote']

    Ja. in het algemeen is dat waar. In dit concrete geval gaat het om het Woord van God. Het gaat er hier daarom niet om een "waarheid" die wel of niet het medicijn is, maar dat het "Woord van God" wel of niet medicijn is. Je kunt daarbij niet zeggen dat het Woord van God niet het belangrijkste medicijn is als het gaat om de leer.

    Als bij een belangrijk onderwerp het Woord van God onder een korenmaat wordt gesteld met een beroep op liefde, dan wordt de liefde gecorrumpeerd. Jezus zegt: laat de kinderen tot mij komen. Dat kun je opvatten als geen fysieke barriëres opwerpen, maar je kunt het ook opvatten als geen geestelijke barriëres of dwaling op laten werpen.

    Het ene zou men moeten doen, en het andere niet nalaten.

  20. De waarheid is als een scherp en tweesnijdend zwaard, maar een zwaard is niet geschikt om gewonden te behandelen.

    Ik schreef "noodzakelijke" waarheid. In jouw beeld: Noodzakelijke waarheid is aan de orde wanneer een huisarts met volstrekt verkeerde medicijnen gaat werken, of een volstrekt verkeerde diagnose toepast, of de levensreddende instructies van de verantwoordelijke arts compleet negeert.

    Jezus Christus is de Heelmeester, die niet is gekomen voor de gezonden (rechtvaardigen) maar voor zondaren, tot bekering.

    De relevante vraag is hier denk ik, of we de Heelmeester voor onze kwalen raadplegen en zoeken. Dat is erg lastig als we de kwaal ontkennen en betogen dat de kwaal gezondheid is.

    Heelmeester en ziekte:

    Markus 2:17 Die gezond zijn, hebben den medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn. Ik ben niet gekomen, om te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering.

    Ex.15:26 Is het, dat gij met ernst naar de stem des HEEREN uws Gods horen zult, en doen, wat recht is in Zijn ogen, en uw oren neigt tot Zijn geboden, en houdt al Zijn inzettingen; zo zal Ik geen van de krankheden op u leggen, die Ik op Egypteland gelegd heb; want Ik ben de HEERE, uw Heelmeester!

    Spr 28:9 Die zijn oor afwendt van de wet te horen, diens gebed zelfs zal een gruwel zijn.

    Spr 29:27 Een ongerechtig man is den rechtvaardige een gruwel; maar die recht is van weg, is den goddeloze een gruwel.

    Het tweesnijdend zwaard

    Openb.2:13 ev: Bekeer u; en zo niet, Ik zal u haastelijk bijkomen, en zal tegen hen krijg voeren met het zwaard Mijns monds. Die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt. Die overwint, Ik zal hem geven te eten van het manna, dat verborgen is, en Ik zal hem geven een witten keursteen, en op den keursteen een nieuwen naam geschreven, welken niemand kent, dan die hem ontvangt.

  21. Eén van de belangrijkste dingen om te beseffen in een dergelijk gesprek, is dat men dit gesprek niet als zomaar een onderwerp aan kan gaan. Net zoals de dood niet zomaar een onderwerp is wanneer een naaste van je net is overleden, net zoals echtscheiding niet zomaar een onderwerp is wanneer je dat net zelf hebt meegemaakt. In dergelijke situaties zul je je moeten voorstellen dat je vooral met mensen praat en niet over zomaar een onderwerp. En omdat je met mensen in gesprek bent, die hier een open wond of een gevoelig litteken hebben, is het goed om voorzichtig met je woorden te zijn. Het is zoals Spreuken zegt: Een veelprater begaat al snel een misstap, wie zijn tong in toom houdt is verstandig. Laten je woorden daarom niet alleen woorden van waarheid zijn, maar vooral woorden van liefde. *:}

    Ik erken dat mijn woorden zwaarder kunnen zijn dan als melkspijs geschikt voor lezers of betrokkenen. Ik realiseer me dat ik hier niet specifiek thuishoor, en dat mitsdien niet alleen zegen, maar ook vloek uit verwerking van mijn woorden kunnen opkomen.

    Het is daarom dat ik in mijn post specificeerde tot wie mijn woorden zijn gericht: aan hen die zich erop beroepen in Gods Waarheid te staan. Niet tot de protesterenden, maar tot de reformerenden. Niet elk woord is voor ieder geschikt. Maar ik zou het wel waarderen als een en ander er niet toe leidt dat noodzakelijke waarheid onder een korenmaat wordt gesteld. Want voor een goed omgaan met het onderwerp van deze draad, is het elementair dat er begrip is van eventuele bijbelse duidelijkheid en een scherpe onbestrijdbare waarheid - voor zover daarvan blijken mocht.

  22. Broer Konijn,

    Ik heb de discussie gevolgt en veel wat je schreef is m.i zoals het in de Bijbel staat, en wanneer we de Bijbel letterlijk lezen kan ik er niet omheen.

    Maar ik kan en wil homoseksueel zijn niet als zonde zien, net als ik de mens die schuimbekkend op de grond viel niet als door boze geesten bezet kan zien.

    Ik ben een mens van deze tijd en nu weten we dat er epilepsie is en dat dat een ziekte is. Dat homoseksualiteit een geaardheid is en geen keuze.

    Ik respecteer homoseksuele medemensen die vanuit hun geloof celibatair kunnen leven, anderen kunnen dat niet of willen dat niet.

    Ik kan wetten van God niet opvolgen wanneer ik ze niet begrijp en ze ook erg duidelijk als in een bepaalde tijdsgeest geschreven zie. Ik zou het erg vinden wanneer ik daarin liefdeloos ben naar anderen. Fout, te kleingelovig, ja misschien...het zij zo.

    Maar ik begrijp wat je schrijft omdat je de Bijbel leest als het woord van God, hoe het ook uitpakt.

    Bedankt voor je begripvolle reactie.

    Omwille van wederzijds begrip heb ik twee opmerkingen vet gemaakt: "bijbel letterlijk lezen", en lezen als het woord van God "hoe de bijbel ook uitpakt".

    Deze begrippen hebben een gevoelswaarde van strict en mogelijk minder liefdevol. Je bedoelt dat hier niet, maar de woorden kunnen zo wel overkomen. Daarom hecht ik eraan om te benadrukken dat het oude testament een testament is van Gods liefde en heiligheid. En het nieuwe testament is net als het oude testament een verbond van liefde en heiligheid. Het is daarom zaak om dezelfde liefde van God die je ziet in het nieuwe testament, ook terug te zien in het oude testament. Doe je dat niet of onvoldoende, dan maak je van het oude testament meer een boe-testament van een heerszuchtige boe-god, en van het nieuwe testament meer een verlossingstestament van een allesverzoenende schootkindertjesgod.

    Deze zaken hebben niets, in eerste aanleg zelfs helemaal niets, met letterlijk lezen te maken of een strict naleven van Gods Woord. Maar het heeft te maken met een basisbegrip van hoe het oude testament en het nieuwe testament zich tot elkaar verhouden als tot elkaar behorende onderdelen van één en dezelfde God.

    Daarnaast is denk ik, je gedachte van verschillen door een bepaalde tijdsgeest juist. Het punt is echter dat de tijd en cultuur van nu hetgene is dat de norm mist, terwijl het woord van God de normen stelt voor alle tijden en alle culturen. Je juiste waarneming vraagt dus nog om een beoordeling waar je je mee identificeert: met Gods Woord of met je eigen omgevingscultuur. En alleen bij begrip van Gods liefde vanuit Gods Woord, kan er ook een afstemming komen wat vanuit de liefde van God liefdevol is, als het gaat om zaken die God ons heeft geleerd.

    Want het is inderdaad zo, dat als jij hartelijk van mening bent dat jij liefdeloos doet, dat ook inderdaad liefdeloos is. Daar helpt de ondersteunende letter van de wet echt niets aan. Ook het letterlijk lezen van de bijbel helpt daaraan niets. De centrale vraag die dan gaat heersen is, wat in vredesnaam nu eigenlijk liefdevol is aan de wet, of aan Gods Woord. Pas als we de wet van God en het Woord van God gaan liefhebben, beginnen we iets te zien van het karakter van het verwerpen van Gods wet en Gods woord.

    En hoe we de bijbel lezen of navolgen, hangt dan ineens niet af van onze wettische benadering en onze overgave in blinde volgzaamheid, maar het gaat afhangen van onze liefdevolle omgang met God Zelf.

  23. @broer konijn, ik ben na de eerste alinea afgehaakt.. voor de rest, ik krijg niet de indruk dat je begrepen hebt wat ik heb geschreven. En wat je verkapte beledigingen over mijn geloof mijn geaardheid, je oneigenlijke vergelijkingen enzo, het zijn jou woorden je zult je er later voor moeten verantwoorden.

    Het is van tweeën een:

    óf ik beledig jou verkapt, óf jij beschuldigt mij openlijk ten onrechte.

    We kunnen het nu hebben over wat jij niet hebt gelezen, of over wat jij hebt geschreven, of over wat je had bedoeld, of over wat ik heb begrepen.

    Of ik kan mij op jouw aangeven nu concreet verantwoorden voor wat ik heb geschreven.

    Questo, sta je nog achter deze jouw woorden, en hoe wil je dat ik op deze woorden reageer?

    Verder; over geloof en geaardheid:

    Als er twee stellen naast elkaar wonen, en het ene stel dat bestaat uit twee samenwonende (echte) monniken, en het andere stel dat is een (echt) homostel, dan zal ik niet oordelen over wat achter de voordeuren gebeurt. Maar wat ik kan beoordelen is dat het ene stel zich uitspreekt voor God en dat ook in leer en leven uitdraagt, en dat laat zien in publieke keuzes van het leven. Terwijl het andere stel kiest tegen God en dat ook in leer en leven uitdraagt, en dat laat zien in publieke keuzes van het leven. Ik weet dat de Geest achter beide voordeuren wil wonen en dat het vlees zeker achter beide deuren woont. Niemand kent de harten dan God alleen.

    Maar de harten hebben het Woord van God, en zij kunnen kiezen voor God en zij kunnen in deze wereld het verschil maken tussen goed en kwaad. De zonde gaat geen deur voorbij. Ook de begeerte naar God of althans het goede gaat geen deur voorbij. De praktijk geeft een pallet van weerbarstigheden en menselijke onmogelijkheden. Maar het is de mens die in dat veld van krachten kiest of het zichzelf verloochent en een radicaal nieuw leven aanvangt, of dat het zijn eigen leven deels koestert en dat desnoods radicaal verdedigt. En God alleen oordeelt de harten.

    De cultuur waarin wij leven is niet een abstractie, maar ze is historisch bepaald. Die moeten we begrijpen om onze positie en plaats te kunnen zien. Ik pretendeer het niet te begrijpen, maar ik geef een impressie weer: De moraal werd steeeds vrijer en zó individualistisch en op de begeerte gericht, dat relaties steeds minder levensvatbaarheid kregen. En de gedachte aan een huwelijk met een bezegeling daarvan voor eeuwig, werd een leeg begrip. Relaties werden steeds meer geromantiseerde genotsmiddelen van een consumptiemaatschappij. Relaties gingen steeds meer bestaan bij de gratie van begeerte en wederzijdse goedkeuring. Liefde werd seksueel geduid, waardoor bij het ontbreken van het laatste, het eerste niet meer aanwezig werd geacht. Met als gevolg dat liefde - de echte liefde die juist de begeerte aflegt - schaars werd. En een morele aansporing tot volharding waar begeerte ontbrak, werd alleen nog gevoeld in het belang van de eventuele kinderen - voor zover er nog externe moraal werd gevoeld.

    Leegte

    Daardoor kwam er een groot vacuüm. Namelijk een vacuüm van behoefte aan geborgenheid en begrip en zielsverwantschap en een onderlinge band die verder gaat dan de oppervlakte. Liefde werd een begrip dat steeds schaarser en betekenislozer werd. Want waar echte liefde werd gezocht, werd er gekozen voor een seksueel geduide liefdesrelatie. Maar een relatie bestond bij de gratie van hetgeen ik in de vorige alinea beschreef. Dear paradox: de zoektocht naar ware liefde leidt naar een relatie die juist meer afgestemd is op begeerte. Hoe meer er werd gezocht naar een relatie "tot de dood die scheidt" hoe minder het de dood was die deed scheiden.

    En er ontstonden in die maatschappij twee verschillende behoeftes, als een soort van nevenschade of bijeffect, optredende door de inconsistentie in de moraal van een consumptie maatschappij:

    1. Zoekenden die de begeerte niet vervuld kregen.

    2. Zoekenden die niet meer een relatie van echte liefde kregen.

    En wat was het voorspelbare resultaat: er gingen zich samenlevingsvormen vormen waarbij de relatie meer afgestemd was op de nieuwe beleving van het begrip relatie. Maar daarbij waren de twee groepen niet gescheiden, aangezien het begrip liefde niet werd onderscheiden van begeerte. En tragisch was het onvermijdelijke gevolg dat de echte liefdezoekers in dezelfde categorie terecht kwamen als de begeertezoekers. In de praktijk wist iedereen het uit ervaring, maar officeel werd het ontkend: het vinden van een passende relatie was schier onmogelijk geworden. Geluk werd ongewoon. Want ergens in de moraal was nog opgeslagen dat geluk te koppelen is aan een “happily ever afterâ€.

    Is het al zover dat ook “geluk†de connotatie krijgt van slechts het goede gevoel van het moment?

    Keuzes maken

    Ik chargeer. Ik generaliseer. Ik begrijp heel veel niet. Ik doe tekort. Prima; ik weet dat ik slechts een impressie geef. Maar dat neemt niet weg dat wat ik zeg m.i. niettemin relevante materie aansnijdt. En een ieder kan zichzelf beoordelen, en een ieder kan naar de bijbel grijpen, en een ieder kan radicaal kiezen tegen de wereld en tegen het eigen vlees. Dat is een keuzemoment.

    Steeds weer.

  24. In de bekeerde mens is nog veel werk te doen. In elk facet van ons mens-zijn zal Christus regeren. Eén van de moeilijkste dingen die een mens kan overgeven is het oordelen over goed en kwaad. Ik denk hierbij vaak aan gelijkenis van het onkruid in de akker. De engelen zien het onkruid, het kwaad, in de akker. Ze willen het eruit halen, maar daarmee zouden ze ook het goede uittrekken. Laat het samen opgroeien tot de oogst. Zo is het met de mens die de zonde in zich ontdekt. Hij kan er zelf niet afkomen en strijden maakt ook het goede kapot. Paulus ziet ook de zonde als zelfstandige macht waartegen over hij machteloos staat (ik ellendig mens). Christus verlost. Het is aan ons om niet meer te gehoorzamen aan de neiging van het vlees om te oordelen.

    Jij beschouwt oordelen als een verkeerde neiging van het vlees !?

    Het Koninkrijk van God ingaan

    Het oordelen over goed en kwaad moet door elke gelovige gedaan worden. Jezus spreekt tot de joden die een Koninkrijk verwachtten, en Hij spreekt tot hen over het Koninkrijk der hemelen. Dat is concreet op deze huidige aarde. En Hij spreekt over het Koninkrijk als een schat of een parel of een zuurdesem of een mosterdzaad. Steeds een overdrachtelijk beeld van iets goeds dat door de mens die erin gaat wordt aangegrepen en nagejaagd. Het is iets dat op deze aarde wordt gevonden, en dat heel kostbaar is, of iets dat als een zuurdesem heel het leven wil grijpen, of iets dat klein is en groeit tot iets geweldigs. Zie jij in deze beelden dat diegene dat goede waarvoor hij zich inspant laat geworden naast al het andere dat hij heeft? Ik zie dat niet terug.

    Het Koninkrijk van God in hart en nieren

    Wel geeft Jezus een verdieping door te spreken over de voedingsbodem van dat Koninkrijksgevoel. Niet bij iedereen landt het en bezinkt het. Ik vertaal in eigen woorden: Twee kunnen er zijn in volledige overgave en enthousiasme, maar bij de een is het niet geworteld in goede grond, en verwaait het als de winden opsteken. Twee kunnen goed studeren en zich verdiepen, maar bij een is er zoveel dat overwoekerd, dat het goede omkomt. Twee kunnen er volledig onaanzienlijk zijn en niet waardig om naar te horen, maar bij een kan de waarheid tentoongesteld worden als toetssteen van het geloof. Twee kunnen als engelen spreken, maar bij een kan een strik zijn tot dwaling voor generaties. Voor ons is dat beeld geen reden om het kwaad op te laten gaan met het goede, maar juist een overweging en een aanmoediging om niet te verslappen, maar om juist op de verschillende terreinen nuchter en waakzaam te zijn.

    Het Koninkrijk van God als verzameling van mensen

    En dan komt ook dat beeld van de maaiers. Jezus legt het zelf uit, en geeft nog een tweede beeld van een net dat wordt gevuld met van alles, en pas bij het binnenhalen wordt gescheiden in goede vissen en kwade vissen. In dit beeld gaat het niet meer over het geloof, of over de manier waarop het geloof landt en wortelt, maar op het samen opgaan van gelovigen en ongelovigen, en van schriftgeleerden en flierefluiters, en van voorzichtige goedewegzoekers en onvoorzichtige onverschilligen voor detail. Merk op dat het gaat over Gods niet ingrijpen bij de dwalingen en ongerechtigheden onder de mensen. Het gaat dus niet over de identificering van evidente zonde en zondaren, waarvan Paulus zegt die uit je midden weg te doen. Wat de mens dus buiten zet, dat valt nog binnen het maaiveld, en wat de mens binnenlaat, valt nog te verdelen in gewas en onkruid.

    Oordelen

    Oordelen lijkt een toverwoord in discussies als deze. Het "kwaad van oordelen" wordt in de praktijk véél hoger ingeschaald, dan het kwaad van de zonde. Dat is bizar.

    Maar er is een verschil tussen veroordelen van de persoon en oordelen over wat het Woord van God spreekt. Gods Woord en Gods Wet leren ons de liefde van God. Niemand die in Gods liefde is zal Gods liefde verwerpen en Zijn Woord van liefde minachten.

    En daarbij is er ook verschil tussen oordelen over onbekeerlijkheid en over bekeringsgezinden. De eerste categorie oordelen spreken in termen van een toekomst van een onbarmhartig oordeel in de toekomst, en de twee categorie in temren van een hemelse toekomst. Waarbij de woorden van de ene catgorie ook worden gesproken tot de andere categorie.

    Het maaiveld gaat dus helemaal niet over oordelen over goed en kwaad als norm. De maaiers weten prima wat goed is. Het is hun dagelijkse werk. Maar in het maaiveld gaat het over veroordelend scheiding maken tussen de schapen en de bokken. Het af te brandene en het verdorvene wordt niet uit het maaiveld gehaald.

    Maar dat is geen uitnodiging om het woord van God buitenspel te zetten, dat als een tweesnijdend zwaard door harten en zielen gaat ! In onze tijd wordt gedaan alsof het Woord van God geen richting en geen norm meer geeft. Want in onze omgang met de medemensen die zo'n vreselijk stempel krijgen, ontdekken we hartelijke en begane en liefdevolle mensen, die ook nog God dienen willen op een wijze waarop christenen jaloers kunnen worden. En bij een tanend gezag van de bijbel gaan we ons afvragen of het nog wel echt waar is wat we zelf als kind leerden. Of wel waar in een andere tijd, maar misschien niet nuttig om vast te blijven houden in een veranderende wereld. En als we dan zien hoe groot de ellende is van onze medemens en hoe sterk de macht is van een zondige geaardheid, dan leren we relativeren. Zelfs de ongelooflijk wijze Salomo leerde dat, en leerde zijn vrouwen en hun godsdiensten te accepteren. Maar het is zaak om het goede te bewaren, en het verkeerde weg te doen. Het is zaak om Gods Woord gezag te geven als kenbron van Gods liefde en als leidraad voor het leven.

    Ik ellendig mens

    Je verwijst naar Paulus' spreken over ellende en machteloosheid. "Machteloos" en "ellendig", zijn woorden van onderscheid. De genade van God wordt groter als de ellende en de machten overwinnen, en toch verworpen worden. Dat is tegennatuurlijk. Dat is wonderlijk. De mate van ellende is recht evenredig met vreugde bij God en de engelen. Raar maar waar. Mits tenminste in die ellende gekozen wordt voor God, en afstand wordt genomen van al die dingen van de wereld zoals verlating en pijn en lijden, maar ook van genot en begeerte en rijkdom in allerlei vorm. Ik krijg het idee dat christenen deze woorden tegenwoordig echt en helemaal niet geloven. Er zijn vele christenharten die op dezelfde wijze iets gunnen voor zichzelf en tegen God, als de rijke jongeling zijn rijkdom gunde aan zichzelf. Maar de rijke jongeling was bedroefd, en het was voor hem en voor de luisterende discipelen niet een zaak van zegen, maar een zaak van schade dat hij zo rijk was. Want hij kon daarmee het Koninkrijk van God niet ingaan. Ik denk dat veel christenen zo een gebied hebben dat zij zichzelf toerekenen als van zichzelf en voor zichzelf; en God kan er geen toegang krijgen.

    De begeerte gaat wegen van het gevoel. De liefde gaat wegen van het verstand. Binnen het kader van de liefde kan er dus ook begeerte zijn. Dat is dan het branden van het gevoel, overeenkomstig de liefde. Zo zou je je voor kunnen stellen dat er mensen bestaan die een neiging hebben om iedereen lief te hebben die God liefheeft. Je zou je ook voor kunnen stellen dat binnen deze mensen twee mensen elkaar liefhebben. Als er dan ook de begeerte van het vlees aan te pas komt, zou het een ideaal stel zijn. Maar ook in deze ideale omstandigheden is de begeerte van het vlees, nog steeds een begeerte van het vlees. In deze ideale omstandigheden blijft de liefde van God leiding geven aan het stel. En daarom zal elke stap en elk gevoel worden afgestemd met God en Gods brandende liefde die om beantwoording en erkenning en vervulling vraagt bij alles wat wij in het hart voelen opkomen. Er is daarom geen enkel sprake van dat er een natuurlijk beginsel of geaardheid bestaat op basis waarvan de mens niet meer de begeerte naar God, maar de begeerte naar een ander mens mag koesteren, zonder deze te binden en te onderwerpen aan de liefde van God. En dan is niet meer de vraag naar de precieze geaardheid van de begeerte, maar naar de geaardheid van de engelen: heer wat wilt U dat ik doen zal?!
    God heeft ons tot mensen gemaakt, laten we dan ook mensen zijn.

    Er zijn twee wegen: de weg van de volmaakte liefde (Johannes), en de weg van de weerbarstige praktijk (Paulus). Elke weg van de praktijk brengt iets terug van de wet. Want het wordt een “doe dit wel en doe dat nietâ€. De wet brengt duidelijkheid en richting voor het concrete geval. Maar de volmaakte liefde spreekt niet volgens woorden van dit doen en dat nalaten, want in de liefde is geen moeten, maar een graag willen.

    Wie in God is die ziet bij deze verschillende benaderingen geen verschil, want wat de wet zegt is per definitie goed, aangezien zij spreekt van de liefde van God. De liefde volgt de begeerte naar het goede. De liefde houdt van de wet. De liefde houdt van Gods wijsheid zoals is vervat in Gods Woord. De liefde rekent met het oude testament als kenbron van Gods liefde.

    Maar wie in meer wereldse gezindheid is, ook hij ziet in deze twee benaderingen geen verschil, want wat de liefde zegt is per definitie goed, aangezien de liefde van God het hoogste goed is op hemel en op aarde. De wet als kenbron van ellende heeft afgedaan, want de liefde heerst en de liefde brengt tot alles wat goed wordt geoordeeld. En het Woord van God wordt verminderd van betekenis omdat God in andere tijden ook iets anders van mensen vroeg. En het aansporen tot een heilige levenswandel, wordt snel tot bemoeizuchtig heersen en buitensporig wetticisme.

    Communicatie is dus lastig. Misschien is het ook niet bedoeld voor deze omgeving van velerlei dwaling en misleiding. Ik zit hier misschien gewoon fout. Maar er is een macht en een mogelijkheid die alle gezindte omarmt en die ook alle gezindte tegen zich erkend als gezaghebbend: het Woord van God.

    Wat ik zeg is daarom vooral gericht tegen kerkmensen. En daarvan degenen die Gods Woord ook erkennen beschreven te zijn in de bijbel. En daarvan diegenen die ook erkenden dat Gods Woord het gezag heeft om te leiden en te heersen over het leven van alledag. Aan hen die in leer en leven zich willen onderwerpen aan God de Vader, tot dienstbaarheid om de kruisweg te gaan van de Zoon des mensen, Jezus Christus.

    Het is op die basis dat ik rust, en ook spreken wil. Het heeft geen enkele zin om hier te spreken over liefde of over bijbelse teksten als de liefde niet bijbels wordt benoemd, en (delen van) de bijbel niet worden geroemd, maar verfoeid.

    (n.a.v. 1Kor 7: 29-31)

    Wie aan het strijden is tegen zichzelf, tegen datgene wat bij uitstek zijn identiteit is, die is bezig om zorg aan het vlees te wijden. Evenzo een ieder die een ander opdraagt om dat te doen. We moeten onze oude mens voor dood houden. Als we homofiel zijn en branden van begeerte, laten we dan trouwen, want de begeerte leidt af van waar het om gaat. En laten we dan in die hoedanigheid doen wat de Heer gebiedt.

    Dood waar is uw prikkel ! Dat is geen argument om dood te zijn, maar om de dood af te leggen en deze naast ons neer te leggen als voor ons geestelijk leven niet van invloed. Hoe kunnen wij het voor dood houden als we kiezen om eruit en ernaar te leven? Wat ik mis in jouw benadering is daarom het hartelijk kiezen voor God en tegen het vlees.

    Ik kan het ook anders zeggen: wat je zegt geldt voor alle zonde. Elke hardnekkige zonde en elke geaardheid en elke verslaving brengt de mens in verdrukking. Wie aan het strijden is tegen zijn eigen zonden, tegen datgene waar hij innerlijk aan verknocht en mee vergroeid is, die is dus bezig om zorg aan het vlees te geven. Jouw redenering is dan dat als we zondaar zijn en niet los komen van de zonde, dat we dan maar voor die zonde moeten kiezen en deze accepteren als van onszelf naar onze aard. Want de begeerte tot zonde leidt af van waar het om gaat. Maar dat is een onjuistbeeld. Want het vlees voor dood houden roept ons juist op onze wil te richten tegen de zonde. En het vlees dat sterker is dan onze wil, dàt leggen wij naast ons neer.

    Ik zie jouw redenering dus niet dragend zijn voor het kiezen voor het breken van de ordening van God voor de mens, en van het verwerpen van het ingestelde huwelijk door God, en van de heiliging van het eigen lichaam zonder ontucht.

    Liefdeloosheid

    Maar het spreken over zonde gaat ook over mensen en over mensen willen wij niet oordelen. Waarom niet? Waarom is het dat wij niet willen oordelen over de zonde? Als je je kind stout ziet zijn, ga je dan dat kind niet aanspreken op zijn gedrag of op zijn gezindheid? Met als argument dat je zelf ook zonden hebt? Nee, je zult je kind wel aanspreken, en je zult van nature en van je geaardheid uit dat doen alsof het ook echt je eigen kind is, in liefde en betrokkenheid, niet tot verharding, maar tot meegaandheid bewegende.

    Het probleem van oordelen, is hier niet het oordelen zelf, maar het alvast voor God de straf willen opleggen. Het probleem is de liefdeloosheid die zich richt tegen personen. Maar je eigen kind zult je juist wel straffen door je liefde. Evenzo zul je tot je broeder ook vermanend en sturend de woorden van God naspreken. Want God zegt zelf dat de straf wel degelijk aan de orde komt op de jongste dag. Jezus Christus die wij volkomen identificeren met Liefde, die komt om te oordelen over de levenden en de doden. En de straf op de liefdeloosheid komt dan ook in grimmigheid en Paulus waarschuwt er vreselijk voor. Alleen als iemand volkomen dwaalt en het inderdaad niet kon weten, kunnen er verzachtingen optreden, die vervolgens op de hoofden worden geladen van degenen die de dwaling hebben gebracht. Dat is dus on-topic. Laten we mensen zijn die het goede zoeken bij God, en niet bij de vrede en rust van deze wereld.

    Het begeren, de eenheid van man en vrouw, het hoort allemaal bij hoe Hij het bedoeld heeft. Wil je God in het middelpunt zetten, dan hoeft dat niet ten koste te gaan van zijn schepping, eerder sluit liefde tot God ook liefde voor zijn schepping in.

    Adam en Eva hadden een gevoel van begeerte voor de vrucht van de boom van kennis van goed en kwaad. Dat had God gegeven. Maar Hij had het gegeven om Hèm daarin liefde te bewijzen; om Hem te bewijzen als gezaghebbend. Jij zegt het dan heel goed: liefde en begeerte tot Gods schepping. Dat is niet hetzelfde als liefde en begeerte tot een bepaalde vrouw.

    Als het gaat om onderscheid tussen vlees en Geest, dan valt vlees niet samen met aardse begeerten. Het gaat er om dat je in de juiste relatie tot het aardse komt en de verkeerde bindingen daarmee verbreekt. Die verkeerde verbindingen zijn afgoderij. En het is de Geest die bewerkt dat je weer in een goede relatie tot God, jezelf, medemens en schepping komt te staan.

    Ik ben het het qua uitkomst wel redelijk met je eens, maar omwille van het gesprek moet ik er op ingaan. (Het is trouwens wel meer de praktische lijn van Paulus dan van het principiële van Johannes.) Ik wees eerder al op het "ideale stel", en ik kwam bij dat ideale stel ook op de begeerte. Maar dat was aan het einde van de rit. Daarvóór zijn er heel veel overwegingen en beslismomenten die worden ingegeven door de geestelijke mens. En dat is niet iets mysterieus', maar iets volstrekt normaals. Als jij ontdekt dat je verloofde twintig mensen heeft omgebracht en opgegeten, en nog een lijstje heeft van nog eens twintig te gaan, dan is je huwelijk van de baan. Echt waar. Jouw begeerte laat zich echt niet leiden door je vlees, maar door je gezonde verstand. Evenzo in het geval je een concrete godvrezende schone begeert. De begeerte van een christen is de begeerte van iemand die zojuist een diamant heeft gevonden, of die net een schat heeft gewonnen, of een van de andere beelden van hierboven. De begeerte van het vlees zal nooit buiten die schat omgaan. En waar dat wel gebeurt, daar is het niets anders dan het kwaad. Hoe mooi en hoe lieflijk het ook is. Het hele praten over begeerte als iets van God, om daarmee Gods geboden omver te halen, vind ik dan ook volstrekt buiten alle proporties van redelijkheid.

    Waar écht de begeerte van God ook in mensenharten woont, daar letten mensen niet meer op aardse begeerte van mooie lichamen en mooie levens en een heerlijke toekomst op deze aarde, maar daar trouwen mensen met blinden, met gebrekkigen, met lelijkerds. Daar gebeuren wonderen en onbegrijpelijkheden. Want niet hetgeen op de aarde mooi en schoon is wordt de norm van het leven, maar hetgeen in de hemel mooi en schoon is.

    "Laten we wel mens blijven" zeg je. Dat is dus in het licht van het voorgaande voor mij zo ongeveer de lading van: Laten we die wedergeboorte nu niet al te dramatisch en al te ingrijpend nemen..

    Bovenstaande is niet vervelend bedoeld en voor een groot deel niet eens specifiek aan jou gericht, maar het is meer als uitnodiging om het in je eigen perspectief in overweging te nemen; om te bezien hoe je er tegenover zou staan.

    Je overige woorden, kan ik me goed in vinden.

×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

We hebben cookies op je apparaat geplaatst om de werking van deze website te verbeteren. Je kunt je cookie-instellingen aanpassen. Anders nemen we aan dat je akkoord gaat. Lees ook onze Gebruiksvoorwaarden en Privacybeleid