Spring naar bijdragen

bernard 3

Members
  • Aantal bijdragen

    1.150
  • Geregistreerd

  • Laatst bezocht

Berichten geplaatst door bernard 3

  1. 15 minuten geleden zei TTC:

    Met 'stof' bedoel je hier dat het lichaam ontbindt, neem ik aan. Wat gebeurt er dan met jou die geest is? Volgens de basisstelling is er geen onsterfelijke ziel, is er wel een sterfelijke ziel?

    Hierbij wat God  in eenvoudige en duidelijke bewoording zegt wat zowel met het lichaam als met de  levensadem (levensenergie – levensgeest) gebeurt als men DOOD gaat .

     

    “……., totdat gij tot de aardbodem wederkeert, omdat gij daaruit genomen zijt; want stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren “ (.Genesis 3:19 )

    “  Want het lot der mensenkinderen is gelijk het lot der dieren, ja, eenzelfde lot treft hen: gelijk dezen sterven, zo sterven genen, en allen hebben enerlei adem, waarbij de mens niets voor heeft boven de dieren; want alles is ijdelheid, alles gaat naar een plaats, alles is geworden uit stof, en alles keert weder tot stof.  Wie bemerkt, dat de adem der mensenkinderen opstijgt naar boven en dat de adem der dieren neerdaalt naar beneden in de aarde? Prediker 3: 19-21)

     

    “verbergt Gij uw aangezicht, zij worden verdelgd, neemt Gij hun adem ( ruach = levensadem,levenskracht ) weg, zij sterven en keren weder tot hun stof”;  zendt Gij uw Geest ( ruach = levensadem, levenskracht) uit, zij worden geschapen, en Gij vernieuwt het gelaat van de aardbodem.Psalm 104:29

    “…..en het stof wederkeert tot de aarde, zoals het geweest is, en de geest (ruach = levensadem, levenskracht )wederkeert tot God, die hem geschonken heeft.” (Prediker 12:7)

    Hierbij, en ook nergens anders in Gods Woord, is er sprake alsof er een zelfstandig en zelfbewust "onderdeel" van de mens (de zogenaamde ziel) van de mens verder leeft . Daar heeft Satan (en later zijn kompanen) wel voor gezorgd toen hij het Eva influisterde dat zij niet DOOD = onbestaand zou worden als zij in opstand tegen God kwam.

     

  2. Op ‎17‎/‎09‎/‎2017 om 17:18 zei Kaasjeskruid:

    Net zo min als dat er in de Bijbel staat dat de ziel onsterfelijk is, staat er ook niet in dat hij sterfelijk is. Wat het dus even aannemelijk maakt om te beweren dat de ziel onsterfelijk is. Echter:

    En vreest u niet voor degenen, die het lichaam doden, en de ziel niet kunnen doden; maar vreest veel meer Hem, Die beide ziel en lichaam kan verderven in de hel. (Mat.10:28)

    Uit deze tekst maak ik toch op dat als de ziel niet gedood kan worden, deze onsterfelijk moet zijn.

    Lees misschien toch eens wat er duidelijk WEL in Gods Woord geschreven staat:

    "Zie, alle zielen zijn van Mij, zowel de ziel van de vader als die van de zoon zijn van Mij; de ziel die zondigt, die zal sterven."

    (Ezechiël 18:4 (NBG51)

     

    De ziel die zondigt, die zal sterven. Een zoon zal niet mede de ongerechtigheid van de vader dragen, en een vader zal niet mede de ongerechtigheid van de zoon dragen. De gerechtigheid van de rechtvaardige zal alleen rusten op hemzelf en de goddeloosheid van de goddeloze zal alleen rusten op hemzelf   (Ezechiël 18:20 (NBG51)

    18 uur geleden zei ZENODotus:

    Als je over een woord wilt vallen, zul je inderdaad de basis van de taal waarin het voorkomt moeten kennen... Halot is dan ook één van de belangrijkste lexicons op het gebied van de bijbel...

    Je zal merken dat er ook Engelse woorden tussen staan? Wel het eerste woord na het cijfer is over het algemeen gewoon hoe het kan vertaald worden... De rest van de regels zijn veel van hetzelfde: verwijzingen naar andere geleerden en verwijzingen naar verwante woorden, maar in deze zijn ze niet echt belangrijk, tenzij je een nauwkeurig onderzoek wilt doen naar het woord (in deze naar nefesj)...

    We kunnen natuurlijk ook altijd een spel spelen in de vertalingen zelf als je b.v. in de Petrus Canisius Ez 18,4 opzoekt zul je lezen: "Zie, alle mensen zijn voor Mij gelijk, vader en zoon zijn voor Mij gelijk: alleen de mens die zondigt, zal sterven." Hier wordt dus al helemaal niet over een ziel gesproken... Het probleem is echter dat Ez niet in het Nederlands geschreven werd.

    Je hoeft echt niet met woorden te spelen want de Bijbel kent geen wezenlijk verschil tussen "ziel" en "wezen" dat hebben mensen uitgevonden die graag geloven dat er leven is in de dood. Trouwens als men in de volksmond zegt dat een gemeente bestaat uit 2000 zielen dan weet iedereen dat het hier 2000 mensen of wezens betreft en niet één denkt hierbij aan rondzwevende onsterfelijke zieltjes  En als God in zijn Woord dan zegt dat de ziel die zondigt zal sterven dan weet iedereen die eerlijk de context leest waarin het gezegd wordt, dat het hier de mens betreft die zondigt (ofwel de zoon ofwel de vader).

     

  3. 2 uur geleden zei Gaitema:

    Tja, na deze lap tekst gelezen te hebben zie ik enorme onoverbrugbare verschillen. Je zegt dat een mens in het oude testament geen ziel heeft. Echter ik weet dat de geest van een mens "de mens" zelf is. Zijn lichaam  is zijn tijdelijke aardse kleren die vergaan als stof. Denk aan mensen die mediteren of veel drugs gebruikt hebben. Hun geesten kunnen vrij komen van het lichaam en dan kijken ze op hun eigen lichamen neer. Ik sprak eens iemand die na veel drugsgebruik dat mee maakte. Het is afgeraden trouwens, want zo kunnen demonen je flink in de knel brengen.

    Verder: Mozus steeg naar de hemel :)

    Saul liet door een waarzegster de geest van Samuel oproepen..

    Wat David betreft: ik denk dat gedoeld werd op het verhaal over van hemzelf. Daarin zien we dat hij niet naar de hemel steeg.

    Beste Gaitema

    Een mens kan veel aannemen voor waar omdat de een of andere mens  (bijvoorbeeld een dominee) het voorgezegd heeft. Maar hier betreft het toch Gods woord nietwaar en daarom had ik graag van u de beweringen die je hierboven maakt met  Bijbelse uitspraken (verzen) bevestigd gezien. Want hier worden veel "statements" gemaakt die op geen enkele Bijbelse grond berusten 

    Van tijdelijke aardse kleren heb ik nog nooit iets in de Bijbel gelezen. Ik weet wel dat veel mensen zoiets beweren , maar nergens in Gods Woord komt dit voor, want daarentegen leert God dat  de mens een levende ziel is, en geen mengsel van een onsterfelijk en een sterfelijk (stoffelijk ) onderdeel. Dit laatste is een puur heidense leer die in de kerken is binnengeslopen want dit is enkel en alleen gebaseerd op hetgeen  Satan beweerde  tegen Eva, "Gij zult niet sterven"

    Toon mij ook eens de verzen waar er staat dat Mozes opsteeg naar de hemel. Ook dit is een verhaaltje om de theorie van het leven in de dood te ondersteunen  want net zo min als Maria opsteeg naar de hemel is Mozes opgestegen naar de hemel .( Hij werd wel door Christus opgewekt en dat is iets totaal anders)

    In één van mijn vorige reactie heb ik aan de hand van de Bijbel ook aangetoond dat het wezen dat (enkel)de waarzegster zag niet de geest van Samuel kon zijn. Enkel zij alleen zag" goden uit de aarde opkomen" als  een oude man met een mantel bekleed waarbij Saul veronderstelde dat het Samuel was. Trouwens God laat zich niet bevelen door een waarzegster die de doden vraagt en dus een praktijk uitoefent die op straffe van de dood door God verboden was. Ook Saul was zodanig afgeweken dat God hem niet meer wenste te antwoorden 1 Sam 28:6. Waar we hiermede te doen hebben is een verboden seance waarmede God niets te doen had, de hoofdrolspelers waren hier enkel een medium en de boze machten. Om dit gebeuren dat totaal het werk van Satan blootlegt  nu als argument te gebruiken lijkt mij toch ver verwijderd van een Bijbelse verklaring om het voortleven IN de dood te onderbouwen 

     

  4. 23 uur geleden zei Gaitema:

    Ik vind dit erg moeilijke stukken. Help me jouw visie te begrijpen. Begrijp ik hiermee dat je deze terugkomst van Jezus "na" het duizend jarige vredesrijk plaatst? Daarvoor ter onderscheiding de Opneming?

    Verder van David: "ja, dat staat er". Ik snap het eerlijk gezegd niet. Ik heb juist van een dominee geleerd dat met dat Jezus afdaalde in de hel na de kruisiging, dat zij met Hem mee gingen naar de hemel.

    Ik weet eerlijk gezegd niet wat ik hiermee moet. Ik zal het vrees ik in het midden moeten laten. Ik weet het niet! Zoals zo vele jaren daarvoor ik het niet geweten heb en me altijd het heb afgevraagd.

    Beste Gaitema

    In feite zijn dit geen moeilijke stukken als men ze met een open Bijbelse geest leest. Maar als men voorafgaand bepaalde on-Bijbelse leerstellingen heeft ingeprent gekregen, Ja dan wordt het pas moeilijk of onbegrijpelijk.

    En wat zijn nu die on-Bijbelse leerstellingen die  werken als een tijdbom en zo steeds verhinderen om dan op andere plaatsen in Gods Woord eenvoudige Bijbelse waarheden en uitspraken te begrijpen:

    1) De Bijbel kent geen onsterfelijke ziel die zelfbewust voortleeft in de dood. Volgens God woord is dood zijn, werkelijk DOOD zijn, dus niet meer bestaan en zodoende onbewust zijn.

    2) Er  bestaat  dan ook geen “hel” of “vagevuur” als plaatsen  waarheen een zelfbewust overblijfsel van de mens (een zogenaamde ziel) kan heengaan als hij sterft om ofwel door lijden voor altijd te boeten ofwel om tijdelijk “gezuiverd”  te worden..

     3) Zoals ik in mijn voorgaande reactie aan de hand van verscheidene Bijbelteksten heb aangetoond is er geen zogenaamde “opneming” waarbij enkel de levenden “opgenomen” worden en de ongelovigen levend op aarde achterblijven. De Bijbel leert dat als Christus in de wolken verschijnt roept Hij de getrouwe doden (waaronder David)  uit hun graven waarna de getrouwen die op dat ogenblijk nog leven in één oogwenk verheerlijkt worden en samen met de verheerlijkte “opgewekten “de Here tegemoet gaan in de lucht en verder naar de hemelen vertrekken. De overige opstandelingen werden allen gedood hetzij door hun eigen strijd hetzij door Christus’ ingrijpen en blijven dood tot na de periode die “de duizend jaren” genoemd wordt.  Na  deze periode, die “de duizend jaar “ genoemd wordt, keert Christus met de heiligen en de heilige Stad terug naar de aarde. Worden alle ongelovigen opgewekt , het oordeel uitgesproken en voltrokken. En ontstaat er een nieuwe hemel en een Nieuwe aarde waarop alle verlosten als verheerlijkte wezens  volledig in harmonie met God en de engelen voor eeuwig samenzijn.

    Als men de Bijbel voorop plaatst, in de plaats van menselijke  leerstellingen, dan is de verklaring van uw vraag i.v. m. hetgeen Petrus schrijft ook niet zo ingewikkeld als dat het op het eerste gezicht lijkt:

    Want ook Christus is eenmaal om de zonden gestorven als rechtvaardige voor onrechtvaardigen, opdat Hij u tot God zou brengen: Hij, die gedood is naar het vlees, maar levend gemaakt naar de geest, in welke Hij ook heengegaan is en gepredikt heeft aan de geesten in de gevangenis, die eertijds ongehoorzaam geweest waren, toen de lankmoedigheid Gods bleef afwachten, in de dagen van Noach, terwijl de ark in gereedheid werd gebracht, waarin weinigen, dat is acht zielen, door het water heen gered werden. (1 Petrus 3:18-20)

    Toen Jezus stierf aan het Kruis  heeft Hij zijn Zijn geest in de handen des Vaders bevolen, zoals ook Stefanus deed bij zijn steniging ( Hand. 7:59) Nu was de Vader toch zeker niet in het dodenrijk of het graf.  Gelijk echter allen straks door de Geest Gods weer levend gemaakt worden, zo ook is Christus levend gemaakt door de Geest, en wel op de opstandingsdag.

    Nu staat er verder in vers 19 geschreven, dat Christus in de Geest, dus niet persoonlijk, is heengegaan, en wel in de verleden tijd (heengegaan is) de geesten in de gevangenis gepredikt heeft , die eertijds ongehoorzaam waren, en wel in de dagen van Noach.

    Wat is hierbij nu zo moeilijk te begrijpen? Er staat duidelijk geschreven dat Christus niet lichamelijk doch in de Geest is heengegaan en heeft gepredikt. Dat de Here inderdaad reeds in de dagen van ouds door zijn Geest gepredikt heeft; leert de Schrift op vele plaatsen. Petrus schreef reeds in het eerste hoofdstuk vers 11  van dezelfde brief,  dat de profeten geprofeteerd hebben door de Geest van Christus, die in hen was. Jezus heeft Zich in het O.T. voortdurend aan de patriarchen en profeten geopenbaard. Abraham heeft reeds Zijn dag gezien. In de woestijn was Christus 40 jaar lang de geestelijke Leidsman van het volk (1 Corr. 10:1-4, 9).  Zo heeft ook Noach , de prediker der gerechtigheid, geprofeteerd en gepredikt door de Geest van Christus.

    Dat inderdaad  in die tijd de Geest des Heren tot de harten der mensen heeft gesproken , zowel door Noachs prediking, als direct door Goddelijke openbaring en betuigenis des Geestes kan men duidelijk lezen in Gen 6:3  “ En de Here zeide: Mijn Geest zal niet altoos in de mens blijven “  En zo heeft de Here  in die dagen toen de gedachten der mensen nog enkel boos waren toch nog 120 jaar geduld gehad. En heeft Hij zich niet onbetuigd gelaten door zijn Geest. Hoewel dus de Heiland niet lichamelijk op aarde was in die dagen, heeft Hij toch door Zijn Geest gepredikt.

    In hoeverre echter waren in die dagen de geesten van de mensen in de gevangenis? 

    Ook dat verklaart de Bijbel zeer duidelijk. Jezus zelf leert : een ieder die zonde doet, is slaaf der zonde (joh. 8:34) Verder zegt Jezus dat een Sterkere ( Christus) moet komen , om de sterke (Satan) te binden, en zijn huisraad, (gevangen zondaren) te roven. Meer nog; van  Jezus was geprofeteerd dat Hij zou komen om ook de gevangenen loslating te prediken, en de verslagenen heen te zenden in vrijheid (Luc 4: 18-19) Dit werk deed hij ook tijdens Zijn omwandeling als Mens hier op aarde, gezalfd door de Geest

    Zo zijn feitelijk alle mensen door de zonden slaven of gevangenen van Satan: “gevangen in het strik van de duivel” zegt Paulus (2 Tim 2:26)  Zo waren ook de mensen in de tijd van Noach gevangenen van Satan, zodat zij, zoals er geschreven staat, alleen boos dachten en handelden (Gen. 6:5)    Aan deze mensen die toen gevangen waren in de strikken van satan heeft Christus  door Zijn Geest gepredikt. Toen, in de dagen van Noach heeft de lankmoedigheid Gods 120 jaar lang gewacht. Helaas hebben de mensen niet naar de stem van de Geest van Christus geluisterd en zijn daarom omgekomen in de wateren van de zondvloed.

     

    Wat verder schrijft Petrus ook nog het volgende;

    ... Want daartoe is ook aan de doden het evangelie gebracht, opdat zij wèl naar de mens , wat het vlees aangaat , zouden geoordeeld worden, doch naar God wat de geest betreft, zouden leven (1Petrus 4:6)

    In het voorgaande vers zegt Petrus betreffende de goddelozen: “Zij zullen daarvan rekenschap moeten geven aan Hem die gereed staat om levenden en doden te oordelen”   De apostel vermaant in dit hoofstuk de gelovigen, dat zij zich van de zonden zullen onthouden, want zij, die nu in zonde leven, en het vreemd vinden dat de Christenen dat niet doen, zullen éénmaal daarvoor rekenschap hebben af te leggen. Dit is geen nieuwe waarheid. Dit werd niet eerst toen verkondigd, doch ook in de vroegere eeuwen werd aan de toen levenden, die echter nu reeds lang gestorven zijn, dezelfde waarheid gepredikt, en wel met hetzelfde doel, namelijk tot hun behoudenis. Een voorbeeld hiervan vind men in Prediker 12:13-14:   Van al het gehoorde is het slotwoord: Vrees God en onderhoud Zijn geboden, want dit geldt voor alle mensen. Want God zal elke daad doen komen in het gericht over al het verborgene, hetzij goed, hetzij kwaad”

    Dus toen Petrus op deze fundamentele waarheid wees , kon hij met het grootste recht zeggen, dat ook reeds aan de doden het evangelie gepredikt werd, en wel met hetzelfde doel om hen te behouden.

    Zonder daarom aan de oorspronkelijke vertaling een wijziging te willen aanbrengen kan het misschien een hulp zijn om hier bij het lezen van het woord ”dood” een gelijkwaardig woord te kiezen namelijk “overledenen”  Waardoor hetgeen Petrus eigenlijk wil zeggen  veel duidelijker wordt en daarbij ook volledig in overeenstemming is met alle andere Bijbelse verzen met betrekking tot de toestand IN de dood.

     

    Ik hoop je hiermede van dienst te zijn geweest in het beter begrijpen van de door u aangehaalde teksten. Zonder daarom afbreuk te moeten doen aan het Bijbels principe van : “De levenden weten tenminste, dat zij sterven moeten, maar de doden weten niets; zij hebben geen loon meer te wachten, zelfs hun nagedachtenis is vergeten. Zowel hun liefde als hun haat en hun naijver zijn reeds lang vergaan; en zij hebben nimmer deel aan iets, dat onder de zon geschiedt”……”want er is geen werk of overleg of kennis of wijsheid in het dodenrijk, waarheen gij gaat.” (Prediker 9:5-10 )

     

     

  5. 2 uur geleden zei Gaitema:

    Het blijkt wel, ik vind alle reacties mooi, maar blijf steeds zelf de dingen wat anders zien.

    Wat Bernard3 zegt over de christenen die opgenomen zijn, dat ze ook pas na 1000 jaar terug komen denk ik niet. Het staat alleen van de doden dat zij na 1000 jaar terug komen.

    David die gestorven was zal denk ik met het opstaan van Jezus uit de dood ook met Jezus uit de dood zijn opgestaan en zijn sindsdien al bij Hem in de hemel. Aangezien Jezus ook aan de doden het evangelie gebracht heeft. 1 Petrus 4: 6

    Hoe het in het duizend jarige rijk zal zijn? Zalig :D Zolang die tijd er is zal het volledig vredig zijn.

    Ben je echter van visie dat die rijk er nu is, zoals gereformeerden en katholieken veelal geloven, dan is die Vrede van Jezus er vooral één van vrede in jouw eigen hart. De wereld om ons heen is nog het zelfde. Ook jouw karakter veranderd door de Heilige Geest, waardoor je ook in vrede met de mensen gaat leven. God neemt een hoop onvrede weg.

     

    In Gods Woord staat weldegelijk dat; wanneer Christus naar de aarde komt om het oordeel over de opstandelingen uit te voeren de heiligen met Hem naar de aarde komen.

    “ En de Heren, mijn God, zal komen en de heiligen met Hem”. “ Zijn voeten zullen ten die dage staan op de Olijfberg, die vóór Jeruzalem ligt aan de oostzijde; dan zal de Olijfberg middendoor splijten…tot een zeer groot dal”. “ En de Here zal koning worden over de gehele aarde; ten die dage zal de Here de enige zijn, en zijn naam de enige” ( Zacharia 14: 5,4,9,)

     

    Het is Petrus zelf die NA de hemelvaart van Christus duidelijk zegt dat David nog in het graf (nog dood) is en dus niet in de hemel .

    Mannen broeders, men mag vrijuit tot u zeggen van de aartsvader David, dat hij én gestorven én begraven is , en ZIJN GRAF IS BIJ ONS TOT OP DEZE DAG… Want David  IS NIET OPGEVAREN NAAR DE HEMELEN ….

    (Handelingen 2:29/ 34)

  6. 8 uur geleden zei TTC:

    Er wordt veel over verteld met vaak bombastisch taalgebruik dat eigen is aan de bijbel, naar ik begreep wil dit topic concreter en pragmatischer zijn. Wellicht vergt het enige verbeeldingskracht om ons een beeld te vormen van hoe een vredesrijk er gaat uitzien, enig idee daarover? Wat je daar zegt is dan al achter de rug, Satan en z'n kornuiten zitten gevangen en hebben geen impact meer op deze wereld.  

    Zoals ik al opmerkte zullen Satan en zijn kornuiten zeker geen impact meer hebben op de nieuwe aarde want ze werden door het vuur volkomen vernietigd en zo bestaan ze dan eenvoudig weg niet meer

    Net zoals het nu voor ons, als een gedegenereerd geslacht  in een gedegenereerde wereld, praktisch onmogelijk is om ons voor te stellen hoe Adam en Eva geleefd hebben als zondeloze wezens in perfect paradijselijke omgeving. Is het dan ook nog moeilijker om ons voor te stellen wat het zal zijn om als verheerlijkte wezens op de nieuwe aarde in een innige relatie samen te leven met onze Verlosser en Schepper ( als bruid en bruidegom ) en de engelen.

    Maar dat het een realiteit en een overweldigende ervaring zal zijn daarover is de Bijbel zeer duidelijk.

     Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen, al wat God heeft bereid voor degenen, die Hem liefhebben. ( 1 Corr. 2:9)

    En ik zal juichen over Jeruzalem en Mij verblijden over mijn volk .. Zie de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volk zijn en God zelf zal bij hen zijn.  (Jes. 62:3 / 65:19 Openbaring 21:3,11,24)

    Hierbij wil ik ook een uittreksel geven van hetgeen een geïnspireerde schrijver over de toestand op de nieuwe aarde schreef en waar ik mij dan ook ten volle kan in vinden

    -------------------------------------------------------------

    Uit vrees voor een te materialistische voorstelling van „de toekomstige erfenis” hebben velen de waarheid in verband met ons eeuwig tehuis vergeestelijkt. Christus gaf zijn discipelen de verzekering dat Hij heenging om hun plaats te bereiden in het huis van de Vader. Zij die Gods Woord aannemen, kunnen al het een en ander te weten komen over hun hemels tehuis. Toch heeft de Here voor degenen die Hem liefhebben iets weggelegd „wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en (...) in geen mensenhart is opgekomen” (1 Korintiërs 2:9).

    Wij kunnen met onze taal de beloning van de verlosten nooit volledig weergeven. Alleen zij die het in werkelijkheid zien, zullen er zich ten volle rekenschap van kunnen geven. Ons begrensd verstand kan zich onmogelijk een beeld van de heerlijkheid van Gods paradijs vormen.

    In de Bijbel wordt de erfenis van de verlosten „een vaderland” genoemd. (Hebreeën 11:14-16). Daar leidt de hemelse Herder zijn kudde naar de rivier met „het water des levens”. De „boom des levens” geeft elke maand zijn vrucht en de bladeren van de boom zijn „tot genezing der volkeren”. De rivieren stromen altijd en hun water is helder als kristal. Op hun oevers staan bomen die zorgen voor schaduw op het pad van de verlosten.

    De uitgestrekte vlakten gaan over in prachtige heuvels en de bergen van God verheffen hun hoge toppen. Op deze weidse vlakten en op de oevers van deze stromen van levend water zullen Gods kinderen, die zo lang als pelgrims hebben rondgezworven, eeuwig wonen. „En mijn volk zal in een verblijf des vredes wonen, in veilige woningen, in oorden van ongestoorde rust”. „Van geen geweld zal in uw land meer gehoord worden, van verwoesting noch verderf in uw gebied; en gij zult uw muren Heil noemen en uw poorten Lof”. „Zij zullen huizen bouwen en die bewonen, wijngaarden planten en de vrucht daarvan eten; zij zullen niet bouwen, opdat een ander er wone; zij zullen niet planten, opdat een ander het ete ... en van het werk hunner handen zullen mijn uitverkorenen genieten” (Jesaja 32:18; 60:18;65:21,22).

    „De woestijn en het dorre land zullen zich verblijden, de steppe zal juichen en bloeien als een narcis”. „Voor een doornstruik zal een cypres opschieten, voor een distel zal een mirt opschieten”. „Dan zal de wolf bij het schaap verkeren en de panter zich nederleggen bij het bokje ... en een kleine jongen zal ze hoeden”. „Men zal geen kwaad doen noch verderf stichten op gans mijn heilige berg”, zegt de Here (Jesaja 35:1; 55:13; 11:6-9).

    In de hemel kan er geen lijden zijn. Er zullen geen tranen, geen begrafenissen en geen tekenen van rouw meer zijn. „En de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn, want de eerste dingen zijn voorbijgegaan”. „En geen inwoner zal zeggen: Ik ben ziek; het volk dat daar woont, zal vergeving van ongerechtigheid hebben” (Openbaring 21:4; Jesaja 33:24).

     

    Daar is het Nieuwe Jeruzalem, de hoofdstad van de verheerlijkte nieuwe aarde, „een sierlijke kroon in de hand des HEREN, een koninklijke tulband in de hand van uw God”. „Haar glans geleek op een zeer kostbaar gesteente, als de kristalheldere diamant”. „En de volken zullen bij haar licht wandelen en de koningen der aarde brengen hun heerlijkheid in haar”. De Here zegt: „En Ik zal juichen over Jeruzalem en Mij verblijden over mijn volk”. „Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal bij hen zijn” (Jesaja 62:3; Openbaring 21:11,24; Jesaja 65:19; Openbaring 21:3).

    In de Stad Gods zal er geen nacht zijn. Niemand zal rust nodig hebben of ernaar verlangen. Men zal nooit genoeg krijgen van het doen van Gods wil en het loven van zijn naam. We zullen altijd de koelte van de eeuwige morgen voelen. „En zij hebben geen licht van een lamp of licht der zon van node” (Openbaring 22:5).

    Het licht van de zon zal worden vervangen door een lichtglans die niet verblindt, maar toch oneindig helderder is dan de zon op haar hoogtepunt. De heerlijkheid van God en het Lam overspoelen de Heilige Stad met een eeuwig schijnend licht. De verlosten wandelen in de heerlijkheid van de eeuwige dag.

    „En een tempel zag ik in haar niet, want de Here God, de Almachtige, is haar tempel, en het Lam” (Openbaring 21:22). Gods volk zal het voorrecht genieten de Vader en de Zoon van aangezicht tot aangezicht te zien. „Nu zien wij nog door een spiegel, in raadselen” (1 Korintiërs 13:12). Wij zien het beeld van God, weerkaatst als in een spiegel, in de natuur en in zijn handelen met de mens, maar dan zullen we Hem van aangezicht tot aangezicht zien, zonder de sluier die Hem aan ons gezicht onttrekt. We zullen in zijn tegenwoordigheid staan en zijn heerlijkheid zien.

    Daar zullen de verlosten „kennen zoals zij gekend zijn.” De liefde en de genegenheid die God zelf in ons heeft gelegd, zullen er op de heerlijkste en fijnste manier worden uitgedrukt. De zuivere gemeenschap met heilige wezens, het harmonieuze contact met de engelen en met de gelovigen van alle eeuwen die hun gewaden hebben gewassen in het bloed van het Lam en de heilige banden van „alle geslacht in de hemelen en op de aarde” (Efeziërs 3:15), dragen bij tot het geluk van de verlosten.

    Daar zullen onsterfelijke wezens zich in eeuwige verrukking verdiepen in de wonderen van de scheppingskracht en in de verborgenheden van de verlossende liefde. Er zal geen wrede, misleidende vijand zijn om de mensen van God af te leiden. Elk talent zal worden ontwikkeld en verbeterd. Het verwerven van kennis zal de geest niet vermoeien, noch het verstand uitputten. Daar zullen de grootste ondernemingen tot een goed eind worden gebracht en de hoogste ambities werkelijkheid worden.

    Toch zal men steeds hogere toppen bereiken, en zich verbazen over nieuwe wonderen. Men zal nieuwe waarheden doorgronden en nieuwe onderwerpen ontdekken die de volledige inzet van geest, ziel en lichaam zullen vergen.

    De verlosten zullen alle schatten van het heelal kunnen bestuderen. Ze zijn onsterfelijk geworden en zweven in onvermoeibare vlucht naar verafgelegen werelden - naar werelden die bedroefd waren toen ze de ellende van de mensheid zagen en van blijdschap juichten wanneer een ziel uit de handen van Satan werd verlost. Met onuitsprekelijke vreugde delen de mensen nu in de blijdschap en wijsheid van wezens die nooit hebben gezondigd. Ze hebben ook toegang tot de schatten van kennis en inzicht die in de loop der eeuwen zijn verworven door de bestudering van Gods werken.

    Met een onsterfelijke blik zullen ze kunnen kijken naar de pracht van de schepping - naar zonnen, sterren en melkwegstelsels, die nauwkeurig hun baan rond de troon van God beschrijven. Op alles, van het kleinste tot het grootste, staat de naam van de Schepper geschreven en in alle dingen komt de rijkdom van zijn kracht tot uiting.

    In de loop van de eeuwigheid zullen ze God en Christus steeds beter leren kennen. Liefde, eerbied en geluk zullen net zoals de kennis steeds groter worden. Hoe beter de mensen God leren kennen, des te meer zullen ze zijn karakter bewonderen. Naarmate Jezus de verborgenheden van de verlossing en de hoogtepunten in de grote strijd tegen Satan voor hen ontsluiert, zullen de harten van de verlosten met nog meer toewijding worden vervuld; ze zullen de gouden citers met intensere vreugde bespelen. Duizend maal duizenden en tienduizend maal tienduizenden zullen Gods lof zingen.

    „En alle schepsel in de hemel en op de aarde en onder de aarde en op de zee en alles wat daarin is, hoorde ik zeggen: Hem, die op de troon gezeten is, en het Lam zij de lof en de eer en de heerlijkheid en de kracht tot in alle eeuwigheden” (Openbaring 5:13).

    De grote strijd is dan ten einde. De zonde en de zondaren zijn er niet meer. Het ganse heelal is gereinigd. Overal in de schepping is er eendracht en blijdschap. Van Hem die alles geschapen heeft, komen stromen van leven, licht en vreugde, die alle delen van de oneindige ruimte bereiken. De kleinste atomen en de grootste werelden, alle levende wezens en alle levenloze voorwerpen verkondigen in hun oneindige schoonheid en volmaakte vreugde: God is liefde.

    Bron: " De Grote Strijd" Hfdst. 42, blz 438-440

  7. 3 uur geleden zei TTC:

    Als we het onheil even laten voor wat het is, kunnen we dan ook een beeld vormen van hoe die nieuwe wereld (vredesrijk) er gaat uitzien? We weten al dat er een Wereldregering komt, niet te verwarren met Werelddictatuur uiteraard. Kunnen we dat in mensentaal beschrijven? Met andere woorden, is het mogelijk om ons in het vredesrijk te houden/brengen zonder dat de draad alweer gekaapt wordt door de inmiddels uiterst vervelende onheilsberichten

    Op uw vraag kan, met Gods Woord in de hand, volmondig NEEN geantwoord worden. Want zolang als Satan en zijn kornuiten hier nog op deze aarde zijn kan er geen rust en vrede heersen. Pas na de 1000 jaar en het voltrekken van het oordeel door Christus, waarbij alle kwaad alsook alle kwaden vernietigd worden en de nieuwe hemel en aarde geschapen zijn, zal er vrede en rust bestaan op deze planeet.

  8. Op ‎10‎/‎09‎/‎2017 om 21:03 zei Gaitema:

    Ik zou graag van iedereen persoonlijk willen weten wat zij verstaan onder het 1000 jarige vredesrijk. In het bijzonder de gereformeerde en katholieke visie, want die ken ik nog niet. Het is geen vraag om na beantwoorden afgeschoten te worden. Ik wil gewoon zelf oprecht weten hoe het te lezen valt. Aangezien ik zelf nog niet dat absoluut zeker weet.

    Vooreerst zou ik willen opmerken dat de uitdrukking “het 1000 jarige vredesrijk” niet in Gods Woord voorkomt. Er is echter wel sprake in het boek Openbaring hfdst 20 van een periode van duizend jaren.

     Deze 1000 jarige periode wordt ingeleid door een serie gebeurtenissen die in de voorafgaande hoofdstukken beschreven worden. Waardoor de wereld als een woestenij geworden is en er op deze aarde geen enkel mens nog aanwezig is. Dit als gevolg  van enerzijds een  bloedige en wereldwijde onderlinge strijd en de door God gezonden plagen, waaronder enorm hevige aardbevingen en grote hagelstenen, waardoor alle goddelozen stierven. En anderzijds door de opneming ten hemel van alle getrouwen die Christus tegemoet gegaan zijn bij zijn verschijnen op de wolken.

    In het hoofdstuk 20 worden in verband met deze 1000 jarige periode de toestand van 3 groepen besproken:

    1) de Satan met zijn duivelen

    En ik zag een engel nederdalen uit de hemel met de sleutel des afgronds en een grote keten in zijn hand; en hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en hij bond hem duizend jaren, en hij wierp hem in de afgrond en sloot en verzegelde die boven hem, opdat hij de volkeren niet meer zou verleiden, voordat de duizend jaren voleindigd waren; daarna moet hij voor een korte tijd worden losgelaten (Openb.20: 1-3)

    Door het feit dat alle mensen ofwel gedood werden ofwel ten hemel zijn gevaren (zie verder) is Satan in feite afgesneden van alles en iedereen en bevind hij zich in een ontzettende woestenij (afgrond) van brokstukken en puinhopen (Openb.16:20-21)  waarbij hij niemand meer kan verleiden.

      2) De Getrouwen

    Tijdens de zevende plaag werden bij de komst van Christus op de wolken de nog levende getrouwen, in een ogenblik veranderd  en zij die  in de graven waren (die dood waren) werden allen opgewekt .

    Want volgens  zowel Petrus als Paulus worden zij die in de graven (dood) waren pas nu terug herschapen:

    Mannen broeders, men mag vrijuit tot u zeggen van de aartsvader David, dat hij én gestorven en begraven is, en zijn graf is bij ons tot op deze dag….want David is niet opgevaren naar de hemelen, …( Handelingen 2:29/34)

    In dat geloof zijn deze allen gestorven zonder het beloofde verkregen te hebben…..Ook deze allen , hoewel door het geloof een getuigenis aan hen gegeven is, hebben het beloofde niet verkregen, daar God iets beters met ons voor had, zodat zij niet zonder ons tot volmaaktheid konden komen  (Hebreeën 11: 13 / 39 )

     

     Waarna ze vervolgens samen Christus vervoegden en ten hemel opstegen om zich naar de Heilige en Hemelse Stad” Het Nieuwe Jeruzalem” te begeven en te genieten van het intieme samenzijn met hun Verlosser en de engelen die hun lijden en strijden hebben medegeleefd

    Want dit zeggen wij met een woord des Heren, wij levenden, die achterblijven tot de komst des Heren zullen in geen geval de ontslapenen voorgaan, want de Here zelf zal op een teken bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel en zij, die in Christus gestorven zijn zullen het eerst opstaan; daarna zullen wij, levenden , die achterbleven, samen met hen op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zò zullen wij altijd met de Here wezen.( 1 Tess.4: 16-18 )


    Doch tijdens de duizend jaren hebben de verlosten blijkbaar ook nog een opdracht te vervullen in het oordeelsproces:

    En ik zag tronen, en zij zetten zich daarop, en het oordeel werd hun gegeven; en (ik zag) de zielen van hen, die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het woord van God, en die noch het beest noch zijn beeld hadden aangebeden en die het merkteken niet op hun voorhoofd en op hun hand ontvangen hadden; en zij werden weder levend en heersten als koningen met Christus, duizend jaren lang. De overige doden werden niet weder levend, voordat de duizend jaren voleindigd waren. Dit is de eerste opstanding.Zalig en heilig is hij, die deel heeft aan de eerste opstanding: over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn en zij zullen met Hem als koningen heersen, [die] duizend jaren.  ( Openb. 20: 4-6 )

    Bij zijn tweede komst naar de aarde had Jezus zijn" loon" bij zich. Zie, Ik kom spoedig en mijn loon is bij Mij om een ieder te vergelden, naardat zijn werk is (openbaring 22:12.)

    Dit betekende dat bij de terugkomst van Christus voor elk mens zijn lot al bepaald was en hij dus bij een voorafgaand rechtsgeding  reeds al of niet schuldig bevonden werd. Maar een rechtspraak bestaat uit drie essentiële onderdelen . Namelijk; de schuldvraag (al of niet schuldig), de bepaling van de strafmaat voor de schuldige  en de uiteindelijke uitvoering van de straf.

    Uit de beschrijving van Openbaring 20: 4-6 blijkt nu ook wat Paulus eerder al zei namelijk” Of weet gij niet dat de heiligen de wereld zullen oordelen …..weet gij niet dat wij over engelen oordelen zullen? (1 Cor. 6:2-3)

    Daar nu de schuldvraag reeds was beantwoord voorafgaand aan de terugkomst van Christus , slaat dit ” oordelen “dus niet op het al of niet schuldig zijn, maar wel op de strafmaat die op ieder schuldig individu en op Satan met zijn duivelen moet toegepast worden.

    Dit betekent dan ook dat in deze periode van duizend jaar de verlosten samen met Christus en de engelen inzicht zullen krijgen in het levensverslag  van alle schuldigen; zowel mensen als engelen. Dit om tot een rechtvaardige uitspraak te kunnen komen. Want God zal elke daad doen komen in het gericht over al het verborgene, hetzij goed hetzij kwaad”( Prediker 12:14 ).

    Waarbij ze zodoende zelf betrokken worden in een oordeelsproces en zij Gods rechtvaardige leiding en bestuur nu zelf zullen  kunnen vaststellen. Zodat er in de komende eeuwen geen enkele vraag meer zal kunnen ontstaan betreffende de eerlijkheid en doeltreffendheid van God en zijn  bestuur die door Satan aangeklaagd en in vraag werd gesteld.

     

    3) Alle opstandelingen; zowel mensen als engelen.

    De overige doden werden niet weder levend, voordat de duizend jaren voleindigd waren

     In de vorige verzen werd reeds benadrukt dat al de overige doden m.a.w.  zij die eens als opstandelingen gestorven  waren, pas terug opgewekt worden na de periode van “de duizend jaar”

    In de verzen 7-15 van het hfdst 20 wordt dan beschreven wat er NA de duizend jaar zal geschieden. Zowel met alle gestorven opstandelingen die eens geleefd hebben als met de opstandige engelen (Satan incluis), als met hen die met Christus opgevaren waren naar de hemelen.

    Uit deze verzen blijkt dat  na de 1000jarige periode alle ongelovigen terug opgewekt worden uit de dood , zij komen van overal “ en de zee gaf de doden, die in haar waren en de dood en het dodenrijk gaven de doden die in hen waren” (vers13) en worden allen wederom verleidt door Satan tot de opstand. Een oorlog tegen God en de verlosten in  de Heilige stad, die nu ook samen met de verlosten uit hemel was nedergedaald. “En zij kwamen over de breedte der aarde en omsingelen de legerplaats der heiligen en de geliefde stad”….(vers 9)

     Want door de opstanding van de gestorven opstandelingen kon  Satan nu terug actief een opstand leiden en werd zodoende zijn gebondenheid, zijn gevangen zijn in een inactiviteit, verbroken.( vers 7 )

    Doch voordat de aanval ook nog maar kan beginnen worden allen geconfronteerd met hun eigen levenswandel en komen ze te weten dat ze werden  “geoordeeld op grond van hetgeen in de boeken geschreven stond, naar hun werken “ (vers12)

    Vervolgens wordt de straf, als het derde deel van de rechtspraak, door Christus zelf uitgevoerd. De gevallen planeet wordt één vuurzee zodat zelfs :de hemelen brandende zullen vergaan en de elementen in vuur zullen wegsmelten  (2 Petrus 3: 10-13)  Hierbij vinden Satan  en zijn aanhangers hun eeuwige vernietiging, nadat ze hun volle straf hebben uitgeboet en er  uiteindelijk niemand van hen nog leeft en  in geheel de schepping, in alle universums, er op geen enkele plaats  nog opstandelingen of resten van de opstand meer aanwezig zijn.

    Want zie, de dag komt, brandend als een oven! Dan zullen alle overmoedigen en allen die goddeloosheid bedrijven, zijn als stoppels, en de dag die komt, zal hen in brand steken – zegt de Here der heerscharen – welke hun wortel noch tak zal overlaten. (Mal 4.1)

    Zo komt dan uit deze alles reinigende vlammenzee een nieuwe wereld tevoorschijn. Zonde en zondaars zijn niet meer en het ganse universum is gereinigd. Dood, moeite en pijn bestaan niet meer in  deze nieuwe hemel en op deze nieuwe  aarde waarop alle verlosten nu mogen wonen . (zie hfdst 21 tem 22)

  9. 4 uur geleden zei TTC:

    Als religie synoniem wordt met strijd en tumult dan kunnen we ons de vraag stellen waar dit vandaan komt. Zo bijvoorbeeld, volgens het 5-punts Calvinisme kiest God z'n uitverkorenen zelf waardoor de rest - als koren op de strijdmolen - tot uitschot gepromoveerd wordt. Althans, in sommige debatten lijkt dit de grondsmaak waardoor intermenselijke verzoening tot onmogelijkheid verheven wordt, kunnen we daarom best onze hoop op beterschap in de schuif leggen? Delen alle uitverkorenen dezelfde mening omtrent het onderstaande? (bron wikipedia)

    De vijf punten van het calvinisme

    De Dordtse Leerregels zijn opgesteld op de Synode van Dordrecht, een landelijke vergadering van gereformeerde kerken in 1618 en 1619 in Dordrecht die ook bijgewoond werd door vertegenwoordigers van buitenlandse gereformeerde kerken. De Dordtse Leerregels zijn een weerlegging van de Vijf artikelen van de remonstranten, de Dordtse Leerregels worden daarom ook wel de Vijf artikelen tegen de remonstranten genoemd. De centrale gedachte in de vijf punten van het calvinisme is dat God iedereen kan redden als Hij hen genade schenkt en dat Hij daarbij niet tegengewerkt kan worden door de onrechtvaardigheid of onkunde van de mens. 

    • Totale verdorvenheid

    De mens is in zijn natuurlijke, verdorven toestand niet in staat om zich tot God te wenden. Het is enkel door de goedheid en de wil van God dat de Heilige Geest het voor de mens mogelijk maakt herboren te worden door het Woord van God. Opgemerkt moet worden dat het woord totale in brede zin gezien moet worden. De mens is intens zondig, het is zelfs zo dat de zonde ieder deel van het menselijk wezen heeft bedorven.

    • Onvoorwaardelijke verkiezing

    Verkiezing betekent liefde. Gods liefde, de verkiezing van hen die Hij tot Zich laat komen, is niet gebaseerd op de menselijke verdienste of geloof in de personen die Hij kiest. Zijn keuze is onvoorwaardelijk gebaseerd op Zijn [Gods] genade.

    • Beperkte verzoening

    De beperkte verzoening houdt in dat Christus' kruisdood de straf wegneemt van de zonden die begaan worden door diegenen die God uitverkoren heeft met zijn genade, dit in tegenstelling tot de leer dat Christus' kruisdood de redding vanuit de mens mogelijk maakt. De verzoening is dus beperkt tot het wegnemen van de zonden van de uitverkorenen.

    • Onweerstaanbare genade

    De genade van God is onweerstaanbaar in de zin dat de mens niet bij machte is de genade te ontlopen wanneer God besloten heeft hem/haar genade te tonen. Het is dus niet zo dat mensen de genade vinden doordat hun geweten gevoeliger is of omdat ze sterker zijn in het geloof dan anderen. Het is andersom: een gevoelig geweten en een sterk geloof zijn tekenen van Gods trouw.

    • Volharding van de gelovigen

    De wedergeboorte kan niet ongedaan worden gemaakt. Het door God geschonken geloof blijft in wezen levenslang aanwezig, hoewel de beoefening in kan zinken. Zij die van het geloof vallen zijn of nooit oprecht geweest in hun geloof of, indien ze tot de uitverkorenen behoren, zullen terugkeren naar het geloof.

    Dank je voor de toelichting wat in het algemeen de calvinistische leer inhoud. Ik was mij echt niet bewust wat een vreselijke leerstellingen deze leer bevat.  

    Ik  begrijp nu beter de houding van bepaalde Nederlanders, een houding  die hier in Vlaanderen totaal onbestaand is. (en waardoor deze Nederlanders soms meelijwekkend of belachelijk overkomen). Een levensvisie van al dan niet voorbestemd te zijn en die dan ook  een pessimistische en deprimerende levenshouding  inhoud en uitstraalt naar anderen toe. Want de mens is zondig, zondig en nog eens zondig tegenover een God die dreigt met vervloeking en eeuwig hellevuur. Met ook een God die eigenmachtig en op een zeer speciale manier liefdevol is, doordat Hij voor de ene mens al vóór dat hij geboren is bepaald dat hij gered is en voor de andere mens al bepaald heeft dat hij verloren is .

    En daarbij nog zou verklaren :” komt Allen tot Mij die belast en beladen zijt en Ik zal je rust geven”

    Dat mensen kunnen meegaan in een dergelijke onzinnig leer  is voor de meeste mensen van bij ons, die de Bijbel lezen, dan ook onbegrijpelijk .

  10. 10 uur geleden zei Hendrik-NG:

    2 Vnd also volendet Gott am siebenden tage seine Werck die er machet vnd rugete am siebenden tage von allen seinen Wercken die er machet. 3 Vnd segnete den siebenden Tag vnd heiliget jn darumb das er an dem selben geruget hatte von allen seinen Wercken die Gott schuff vnd machet.

    Luther zal het woord "rugen" (ruhen) hebben gebruikt omdat dat een gangbaar werkwoord was in het Duits, in tegenstelling tot "sabbatten"...

    Je zal de vertalers van de Jewish Publication Society moeilijk van antisemitisme kunnen beschuldigen, toen ze in 1917 een vertaling van de Tenach uitgaven met in Gen 2:2-3 de tekst: " 2 And on the seventh day God finished His work which He had made; and He rested on the seventh day from all His work which He had made. 3 And God blessed the seventh day, and hallowed it; because that in it He rested from all His work which God in creating had made." (http://www.mechon-mamre.org/e/et/et0102.htm)

    Vanwaar dan deze onnodige sneer naar Luther?

    Beste

    Dit is geen "sneer" naar Luther , Maar wel een feitelijk historisch gegeven gebruiken in de context van een onderwerp.

    Dit betekent niet dat ik daarom de persoon verwerp of negatief tegenover hem sta

    Daar ik ze niet in bijlage kan sturen hieronder de documenten waarop ik mij baseer.

     

    Het probleem met de sabbat is dat Luther op zich niet speciaal tegen de sabbat op zich was, maar tegen het Joodse gedachtegoed en bijgevolg dan ook tegen de sabbat.

    This little-known, poorly documented Sabbatarian movement, whose existence was reported to Luther by an aristocratic correspondent, introduced observance of Saturday as the Lord’s day. In that respect, it may be seen as one further manifestation of an important aspect of reformation radicalism- the urge to recover the style and practices of the earliest Church. In this case, the Sabbatarians did not hesitate to adopt early Christianity’s origins in the Jewish religion, with its Saturday Sabbath. However, for Luther the Moravian Sabbatarians represented, quite simply, Judaism revived and to be feared and loathed as such. Thus the first of a string of anti-Jewish works Luther wrote in later life was the open letter’ Against the Sabbatarians of 1538; as the editor of the work justly remarks, Luther’ devotes the greater part of the treatise….to direct attacks upon the Jews rather than upon the Sabbatarians as such’ . Indeed, his rising hostility to Sabbatarians as a threatening thinly-veiled Judaism becomes fully apparent when we realise that in remarks made earlier in the decade, I, 1532 and 1535 he had either been totally silent on the question of direct Jewish influence upon Sabatarians  or had put the blame for the observance of a Saturday Sabbath not on the Jews but on the members of the sect

    Bovenstaande tekst komt uit het boek "Martin Luther" van:

    Library of Congress Cataloging in Publication Data

    Mullet,Michael A

    Martin Luther / Michael A. mullet—2nd Edition

    Pages cm—(Routledge historical biographies)

    Includes bibliographies references an index

    Luther, Martin 1483-1546  2 Reformation-Germany. 3 Lutheran Chruch –Germany – Biography

    I Title

    BR 321.M936 2014

    284. 1092-dc23

    [ B]

    2014004057

    Bovenstaande reactie is niet zo vreemd als je weet dat Luther het volgende zei:

    “Erstlich, das man jre Synagoga oder Schule mit feur anstecke und, was nicht verbrennen will, mit erden überheufe und beschütte, das kein Mensch ein stein oder schlacke davon sehe ewiglich. Und solches sol man thun, unserm Herrn und der Christenheit zu ehren damit Gott sehe, das wir Christen seien.“

    De volledige tekst luid als volgt:

    First, to set fire to their synagogues or schools and to bury and cover with dirt whatever will not burn, so that no man will ever again see a stone or cinder of them...Second, I advise that their houses also be razed and destroyed...Third, I advise that all their prayer books and Talmudic writings, in which such idolatry, lies, cursing, and blasphemy are taught, be taken from them...Fourth, I advise that their rabbis be forbidden to teach henceforth on pain of loss of life and limb...Fifth, I advise that safe-conduct on the highways be abolished completely for the Jews...Sixth, I advise that usury be prohibited to them, and that all cash and treasure of silver and gold be taken from them and put aside for safekeeping...Seventh, I recommend putting a flail, an ax, a hoe, a spade, a distaff, or a spindle into the hands of young, strong Jews and Jewesses and letting them earn their bread in the sweat of their brow. (Luther's Works, Volume 47.268 - 271)

     

    In zijn werken wordt duidelijk dat Luther een kind van zijn tijd was:

    How, then, do we incur such terrible anger, envy, and hatred on the part of such great and holy children of God? There is no other explanation for this than the one cited earlier from Moses—namely, that God has struck them with “madness and blindness and confusion of mind.” So we are even at fault in not avenging all this innocent blood of our Lord and of the Christians which they shed for three hundred years after the destruction of Jerusalem, and the blood of the children they have shed since then (which still shines forth from their eyes and their skin). We are at fault in not slaying them. (Luther's Works, Volume 47.266)

    Je ziet dus dat hij niet echt achter de sabbat gaat, maar veeleer achter de Joden en 'hun' sabbatdag.

     

    Desalniettemin waren er tijdgenoten die Luther erop wezen dat de sabbat en de wet onveranderd waren. Zijn reactie op deze was een publicatie: "Tegen de Sabbatariërs."

     THE SABBATH WORLD   126

    Outrage Luther in particular, Fischer, for instance, rejected Luther’s distinction between La wand Gospel: “ Christ did not come to abolish the Law but rather to give the believer power, through the Holy Spirit, to uphold it.”  As Liechty puts it. Fischer believed that what had led the church astray was its decision to replace the Jewish Sabbath with the christian Sunday. Fischer writes Liechty, “ Located the fall of the church exactly at the point where the church was cut off from its Judaic roots”, that was the moment, as far as Fischer was concerned, when the church stopped being the church”

      About a year after Luther published “ Against the Sabbatarians” – though not demonstrably as a result of it – Fischer was captured an killed by a Slovakian administrator loyal to the Hapsburg King of Austria, Fernand I, a Roman Catholic and harsh persecutor  of Anabaptists.  Five years later, Glaidt, who by then had probably abandoned his Sabbatarianism an joined a different Anababtist group, the Huterites, was taken to Vienna to be drowned in the Danube.


    Binnen ditzelfde gegeven werden Anabaptisten en anti-trinitariërs ook vervolgd, zelfs door Luther. Luther heeft dus de volwassen doop en sabbat nooit aangenomen en heeft daarnaast de drieëenheidsleer nooit afgewezen. Voor Luther was de Triniteit een centraal gegeven binnen het christendom.

      THE SABBATH WORLD   128

    Uses several different names for God. The catholic church, Luther and Calvin all recoiled at Servetus’ gleeful and very Jewish- sounding debunking of the Trinity, which remained for them a mystery central to Christian faith. Servetus was burned twice- once in effigy by Catholics, the second time in the flesh by the officials of the city of Geneva, who had been pressed into action by Calvin.

    Bron:   Library of Congres Cataloging-in- Publication Data

                      Shulevitz, Judith

    The Sabbath World: glimpses of a different order of time / Judith Shulevitz

              Includes bibliographical references and index

                   ISBN 978-1-4000-6200-3

                  eBook ISBN  978-1-58836-771-6

    Historisch onderzoek wijst uit dat Luther op een aantal plaatsen moedwillig de vertaling heeft aangepast. Ook het 4de gebod (dat Luther als ex katholiek) nog altijd als het derde beschouwde, hij het woord sabbat liever weggliet, zelfs in de decaloog.

     

    Martin Luther Preferred to Change a Commandment

    Martin Luther seemed to believe that the Sabbath command had to do with learning about God's word, as opposed to rest, as he wrote about it,

    What does this mean? We should fear and love God so that we do not despise preaching and His Word, but hold it sacred and gladly hear and learn it (Luther's Small Catechism with Explanation. Concordia Publishing House, St. Louis, 1986, p. 10).

    "We sin against the Third Commandment when we despise preaching and the Word of God...What does God require of us in the Third Commandment? A. We should hold preaching and the Word of God sacred" (Ibid, p. 68).

    The Lutheran Confessions admit:

    As we study Luther's expositions of the Decalog, or the Ten Commandments, we find that Luther does not quote the Third Commandment in its Old Testament form: 'Remember the Sabbath Day to keep it holy', but rather in the spirit of the New Testament: 'Thou shalt sanctify the holy day' (Mueller, John Theodore. The Lutheran Confessions. Circa 1953, p.10).

    Wanneer men Luther wees op deze "opzettelijke" fouten in de eerste boeken van de Bijbel dan was zijn antwoord:

     

    Furthermore, Martin Luther had little use for the first five books of the Old Testament (sometimes referred to as the Pentateuch):

    Of the Pentateuch Luther says: "We have no wish either to see or hear Moses" (Ibid, p. 202).

    Luther was zo droodrongen van gered door het geloof alleen dat alles wat eventueel zou kunnen wijzen naar de wet hij dit afwees of zelfs moedwillig fout vertaald.

     

    Martin Luther Added to the Book of Romans, The Bible, in Romans 3:28, states,

    Therefore we conclude that a man is justified by faith apart from the deeds of the law.

    Martin Luther, in his German translation of the Bible, specifically added the word "allein" (English 'alone') to Romans 3:28-a word that is not in the original Greek. Notice what Protestant scholars have admitted:

    ...Martin Luther would once again emphasize...that we are "justified by faith alone", apart from the works of the Law" (Rom. 3:28), adding the German word allein ("alone") in his translation of the Greek text. There is certainly a trace of Marcion in Luther's move (Brown HOJ. Heresies: Heresy and Orthodoxy in the History of the Church. Hendrickson Publishers, Peabody (MA), 1988, pp. 64-65).

     

    Nog een aantal "markante" uitspraken van Luther:

    "Job spoke not as it stands written in his book, but only had such thoughts. It is merely the argument of a fable. It is probable that Solomon wrote and made this book."…

    "Ecclesiastes ought to have been more complete. There is too much incoherent matter in it...Solomon did not, therefore, write this book."…

    "The book of Esther I toss into the Elbe. I am such an enemy to the book of Esther that I wish it did not exist, for it Judaizes too much..."

    "The history of Jonah is so monstrous that it is absolutely incredible." (as quoted in O'Hare, p. 202).

     

    En zo kunnen we nog wel een tijdje doorgaan. Luther heeft nog veel heel krasse uitspraken gedaan waar we nu zonder probleem kunnen zeggen dat ze gewoonweg fout zijn.

    Dat neemt voor mij niet weg dat Luther een instrument is in Gods handen was die door God gebruikt werd om op Zijn manier en op Zijn tijd te werken, maar Luther is zeker geen doetje geweest, noch in de vervolging, noch in hier en daar de bijbel geweld aandoen als het niet in zijn kraam paste.

     

    Hopelijk is dit voldoende antwoord op uw opmerking.

     

     

  11. Op ‎5‎/‎09‎/‎2017 om 13:21 zei antoon:

    Wat zegt de Bijbel over de sabbat?
    In deze korte studie geef ik een globaal inzicht  over de sabbat.

    1. Wat is de sabbat?
    De sabbat is de verplichte rustdag die God de Israëlieten heeft opgelegd: “ 9 Zes dagen heb je om te werken en al je arbeid te doen,
    Exodus 20:10 maar de zevende dag is een sabbat voor Jehovah, je God. Je mag dan geen enkel werk doen. Dat geldt voor jou, je zoon, je dochter, je slaaf, je slavin en je vee, en voor de vreemdeling die bij je in de stad woont.” 

    1) De betekenis van het woord sabbat is geen tijdsbepaling maar slaat op een omstandigheid. Namelijk God die met zijn volk een heilige samenkomst heeft omwille van een bepaalde gebeurtenis. En heilig betekent “apart geplaatst voor God” daarom zal men zich bij dergelijke samenkomst onthouden van zaken die met het onderhoud of het werk van de mens te maken hebben.

    Men kan dan ook vaststellen dat het Joodse volk op verscheidene en verschillende dagen sabbatten of geheiligde samenkomsten vieren  (o.a; gedurende hun feesten en op de zevende dag))  en is er steeds sprake van hun Sabbatten (meervoud);


    2. Het sabbatsgebod is onderdeel van het verbond van Mozes
    Het sabbatsgebod is een onderdeel van het verbond van Mozes. Het staat in de kern van de wet van Mozes , als onderdeel van de tien geboden. De verbondsluiting was bij de Sinai. Nadat God het volk Israel uit Egypte had bevrijd, heeft Hij een verbond met hen gesloten, door bemiddeling van Mozes. Dat lezen we in Exodus hoofdstuk 19 en 20.

    2 ) In feite  bestaat er geen Verbond van Mozes. Hij  heeft nooit een verbond gesloten noch wetten of voorschriften gemaakt. Hij was enkel het instrument  die enerzijds de door de vinger Gods in steen gegrifte Tien basisgeboden ontving en die golden voor alle mensen en voor alle tijden. En anderzijds de tijdelijke voorschriften voor het goed functioneren van een uitverkoren volk  heeft moeten opschrijven. Een volk dat als Priesterlijk Volk en Heilige Natie de komst van de Verlosser moest voorbereiden en zodoende ook in de Tabernakeldienst het verlossingsplan moest kenbaar maken.

    Deze twee zaken werden door God zelf duidelijk gescheiden gehouden want de Tien geboden moesten IN de ark geplaats worden als teken van hun onvergankelijkheid en onveranderlijkheid in de tijd. De geboden en richtlijnen die Mozes moest opschrijven werden NAAST de ark geplaats als teken van hun veranderlijkheid en beperktheid in de tijd.

    In beide komen dan ook de opdracht van God om een geheiligde samenkomst te houden op een tijd of tijden door Hem bepaald.

    Te zeggen dat het sabbatsgebod (waarmede dan het vierde gebod van de decaloog bedoeld wordt) een onderdeel is van het Verbond van Mozes is dan ook in feite een misleiding. Het dient enkel om dan later te kunnen aantonen dat het gebod om op de zevende dag een geheiligde samenkomst met God te vieren en Hem als s Schepper en Verlosser te aanbidden niet meer verplichtend is voor de mens.



    3. Wanneer is de sabbat ingesteld?
    1513cc. bij de berg Sinai
    .

    3) Toen God op de zevende dag het werk voltooid had , dat Hij gemaakt had rustte (sabbatte= oorspronkelijk woord) Hij op de zevende dag van al het werk dat Hij gemaakt had. En God zegende de zevende dag en heiligde die, omdat Hij daarop gerust (gesabbat) heeft. van al het werk dat God scheppende tot stand had gebracht

     *Luther heeft het woord “rusten”  i.p.v. “sabbatten”  gebruikt omdat hij als antisemiet het woord ” sabbatten” te “Joods” vond

     

    De Tien Woorden die Christus zelf eigenhandig op steen gegrift had  en nadien aan Mozes overhandigde waren een HERINNERING aan alle basisvoorschriften die golden vanaf het begin der schepping. En daarin was er één gebod dat de mens er op wees dat hij een schepsel was en God hem uitnodigde om met Hem éénmaal per week op een welbepaalde dag (de zevende)een geheiligde samenkomst te hebben  

    De  Joodse sabbatten of geheiligde samenkomsten die de Joden moesten onderhouden werden naast vele andere voorschriften door Mozes zelf opgeschreven nadat hij ze van God had ontvangen.


    Het sabbatsgebod geldt niet voor de christenen
    Het verbond van Mozes is met het volk Israel gesloten, niet met de Christelijke gemeente. Als christenen staan we daarom niet onder de wet van Mozes. Wij staan onder een andere wet. Paulus noemt dat “de wet van Christus” (1 Korinthe 9:21). zie ook Hebreeën 7:12.

    Door eerst een on-Bijbelse constructie op te zetten waarbij een kunstmatig samensmelten gecreëerd wordt van Gods eigenhandig geschreven basisgeboden en de tijdelijke voorschriften die Mozes opgeschreven heeft . Heeft men dan een reden of zogenaamd bewijs uitgevonden om het vierde gebod te negeren en zodoende zichzelf overtuigd om aan God ongehoorzaam te kunnen zijn

    Ps. Ik heb mijn antwoord in "bold" geplaatst omdat ik de methode niet vond om de letters in het rood te zetten

  12. Beste Allen

    Soms heb ik wel de indruk dat men enerzijds nooit voldoende leest wat er vooraf gezegd is geweest en aan wie. Alsook dat men enkel woordjes leest in de plaats van zinnen en de context waarin het woordje of de zin geplaatst werd.

    Als ik het had over ”het boek dat zodanig gemanipuleerd werd zodat door het veranderen of weglaten van woorden en uitdrukkingen het lijkt alsof men de eigen leerstellingen kan onderbouwen met Gods Woord.”. Dan was dit in mijn antwoord aan sjako die teksten gebruikt afkomstig van “De Nieuwe Wereldvertaling van de Heilige Schrift”, uitgegeven door de Wachttorengemeenschap

     Een boek dat niet erkend wordt als  “ Bijbel” en dit opschrift dan ook nooit mag dragen omdat het eerder een vervalsing dan een vertaling is vanwege het  misleidend taal en woordgebruik., Alsook vanwege het invullen en toevoegen van woorden of lidwoorden waardoor de inhoud van de zinnen volledig hun oorspronkelijke bedoeling verliezen of omgebogen worden naar de eigen leerstellingen.(Zie bijvoorbeeld Joh 1:1)

    Als ik dan verder sprak over het misleidende woord JHWH dan had dit betrekking op het misleidend en manipulatief GEBRUIK van dat woord en niet om dit woord zelf, als zou het woord op zichzelf inhoudelijk een misleiding zijn.

  13. 55 minuten geleden zei Hendrik-NG:

    Die gelijkstelling van je (Christus = JHWH) lees ik eerlijk gezegd niet in deze tekst. Paulus gaat volgens mij niet verder dan een vergelijking waarin hij stelt dat Christus al achter het volk aan trok/met hen mee optrok in de woestijn. Hij wordt vergeleken met de rots waaruit dat volk dronk - want Paulus heeft het over een geestelijke rots die met hen meetrok, waarbij dat volk geestelijk voedsel en geestelijke drank kreeg.

    Ten tweede: als Exodus over die wolk en over die vuurkolom spreekt dan valt me ook iets op: Er staat dat JHWH in de wolkkolom en vuurkolom met het volk meetrok.

    Je zou die wolk en dat vuur ook kunnen zien als de middelaar tussen JHWH en volk... Het waren de zichtbare tekenen van het "God met ons" voor de Israelieten. 

    Maar het was JHWH die de 10 woorden in steen grifte (o.a. Ex 34:1)...

    In de Bijbel staat er steeds dat het de Here was ( the Lord,)die in de wolk was en de woorden in steen grifte niet het misleidende woord JHWH.

    Dat kan je enkel vinden in een boek dat pretendeert de Bijbel te zijn en zodoende met listige halve waarheden zoals hier het geval is , een leerstelling probeert te onderbouwen.

    Het was de" God van Israël" die in de wolk was;  die zich toonde aan de zeventig oudsten, die de geboden in steen grifte en Mozes alles liet opschrijven wat nodig was om het volk  in de woestijn en als uitverkoren volk te laten functioneren. En de God van Israël, de Here ,de "IK BEN" is niemand anders dan Jezus de Christus.

    En daar hebben de Auteurs van voorgenoemd boek het enorm moeilijk mee omdat ze niet begrijpen dat er een godheid bestaat. Waarbij God de Vader de Soeverein van alles en iedereen is en De Zoon van God de soeverein (de God) is van alle geschapen wezens. Want ze begrijpen niet dat het Woord "God" in de Bijbel niet slaat op één persoon  maar dat het in feite een functionaliteit is die aanduidt dat de persoon soeverein is over iets of iemand en dat daarom Mozes terecht de God van Aäron wordt benoemd(Exodus 4:17).En dat God de vader als de allerhoogste Soeverein  de God van Christus genoemd wordt, die op zijn beurt de God van Israël en van alle geschapen wezens wordt benoemd.

     

  14. Op ‎22‎/‎08‎/‎2017 om 19:21 zei sjako:

    Ik zal er later uitgebreider op terugkomen. Even in het kort. De Mozaïsche wet kent ceremoniële en de morele wetten. De ceremoniële hoeven wij al helemaal niet meer te onderhouden. De morele wetten zitten verankert in de Wet van Christus. Het morele gedeelte van de wet van Mozes is daarom nog steeds van kracht als leefregel. Dat komt omdat de kern van de wet van Mozes het liefdegebod is (Mattheus 22:36-40). Die kern komt overeen met de wet van Christus en met het karakter van God.

    De tien geboden zijn wel door de apostelen uit het kader van het verbond van Mozes gehaald, ze zijn daarvan losgemaakt, ze zijn niet langer "verbondseis". Als we even van de tien geboden uitgaan, dan wordt elke wet herhaald in het nieuwe testament, behalve de sabbat. Dat is te te verklaren omdat de sabbat iets was tussen Jehovah en het volk Israël. 

    Exodus 31:16 Zeg tegen de Israëlieten: “Let er vooral op dat jullie mijn sabbatten onderhouden, want het is van generatie op generatie een teken tussen mij en jullie, zodat jullie weten dat ik, Jehovah, het ben die jullie heiligt.

    17 Het is een blijvend teken tussen mij en het volk Israël, want in zes dagen heeft Jehovah de hemel en de aarde gemaakt, en op de zevende dag hield hij op met werken en nam hij rust.”’

    Gods volk heeft zich nu ook uitgebreid tot alle volken en niet enkel Israël dus de sabbat hoeft niet meer gevierd te worden. We zijn ontslagen van de Wet. Paulus zegt ook dat hij nu niet meer onder de Wet staat.

    De ceremoniële wetten zijn vervuld in Christus die worden dan ook niet meer herhaald in het NT. 

    Nog een duidelijk voorbeeld is uit Handelingen. Daar waren Joodse christenen die dachten dat de besnijdenis nog steeds geldig was en de Mozaïsche wet nog steeds van kracht was. Het besturende lichaam van toen heeft toen besloten dat dit meer het geval was. Het besluit was als volgt.

    Handelingen 15:28 28 Want de heilige geest en wij hebben besloten jullie geen verdere last op te leggen dan deze noodzakelijke dingen:  29 blijf je onthouden van dingen die aan afgoden zijn geofferd, van bloed, van verstikt vlees en van seksuele immoraliteit. Als je je verre houdt van die dingen, zal het goed met je gaan. Wij wensen jullie het beste toe!’.

    Beste sjako

    Lees eens Exodus 31:12-17 in de Bijbel en niet in een boek dat zodanig gemanipuleerd werd zodat door het veranderen of weglaten van woorden en uitdrukkingen het lijkt alsof men de eigen leerstellingen kan onderbouwen met Gods Woord.

    Want nergens in de Bijbel kan men aantonen dat zoals jij beweert, “de Tien Geboden niet langer een verbondseis is omdat ze door de apostelen uit het kader van het verbond van Mozes werden gehaald .

    Ten eerste omdat er geen verbond VAN Mozes bestaat.

    Ten Tweede omdat de eigenhandig geschreven Tien geboden totaal los staan van hetgeen Mozes heeft moeten opschrijven.

    Ten derde omdat in het verbond dat God gemaakt heeft met de Israëlieten die de functie van een priesterlijk volk  en heilige Natie toegewezen kregen de Tien Geboden een centrale plaats innemen. Als dan op vandaag deze priesterlijke functie is overgegaan tot  alle volkeren  dan blijven ook voor hen de Tien Geboden centraal te staan ( Zie 1 Petrus 2:1-10) Want deze priesterlijk volkeren  worden door de Bijbel gedefinieerd als zijnde hen die de geboden Gods en het geloof in Jezus bewaren (Openbaring 12:17 / 14:12)

    Doch van hen die Gods geboden Verminken, negeren of veranderen zegt Gods Woord:

    Wie zegt: ik ken Hem en zijn geboden niet bewaart , is een leugenaar en in die is de waarheid niet; maar wie zijn woord bewaart in die is waarlijk de liefde Gods volmaakt  ( 1 Joh 2:3-5)

    Hieraan onderkennen wij, dat wij de kinderen Gods liefhebben, wanneer wij God liefhebben en zijn geboden doen. WANT DIT IS DE LIEFDE GODS DAT WIJ ZIJN GEBODEN BEWAREN.    (1 joh 5: 1-3))

     

  15. 3 uur geleden zei MysticNetherlands:

    Goed geGoogled hoor.... maar in je enthousiasme je parate bijbelkennis te tonen heb je even vergeten de vraag te lezen en die te beantwoorden. Iets met Paulus en Jezus.

    Hierbij de tekst waarbij Paulus aantoont dat het Christus was die met Het Joodse volk medeging in de woestijn en dus ook de God van Israël is die eigenhandig de Tien geboden heeft opgeschreven

    Want ik stel er prijs op dat gij weet dat onze vaderen allen onder de wolk waren ,allen door de zee heengingen, allen zich in Mozes lieten dopen in de wolk en in de zee, allen hetzelfde geestelijk voedsel aten en allen dezelfde geestelijke drank dronken want zij dronken uit een geestelijke rots, welke met hen medeging en die rots was de Christus.

    1 Korintiërs 10:1-5

     

  16. 1 uur geleden zei Mullog:

    Je schrijft dat Jezus wat heeft opgeschreven (of bedoel je met Christus iemand anders?). Het kan best wel zo zijn dat hij dat gedaan heeft maar dat is dan verloren gegaan. Er is geen authentieke regel door hem zelf geschreven op perkament, papier, een wasbord, papyrus, een kleitablet of wat dan ook bekend. Al die niet terzake doende uitspraken veranderen dat niet. Maar misschien bedoel je iets anders en als dat zo is moet je dat even uitleggen.

    Hierbij volgende teksten die aantonen dat  het  weldegelijk  de God van Israël is, Hij  die medeging met het Joodse volk in de woestijn en door Paulus werd benoemd als Jezus Christus , die eigenhandig de Tien Geboden in Steen heeft gegrift.

    De Here zeide tot Mozes: Klim op tot Mij, de berg op, en blijf daar, dan zal Ik u de stenen tafelen geven, de wet en het gebod, die Ik opgeschreven heb, om hen te onderwijzen ( Exodus 24:12)

    En Hij gaf aan Mozes, toen Hij geëindigd had met hem te spreken op de berg Sinai, de twee tafelen der getuigenis, tafelen van steen, beschreven door de vinger Gods. (Exodus 31:18)

    De tafelen waren het werk Gods en het schrift was het schrift Gods, op de tafelen gegrift (Exodus 32:16)

    De Here zeide tot Mozes: Houw u twee stenen tafelen gelijk de eerste, dan zal Ik op de tafelen de woorden schrijven, die stonden op de eerste tafelen, welke gij verbrijzeld hebt ( Exodus 34:1)

    En de Here gaf mij de twee stenen tafelen, beschreven met de vinger Gods, waarop al de woorden stonden, die de Here op de berg tot u gesproken had uit het midden van het vuur, op de dag der samenkomst (Deuteronomium 9:10)

     

    Deze stenen werden in de Ark gelegd en zijn blijkbaar tezamen met de Ark op een bepaalde tijd verdwenen.Maar de inhoud ervan werd door de Joden zorgvuldig bewaard en regelmatig door hun schrijvers overgeschreven. Waarbij nauwlettend werd toegezien dat er geen letter of Jota werd vergeten, gewijzigd of vervormd. 

    Ja christus heeft weldegelijk de basiswetten van zijn schepping eigenhandig neergeschreven in steen ; dit om hun anveranderlijkheid in de tijd duidelijk te maken.

    42 minuten geleden zei Willempie:

    Je stelt Gods Woord niet centraal maar de lering van mevrouw White. Bovendien ben in niet geïnteresseerd in haarkloverijen Het WTG stelt dat je de sabbat niet MAG vieren en de Zevende Dag Adventisten dat je die juist MOET vieren. Gaan jullie dat maar lekker met elkaar uitvlooien. De boodschap van het evangelie gaat over iets heel anders. Ik ben ook niet geïnteresseerd in discussies over of je wel of niet mag fietsen op zondag en evenmin over hoeveel kilometer je precies mag lopen op de sabbat. Jezus probeerde de geestelijke leiders in zijn tijd duidelijk te maken dat ze juist door dit soort geneuzel over uiterlijke zaken het contact met God en de werkelijkheid waren kwijtgeraakt en blinde leiders waren geworden. Die boodschap is nu nog steeds geldig.

    Je legt hier nu wel uw eigen woorden in de mond van anderen. Want hier werd noch mevrouw White , noch het fietsen noch het aantal kilometers benoemt of aangehaald. En op die manier ga je anderen beschuldigen van iets dat je zelf aandraagt en ben je bezig met in de plaats van constructief met de Bijbel te antwoorden alles te doen ontaarden in discussie en haarkloverij die met de grond van de zaak niets te maken hebben. Als je echter wel een duidelijk Bijbelse argumentatie hebt om aan te tonen dat Gods geboden niet steunen op een 'gij zult' en men zodoende deze naar eigen goedunken kan wijzigen, vervormen of negeren dan zou ik deze argumentatie graag van u horen 

  17. 6 minuten geleden zei Mullog:

    Wat heeft Jezus opgeschreven? Volgens mij is er geen letter van zijn hand bekend.

    Wie was met de Joden gedurende hun tocht door de woestijn  in de vuurkolom des nachts en in de wolkkolom des daags? Paulus is daar zeer duidelijk in ; het was Jezus Christus .

    Wie hebben zeventig van de oudsten gezien op de berg ? Het was de God van Israël die zij aanschouwden  (Exodus 24: 9-13) en die de door Hemzelf neergeschreven geboden dan verder aan Mozes overhandigde

    En daar volgens Johannes 1:18 NIEMAND ooit God (de Vader) gezien heeft en het enkel de Zoon is die Hem ons heeft doen kennen is" de God van Israël" die ze gezien hebben en de geboden eigenhandig neerschreef  niemand anders dan Jezus Christus.   

    29 minuten geleden zei Willempie:

    Ga dit maar met Sjako uitvechten. Mij interesseert het niet zo. Het doel van misleidingen is om af te leiden van waar het werkelijk om gaat. Jezus leerde niet wat jullie leren en de apostelen ook niet.

    Ik wil hier met niemand vechten maar enkel Gods Woord centraal stellen.Door zo te reageren maak je  het u wel zeer gemakkelijk om er van af te komen . Wat Jezus leerde is nu juist om Hem en ZIJN LEER te volgen . En het is nu juist zijn leer dat je in vraag stelt en negeert. Mijn vraag is dan ook , als je zo handelt denk je dan echt dat je uzelf als een volgeling van Christus kan beschouwen en benoemen?

  18. Op ‎21‎/‎08‎/‎2017 om 17:54 zei Willempie:

    Ik meen hieruit te begrijpen dat je een zevende dag adventist bent? Zoals ik al eerder zei, of probeerde te zeggen: "Het is goed om de sabbat te heiligen maar geen voorwaarde om met Hem gemeenschap te hebben." Zoals MysticNetherlands terecht aangaf leven we niet langer onder de wet. Vanaf het moment dat je Jezus aanneemt als je Koning leeft de wet in je hart, niet langer in de geboden. De wet eerbiedigen en bijvoorbeeld de sabbat in ere houden komt jezelf zeer ten goede maar het is geen voorwaarde. Ik probeer ook de sabbat te vieren en zie het als iets heel bijzonders, zelfs als een snijpunt tussen hemel en aarde, maar ik doe dat alleen maar omdat ik dat wil en omdat ik het goede ervan inzie en niet omdat ik dat volgens de wet zou moeten. 

    Een  volgeling van Christus aanvaardt en gehoorzaamt hetgeen Hij persoonlijk en eigenhandig in steen heeft gegrift  ( zie Exodus 20: 1-17/ 31:18), en waarvan Hij duidelijk zegt dat Hij niet gekomen is om dit te veranderen maar om het in praktijk te brengen (te vervullen) . Alsook dat het totaal niet toegestaan is aan de mens om er ook maar één jota of titel aan te veranderen.

    De stijl en het woordgebruik waarin Christus het heeft opgeschreven laat ook geen marge toe om te verklaren dat één of alle van de tien onderwerpen op zich vrijblijvend of geen voorwaarde zijn. Er wordt geen keuze gelaten om één of meer punten al dan niet te aanvaarden of negeren. Het “Gij zult ”  bij elk ervan is daarvan het bewijs. En dit  zowel bij het positief begrijpen ( gij zult het doen als logisch gevolg van het feit dat je Mij liefhebt) als bij het negatief begrijpen ( Gij zult het doen omdat Ik het u opleg)

     Hetgeen Christus eigenhandig opschreef was dan ook niet enkel voor de Joden, maar voor de ganse mensheid. Want alles wat daarin voorkomt was reeds gekend en vereist van vóór de tijd dat er ook nog maar één Jood op aarde was.

    Hetgeen Christus eigenhandig opschreef staat dan ook totaal los van hetgeen Mozes eigenhandig heeft opgeschreven nadat  Christus het hem mondeling had medegedeeld.

    Dat God deze twee zaken volledig  van elkaar heeft gescheiden blijkt uit het feit dat de stenen met de Tien Geboden IN de Ark moesten gelegd worden. Dit om hun eeuwige en onveranderlijke aard te benadrukken. En de door Mozes neergeschreven zaken NAAST de Ark  moeten worden gelegd om hun tijdelijke en veranderlijke aard te benadrukken.

    Daar de volgeling van Christus niet tot het Joodse volk behoort moet hij dan ook, zoals Paulus zegt, de  door Mozes opgeschreven gebruiken en inzettingen ( tijden , vastendagen en sabbatten) niet meer volgen. Doch wel alles (inclusief het vierde gebod) hetgeen Christus als herinnering eigenhandig heeft ingegrift voor alle mensen onafgezien van tijd en cultuur.

    Als dan werkelijk, zoals veelal wordt beweert door hen die de door Christus eigenhandig geschreven geboden niet wensen te volgen,  de wet door de Heilige Geest in hun hart geschreven is. Dan is het wel duidelijk dat dit dan een eigen interpretatiewet betreft, want de Heilige Geest doet nooit iets af of voegt nooit iets toe aan hetgeen Christus zelf gezegd of geschreven heeft.

    En dat het een eigen interpretatiewet is geeft de RKK ruiterlijk toe.

    De zondag is een katholieke instelling en de aanspraak ervan kan slechts op katholieke beginselen verdedigd worden…Van het begin tot het einde van de H.Schrift is er geen enkele tekst, die recht geeft om de wekelijkse openbare eredienst te verplaatsen van de laatste dag van de week naar de eerste            the Catholic Press, Sydny, Australie, 1900

     Wat integendeel de meeste Protestanten niet doen. Want die gaan zich in de meest onmogelijke bochten wringen en de meest onlogische Bijbeluitleggingen verzinnen om toch maar uit te kunnen leggen dat ze één van de geboden niet willen onderhouden. Namelijk het gebod om op de Zevende dag God als Schepper en Verlosser te aanbidden.

    Het is zodanig opvallend dat zelfs de RKK hen er op wijst dat ze ( de protestanten ) in feite zichzelf  en anderen bedriegen door te beweren Gods Woord te volgen maar  door hun leer en praktische levenswijze aantonen dat ze in feite volgelingen van de RKK zijn .

    Protestanten..aanvaarden liever de zondag dan de zaterdag als dag van openbare aanbidding, nadat de Rooms Katholieke kerk deze dag verandert heeft…Maar de Protestanten realiseren zich niet dat…door het houden van de zondag zij het gezag van de woordvoerder van de kerk , de paus, accepteren.  Our Sunday Visitor, 15 februari 1950

    --------------------------------------

    Wij Rooms Katholieken, hebben precies hetzelfde gezag om de zondag te heiligen in plaats van de zaterdag zoals wij voor ieder ander artikel in onze geloofsbelijdenis hebben, namelijk op het gezag van de kerk…terwijl u die protestant bent helemaal geen gezag voor die wijziging heeft; want er is geen gezag in de Bijbel voor de zondagsheiliging; en u wilt niet erkennen, dat het gezag hiervoor ergens anders vandaan kan komen. In feite volgen u en wij de traditie betreffende deze aangelegenheid; maar wij volgen haar gelovende dat het een deel van Gods woord is, en dat de Rooms Katholieke kerk haar goddelijk aangewezen beschermster en vertolkster is; u volgt de Rooms Katholieke kerk, terwijl u haar de gehele tijd veroordeelt als een feilbaar en verraderlijke gids, die vaak Gods gebod krachteloos maakt ‘ (citaat uit Mattheüs16:6)

    The Brotherhood of St Paul The Clifton Tracts Vol4 tract4,p15 

     

     

     

     

     

     

  19. 38 minuten geleden zei Dat beloof ik:

    Welnu, als "geen Leviet" of "een lichamelijk gebrek" kennelijk geen probleem is, waarom dan wel moeilijk doen om "het is geen man".  

    Ik begrijp totaal niet wat je met deze uitspraak bedoelt. Herlees misschien eens mijn reactie in zijn geheel

  20.  

    Beste Lobke

    Mijn antwoord op uw vraag waarom ik vrouwen in de functie van Predikant of, Ouderling afwijs is enkel en alleen  omdat dit in Gods Woord ook volledig anders geleerd wordt. Zowel in het OT als in het NT vindt men nergens dat vrouwen een functie als “hoofd van” de man toegewezen krijgen . En dit niettegenstaande dit wel gebeurde bij de heidense (ongelovige ) volkeren rondom hen o.a. Izebel was hoofdpriesteres naast vele andere priesteressen.

    Het hoofdmotief waarom een vrouw geen enkele functie als “hoofd van de man”  kan uitoefenen in Gods Gemeente berust enkel en alleen op het feit dat dergelijke functies een geestelijke betekenis hebben of anders gezegd een beeld of schaduw zijn van de werkelijkheid.

    Zo kon in het OT dan  ook enkel een mannelijke en niet gehandicapte Leviet een priesterlijke taak uitvoeren .Dit alles omdat deze priesterlijke taak een schaduw of afbeelding was van de persoon van Christus die de volmaakte priester bij uitstek was . Een  vrouw of mismaakt individu kon dan ook niet functioneren  als een beeld of type van Christus.

    Eenzelfde geldt nu ook voor de taakverhouding en functies binnen het gezin en binnen Gods gemeente. Dit omdat het een door de Godheid zelf bepaalde taak en verantwoordelijkheidsverdeling is die aan de mensheid gegeven is om de Godheid beter te begrijpen.

    Hierbij wat diepgaander info waarop mij baseer.

    BRONVERMELDING

    Alle onderstaande teksten (uitgezonderd de Bijbelteksten) zijn van mijn eigen hand. En mochten bepaalde personen in andere "bronnen" dezelfde of gelijkaardige teksten vaststellen dan zou ik graag deze" bronnen" kennen want waarschijnlijk zijn ze ook van mij afkomstig 

    =================================

    Als Paulus het heeft over de verhouding tussen man en vrouw zowel binnen het gezin ( 1 Tim 2:11-12) als in de gemeente (1 Kor 11: 1-4 / Efez 5:23 ) dan verwijst hij daarbij naar het ontstaan van  de mens(heid). Want toen de Godheid  de mens schiep hebben zij er de nadruk op gelegd dat de mens(heid) een beeld en gelijkenis van hen was. .

    En God zeide: Laat Ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis, opdat zij heersen over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over het vee en over de gehele aarde en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt. 27 En God schiep de mens naar zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen.

    ( Genesis 1:26-27)

     

    Waarbij zij zowel aan gans het universum als aan de mensheid in het bijzonder een beeld gegeven hebben van zichzelf. Zodat het daaraan afbreuk doen, het minachten of vervormen ervan evenzeer een overtreding is  van het tweede gebod als het maken van fysieke afgodsbeelden.

    Vooraleer hier verder op in te gaan is het misschien goed om vooraf eerst even  bepaalde zaken onder de loep te nemen

     

    1)  Het woord “God” betekent volgens de Bijbel “ Soeverein zijn over ” en is dus niet uitsluitend verbonden aan één persoon; Dit betekent dan ook dat als het woord “ God” gebruikt wordt, men uit de verdere zinsbouw of context moet uitmaken wie al dan niet bedoeld wordt. Is het bijvoorbeeld: De Vader (de God en Vader van onze Here Jezus Christus {2 Korr1:3}) ;  of is het De Zoon ( de God van Israël );  of is het Mozes,.( de God van Aaron { Exodus 4:16}).

     Als er dan staat “ laat ons mensen maken…. ..en God schiep”,  dan betekent dit in feite dat het woord “God” hier staat voor  de Godheid ( de gemeenschappelijke Soevereinen) 

    2) Scheppen betekent volgens de Bijbel iets tot stand brengen dat er voorheen niet was en er zijn blijkbaar twee manieren om te scheppen:

      A) “Hij sprak en het was er , Hij gebood en er stond er” . Dit betekent dat er uit het “niets” iets tot stand werd gebracht. Dit is de schepping van alle universums door De Vader (Genesis 1: 1  waarbij De Zoon zich als een kind verheugde Spreuken 8: 22-30)

     De schepping van mens en dier door De Zoon waarbij voor handen zijnde “materiaal” of “energie” gebruikt wordt.(Genesis 2:7)    De energie wordt geleverd door ( komt voort uit) De Vader en De Zoon voert het uit. (De bouwheer is de eigenaar; de metser is de uitvoerder).   Interessant hierbij is het feit dat Paulus zegt dat er  één God is; De Vader UIT wie alle dingen zijn en… één Here Jezus Christus DOOR wie alle dingen zijn . ( 1 Corr 8:5 )

    3) Een “beeld” is een benadering, een voorstelling of schaduw van iets of iemand waarbij het karakter of  de functie ervan wordt voorgesteld; Het is een type van het werkelijke anti type. De eigenschappen en functionaliteit binnen een bepaald gegeven worden daarbij weergegeven of voorgesteld.

     

    Bovenstaande in gedachten houdend stelt men dus vast dat de Godheid de mens(heid) o.a.  gemaakt heeft om de bewoners van het universum een beeld van henzelf te geven. En zowel hen die God trouw bleven een beter inzicht te geven alsook om de opstandelingen de mogelijkheid te verschaffen hun verkeerd inzicht te veranderen. Waarbij dit beeld zowel het karakter als de onderlinge verhouding binnen de Godheid  betrof.

    1)Wat leert Gods Woord ons betreffende de drie personen van de Godheid

     

    De Vader;

    Hij is DE  SOEVEREIN van alles en iedereen in  alle universums alsook binnen de Godheid zelf ( 1 Tim 6:14-16/  Efez 1:3)

    Hij alleen heeft leven in zichzelf en deelt het mede aan De Zoon die het dan op zijn beurt kan doorgeven.( Joh 5:26 )

    De H.Geest 

    Is een entiteit (persoon) binnen de Godheid  die in de oorspronkelijke Hebreeuwse taal als een “zij”  ( Ruach = vrouwelijk) wordt aangesproken en treedt steeds op  bij het ontstaan van  nieuw leven  (levensdraagster), zowel letterlijk als geestelijk.

    Genesis 1/  Ezech. 37/ Matt 1 : 19/ wedergeboorte Handelingen:2:38 /

    De Zoon

    Wordt zowel de Zoon van God, als  Michael als Zoon des mensen genoemd.

    Hij ageert steeds als  tussenpersoon tussen De Vader en alle geschapen wezens.

    Hij is diegene die de scheppingsopdracht(en) heeft uitgevoerd en is dan ook HOOFD VAN ( Soeverein, Koning, Heer en Opperheer ) van alle geschapen wezens.

    Maar in zijn verhouding tot de Vader is Hij ook het kind  van de Vader die Hem in alles onderdanig en gehoorzaam is en zich steeds aan Hem onderwerpt

    1 Korr. 15: 20-28

    Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, als eersteling van hen, die ontslapen zijn. Want, dewijl de dood er is door een mens, is ook de opstanding der doden door een mens.Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden.Maar ieder in zijn eigen rangorde: Christus als eersteling, vervolgens die van Christus zijn bij zijn komst; daarna het einde, wanneer Hij het koningschap aan God de Vader overdraagt, wanneer Hij alle heerschappij, alle macht en kracht onttroond zal hebben. Want Hij moet als koning heersen, totdat Hij al zijn vijanden onder zijn voeten gelegd heeft. De laatste vijand, die onttroond wordt, is de dood,  want alles heeft Hij aan zijn voeten onderworpen.

    Maar wanneer Hij ( Christus) zegt, dat alles onderworpen is, is blijkbaar Hij ( de Vader) uitgezonderd, die Hem ( Christus)alles onderworpen heeft. Wanneer alles Hem ( Christus) onderworpen is, zal ook de Zoon zelf Zich aan Hem ( de Vader)onderwerpen, die Hem ( Christus) alles onderworpen heeft, opdat God (de Vader) zij alles in allen.

     

     

    2) Hoe is het beeld van de Godheid tot stand gekomen en hoe steekt dit beeld nu in elkaar?

    Eerst wordt één wezen ten  tonele gevoerd. Dit wezen wordt “MENS” genoemd en bezit alle verantwoordelijkheid en soevereiniteit over de aarde en haar bewoners. Hij is” HET HOOFD VAN”  alles en iedereen op aarde.

    Vervolgens komt UIT HEM ( “uit hem genomen” of afgesplitst van hem ) EEN NIEUW WEZEN voort  “mannin” ( de vrouw) dat ALS HULP voor hem bestempeld wordt en de DRAAGSTER VAN NIEUW LEVEN zal blijken te zijn.

    Uit het samenkomen van beide ontstaat dan HET KIND dat gedragen, geholpen en opgevoed wordt door de vrouw en dat net als de vrouw onder HET HOOFD “ DE MENS “ (Adam) geplaatst is

     

    Net als voor de engelen is er dus ook aan de mensheid zelf een beeld van de Godheid gegeven. Maar nu is het wel zo dat zijzelf en hun onderlinge verhouding dat beeld uitmaken.

    Daarom heeft  Satan steeds zijn uiterste best gedaan  om dat beeld te verminken door zowel het huwelijk, zinnebeeld van het geestelijk één zijn van de Godheid, als de onderlinge verhouding tussen man, vrouw en kind,  zinnebeeld van de functionele structuur binnen de Godheid, te vernietigen.

    Sinds de zondeval valt het dan ook op dat in gans de geschiedenis van de mensheid  Satan de mens er steeds heeft  toe aangezet  om  het beeld van God en van de Godheid te omfloersen, af te breken of te vervangen, wat dan steeds heeft geleid tot een morele aftakeling van de bevolking.

    In het OT gebeurde dit door het aanbidden van letterlijke beelden waarbij rituelen en diensten ontstonden die  leidden tot het doden van mensen en /of seksuele uitspattingen.

    Omwille van het feit dat de mens steeds de neiging heeft om door de medemens aanvaardt en geëerd te worden i.p.v.  een door God apart gesteld volk te zijn,  werden deze zaken dan ook een valstrik voor het volk van God. We zien dan ook dat het Joodse volk meermaals in deze valkuil getrapt heeft en door intieme of “broederlijke” (  2 Kron18:3 / 19: 2-3 / 20:37)  contacten met anderen de God van Israël verlaten heeft om “andere goden” te aanbidden.

     Toen het Joodse volk uiteindelijk “de wijngaard ontnomen werd en deze aan anderen ( de apostolische gemeente) gegeven werd” stellen  wij echter terug vast dat ook  bij hen de geschiedenis zich herhaalt.

    Spoedig na haar ontstaan slaagde Satan  er blijkbaar in om net als in het OT , waar het letterlijke beelden betrof,  nu op een andere en meer gesofistikeerde manier binnen de apostolische gemeente het Godsbeeld volledig te verminken.

    De Godheid, waarvan de Bijbel zegt dat deze bestaat uit God de Vader ( de God van alles en iedereen, inclusief de Zoon); de Zoon van God ( de Here en God van alle schepsels), en de H.GEEST ( Trooster en plaatvervanger van Christus op aarde) , werd vervangen door de heidense Drie- Eenheid gedachte; waarbij gesteld wordt dat er één God is ; Vader, Zoon en H.Geest

    De dodelijke plant van de Heidens drie eenheidsleer waarbij geen soevereiniteitsverschil bestaat tussen De Vader ,de Zoon en de H.Geest in tegenstelling tot de Bijbelse Godheid waarbij De Vader DE SOEVEREIN is over alles en allen ( de Zoon incluis want De Vader is de God, de soeverein, van Christus ), brengt dan ook zijn giftige vrucht voort.

    Een giftige vrucht  waarbij in niets , noch in functie, noch in verantwoordelijkheid, noch in “het beeld zijn van” een onderscheid gemaakt wordt tussen man, vrouw, homo, hetero en transgender. 

    Blijkbaar heeft het gif reeds zijn werk gedaan binnen de meeste geloofsgemeenschappen en zijn de consequenties ervan, namelijk het niet meer respecteren van “het beeld van de Godheid”, op vandaag dan ook volledig zichtbaar  in zaken zoals het aanstellen van  de vrouw en mensen van een andere geaardheid ( homo) als “HOOFD VAN “ ( ouderling, predikant , kapelaan).

    Conclusie.

    Het aanstellen van een vrouw op functies die het “HOOFD ZIJN VAN”  inhouden ( ouderling, predikant, kapelaan) is volledig in overeenstemming met, en komt volkomen tegemoet aan, hetgeen Satan steeds heeft gewild. Namelijk het misvormen, afbreken en aanvallen van de Godheid door valse beelden van hen op te richten of verkeerde voorstellingen te introduceren waardoor het beeld dat de Godheid van henzelf heeft gegeven totaal wordt verdraaid.

    Daarom kan een aanstelling van een vrouw als “HOOFD VAN “ voor een volgeling van Christus geen enkele reden tot blijdschap zijn.  Wel integendeel; het duidt enkel op de neerwaartse spiraal waarin de meeste kerken terecht gekomen zijn. Waardoor onder de mom van “ cultuur afhankelijkheid ”,  “liefde” of  “gelijke rechten” ( anti- discriminatie ) het beeld dat de Godheid van zichzelf gegeven heeft volledig geminacht wordt en daardoor andere zaken zoals het feminisme en de homoproblematiek meer en meer als splijtzwam zullen optreden tussen hen die Gods Woord en zijn Profeten aanvaarden en de anderen.

    Daarom wijst Paulus dan ook op de noodzaak tot het behoud en eerbiedigen  van dit beeld uit Genesis 1, door de man – vrouw verhouding binnen Gods Gemeente te koppelen aan de verhouding binnen de Godheid

       1 kor 11:3-13 

    Ik wil echter, dat gij dit weet: het hoofd van iedere man is Christus, het hoofd der vrouw is de man, en het hoofd van Christus is God…………. De man …hij is het beeld en de heerlijkheid Gods

     

     

     

     

     

     

     

     

  21. 1 uur geleden zei Thorgrem:

    1 reactie en een weerwoord daarop verwijderd. Als iemand een handreiking doet met een naslagwerk kan je dat accepteren of niet. Minachting omdat je er zelf geen tijd in wil investeren hoeft echt niet.

     

    1 reactie van @bernard 3 (tijdelijk) verborgen. Bernard, graag ontvang ik een bronvermelding bij je lap tekst indien je wenst dat het weer zichtbaar wordt.

    Ik denk dat dit toch wel een waardevol ander perspectief bied. :P

    Door eigen Bijbestudie is deze, wat u noemt, "lap tekst " ontstaan en daarom zou ik het dan ook appreciëren dat u hem terug plaatst.

    dank u

  22. Op ‎19‎-‎7‎-‎2017 om 21:07 zei Lucy_:

    Ik ben niet alleen Rooms-Katholiek opgevoed maar ook erg bijgelovig. Voor mij waren de normen en waarden die ik mee kreeg vanuit de kerk niet verenigbaar met de normen en waarden van mijn ouders. Maar hoe bepaal je wie de waarheid spreekt?

    Ik heb hier als kind, en ook later, veel over nagedacht. Als ik af stap van de normen en waarden die ik van mijn ouders heb meegekregen en kies voor een bepaalde geloofsrichting, hoe bepaal je dat wat de juiste richting is? Vaak heb ik gelezen en te horen gekregen dat je af moet gaan op je gevoel. Maar als ik een richting kies op basis van mijn gevoel, wat bij mij past, creëer ik dan niet mijn eigen geloof? Onbewust misschien uit gemakzucht omdat je gevoel misschien trekt naar iets wat makkelijk is, terwijl je misschien juist soms moeilijke keuzes moet maken. Om deze reden heb ik er op jonge leeftijd bewust voor gekozen om niet gelovig te zijn, of misschien beter gezegd niet te kiezen voor een bepaalde geloofsrichting.

    Ik vind openheid, eerlijkheid en respect een van de belangrijkste aspecten waarop ik mijn leven wil inrichten. Niet alleen openheid en eerlijkheid naar anderen maar vooral naar jezelf. Om niet je ogen af te wenden wanneer dit misschien de makkelijkste keuze is.

    Omdat ik niet gelovig ben, heb ik mij de afgelopen jaren vooral gericht op yoga-filosofie en meditatie om rust en balans te vinden en soms de confrontatie met mijzelf aan te gaan.  Yoga bevat voor mij dus naast het fysieke aspect ook een heel groot mentaal aspect. Ik zou graag meer toenadering willen zoeken tot het geloof (christendom maar ook andere geloofsovertuigingen) om te kunnen leren van alle ervaringen die er de jaren (en eeuwen) heen zijn opgedaan.

    Ik vind echter lastig om naar de kerk te gaan omdat ik het idee heb (en weet) dat ik veroordeeld wordt over de keuzes die ik heb gemaakt waardoor ik merk dat ik de drempel niet goed over durf om daadwerkelijk te gaan en toenadering te zoeken.

    Heel erg graag zou ik jullie advies en mening horen over hoe ik hier het beste mee om kan gaan. Mijn kern vraag is: Hoe zoek ik toenadering tot het christelijke geloof binnen mijn eigen overtuigingen (Struikelblok bij mijn overtuiging is dat ik nu niet wil kiezen voor een specifieke geloofsrichting)?

    Alvast heel erg bedankt aan degene die de moeite hebben genomen mijn bericht te lezen en/of te antwoorden

    Beste Lucy

    U advies geven daar voel ik mij niet bekwaam toe, maar wel kan ik je mijn ervaring doorgeven van hetgeen ik meemaakte ,nu al heel lang geleden, toen ik ook  nog naar waarheid op zoek was tot op vandaag de dag.

    Een ding stond er voor mij centraal; namelijk de belofte die Christus gaf voordat Hij vertrok dat Hij de Vader zou vragen om ons de Heilige Geest te zenden die ons alles zou te binnen brengen en ons tot de volle waarheid zou leiden.

    Die Waarheid was Hemzelf en hetgeen over Hem en zijn zending te vinden was in Zijn Woord ; De Bijbel.

    Ik ben dan ook tot de vaststelling gekomen dat alles wat in Gods Woord staat in feite terug te voeren is tot de vorming van onze eigen persoon met als doel ons voor te bereiden  op een eeuwig bestaan . Deze vorming bestaat er dan ook in dat wij ons afhankelijk en onder de leiding stellen van God in alles wat wij hebben of zijn. Dit heet dan karaktervorming en is een levensopdracht op zich.

     God wordt hierbij steeds op de eerste plaats gezet door zich dagelijks aan Hem en zijn Raadgevingen toe te wijden en  zijn hulp voor de dag af te smeken. Door zich zo op te stellen laat men toe dat de Heilige Geest kan werken en men zodoende ook de medemens meer en meer leert lief te hebben en te dienen, in de plaats van zijn eigen (egoïstische) natuur zijn gang te laten gaan.

    Steunend op Gods belofte van inzicht en het in de praktijk brengen van hetgeen men uit zijn Woord geleerd heeft doet groei ontstaan in het karakter  van het individu alsook de wens en de wil om nog dichter te komen bij hetgeen Christus van zijn volgelingen verlangt

    Hierbij wordt het dan ook meer en meer duidelijk dat de Bijbelse betekenis van “geloven”  een actieve houding van Trouw en gehoorzaamheid tegenover God is Waarbij het in de praktijk brengen ervan in feite een uiting van Liefde tegenover Hem is.

    “Geloof “ is volgens de Bijbel dan ook geen gevoel maar een fundamentele keuze om Trouw te zijn aan Iets of Iemand.

    Wat dat iets of wie die Iemand zal zijn is afhankelijk van de keuze  van het individu en er zijn er velen die zich aanbieden of opdringen om gevolgd te worden (wat zelfs ook hier op deze topic site merkbaar is).

    Net als u kwam ook ik uit  een RK nest waarbij ik geleerd had dat enkel zij  moesten “geloofd” worden omdat het de enige …. de grootste… de opvolgers… enz waren. Tot ik anderen leerde kennen met name  verschillende en verscheidene protestantse gemeenschappen, de Wachttorengemeenschap, Mormonen, Moslims …. die ook beweerden dat zij de enige…. de ware… de trouwste… enz waren die gevolg moesten worden.

    Bij allen, zonder onderscheid, stelde ik eerlijke en gehoorzame mensen vast die dan ook trouw aan hun respectievelijke gemeenschap waren. Het waren met andere woorden RK –gelovigen ofwel Wachttoren-gelovigen ofwel protestants- gelovigen, Moslim-gelovigen…enz.

    Doch omwille van bepaalde fundamentele voorschriften, dogma’s of geloofspunten waren ze van elkaar verschillend en kunnen ze dus niet terzelfdertijd als gelovige van zowel  de ene als ook bij de andere  geloofsgemeenschap beschouwd worden.

    Het hangt nu dan ook van u af van welk uitgangspunt je wilt vertrekken en wat er voor u centraal staat.

    Staat Christus centraal in je leven en wil je werkelijk in Hem “geloven “ en dus Hem en Hem alleen trouw zijn. Dan zal je u ook moeten onderwerpen aan de kenmerken die Gods Woord stelt  voor hen die zijn discipelen of volgelingen zijn en dus door de Bijbel als Christen- gelovigen gekenmerkt worden. Het zijn zij die volgens Openbaring 12 en 14

     de geboden Gods en het geloof in Jezus bewaren    /    de geboden van God bewaren en het getuigenis van Jezus hebben

     Dan zal je de vele anderen die dit  niet doen, omdat ze één of meer  van Gods Tien Basisgeboden  verwerpen of negeren, moeten teleurstellen en kan je ook niet bij hen blijven of u bij hen aansluiten.

    Hier geldt dan de uitspraak van Christus: “Wie niet voor mij is, die is tegen Mij.  Wat niet steeds gemakkelijk is omdat de meerderheid van de mensen zich ofwel totaal afkeren van Christus ofwel  wel beweren Hem te volgen maar dan wel op basis van eigen voorwaarden , wetten en voorschriften ;die dan ook nog soms Gods Wetten dwarsbomen.

    Een volgeling van Christus te zijn is dan ook niet de gemakkelijkste weg. Maar zei Christus dan ook niet ; " neem uw kruis op en volg Mij ?"

    Zoals ik zei kan ik enkel maar over mijn eigen (50 jaren) ervaring als Christen –Gelovige spreken. Maar het was en is echter wel de meest boeiende, evenwichtige en gezegende periode van mijn bestaan die ik  voor niets ter wereld meer zou willen inruilen en ieder ten zeerste wil aanbevelen om uit te testen.

     

  23. 20 uur geleden zei Radical:

    Okay hoe zie jij deze teksten dan

    “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: De tijd komt en is nu dat de doden de stem van de Zoon van God zullen horen, en dat wie hem horen, zullen leven. Want zoals de Vader het leven heeft in Zichzelf, zo heeft Hij ook de Zoon gegeven het leven te hebben in Zichzelf; en Hij heeft Hem ook macht gegeven om oordeel te vellen, omdat Hij de Zoon des mensen is. Verwonder u daar niet over, want de tijd komt waarin allen die in de graven zijn, Zijn stem zullen horen, en zij zullen uitgaan: zij die het goede gedaan hebben, tot de opstanding ten leven, maar zij die het kwade gedaan hebben, tot de opstanding ter oordeel.” (Johannes 5:25-29)

    “De tijd komt en is nu” spreekt van iets zeer dichtbij, maar nog niet bereikt (vergelijk Johannes 4:21-23). Zeer spoedig, zou door Zijn boetedoening eeuwig leven worden gegeven aan hen die dood waren door zonde, als ze geloofden en gehoorzaamden. En dan zou ook het uur komen wanneer “allen die in de graven waren, Zijn stem zullen horen en uitgaan” tot een oordeel. Zij die in de graven waren daar werd mee bedoeld iedereen die fysiek dood was, of ze nou gewoon begraven waren, verbrand, opgegeten door dieren, of eenvoudig verteerd waren. Sinds God geen fysieke stem heeft, is het horen van Zijn “stem” een beeldende uitdrukking van de werking van Zijn kracht. In dit gedeelte haalt Jezus een ophanden zijn opstanding aan van de alle fysieke doden, vanaf Adam tot op dat tijdstip. En Jezus brengt zijn oordeel, waar we het eerder over hebben gehad, in deze op handen zijnde manifestatie.

    De meeste christenen schuiven deze passages van Johannes over opstanding van de doden en van oordeel door naar de “einde der tijden”, en nemen aan dat de bijbel dat ook zo bedoeld.

    Maar klopt dit?

    Jezus stelde vast dat deze gebeurtenissen plaats zouden vinden in ‘de laatste dag’. Ofschoon Johannes alleen die specifieke uitdrukking gebruikt, hebben de andere schrijvers gelijksoortige uitdrukkingen gebruikt zoals, ‘de dag’, ‘die dag’, ‘de laatste dagen’, ‘einde der tijden’, ‘het laatste uur’, ‘einde der eeuwen’, ‘de dag des Heren’. Maar ze wijzen allemaal naar de gebeurtenissen die zich afgespeeld hebben in het jaar 70 na Christus. Leven zou gegeven worden op de ‘laatste dag’ van de ‘laatste dagen’.

    Jezus veroorzaakte veel rumoer door zulke verklaringen zoals:

    “En dit is de wil van de Vader, Die Mij gezonden heeft, dat Ik van alles wat Hij Mij gegeven heeft, niets verloren laat gaan, maar het doe opstaan op de laatste dag. En dit is de wil van Hem Die Mij gezonden heeft, dat ieder die de Zoon ziet en in Hem gelooft, eeuwig leven heeft, en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.” (Johannes 6:39-40)

    En opnieuw in vers 44 zegt Hij:

    “…en Ik zal hem opwekken op de laatste dag.”

    Toen Martha rouwde over de dood van haar broer Lazarus,

    “Jezus zei tegen haar: Uw broer zal weer opstaan. Martha zei tegen Hem: Ik weet dat hij zal opstaan bij de opstanding op de laatste dag.” (Johannes 11:23-24).

    In deze uitspraken gaf Jezus geen indicatie dat Hij naar een andere tijd verwees dan de andere schrijvers.

    In het volgende tekstgedeelte gaf Jezus een duidelijk antwoord aan Martha:

    “Jezus zei tegen haar: Ik ben de opstanding en het leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al was hij gestorven, en ieder die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in eeuwigheid.” (vers 25).

    Wat was de ware “hoop van Israël”? De meesten hadden een verkeerd beeld over deze hoop en dachten aan een hersteld Koninkrijk op aarde, net zoals velen dat vandaag ook denken. De ware hoop van Israël was niet een hersteld Koninkrijk op aarde. Het was de ‘opstanding der doden’! De volgende passages laten daar geen twijfel over bestaan: Handelingen 23:6; 24:14; 26:6 en 28:20).

    Onder de wet van Mozes slachten ze dieren voor verzoening van hun zonden, maar het ‘bloed van bokken en kalveren’ kon deze zonden niet wegnemen. Zij hadden geen middelen om hun zonden weg te doen, om zo weer in de aanwezigheid van God te komen. Hun offers waren een typebeeld van de boetedoening van Jezus, maar zij die reeds gestorven waren ‘sliepen’ in het dodenrijk in afwachting van hun vrijlating bij de opstanding. Ook waren zij nog steeds gevangen door de dood, die nog niet overwonnen was. Jezus gaf zijn leven voor de vergeving van hun zonden, stond weer op en overwon de dood, en voer op naar de hemel als een Hogepriester met het bloed van Zijn offer, om zo de weg te openen naar het Heilige der Heilige, Gods aanwezigheid.

    “En de dood en het dodenrijk werden in de poel des vuurs geworpen.” (Openbaring 20:14),

    wat de mogelijkheid gaf tot vrijlating en oordeel over alle mensen die leefden vóór de tijd van Jezus.

    In Hebreeën (9:24-28) wordt dit als volgt uitgelegd:

    “Want Christus is niet binnengegaan in het heiligdom dat met handen gemaakt is en dat een tegenbeeld is van het ware, maar in de hemel zelf, om nu voor het aangezicht van God te verschijnen voor ons, en dat niet om Zichzelf dikwijls te offeren, zoals de hogepriester elk jaar in het heiligdom binnengaat met bloed dat niet van hemzelf is. Want dan had Hij vanaf de grondlegging van de wereld dikwijls moeten lijden. Maar nu is Hij bij de voleinding van de eeuwen eenmaal geopenbaard om de zonde teniet te doen door het offer van Zichzelf.”

    We stoppen even om vast te stellen dat dit niet aan ons die in de 21ste eeuw leven geschreven was, maar voor hun in de eerste eeuw leefden en die in afwachting waren van de ‘parousia’, ofwel aanwezigheid van de Here in zijn wederkomst. Jezus rekende bij de ‘voleinding van die eeuwen’ af met de twee grootste behoeften van Israël en heel de mensheid – dood en oordeel voor begane zonden.

    “En zoals het voor de mensen beschikt is dat zij eenmaal moeten sterven en dat daarna het oordeel volgt, zo zal ook Christus, Die eenmaal geofferd is om de zonden van velen weg te dragen, voor de tweede keer zonder zonde gezien worden door hen, die Hem tot hun zaligheid verwachten.” (Hebreeën 9:27)

    Dat zou de dichtstbijzijnde oogst van de wereld zijn, wanneer zijn engelen de uitverkorenen zouden verzamelen en ze eeuwig leven zouden krijgen bij hun Schepper (zie Mattheüs 24:29-34 waar Jezus zei dat ‘dit alles’ vervuld zou worden in hun generatie). Dat was de ‘hoop van Israel’. Het zou de tijd zijn van wraak over de natie en oordeel van de individuele mensen zoals was voorspeld door profetische gelijkenissen van Jezus. Met ‘dit alles’ worden alle gebeurtenissen bedoeld die daaraan voorafgingen inclusief de verwoesting van Jeruzalem en de tempel en die werden allemaal vervuld in hun generatie aan het einde van de eeuwen van het nationaal Israël. De ‘hoop van Israël’ was in werkelijkheid een vooruitzien naar de Messias, niet om Hem te laten regeren over de aarde, maar om hun een geestelijk leven te geven. Jezus was de verpersoonlijking van deze hoop. Hij openbaarde dat aan Martha, “Ik ben de opstanding en het leven!”. Hij was de vervulling van Israëls’ hoop van opstanding tot leven.

    Maar wat met betrekking tot de discipelen van Jezus die al waren gestorven? Sommigen moesten gedacht hebben dat ze het gemist hadden. Maar Paulus verzekerde hen:

    “Maar ik wil niet, broeders, dat u onwetend bent ten aanzien van hen die ontslapen zijn (gestorven waren), opdat u niet bedroefd bent zoals ook de anderen, die geen hoop (de hoop van Israël: opstanding) hebben. Want als wij geloven dat Jezus gestorven en opgestaan is, zal ook God op dezelfde wijze hen die in Jezus ontslapen zijn (gestorven waren; Jezus had de dood overwonnen maar was onderweg, om als Hogepriester zijn offer aan te bieden om zo de weg naar de hemel te openen), terugbrengen met Hem. Want dit zeggen wij u met een woord van de Here, dat wij die levend zullen overblijven tot de komst van de Here (Paulus sloot de mogelijkheid niet uit dat ze nog steeds in leven zouden zijn. ‘Wij’, niet de ‘mensen die eeuwen later leefden’) , de ontslapenen (de doden) beslist niet zullen voorgaan. Want de Here Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met een bazuin (figuurlijk, te roepen of vergaderen) van God neerdalen uit de hemel (Zoals Hij had beloofd in Mattheüs 24 en andere referenties). En de (fysieke) doden die in Christus zijn, zullen eerst opstaan (Christus als eersteling, dan zij die Christus toe behoren – 1 Kor 15:23). Daarna zullen wij (volgend), de levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden (allemaal tegelijk of een ieder afzonderlijk, zoals iedereen die hierna sterft? De zogenaamde opname?) in de wolken, naar een ontmoeting met de Here in de lucht. En zo zullen wij altijd bij de Here zijn. (Is de hemel in de kou ergens, in de wolken ofwel onze atmosfeer? Of spreekt hij hier niet een gewone voor iedereen begrijpelijke taal, van een eeuwige verbonden zijn met God in Christus?).” (1 Tessalonicenzen 4:13-17)

    Wij leven vandaag onder degenen “die leven en overgebleven zijn”. Sinds dood en dodenrijk afgeschaft zijn, “wij zullen allemaal niet slapen” (in dood in het dodenrijk wachten op de opstanding en oordeel 1 Kor 15:51). Jezus heeft hiermee afgerekend en voor ons geldt, dat wanneer we fysiek sterven, worden we opgevoerd naar de hemel om voor altijd bij God te zijn.

    Dit brengt ons terug naar het fantastische nieuws dat Jezus openbaarde aan Martha. Zij had het idee van de opstanding van het lichaam op de laatste dag.

    “Jezus zei tegen haar: Ik ben de opstanding en het leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al was hij gestorven, en ieder die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in eeuwigheid.” (Johannes 11:25)

    Geen herstel van leven is nodig! Ons is reeds het eeuwig leven gegeven. We zijn al verzoend met God. Zijn Geest leeft in ons en geeft ons leven. Zijn bloed wast ons telkens schoon. Wanneer wij deze aardse sterfelijke tabernakel – tent – huis – kleding – tempel verlaten, zullen we niet naakt achter gelaten worden zoals Paulus figuurlijk schreef, maar wij zullen bij de Here onze intrek nemen, een gebouw van God, in de hemel, niet met handen gemaakt, een eeuwig huis.

    Voor hun die leefden voor Christus, daar was dood nog niet overwonnen en omdat de zonden hun nog steeds toegerekend werden, was de weg naar de hemel nog niet open. De hoop van Israël was voor het herstel van leven. De vroegere geloofshelden,

    “En deze allen hebben, hoewel zij door het geloof een goed getuigenis van God gekregen hebben, de vervulling van de belofte niet verkregen (ze waren in het dodenrijk), daar God met het oog op ons iets beters voorzien had (die in Jezus geloofden hoefden niet te wachten in het dodenrijk), opdat zij zonder ons niet tot de volmaaktheid zouden komen.” (Hebreeën 11:39-40)

    Toen Jezus zijn discipelen openbaarde dat Hij zou sterven, gaf Hij aan dat de tijd om te oordeel uit te voeren en om satan te overwinnen naderbij was.

    “Nu wordt het oordeel over deze wereld voltrokken, nu zal de vorst van deze wereld buiten geworpen worden. En Ik, als Ik van de aarde verhoogd ben, zal allen naar Mij toe trekken.”(Johannes 12:31-32)

    Om hun voor te bereiden voor zijn vertrek beloofde Hij:

    “En als Ik heengegaan ben en plaats voor u gereedgemaakt heb, kom Ik terug en zal u tot Mij nemen, opdat ook u zult zijn waar Ik ben.” (Johannes 14:3)

    Hij zei dat niet tegen jou en mij, maar specifiek tot hun. Hij verzekerde hun verder:

    ” Ik zal u niet als wezen achterlaten; Ik kom weer naar u toe.” (vers 18) En opnieuw, “U hebt gehoord dat Ik tegen u gezegd heb: Ik ga heen maar kom weer naar u toe.” (vers 28)

    Het komen tot hun spreekt niet van zijn opstanding maar van zijn ‘wederkomst’, nadat Hij was opgevaren tot de Vader. Lees de rest in Hoofdstuk 16 ook maar eens. Opnieuw, deze beloften waren specifiek voor zijn toehoorders voor de ‘wederkomst’, niet voor mensen eeuwen later.

    Jezus stond op het punt hun te verlaten maar Hij ging niet weg zonder hun voldoende adviezen te hebben gegeven voor de komende veertig jarige overgangsperiode voor zijn terugkomst. Hij beloofde de Heilige Geest die

    “zal u in alles onderwijzen en u in herinnering brengen alles wat Ik u gezegd heb” (Johannes 14:26).

    En ook:

    “En als Die gekomen is, zal Hij de wereld overtuigen van zonde, van gerechtigheid en van oordeel”(Johannes 16:8), en verder:

    “zal Hij u de weg wijzen in heel de waarheid, want Hij zal niet vanuit Zichzelf spreken, maar wat Hij gehoord zal hebben, zal Hij spreken, en de toekomstige dingen zal Hij u verkondigen.” (16:13)

    Het laatste nog deze van Jezus over Johannes. Jezus had Petrus verteld hoe hij zou sterven. Petrus vroeg over de toekomst van Johannes. Jezus antwoordde, “Indien Ik wil, dat hij blijft, totdat Ik kom, wat gaat het u aan?” (Johannes 21:22). Jezus gaf hiermee aan dat dit mogelijk kon gebeuren. Geloof jij dat Johannes de enige apostel was die nog leefde toen Jezus terug kwam op ‘de laatste dag?

    Nadat Jezus Martha had verteld, “wie in Mij gelooft, zal leven, ook al was hij gestorven, en ieder die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in eeuwigheid”, vroeg Hij haar nadrukkelijk, “geloof je dat? ”, zij zei toen, “Ja, Heer”. Gelooft jij dat ook?

     

    (mat 27 v 52 De graven gingen open en de lichamen van vele heilige mensen die ontslapen waren, stonden op. 53Na zijn verrijzenis kwamen zij uit de graven en gingen naar de heilige stad waar zij aan velen verschenen.) ook een leuke ;)

    (bron bijbel )

    Vooraleer verder in te gaan op uw opmerkingen  eerst nog dit.

    Bij het gebruik van uittreksels moet men eerst en vooral de totale context in acht nemen waarin deze verzen geplaatst zijn. Anders komt men soms tot conclusies die totaal naast het onderwerp zijn. Ook dient er rekening gehouden te worden met het feit dat vele uitspraken van Christus een dubbele betekenis in zich houden ( een dubbele bodem hebben) .  Ze hebben zowel een geestelijke als een letterlijke betekenis en slaan soms zowel op een  situatie die zich binnenkort voltrekt als op een gelijkaardige situatie die nog in de toekomst staat te gebeuren.(zie bijvoorbeeld Matt 24 )

    Wat nu Johannes 5:25-29 betreft :

    In Johannes 5 gaat het om een discussie tussen de Joodse Schriftgeleerden en Christus omwille van het feit dat Christus “God de Vader” zijn  eigen Vader noemde en zich zodoende met Hem gelijk stelde (vers 18)

    Christus antwoord daarop dat Hij volkomen afhankelijk is van “De Vader”. Maar zodoende ook wel de macht van Hem heeft ontvangen om zelfs ( letterlijk)  doden op te wekken en leven te geven aan wie Hij het wil.

    Hij benadrukt dit door te zeggen dat wie in zijn Woord gelooft eeuwig leven zal hebben en zodoende niet in het oordeel tot de (eeuwige) dood zal veroordeeld worden (vers 24).  Dit betekent dan ook dat zij die dit doen en blijven doen vanaf dat moment de belofte hebben dat zij reeds (voorwaardelijk) het eeuwig leven bezitten en dus de eeuwige dood niet zullen smaken. (Wat niet wil zeggen dat ze de eerste dood niet zullen ondergaan.)

    Naast het feit dat Hij leven kan geven benadrukt Christus hierbij ook dat  Hij  gericht kan en zal houden, of met andere woorden de gerechtelijke doodstraf kan uitspreken. Maar om dat te kunnen doen moeten er levende wezens zijn.  Daarom zal er dan ook een tijd komen dat ALLEN die in de graven zijn, of met andere woorden zij die dood zijn, en dus ontbonden in hun onbewuste oorspronkelijke componenten , terug in een  opstanding herschapen  worden als zelfbewuste en zelfstandige wezens die hun oordeel zullen aanhoren en ondergaan. Hetzij een beslissing ten eeuwige leven hetzij een beslissing ter eeuwige ontbinding.(vers 28)

     Hier bespreekt en bevestigt Christus zijn ontvangen macht en hetgeen er uiteindelijk met ieder individu gebeurt en zal gebeuren. Namelijk dat Hij eens elk individu uit de dood zal doen opstaan.

    Wanneer dat zal gebeuren en in welke fasen wordt op meerdere plaatsen in Gods Woord duidelijk gemaakt . Maar dit is bij deze topic niet aan de orde daar het onderwerp hier het bestaan van de hel is,  met daaraan onlosmakelijk verbonden de toestand in de dood.

    Als je echter daar dieper op in wil gaan dan zou ik je willen aanraden om daar zelf een topic over te openen.

     

    P.s.  Misschien toch een opmerking over hetgeen je schrijft

      Wij leven vandaag onder degenen “die leven en overgebleven zijn”. Sinds dood en dodenrijk afgeschaft zijn, “wij zullen allemaal niet slapen” (in dood in het dodenrijk wachten op de opstanding en oordeel 1 Kor 15:51). Jezus heeft hiermee afgerekend en voor ons geldt, dat wanneer we fysiek sterven, worden we opgevoerd naar de hemel om voor altijd bij God te zijn.

    Tot een dergelijke  conclusie komt men enkel door met kunst en vliegwerk verschillende teksten aan elkaar te plakken waarbij de verzen losgerukt werden uit hun oorspronkelijke  context. Zodoende dat  bepaalde woorden (in dit geval  Dood en Leven) van hun de eigenlijke Bijbelse betekenis worden beroofd. Alsook de “gebruikte” verzen in een ander daglicht worden gezet en zo volledig losstaan van hun oorspronkelijke bedoeling van de schrijver.

     

    .

  24. 3 uur geleden zei Radical:

    Deze is te kort door de bocht, toen saul, samuel op riep was hij toch echt dood gegaan, en wat dacht je van elia en mozes op de berg van de verheerlijking, of jezus die aangaf aan de sadduceeen (die niet geloofde in een opstanding) , dat God is een God van de levende en niet van de dode, de God van abraham isaak en jacob.

     

    Uw opmerkingen zijn terecht en dan ook de moeite waard om deze eens nader te onderzoeken.

    Wat Samuel betreft:

    Die was zeker dood en nergens in Gods Woord is er sprake alsof God hem  in de tijd na zijn sterven tot op  het ogenblik dat Saul de doden bezweerder raadpleegde  uit de dood zou hebben opgewekt.

    Daarom rijst nu de vraag ; Toen Saul  tijdens de seance beschreven in 1 Samuel 28 een geestverschijning zag ; was dat nu werkelijk Samuel die uit de dood was opgestaan of zijn geest uit de geestenwereld?

    Als wij de toestand op dat ogenblik beschouwen stellen we het volgende vast:

    1) Saul was geheel van God afgeweken en had zich niet bekeerd, daarom antwoorde God hem ook niet (vers6).  Zou God hem dan antwoorden door een waarzegster, die de doden zou vragen, een praktijk die door God op straffe van de dood verboden was? ( Lev 19:31/ 20:6,27  Deut 18:9-12 ) Dit is volkomen uitgesloten, God heeft dus niets met deze seance te maken, hier zijn enkel de waarzegster en boze machten aan zet.

    2) Saul heeft de geest niet eens gezien , alleen zei het medium “ dat zij een bovennatuurlijk wezen uit de aarde ziet opkomen”.  De vraag hierbij is dan ook: bevinden de zogenaamde zielen of geesten der vrome overledenen zich nu in de aarde? En vervolgens als God zelf Saul niet wil antwoorden heeft een waarzegster (een duivels medium) of de duivel dan de macht doden te verontrusten of overleden geesten die de zaligheid genieten,  naar hun wens te doen verschijnen? Indien dat zo is dan zouden zij die in de hemel zijn niet veel momenten van rust meer kennen.

    3) De geest (die Saul trouwens nooit zag) was volgens de waarzegster een oude man met een mantel bekleed. Is dat dan de gedaante of de kleding der overleden geesten?

    4) Indien nu werkelijk Samuel “uit de aarde kwam” en hij was te Rama begraven, moest hij dan te Endor, vele kilometers daarvan verwijderd, opstaan? Was hij dan zo lang (twee jaar) na zijn dood nog in de aarde? En wie moest hem nu weer begraven! Zou hij het zelf doen?

    Wat hier gebeurde was een meesterstuk van de aartsbedrieger die door middel van zijn medium koning  Saul, die al volledig van God afgeweken was,  nog dieper in zijn ongeluk stort. Dit alles heeft dan ook niets te maken met de werkelijke  toestand van de doden.

     

    Wat nu Elia en Mozes betreft:

    Elia is niet gestorven, doch is levend ten hemel opgenomen. Zodoende heeft hij nooit de toestand der dood medegemaakt

    Wat Mozes betreft, deze is inderdaad gestorven en begraven (Deut34: 5-6).  Hoe kwam Mozes dan op de berg der verheerlijking? Was het zijn geest of zijn onsterfelijke ziel die daar verscheen, of was het de verrezen (opgestane) Mozes?

    In Judas 9 stellen we vast dat er tussen Christus (Michaël) en Satan een twist is geweest over het lichaam van Mozes. Mozes mocht het beloofde land niet binnengaan en moest sterven. Nochtans zien wij dat de Almachtige hem niet langer in het graf heeft gelaten, doch hem door Michaël heeft opgewekt . Want de twist met de duivel ging om Mozes en dat Michaël overwon is duidelijk;. Zo weten we dat Mozes verrezen is, en hij  zowel als Elia, met een verheerlijkt lichaam samen met Christus verscheen op de berg.

     

     Uw opmerking met betrekking tot de Sadduceeën:

    Het antwoord van Jezus aan de Sadduceeën had totaal geen betrekking op de toestand IN de dood want dat was niet de vraag of het probleem van deze mensen. Hun opmerking had nu juist te maken met het leven , want zij geloofden niet in de OPSTANDING uit de dood of met andere woorden in de herschepping.

    En daarom zei Christus tot hen dat God een God is van levende zelfbewuste wezens zoals hen die volgens Zijn Woord eens zullen opstaan.  

    Maar gij, ga het einde tegen, en gij zult rusten en opstaan tot uw bestemming aan het einde der dagen.” ( Daniël 12:13)

    Afgezien van een paar, die als voorbeelden en bewijs van de belofte moesten dienen, zijn allen en dus ook  Abraham Izaak en Jacob nog niet opgestaan (en dus nog volledig dood) want zij moeten nog wachten totdat Christus uiteindelijk terugkomst op het einde.

    Ook deze allen, alhoewel door het geloof een getuigenis aan hen gegeven is, hebben het beloofde niet verkregen, daar God iets beters met ons voor had. Zodat zij niet zonder ons tot volmaaktheid konden komen (Hebreeën 11: 39-40)

    De doden “wachten “ zogezegd dan ook tot op het moment dat ze terug herschapen worden. De ene tot eeuwig bestaan de andere tot een tweede ontbinding in hun onbewuste componenten.

  25. 36 minuten geleden zei TTC:

    Wat je hier omschrijft vinden we ook terug op wikipedia, een proces van bewustwording dat leidt tot 'heelheid' (cfr complete wezen). In tegenstelling tot wat velen doen vermoeden, het is geen makkelijk proces:

    In de hermetiek wordt de mens het derde levende wezen genoemd en hij overtreft alle andere op aarde levende wezens. Hij heeft een tweeledige natuur: naar zijn lichaam is hij stoffelijk, sterfelijk en tot het kwade geneigd, maar naar zijn innerlijke wezen is hij geestelijk, onsterfelijk en geneigd tot het goede. In zijn stoffelijke lichaam bevindt zich ook de ware, geestelijke mens, die gekenmerkt wordt door verstand (logos) en geest (nous). De gangbare opvatting is dat het verstand de mens doet begrijpen en dat de geest hem het intuïtieve inzicht in de eenheid der dingen geeft. Deze twee kunnen door de begeerten van het lichaam in een staat van onbewustheid gebracht worden, een toestand die als diepe slaap of dronkenschap ervaren wordt. Het doel van de hermetiek is om de mens in te wijden in de verborgen werkelijkheid die zich in en achter de zichtbare werkelijkheid bevindt, om aldus via kennis van zichzelf en het universum tot een intuïtieve godskennis en een persoonlijke, directe godservaring te komen. Dit wordt de hermetische gnosis genoemd. Om het goddelijke te kunnen ervaren moet de mens tot zijn ware zelf komen en dus wakker worden uit de verdovende roes waarin hij kan verkeren. De hermetici waren ervan overtuigd dat dit een moeilijke weg vol hindernissen is en dat velen de weg nooit vinden of hem, al dan niet tijdelijk, weer kwijt raken. (bron)

    Ben je hier zeker van

    Tot nu toe, en dat is al ongeveer 50 jaar heb ik nog nooit de idee van bewustzijn IN de dood vastgesteld in de Bijbel. Het is echter wel zo dat als gelijkenissen en beeldtaal door Christus wordt gebruikt zoals in bepaalde parabels ; maar dan is het ook duidelijk dat het hier dan gaat om een parabel of vertelling, laat Jezus bepaalde individuen "spreken" in hun toestand van dood zijn. Doch dit alles dient dan als een les voor de levenden om hun huidige attitude en toestand onder ogen te brengen en niet om de toestand in de dood te verklaren.

    Dergelijke parabels grijpen sommigen dan echter wel aan om als (totaal on relevant) voorbeeld te dienen om hun stelling kracht bij te zetten. Doch op die manier kan men ook bewijzen dat "bomen in de handen klappen" en een zaaier zijn kostbaar zaad op een rotsbodem dient te gooien.   

×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

We hebben cookies op je apparaat geplaatst om de werking van deze website te verbeteren. Je kunt je cookie-instellingen aanpassen. Anders nemen we aan dat je akkoord gaat. Lees ook onze Gebruiksvoorwaarden en Privacybeleid