Spring naar bijdragen

Sola Scriptura

Members
  • Aantal bijdragen

    424
  • Geregistreerd

  • Laatst bezocht

Berichten geplaatst door Sola Scriptura

  1. 'Truth hurts... Als je de bijbel naast jouw afkeurende en veroordelende uitspraken en manier van doen legt is het een duidelijke zaak...'

    En kom nou niet met een ontwijkend baggerantwoord over gebrek aan dynamiek ofzo.

    Hoe bedoel je dit, en hoe is dit ontopic? :|

  2. Waarom ik laat alleen 2 fotos zien. Er zit geen Copy Right op Wikipedia.

    Kijk, wij Nederlanders, maar ook Engelse, Franse en Spanjaarden, gingen naar Afrika. Wij hebben heel het continent letterlijk verwoest. Stammen uitgemoord. Vrouwen verkracht, en scheurde families in stukken, en brachten ze naar plekken die ze nog nooit gezien of van gehoord hadden. Dat is pas een "sick mind" of een "koud hart".

    Deze mensen moeten natuurlijk beschouwd worden als moordenaars en als gekken.

    Dat zou moeten gebeuren of niet?

    Nee! in plaats daarvan hebben ze eigen school en straat namen. Zelfs beelden en monumenten. Waar de ... zijn we dan mee bezig.

    Leuke eenzijdige kijk op geschiedenis heb je. Zeker geschiedenisles gehad van een linkse hippie die leed aan het collectieve schuldgevoel syndroom.

    looooooooooooooooooooooooooooooooooooooool _O-

  3. Ik denk dat je, als je je te veel richt op één zuivere interpretatie, je het gevaar krijgt te vervallen in biblicisme.

    Klopt. Je moet geen teksten bij elkaar sprokkelen uit de context om je eigen doctrine te steunen, dus de Bijbel te laten buikspreken.

    Daarom is exegese en hermeneutiek zo belangrijk, niet alleen bij het voorbereiden van een preek of Bijbelstudie, maar ook als je specifiek met een theologische discussie bezig bent. Het evangelie en veel dingen staan heel duidelijk in de Bijbel, maar er zijn natuurlijk ook onderwerpen die je niet direct of duidelijk in de Bijbel kan terug vinden, dan betreed je een grijs gebied, en waar je dus niet met de autoriteit van ''Zo zegt de Here'' spreken. En is er zeker ruimte voor vrije interpretatie en meditatie, maar met minder bijbels gezag.

    Maar dit zie ik al ontaarden in een sub-topic over de Bijbel, dus hou het hier even bij.

  4. Eens. :D:):Y
    Met het feit dat het Woord van God niet de Heilige Schrift is én dat de Heilige Schrift niet het Woord van God is?

    Met de door u gequote artikelen van de Nederlandse geloofsbelijdenis.

    Gods Woord is niet alleen logos maar ook Réma, Door de geest geïnspireerd en Leven ingeblazen, en ook een persoon:

    Joh 1,14

    Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de eniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid.

    De Schrift is een vorm van Gods openbaring, Door de Geest via mensen, maar zeker onfeilbaar.

    Er is dus een overlap, het een vloeit over in het andere.

    En we kunnen als mensen nooit alles bevatten en in woorden/doctrines/menselijke geloosbelijdenissen vangen.

    Mijn hele punt is gewoon dat de Bijbel voor een Christen het compas van zijn of haar leven moet zijn.

  5. Mooi gezegd Robert. Eerlijk gezegd had ik zo'n gedachte in mijn hoofd. Hoewel ik niet geloof in God, beschouw ik mezelf wel als een fundamenteel religieus mens en ik ken het gevoel (noem het heimwee) naar een plek waar ik nog niet ben geweest. Zoals je zegt, is het alsof je de luwten van de eeuwigheid, de belofte van de toekomst erin ervaart, gecontrasteerd met de ellende van alledag.

    Ah... nu ik dit lees had ik al wat vragen kunnen schrappen die ik had bij je welkomstopic, maar goed...

    Ik denk dat je dat gevoel hebt wat je omschrijft, omdat je gemaakt bent naar Gods evenbeeld.

    En geloof dat er diep in je kernwezen een herinnering is naar God, en wetenschap van het boven natuurlijke. Je ziet apen ook geen altaren bouwen, de mens is ongenezelijk religieus. Het probleem is dat we, zoals Blaise pascal eens schreef ''een God-vormige leegte/gat in ons hart hebben'', en niks kan ons helemaal volkomen maken tot dat gevuld is. Door de zondeval, is de mens vervloekt (gen 3) en zijn we van God gescheiden door de zonde. Via Jezus die plaatsvervangend aan het kruis de zonde droeg is er een brug/oplossing gekomen. Volgens rom 1:18-23 hebben de mensen ook geen excuus door de openbaring die ze al hebben.

    Daarnaast heeft God zich ook nog eens geopenbaard Via Zijn Woord, wat tot climax kwam in en door Jezus en de kracht van de Heilige Geest in het hart van de gelovige.

    Als ik zo je reacties lees hier en daar lees vrees ik dat je veel dingen van de Bijbel zult gaan vergeestelijken, er uithalen wat mooit en nuttig voor ''jouw waarheid'' is (postmoderne uitspraak, waar ik het niet mee eens ben, en al een oxymoron/paradox is) en ideologie.

    Heb deze gesprekken vaker gehad en weet nu al dat het lastig praten word tussen twee mensen waar de een de Bijbel als maatstaaf heeft voor leer en leven, en de ander niet. Door de vooronderstellingen begint je al op twee sporen.

    Maar ik geef het een poging.

  6. Hoi Bento,

    Welkom op het forum.

    Natuurlijk ben je vrij om wel of niet te antwoorden, maar op basis van je eerdere reactie zou ik wat specifieke vragen willen stellen.

    Geloof je dat de Bijbel de universele waarheid is?

    Dat Jezus de Zoon van God is en voor je zonden aan het kruis is gestorven en waarlijk opgestaan?

    Weet je jezelf wedergeboren (en dan niet de filosofische/ideologische manier)?

    Wat denk je hier van?

    Joh 14,6

    Jezus zeide tot hem: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij.

    Hand 4,12

    En de behoudenis is in niemand anders, want er is ook onder de hemel geen andere naam aan de mensen gegeven, waardoor wij moeten behouden worden.

  7. LOL! youtube staat vol met die cowboy verhalen. 9 van de tien mensen die dit teken geeft bedoeld ''rock on'' of wilt er de afiniteit met de rock and roll mindset weergeven.

    En zelfs degene die het wel bedoeld als het teken van satan (hoorntjes) is het meer voor schock-value. i am not impressed.Als ze echt in God en satan zouden geloven en ook maar 3 seconden in de hel zijn geweest vallen ze huilend voor God op de knieen. Ik heb met ze te doen...

    Ook bush enzo weten niet eens wat het betekend dan dat het een populair teken is onder de jeugd, zeker in verkiezingstijd, zullen dan ff tof willen doen.

    Deze mensen zijn ook vaak degene die overal dingen achter gaan zoeken, en complot theorieen bedenken, hoe jay-z en beyonce stiekum duivels aanbidders zouden zijn, of bij de iliminatie horen, ze gaan zelfs liedjes achter te voren spelen. Satan speelt zo een slim spel, want er is zeker een macht achter vele dingen die nu spelen in de wereld.

    En door zulke mensen, worden sommige christenen die het hebben over satan en demonen bij die categerie ingedeeld, bij de mensen met tin foil hats, en dus niet serieus genomen. Gelukkig hebben wij de Bijbel als om alles wat zich zal voltrekken te toetsen.

  8. Op het moment dat het onderschrijven van de onfeilbaarheid van de bijbel de maatstaf is om christelijk te zijn verliest Credible zijn algemeen christelijke identiteit en verwordt het tot een forum voor een bepaald subtype van het christendom.

    De onfeilbaarheid van de bijbel is een relatief nieuw dogma. Het is nogal jammer dat fundamentalisten nogal geneigd zijn om te denken dat zij het ware christendom vertegenwoordigen, meestal doen ze dat door het bijvoegelijk naamwoord 'wedergeboren' te gebruiken, met de implicatie dat gelovigen uit andere stromingen dat dus niet zijn, of die worden als "christenen" tussen aanhalingstekens geschreven. Dat proef ik ook uit de quote van Sola Scriptura die Ursa aanleiding gaf om dit onderwerp te starten. Ik kan me vergissen maar volgens mij komt Sola Scriptura's typering van het geringe gehalte van het christelijk zijn van dit forum vooral hieruit voort: dat zijn manier van omgaan met de bijbel hier niet door iedereen gedeeld wordt.

    Ben het niet met je eens, ik heb bij andere topic al aangegeven, en Bijbels laten zien dat Gods Woord groter is dan een cultuur of tijdsgeest.

    Dat de Bijbel de universele waarheid is. Als je gelooft wat er in de Bijbel staat moet je ook het gezag wat de Schrift zichzelf toerekent erkennen.

    Zoals ik al zei Jezus citeerde ook de Schrift zeer nauwkeurig als het om theologische zaken ging, profetie en aangaande zichzelf. Paulus en de andere apostelen zijn er ook duidelijk in. Je erkent het zoals het er staat, of je hebt je eigen progessieve, liberale kijk op de Bijbel.

    Ook wil ik van de Bijbel geen nieuw gouden kalf maken of papieren paus, er blijft altijd een subjectieve factor bij het persoonlijk lezen en de interpretatie, dat snap ik.

    Als ik de Bijbel leest getuigt de Heilige Geest in mijn hart dat het de waarheid is, ook door mijn relatie met God persoonlijk komt het dichtbij, is niks empirisch aan.

    Maar als ik de Bijbel als Gods Woord erken, dan moet ik ook de getuigenis van Jezus/God over Zijn Woord serieus nemen.

    Maar dit glijdt nu af naar een topic over het gezag van de Bijbel daar zijn al 3 soorten topics over, BOT.

    EN ja hoe arrogant het ook over kan komen ik geloof echt dat DIT de enige juiste visie op de Bijbel is:

    Dan is er de ‘evangelisch-reformatorische' visie. In deze opvatting worden gezag en inspira­tie met elkaar verbonden. Het laatste gezag rust in de Bijbel zelf. De Heilige Schrift is het Woord van God. Dit gezag wordt bevestigd door het getuigenis van de Heilige Geest in ons hart en niet door het gezag van de kerk of van het verstand. Verder is de openbaring van God in de Bijbel volledig en behoeft niet aangevuld te worden door de kerkelijke traditie. Deze openbaring is ook begrijpelijk en er mag geen onafhankelijk gezag toegekend worden aan het verstand. De traditie, de kerk en de individuele christen kunnen dwalen en doen dat ook, maar de Bijbel, het Woord van God, moet hen corrigeren.

  9. Wat ik me intussen afvraag is of de vergelijking inderdaad niet mank gaat als je bovenstaande toepast op een forum. Een forum is geen kerk, zelfs credible niet en ook bijvoorbeeld het GKVforum is dat niet. Het kenmerk van een forum is dat het een soort marktplein is waar iedereen mag zeggen wat hij wil, binnen bepaalde kaders. Het is een plek van discussie, niet (in de eerste plaats) een plek waar je onderwezen wordt in het Evangelie zoals in de kerk.

    Op een forum gaat het er ook stevig aan toe. In tegenstelling tot in de kerk op zondag, waar je het best oneens kunt zijn met de dominee maar dat niet hardop tegen de hele gemeente gaat zeggen. Op die manier worden mensen niet aan het twijfelen gebracht. De kans op twijfel is veel groter op een forum. Daar zijn namelijk geen mensen die tegen je zeggen dat je iets beter niet kunt zeggen of lezen. Op het forum kom je juist andersdenkenden tegen. Een unieke kans om met zulke mensen in discussie te gaan. Helemaal omdat het gebeurt op credible en daarom redelijk beschermd, niet alleen omdat er een christelijke crew is maar ook omdat er altijd christenen zijn die tegen eventuele dwaalleren in gaan.

    Hmm ja, makes sense, ik bedoel ik gaf al aan dat de vergelijking mank gaat met een christelijke gemeente, maar het hebben van een christelijke identiteit moet wel te merken zijn vind ik op een forum. Maar je maakt een goed punt.

  10. Sterker nog: als je niet-christenen (dus niet 'anti-christenen' .. da's iets anders ;) ) zou weren dan ben je zeer onchristelijk en zeer onbijbels bezig ('zout der aarde', anyone?).

    Om het meteen onbijbels te noemen wil ik achterwege laten, maar het zou wel een gemiste kans kunnen zijn ja.

    Dit is een online forum, dus geen gemeente, met kerktucht en excommunicatie.

    Door de unieke identiteit van een online forum, is het lastig om het onderstaande Bijbelse principe toe te passen:

    1cor 5 12 Staat het soms aan mij, hen te oordelen, die buiten zijn? Oordeelt ook gij niet (alleen) hen, die in uw kring zijn? 13 Hen, die buiten zijn, zal God oordelen. Doet, wie niet deugt, uit uw midden weg.

    *

    Maar als nog hebben de /oprichters/herders van een christelijk forum wel een verantwoordelijkheid de christelijke identiteit te beschermen.

    Ik denk dat wanneer een forum voornamelijk alleen om Jezus Christus en Zijn Woord zou draaien, die personen zich hier totaal niet thuis zouden voelen

    Als een ongelovige of anti-gelovige zoals beschreven zich thuis gaat voelen in een kerk, dan is er iets niet goed, en zo zijn er ook lijnen te trekken naar een christelijk forum, al loopt die vergelijking soms mank.

    Er zijn bijvoorbeeld veel kerken waar mensen worden vermaakt, de drempel zeer laag is, Het gezag van de Bijbel relatief is, waar de mensen ''seeker-friendly'' zijn, waar word gesproken over Hoe God van ons houd , ons wilt zegenen, wat Hij vor ons kan betekenen, hoe hij ons leven beter kan maken.

    Amper hoor je over de zonde, hel, zelfverloochening en navolging. Zo kunnen ongelovigen er rustig, comfertabel zitten, en gaan de meeste met een valse veiligheid en fopspeen naar de hel, omdat ze een half en verdraaid evangelie horen. Ik vraag me echt af of een Paulus of Jezus ooit uitgenodigd zou worden bij een kerk anno 2011.

    Hoe seeker-friendly ( zoekervriendelijk/mens en wens-gericht is dit?

    mat 10:

    34 Denk niet dat ik gekomen ben om op aarde vrede te brengen. Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. 35 Want ik kom een wig drijven tussen een man en zijn vader, tussen een dochter en haar moeder en tussen een schoondochter en haar schoonmoeder; 36 de vijanden van de mensen zijn hun eigen huisgenoten! 37 Wie meer van zijn vader of moeder houdt dan van mij, is mij niet waard, en wie meer houdt van zijn zoon of dochter dan van mij, is mij niet waard. 38 Wie niet zijn kruis op zich neemt en mij volgt, is mij niet waard. 39 Wie zijn leven probeert te behouden zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van mij, die zal het behouden.

    *

    p.s delete AUB alle oftopic post over het gebruik van de engelse taal.

  11. Grote lappen Engelse tekst

    Is relatief klein stukje.

    Aanwijzingen van de crew zijn er om opgevolgd te worden dus voor 21:00 uur vanavond heb je het of vertaald of samengevat of het wordt verwijderd. Is het zo duidelijk?

    ok, waar plaats ik de links naar de plaatsen waar ook engelse stukken staan? pb? of hier?( laten we het dan ook goed doen en alles wissen)

    hoe zit het met de engelse onderschriften?

    p.s ik kan hem niet meer veranderen of samenvatten in het nederlands. dat potlood symbooltje is weg.

    (jammer dat hier weer een oftopic spin-off van komt,nergens voor nodig. mensen die het willen lezen doen het, en anderen negeren het gewoon, zal wel weer paranoid zijn als ik denk dat dit gewoon om mij als persoon is)

  12. Goed artikel uit de (online) studieBijbel: http://www.studiebijbel.nl/home.html

    1. Inleiding

    Wie zich met het onderwerp 'christologie' bezighoudt, merkt al snel dat dit het hart van het Nieuwe Testament is en dat er verbanden bestaan met bijna alle theologische thema's. Het geven van een overzicht wat het Nieuwe Testament zegt over de persoon van Jezus Christus vergt dan ook een boekwerk. We willen ons in dit artikel beperken, en wel tot de verkondiging van Jezus Zelf. Dus niet wat de apostelen over Hem verkondigden, maar wat Jezus Zelf predikte. En binnen zijn verkondiging beperken we ons weer tot wat Hij leerde aangaande Zichzelf. Hoe heeft de mens Jezus van Nazaret, die in de eerste eeuw van onze jaartelling in Israël leefde, Zichzelf aan de mensheid voorgesteld? Niet wat anderen over Hem dachten en zeiden, maar wat zei Hij Zelf over zijn identiteit?

    Als Jezus Christus het hoofdthema van het Nieuwe Testament is, dan is het van het hoogste belang om te onderzoeken hoe Hij Zichzelf zag. Wie is Jezus Christus? Zei Hij Zelf, dat Hij de Messias was of de Verlosser of de Zoon van God? Of hebben anderen dit later over Hem gezegd? En als Hij deze titels gebruikte, wat bedoelde Hij hier dan mee?

    We zullen het hebben over Jezus' roeping, over zijn woorden en werken en over de door Hem en voor Hem gebruikte titels. Vervolgens willen we proberen de essentie van zijn persoon en zijn roeping, beter uitgedrukt met het Duitse woord 'Hoheitsbewusstsein', te omschrijven. We moeten ook ingaan op de relatie tussen zijn getuigenis aangaande Zichzelf en zijn prediking van het Koninkrijk van God en tot slot zullen we nadenken over de continuïteit tussen de verkondiging van Jezus en het getuigenis van de christelijke gemeente over Hem.

    2. De roeping van Jezus

    Op een zekere dag is Jezus aanwezig bij een gelegenheid waar Johannes de Doper mensen doopt (Luc.3:21-22 par.). Als Jezus gedoopt wordt, gebeuren er twee dingen die Hem van de andere mensen onderscheiden. De hemel gaat open en de Geest van God daalt op Hem neer. Volgens Joodse opvatting was sinds de dagen van Haggaï, Zacharia en Maleachi de Geest van profetie van Israël geweken. Deze zou weer verschijnen in de messiaanse tijd om de Messias toe te rusten (vgl. Jes.11:2; 48:16; 61:1). Dit gebeurt hier en Jezus ontvangt dan ook volmacht om namens God te spreken. Maar er gebeurt nog iets meer. Een hemelse stem proclameert het volgende: 'Deze is mijn Zoon, de geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb' (Matt. 3:17//Marc.1:11//Luc.3:22). De stem bevestigt met woorden wat de uitstorting van de Geest op Jezus betekent. De woorden herinneren aan (de messiaanse) Psalm 2 (vs.7 'dit is mijn zoon'), maar vooral aan de 'Knecht van de Heer' in Jesaja 42 (vs.1 'in wie Ik welbehagen heb'). Bovendien is de 'geliefde' zoon in het OT de eniggeboren zoon en spreken deze woorden over de unieke relatie die er is tussen de hemelse Vader en Jezus. De proclamatie van de Vader houdt in, dat Jezus zijn eniggeboren Zoon is, die de messiaanse taak van de 'Knecht des Heren' uit Jesaja zal volbrengen.

    Bij zijn doop wordt Jezus dus door de Geest van God aangegrepen en vervuld. Hij ontvangt de roeping van God om zijn boodschapper en de aanbrenger van de beloofde heilstijd te zijn en Hij wordt voor deze taak toegerust met de Heilige Geest. Vanaf zijn doop weet Jezus Zich geroepen tot de taak van de door Jesaja beloofde 'Knecht van God' (Jes.42, 49, 50, 53).

    Dat het uur van Jezus' doop voor Hem van de hoogste betekenis was, blijkt ook uit een twistgesprek dat Hij op een gegeven moment heeft met de Joodse leiders. Ze vragen Jezus wie Hem de bevoegdheid heeft gegeven de dingen te doen die Hij doet (Matt.21:23-27//Marc.11:27-33//Luc.20:1-8). Jezus antwoordt hun met een wedervraag: 'Waar kwam de doop van Johannes vandaan? Van de hemel of van de mensen?' Deze wedervraag was niet een vraag over de doop van Johannes in het algemeen, waarmee Hij hun vraag wilde ontwijken of de confrontatie ontlopen, maar het was een directe en serieus gemeende vraag over zijn doop door Johannes, een vraag die de kern van de zaak raakte en het antwoord op hun vraag binnen handbereik bracht. In zijn wedervraag bedoelde Jezus hun duidelijk te maken: mijn volmacht berust op de doop door Johannes, dat wil zeggen op dat wat er tijdens die doop gebeurd is.

    3. De uitstraling van Jezus' optreden

    Omdat Jezus geen theologische studie had genoten werd hij niet zozeer gezien als een rabbi, maar als een profeet. Dit is dan ook doorgaans het oordeel van de mensen over Hem (Matt.21:11,46; Marc.6:15; 8:28 e.a.), zelfs met enige scepsis ook binnen de kring van de Farizeeën (Marc.8:11; Luc.7:39). Hoewel zijn opdracht hiermee niet volledig werd aangegeven, plaatst Jezus Zichzelf toch ook in de rij van profeten (Matt.23:31-32,34-39; Luc.13:33). Ook als Hij zegt dat Hij de Heilige Geest heeft ontvangen, geeft Hij hiermee aan dat Hij een profeet is. Want de Geest bezitten was voor een Jood in de eerste eeuw gelijk aan 'profeet zijn'. In de synagoge van Nazaret opende Jezus de Schrift, las de passage uit Jesaja 61:1vv. voor, waar staat: 'De Geest van de Heer rust op mij …' Nadat Hij de rol gesloten had en teruggegeven aan de dienaar zei Hij: 'Vandaag is het Schriftwoord dat u gehoord hebt in vervulling gegaan' (Luc.4:16-21). Al deze plaatsen laten zien dat Jezus Zich sinds zijn doop op profetische volmacht beriep. Dit betekent niet dat Hij Zichzelf zag als een oudtestamentische profeet, want volgens de overlevering van het synagogale Jodendom was de Geest sinds de dood van de laatste schriftprofeten Haggaï, Zacharia en Maleachi uitgedoofd. In het verdwenen zijn van de Geest kwam volgens de Joodse opvatting de godsverduistering in het heden tot uitdrukking. Men verwachtte dat de Geest in de laatste dagen weer uitgestort zou worden. Jezus zag Johannes de Doper als een profeet in wie de Geest weer was teruggekeerd (Matt.11:9; Luc.7:26). Maar van Zichzelf zegt Hij: 'Meer dan Jona is hier', dat wil zeggen meer dan een profeet (Matt.12:41). Dit 'meer' heeft een eschatologische klank. Met de nieuwe werken die in de kracht van de Geest worden gedaan is de in het Oude Testament beloofde messiaanse heilstijd aangebroken. Meer dan Johannes de Doper staat hier voor u (vgl. Matt.11:11) en zelfs meer dan Mozes (vgl. Matt.5:21-48)! De hierbij horende volmacht wordt het duidelijkst uitgesproken in Matt.5:17 'Meent niet, dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen.' Jezus zegt hiermee dat met Hem de tijden van vervulling zijn aangebroken, waarover de profeten hebben geprofeteerd (o.a. Jer.31:31-34; Ezech. 11:19-20) en dat Hij de beloofde profeet als Mozes is (Deut.18:15,18).

    Jezus spreekt en handelt naar de wil van God zoals deze geldt voor de tijd van de vervulling, de messiaanse heilstijd, en die overstijgt Gods wil zoals deze gold in de tijd van de belofte, de oudtestamentische tijd (vgl. Marc.10:1-12). De aanwezigheid van de Geest is het teken dat de heilstijd is aangebroken. God bemoeit Zich weer direct met zijn volk. Als drager van de Heilige Geest is Jezus niet alleen een profeet zoals de oudtestamentische profeten, maar Gods laatste en beslissende gezant. Zijn verkondiging biedt de laatste mogelijkheid tot behoud en is daarmee een eschatologisch gebeuren. Met zijn optreden breekt de voleinding aan.

    En de Geest werkt in Jezus op tweeërlei wijze, in woord en daad (vgl. Luc.24:19), in machtige daden en gezaghebbende woorden. Hij geneest zieken en werpt boze geesten uit. De overwinning over de macht van de boze moet niet slechts gezien worden als afzonderlijke aanslagen op het rijk van satan, maar als tekenen van de aangebroken heilstijd, waarin het kwaad niet meer regeert. Hij zegt namelijk: 'Indien Ik door de Geest Gods de boze geesten uitdrijf, dan is het Koninkrijk Gods over u gekomen' (Matt.12:28). De vernietiging van satan is door Jezus ingezet (vgl. Marc.1:24). Elke keer wanneer er een demoon wordt uitgeworpen is dit een vooruitgrijpen op het uur dat de satan zichtbaar onttroond zal worden. Dit optreden is in die mate uniek voor Jezus.

    4. De verkondiging van Jezus

    0

    4.1 Het Koninkrijk van God

    Wat betreft de verkondiging van Jezus is het centrale thema het 'Koninkrijk van God'. Zo vatten tenminste de drie eerste evangelisten Jezus' verkondiging samen (Marc. 1:15; Matt.4:23; 9:35; Luc.4:43; 8:1). Dit blijkt ook duidelijk in de vele keren dat Jezus over het Koninkrijk spreekt. Hij heeft het o.a. over het ingaan in het Koninkrijk, het feestmaal van het Koninkrijk, de nabijheid van het Koninkrijk, het gebed om het komen van dat Rijk. Ook vele gelijkenissen handelen over het Koninkrijk Gods. Maar wat moeten we nu onder dit Koninkrijk verstaan?

    De term Koninkrijk van God wordt in het Nieuwe Testament nergens uitgelegd, waaruit we opmaken dat deze bekend werd verondersteld. In het Oude Testament komen we het begrip in tweeërlei zin tegen. Ten eerste in de zin van het altijd aanwezige, algemene koningschap van God. In de Psalmen wordt het universele koningschap van God bezongen (bv. Ps.47, 93, 96-99). Dit koningschap kan in de schepping en in de geschiedenis nog niet ten volle waargenomen worden, want het is daar nog geen algemene werkelijkheid geworden.

    Ten tweede wordt er in het Oude Testament over het koningschap van God gesproken in de zin van het toekomstige messiaanse Vrederijk. Het zichtbare koningschap van God over de wereld zal in de toekomst werkelijkheid worden (bv. Jes.2:2-5; Dan.2:44). Deze beloofde toekomstige heerschappij is nauw verbonden met de komst van zijn knecht, de Messias.

    Uit tekstplaatsen als Marcus 1:15, waar Jezus zegt: 'De tijd is vervuld en het Koninkrijk Gods is nabij gekomen' blijkt dat Jezus spreekt over iets dat in het OT beloofd en aangekondigd werd! Met andere woorden, Jezus spreekt over het Koninkrijk in de tweede zin, het beloofde messiaanse Rijk. Met de komst van dit Rijk breekt de tijd van de vervulling aan, de voleinding, de beloofde heilstijd.

    Verder wordt uit de oudtestamentische achtergrond duidelijk dat het niet om een koninkrijk gaat in ruimtelijke of geografische zin, maar om de heerschappij, het gezag van de koning. Het hoofdkenmerk van dit koningschap is dat God zijn koningsideaal van gerechtigheid op aarde zal verwezenlijken. Dit ideaal bestaat niet primair in een onpartijdige rechtspraak, maar veeleer in de bescherming die de koning biedt aan hulpelozen en armen, aan wezen en weduwen. Jezus zegt dat dit koningschap komend is, het is nabij, voor de deur.

    4.2 De Verlosser

    Het is behalve de verkondiging van het Koninkrijk ook duidelijk dat Jezus impliciet Zichzelf verkondigde als Verlosser en Plaatsvervanger van God op aarde. Om zijn bediening en volmacht duidelijk te maken gebruikt Hij beelden als de 'boodschapper van God' die de mensen bijeenroept voor het feestmaal en 'arts' van de zieken (Marc.2:15-17), 'de herder' (Marc.14:27v par.; Joh.10) en 'de huisvader' die het gezin van God aan zijn tafel nodigt (Luc.22:29v.). Dit soort beelden hebben een eschatologische klank en wijzen er duidelijk op dat Jezus Zichzelf zag als de Heiland, de Verlosser die namens God op aarde optreedt. Dit blijkt ook duidelijk uit het veel voorkomende benadrukte egô 'ik' in de woorden van Jezus. Dit 'ik' is zeer markant aanwezig in de zogenaamde antithesen in Matt.5:21-48 'U hebt gehoord dat tot de ouden gezegd is … maar Ik zeg u …'. We vinden deze wijze van spreken ook in bevelen (bv. Marc.9:25), uitzendingswoorden (bv. Matt.10:16) en troostwoorden (bv. Luc.22:32). Deze 'ik', die zijn uitspraken vaak vooraf laat gaan door 'amen', spreekt met goddelijke volmacht en weet Zich de Plaatsvervanger van God. Hij treedt in de plaats van de thora (Matt.7:24-27 par.) en van het belijden van deze 'Ik' is het heil van de mensen afhankelijk (Matt.10:32v. par.). Voor de achtergrond van dit goddelijk 'ik' in het Oude Testament en de relatie met de goddelijke Wijsheid, zie het artikel 'Jezus en het evangelie naar Johannes'. De verkondiging van Jezus bleef dus niet beperkt tot het Koninkrijk van God. We zien ook dat Hij Zichzelf als de Verlosser voorstelde en dat dit onderdeel van zijn boodschap was. Het is dan ook zinvol op te merken dat het een misverstand is dat de roeping en het zendingsbewustzijn van Jezus het duidelijkst zichtbaar zouden zijn in de gebruikte messiaanse titels. Dat Jezus Zichzelf als de Messias, als de Plaatsvervanger van God op aarde zag, is ook zonder titels zonder meer duidelijk.

    4.3 Prediking van het Koninkrijk en Jezus' getuigenis aangaande Zichzelf

    Een vraag die veel gesteld wordt, is hoe de zojuist genoemde twee thema's, die van de prediking van het Koninkrijk en Jezus' getuigenis aangaande Zichzelf, zich verhouden. Vaak denkt men namelijk dat maar één van beide authentiek kan zijn, en de voorkeur valt dan altijd uit ten gunste van de prediking van het Koninkrijk.

    Bij lezing van de evangeliën valt het echter op dat de schrijvers het onderwijs van Jezus verdelen over twee elkaar afwisselende groepen. Enerzijds is er het onderwijs dat aan een breed publiek of aan tegenstanders in het openbaar wordt gegeven, anderzijds is er het onderwijs dat alleen voor de discipelen bestemd is. Deze tweedeling komen we ook in het evangelie naar Johannes tegen. Dit gaat terug op Jezus Zelf. We zien dat bijvoorbeeld in Marc.4:10-11 “En toen Hij [met hen] alleen was, vroegen zij die in zijn omgeving waren met de twaalven Hem naar de gelijkenissen. En Hij zeide tot hen: 'U is gegeven het geheimenis van het Koninkrijk Gods, maar tot hen, die buiten staan, komt alles in gelijkenissen'.” Jezus maakt dus onderscheid tussen onderwijs voor discipelen en voor buitenstaanders, tussen zogenaamd esoterisch en exoterisch onderwijs (vgl. Matt.11:27 par.; 13:16v. par.). Evenals in het Jodendom komen beide vormen bij Jezus naast elkaar voor. Het zou eerder bevreemden wanneer dit in tegenstelling tot de Joodse context niet het geval was. Het verschil tussen beide is bij Jezus een verschil in verstaanbaarheid: alleen aan de gelovigen wordt de volmacht van Jezus geopenbaard.

    Met dit gegeven komt overeen dat het merendeel van de 'Zoon des mensen'-woorden (zie hieronder) gericht zijn tot de discipelen, terwijl het thema van het Koninkrijk van God een veel grotere rol speelt in zijn openbare prediking, zoals bijvoorbeeld in de gelijkenissen. Dit blijkt bijvoorbeeld duidelijk in Luc.17:20vv. waar Jezus tegenover de Farizeeën over het Koninkrijk van God spreekt, maar direct erna tegen zijn discipelen (vs.22) over de dagen van de Zoon des mensen.

    Dit onderscheid is van fundamenteel belang voor een juiste waardering van Jezus' getuigenis aangaande Zichzelf.

    5. Het messiaanse Rijk nu al aanwezig

    We zagen dat Jezus verkondigde, dat het Koninkrijk nabij was, voor de deur. Het is zo nabij, dat de krachten ervan al werkzaam zijn in het heden. Dat het Koninkrijk nabij is, werd ook door bijvoorbeeld de Joodse apocalyptische beweging in de eerste eeuw en door Johannes de Doper verkondigd. Maar nieuw is bij Jezus dat de krachten ervan al in het heden werkzaam zijn.

    Op de vraag van Johannes de Doper uit de gevangenis of Jezus degene was die komen zou of dat zij een ander te verwachten hadden, antwoordt Hij: 'Blinden worden ziende en lammen wandelen, melaatsen worden gereinigd en doven horen, doden worden opgewekt en armen ontvangen het evangelie'. In deze opsomming zien we een duidelijke toespeling op oudtestamentische profetieën over het messiaanse Vrederijk (Jes.26:19; 29:18v.; 35:5-6; 61:1v.). De uitzichtlozen worden geholpen en de zieken genezen. De tijd waarin de Geest was gedoofd, is ten einde en de heilstijd breekt aan.

    Wanneer Jezus aan het begin van zijn bediening in Nazaret uit Jesaja 61:1-2 citeert: 'De Geest des Heren Heren is op mij, omdat de Here mij gezalfd heeft; Hij heeft mij gezonden om een blijde boodschap te brengen aan ootmoedigen, om te verbinden gebrokenen van hart, om voor gevangenen vrijlating uit te roepen en voor gebondenen opening der gevangenis; om uit te roepen een jaar van het welbehagen des Heren Â…' zegt Hij vervolgens: 'Heden is dit schriftwoord voor uw oren vervuld', met andere woorden, met u als getuigen is dit heden in vervulling gegaan (Luc.4:21). De eschatologische bruiloft is begonnen, de bruidegom is gekomen en het bruiloftsfeest is gaande (Marc.2:18vv.). Met veel verschillende beelden brengt Jezus steeds weer dezelfde boodschap, te weten dat de messiaanse heilstijd is aangebroken. Het licht is gekomen en schijnt (Marc.4:21). De dag van de oogst is aangebroken, met een dertig-, zestig- of zelfs honderdvoudige vrucht (Marc.4:8), de oogst is groot (Matt.9:37), de velden zijn wit (Joh. 4:35). De vijgenboom krijgt weer bladeren, de lente staat voor de deur (Marc.13:28vv.). Nieuwe wijn wordt aangeboden (Marc.2:22). Het feestgewaad wordt aan de verloren zoon gegeven (Luc.15:22). Nu al wordt de vrede en het heil van God aangeboden (Matt.10:11-15), wordt er gebonden en ontbonden (Matt.16:19; 18:18), dat wil zeggen, wordt de verlossing meegedeeld en het oordeel aangezegd.

    Ook met symbolische of beter gezegd profetische handelingen heeft Jezus duidelijk gemaakt, dat het Koninkrijk van God, de heilstijd, nu al aangebroken is. Wanneer Hij de handelaren uit de tempel verdrijft, brengt Hij daarmee Zach.14:21 tot vervulling: 'En op die dag zal er geen veehandelaar meer zijn in het huis van de Heer van de machten', een messiaanse profetie volgens welke 'in het laatst der dagen' de tempel gereinigd en in ere hersteld zal worden (vgl. Mal.3:1vv.; Ezech.40-47). Het is nu de dag dat de tempel wordt vernieuwd en de nieuwe eeuw aanbreekt. En na een wonderbare spijziging van 5000 mensen, reageren de mensen die dit meemaken als volgt: 'Deze is waarlijk de profeet, die in de wereld komen zou' (Joh.6:14). En wanneer Jezus op zijn laatste reis naar Jeruzalem de stad binnenrijdt op een ezel is dit een duidelijke herinnering aan de koning van vrede in Zach.9:9. Dit wordt dan ook zo door de omstanders ervaren, wanneer zij roepen: 'Gezegend het komende rijk van onze vader David' (Marc.11:10). Hiermee spreken zij hun verwachting uit dat het door de profeten aangekondigde herstel van het koningshuis van David nu voor de deur staat.

    6. Messiaanse titels en verwachtingen

    0

    6.1 Messias

    De meest voor de hand liggende titel, namelijk die van 'messias', gezalfde, blijkt niet door Jezus Zelf gebezigd te worden. Dit wijst erop dat Hij de verwachting die er onder de Joden in zijn dagen leefde, niet zonder meer wilde bevestigen. De messiaanse verwachting onder het gewone volk werd namelijk eenzijdig gevoed door de typering van een politieke Messias in het deutero-kanonieke boek de Psalmen van Salomo. Men verwachtte een Messias die zou regeren met een ijzeren staf, die de aarde zou reinigen van kwaad en de heidense volkeren zou verslaan, Jeruzalem zou bevrijden en voor eeuwig als koning zou regeren. Sterker nog, Jezus heeft de verwachting van een politieke Messias tijdens zijn optreden op aarde radicaal afgewezen (zie hieronder, bij de bespreking 'Zoon van God').

    Toch heeft Hij anderzijds, zoals we al eerder opmerkten, in zijn hele optreden een messiaanse verwachting opgeroepen. Dit blijkt ook duidelijk uit twee passages in het Evangelie, waarin Jezus de titel die anderen gebruiken met betrekking tot Hem, niet afwijst. Jezus vraagt op een zeker moment aan zijn discipelen 'Wie zeggen jullie, dat Ik ben?' En dan antwoordt Petrus namens alle discipelen: 'U bent de Messias' (Marc.8:29). Vervolgens gebiedt Jezus hun hierover met niemand te spreken! Dit mag nog niet publiek bekend worden. En volgens Matteüs heeft Jezus hier ook nog gezegd: 'Zalig ben je, Simon Barjona, want vlees en bloed hebben je dat niet geopenbaard, maar mijn Vader die in de hemelen is' (Matt.16:17). Een tweede keer dat de messiastitel voor Jezus gebruikt wordt, is door de hogepriester, wanneer Jezus voor het Sanhedrin staat. De hogepriester vraagt hem: 'Bent u de Messias, de zoon van de Gezegende?' En Jezus antwoordde hem: 'Ik ben het' (Marc.14:61-62a). Maar hier blijkt ook direct hoe Jezus het messiasschap invult, want Hij zegt vervolgens: 'en u zult de Zoon des mensen zien, gezeten aan de rechterhand van de macht en komende met de wolken des hemels' (Marc.14:62b). Zijn messiasschap heeft niet het karakter van een politieke vorst, maar van de hemelse mensenzoon.

    Samenvattend moeten we vaststellen, dat Jezus niet openlijk uitsprak dat Hij de Messias was, maar Hij sprak het ook niet tegen, wanneer het van Hem gezegd werd. En staande voor het Sanhedrin, aan het einde van zijn leven, geeft Hij duidelijk aan wat Hij onder zijn messiasschap verstond: Hij is de hemelse Zoon des mensen die zit aan de rechterhand van God (zie verder beneden onder Zoon des mensen).

    6.2 Zoon van God

    Ook hier is het opmerkelijk, dat Jezus Zelf nooit de volle titel voor Zichzelf gebruikt. Het zijn de hemelse stem bij zijn doop (Marc.1:11) en op de berg van de verheerlijking (Marc.9:7), de duivel en demonen (Matt.4:3,6; Marc.5:7) en de hogepriester (Marc.14:61), die de titel 'zoon van God' voor Hem gebruiken. Met andere woorden, God, demonen en mensen, maar niet Jezus Zelf, gebruiken deze titel. Nu werden joodse chasidim die charismatische krachten bezaten wel vaker 'zonen van God' of 'heilige (mannen)' genoemd. Zo kan het ook bij Jezus gegaan zijn (bv. Marc.1:24; 3:11; 5:7), maar er is meer aan de hand. In Jezus' dagen had de titel Zoon van God ook een messiaanse betekenis gekregen. In Qumran werden 2 Sam.7:14 ('zoon van David') en Psalm 2:7 ('mijn zoon bent u') met elkaar in verband gebracht en messiaans uitgelegd. De 'Zoon van God' is de 'Zoon van David', de beloofde Messias. Jezus wees tijdens zijn eerste komst de bediening van een politieke messiaanse vorst af, zoals we eerder al zagen. We zien dat ook duidelijk tijdens de verzoeking in de woestijn (Matt.4:1-11). De duivel zegt 'Als je de zoon van God bent, verander dan deze stenen in broden', met andere woorden, gebruik je macht dan. En terwijl ze op het dak van de tempel staan, zegt de satan: 'Spring dan naar beneden, want er komen dan toch engelen om je te dragen'. Met andere woorden, legitimeer jezelf dan door een wonder te doen dat iedereen overtuigt. En bij het derde aanbod waarbij de satan Jezus de wereldheerschappij aanbiedt, als hij hem aanbidt, wordt het helemaal duidelijk. Want de wereldheerschappij is inderdaad aan de Messias beloofd (Ps.2:8; Dan.7:14). Jezus werd door de duivel verzocht Zich te manifesteren als de messiaanse Koning in politieke zin, maar Hij weerstond deze verzoeking. Hij had bij zijn eerste komst een andere roeping.

    Toch wijst Jezus niet af dat Hij de zoon van God is. Sterker nog, Hij heeft de gewoonte God in zijn gebeden aan te spreken als 'Vader' (bv. Marc.14:36; Matt.11:25vv.//Luc.10:21). En hij ziet Zichzelf als de Zoon van God op een van anderen onderscheiden unieke wijze. Dit blijkt overduidelijk uit zijn woorden in Matt.11:27 'Alle dingen zijn Mij overgegeven door mijn Vader en niemand kent de Zoon dan de Vader, en niemand kent de Vader dan de Zoon en wie de Zoon het wil openbaren.' Hij heeft als de Zoon een exclusieve relatie van kennis en liefde met de Vader en hij heeft alle macht en heerschappij van zijn Vader ontvangen (vgl. Dan.7:14; Matt.28:18). Samenvattend kunnen we dus stellen, dat Jezus Zichzelf wel degelijk voorstelt als de Zoon van God, de Messias die de heerschappij over de wereld heeft ontvangen, maar dat zijn bediening niet bestaat uit een politiek optreden.

    6.3 Jezus en Israël

    Omdat we in het voorgaande een aantal keren duidelijk vaststelden dat Jezus een politiek messiaans optreden afwees, is het hier de plaats om in te gaan op zijn relatie met het volk Israël. Heeft Hij Zichzelf nu wel of niet voorgesteld als de aan Israël beloofde Messias?

    Het feit dat Jezus op een zeker ogenblik 12 discipelen kiest (Matt.10:1 par.) houdt verband met de 12 stammen van het volk Israël. Deze 'twaalf' vertegenwoordigen het nieuwe Israël, de heilige rest die in de laatste dagen behouden zal worden (Jes. 10:20,21; 28:5; Ezech.6:8; Amos 5:15; Zef.2:9; vgl. Openb.7:4-8). Jezus heeft de discipelen geboden de grenzen van het land Israël niet te overschrijden, maar alleen te gaan naar de dorpen en steden in Israël (Matt.10:5-6,23; vgl. 15:24) en namens hem de verstrooide en verdwaalde schapen van het huis van Israël te verzamelen (vgl. Matt. 9:36). Hij had geen politieke intenties, maar is wel de messiaanse herder die het herstel van het volk Israël beoogt.

    Verder zegt Jezus, dat bij de voltooiing van het Koninkrijk de Zoon des mensen zal zitten op de troon van zijn heerlijkheid en dat de 12 discipelen dan ook elk een troon zullen hebben en met hem zullen regeren over de 12 stammen van het volk Israël (Matt.19:28 par.). Deze heerschappij over het twaalf-stammenvolk vooronderstelt een aan de Messias onderdanig Israël. Jezus voorzag dat eens het hele volk hem als Messias zou belijden en gehoorzamen, hetgeen ook blijkt uit zijn woorden in Matt.23:39 par. “want Ik zeg u, u zult mij van nu aan niet meer zien, totdat u zegt: 'Gezegend hij die komt in de naam des Heren!'.” Hoewel een meerderheid van het volk Jezus als Messias afwees, zegt Hij toch dat er met zijn vertrek aan de heilloze tijd die voor Israël zal aanvangen, een einde zal komen (zie comm. Matt.23:37-39). Er blijft een hoop voor Israël als volk. Ook voor hen zal Hij eens de Messias zijn, want als Hij komt in heerlijkheid zullen zij hem begroeten met de woorden uit Psalm 118:26.

    6.4 Zoon des mensen

    De titel 'Zoon des mensen' komt meer dan 80 keer voor in de evangeliën. Ook als men de parallelle teksten niet meetelt komt de term nog ten minste 38 keer voor! En in tegenstelling tot de andere titels wordt deze alleen gebruikt door Jezus Zelf. Nergens wordt Jezus met deze woorden door zijn discipelen beleden of aangesproken. Zo overweldigend als deze feiten zijn, zo veel verschil van mening is er over de betekenis van de term.

    6.4.1 Een titel?

    De eerste vraag die beantwoord moet worden, is of het hier wel een titel betreft. In het profane Grieks komt de term niet voor. Het is namelijk een woordelijke vertaling van het Aramese bar 'enasha 'zoon van de mens'. Op veel plaatsen in het OT, ook in de Griekse vertaling (LXX), komen overeenkomstige termen voor (bv. Ps.8:5, vgl. Hebr. 2:6; Ezech.2:2,3; 3:1), die dan neerkomen op mensenkind ('zoon' drukt in het Hebreeuws of Aramees een verbondenheid uit). Sommige uitleggers interpreteren de term ook in het NT op deze wijze, waarbij het dan zou gaan om 'de mens' in het algemeen of onbepaald 'een mens, iemand'. Op sommige plaatsen is inderdaad wat voor deze opvatting te zeggen, bijvoorbeeld Marc.2:28 par. 'De Zoon des mensen is heer over de sabbat', dit met het oog op vers 24, waar staat 'de sabbat is gemaakt om de mens en niet de mens om de sabbat'. Een tweede voorbeeld is Luc.12:10 par. 'Een ieder die een woord zal spreken tegen de Zoon des mensen, het zal hem vergeven worden, maar wie tegen de Heilige Geest zal lasteren, het zal hem niet vergeven worden'. Als hier het lasteren tegen 'een mens' in het algemeen wordt gesteld tegenover het lasteren van de Heilige Geest, wordt de tekst wel begrijpelijker. Op verreweg de meeste plaatsen waar de term voorkomt, voldoet deze uitleg echter niet. De term is daar onmiskenbaar als exclusieve zelfaanduiding van Jezus gebruikt.

    6.4.2 Zoon des mensen in de apocalyptiek

    Nu had zich naast het algemene of onbepaalde gebruik van de term in apocalyptische kringen ook een verheven spraakgebruik ontwikkeld. De bar 'enasha was hier in aansluiting bij Daniël 7:13 geworden tot een messiaanse titel. Dit spraakgebruik sluit aan bij de Griekse tekst van de evangelieschrijvers die de term ook als een titel hebben begrepen. Bovendien wordt in de evangeliën de titel nergens uitgelegd, maar bekend verondersteld, hetgeen erop duidt dat Jezus deze niet Zelf heeft 'uitgevonden'. Het uitgangspunt voor het gebruik van de terminologie in apocalyptische kringen is Dan.7:13 'En zie, met de wolken des hemels kwam iemand gelijk een zoon des mensen.' Deze figuur 'gelijk een mensenzoon' wordt in Daniël geduid als verbonden met het vijfde en laatste rijk dat op aarde zal komen, namelijk het rijk van de 'heiligen des Allerhoogsten' (7:18,27; is de figuur 'als een mensenzoon' een vertegenwoordiger van het volk of van Gods heerschappij en heerlijkheid – vgl. Ezech.1:26 – of beide?). Vervolgens werd in de Joodse apocalyptiek deze figuur niet meer beeldend, maar zonder uitzondering als een individu getekend (bv. 1 Henoch, 4 Ezra en de Sybillijnse Orakels) en 'Zoon des mensen' werd een titel voor de komende Verlosser. In deze kringen spreekt men over de 'Zoon des mensen' die komt op de wolken des hemels, verschijnt op de berg Sion, Zichzelf op de troon der heerlijkheid zet en gericht houdt. Hij is een toeverlaat voor rechtvaardigen en heiligen, het licht van de volkeren en de hoop voor bedroefden. De hele wereld zal zich voor hem neerbuigen en hem aanbidden en de rechtvaardigen en uitverkorenen zullen met Hem aanliggen en tafelgemeenschap hebben. Het is een hemelse figuur in Gods onmiddellijke nabijheid, preëxistent en door God verborgen gehouden in de hemel tot het moment dat hij Zich openbaart om het laatste oordeel te voltrekken. Met andere woorden, Hij staat met God Zelf op gelijke voet.Verder is het in ons verband ook verhelderend dat de 'mensenzoon' in de Joodse apocalyptiek enerzijds werd geassocieerd met Adam als de eerste mens (vgl. de Adam-Christustypologie later bij Paulus) en anderzijds met de goddelijke Wijsheid (bv. 1Henoch 41:9-42:3), die God Zelf en zijn heerlijkheid vertegenwoordigt (een zgn. hypostase of personificatie; zie hieronder).

    6.4.3 'Zoon des mensen' of 'ik'?

    Toch moeten we voordat we concluderen dat Jezus met de term 'Zoon des mensen' aansluit bij deze traditie en verwijst naar Dan.7:13 eerst nog een complicerende factor bespreken. Van de ruim 80 keer dat de term voorkomt zijn er 37 parallelplaatsen bekend, die egŠ'ik' hebben in plaats van 'Zoon des mensen'. Dus ongeveer de helft van de 'Zoon des mensen'-woorden van Jezus komt ook voor in een 'ik'-versie. We moeten hieruit concluderen dat Jezus' spreken over de 'Zoon van de mens' voor tenminste een deel van de hoorders behoorlijk onduidelijk moet zijn geweest. Het is ook mogelijk dat zijn spreken over de 'Mensenzoon' tot misverstanden heeft geleid omdat hij de term eveneens gebruikte op een niet-apocalyptische wijze, bijvoorbeeld door te spreken over het huidige aardse optreden en het lijden en sterven van de 'Mensenzoon'. Zij die de sleutel niet hadden, d.w.z. de impliciete verwijzing naar Dan.7:13, werden door het gebruik van de term niet veel wijzer. Een en ander geeft aan dat Jezus met het gebruik van de titel niet de bedoeling had breed de aandacht te trekken. De term was voor het grote publiek een enigszins mysterieuze en onduidelijke zelfaanduiding. Maar voor de groep van 'ingewijden' die in conventikelachtige kringen de apocalyptische tradities doorgaven, was de boodschap duidelijk: hier staat de verwachte Verlosser. Met dit gegeven komt overeen, dat het merendeel van de 'Zoon des mensen'-woorden is gericht aan de discipelen, terwijl het thema van het Koninkrijk van God een veel grotere rol speelt in zijn openbare prediking, bijvoorbeeld in de gelijkenissen. Dit blijkt bijvoorbeeld in Luc.17:20vv. waar Jezus tegenover de Farizeeën over het Koninkrijk van God spreekt, maar direct erna tegen zijn discipelen (vs.22) over de dagen van de Zoon des mensen.

    6.4.4 Titel in de mond van Jezus

    Wat kunnen we nu tegen de achtergrond van de Joodse apocalyptiek zeggen over het gebruik van de titel 'Zoon des mensen' in de mond van Jezus? Samenvattend stelt Jeremias dat de uitdrukking 'mensenzoon' een terminus gloriae is, een titel waarmee Jezus zijn toekomstige hoogheid of heerlijkheid aangeeft. Hij zal plaatsnemen op de troon naast God (Luc.22:69). Als de verdrukking van de gelovigen een hoogtepunt bereikt, zal Hij plotseling als een bliksem bij heldere hemel (Matt.24:27 par.), door niemand verwacht (Matt.24:37,39 par.), de profetie van Dan.7:13 vervullen. Omgeven door wolken en engelen zal Hij verschijnen in goddelijke heerlijkheid, en zijn engelen uitzenden om de uitverkorenen te verzamelen uit alle windstreken (Marc.13:26,27). Hij zal het oordeel uitvoeren samen met twaalf vertegenwoordigers van het volk (Matt.19:28 par., vgl Dan.7:9v.; 1Cor.6:2v.). Zijn verschijning luidt de dagen van de Zoon des mensen in (Luc.17:22), waarin Hij zal regeren. Alle volkeren, natiën en talen zullen hem dienen en zijn heerschappij is eeuwig (Dan.7:14). Als Plaatsvervanger van God is Hij de universele en eeuwige Heerser die tevens het Hoofd en de Representant van het volk van God is, de 'heiligen des Allerhoogsten' (Dan.7:18). In het oosterse denken kan de koning of de priester het hele volk vertegenwoordigen (de gedachte van de collectieve identiteit). De Zoon des mensen is de Verlosser van de wereld, het Licht van de volkeren.

    Vervolgens moeten we de vraag beantwoorden, waarom Jezus voor deze messiaanse titel heeft gekozen in plaats van Messias of Zoon van David? Het antwoord schuilt in het al eerder genoemde gegeven dat Jezus' bediening in eerste instantie niet overeenkwam met de heersende Messiasverwachting. Zijn eerste taak was niet die van een aards politiek vorst die het volk kwam bevrijden van de Romeinse overheersing. De titel 'Zoon des mensen' was slechts in kleine kring bekend, zodat misverstanden hier minder aanwezig waren, en bovendien lag bij 'Zoon des mensen' de nadruk op zijn bovenmenselijke en hemelse karakter en zijn universele betekenis.

    6.4.5 'Zoon des mensen' en 'Knecht des Heren'

    Maar er is nog een tweede reden, waarom Jezus deze titel koos. Al in de apocalyptiek (1Hen. en 4Ezra) had de Zoon des mensen kenmerken van de 'Knecht des Heren' uit Jesaja gekregen. Hij wordt er beschreven als 'het licht der volken' (vgl. Jes. 42:6; 49:6), de 'uitverkorene' (vgl. Jes.42:1), de 'rechtvaardige' (vgl. Jes.53:11), en als 'verborgen' (vgl. Jes.49:2). Koningen zullen voor Hem neerbuigen (vgl. Jes.49:7; 52:13-15) en hij wordt 'mijn (Gods) knecht' genoemd.

    Alles wat tot nu toe over de Zoon des mensen werd gezegd, lag geheel in de lijn van de apocalyptische verwachting met betrekking tot de hemelse Zoon des mensen. Nieuw bij Jezus is echter dat hij de titel ook gebruikt voor zijn leven op aarde. Hij zegt bijvoorbeeld dat de 'Mensenzoon' heer is over de sabbat (Marc.2:28 par.), geen steen heeft om zijn hoofd neer te leggen (Matt.8:20 par.) en gekomen is om het verlorene te zoeken en te redden (Luc.19:10). Verder spreekt Hij meerdere malen over het lijden en sterven van de Mensenzoon (bv. Marc.8:31 par.; 9:12 par.; 10:33 par.). Hiermee wordt de verbinding tussen de 'Zoon des mensen' en de 'Knecht des Heren' uit Jesaja door hem doorgetrokken. Heel duidelijk blijkt dit bijvoorbeeld in Marcus 10:45 'Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen om Zich te laten dienen, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen'. Hier noemt Jezus het centrale thema van de 'knecht des Heren'-profetieën en maakt Hij een duidelijke toespeling op Jes.53:5 'om onze overtredingen werd hij doorboord …', het zondeoffer in Jes.53:10, en het herhaalde 'velen' in Jes. 53:11v. Jezus geeft aan dat Hij de Zoon des mensen is, maar dat zijn bediening die van de Knecht des Heren uit Jesaja is.

    Hiermee zijn we terug bij de roeping die Jezus bij zijn doop ontving. Hoewel 'Zoon des mensen' de enige titel is die Jezus Zelf in de mond nam, blijkt dat we met deze titel en de verwijzing naar Daniel 7 nog niet tot de kern van Jezus' zendingsbewustzijn zijn doorgedrongen. Die kern ligt niet bij Dan.7, maar bij Jesaja 53. Maar voordat we over het messiaans lijden van Jezus gaan spreken moeten we eerst nog stilstaan bij een figuur die nauw aan de Zoon des mensen verwant is, de goddelijke Wijsheid.

    7. Jezus en de goddelijke Wijsheid

    Omdat we aan dit thema met betrekking tot het evangelie naar Johannes een heel artikel wijden (zie het artikel 'Jezus en het evangelie naar Johannes') zullen we er hier maar kort aandacht aan geven. Ook de relatie tussen Jezus en de Wijsheid geeft ons inzicht hoe Jezus zijn relatie met God zag. De gepersonifieerde Wijsheid is namelijk in het OT en in het Jodendom een omschrijving van God Zelf (zie Job 28, Spr. 1 en 8 ). Op twee plaatsen in de evangeliën noemt Jezus deze Wijsheid bij name, in Lucas 11:49 ('Daarom ook heeft Gods Wijsheid gezegd …') en in Lucas 7:35 ('Maar de Wijsheid vindt rechtvaardiging bij al haar kinderen', zie comm. ter plaatse). Op deze plaatsen blijkt dat Jezus de Goddelijke Wijsheid sprekend invoert, haar voorstelt als een persoon, die spreekt in de eerste persoon enkelvoud en een bovenhistorisch figuur is die de gehele geschiedenis overziet en goddelijk gezag heeft, want zij zendt profeten en gezanten. Maar van groter belang is dat in minstens drie andere uitspraken van Jezus we een grote invloed van deze oudtestamentische Wijsheid zien. Het betreft hier Jezus' weeklacht over Jeruzalem (Matt.23:37-39 par.), zijn lofprijzing (Matt.11:25-27 par. 'Ik prijs u, Heer van hemel en aarde …') en zijn uitnodiging aan vermoeide en bedrukte mensen (Matt.11:28-30 'Komt allen tot mij …'). In deze uitspraken van Jezus vinden we de volgende karakteristieken die bij de goddelijke Wijsheid horen: de verborgenheid van de Wijsheid, alleen God kent de wijsheid, de Wijsheid schenkt zichzelf en daarmee het heil, de Wijsheid roept de mensen, wordt afgewezen, verkiest zich enkelingen, en de Wijsheid zegt het oordeel aan. Uit deze woorden van Jezus kunnen we concluderen dat Hij Zich op een profetisch-dynamische wijze heeft geïdentificeerd met deze Wijsheid. De invloed van de goddelijke Wijsheid zien we zowel waar Jezus spreekt als Verlosser en Zoon des mensen, als ook waar Hij spreekt over zijn verdrukking en naderende dood. Het bevestigt opnieuw dat Jezus Zichzelf zag als Gods unieke Representant op aarde.

    8. Messiaans lijden als kern van Jezus' roeping

    0

    8.1 Jezus heeft zijn dood voorzien

    We komen nu tot de kern van Jezus' roeping en bediening. De evangeliën beschrijven hoe het lijden en sterven van Jezus niet het einde betekenden, maar dat dit juist het doel en de bekroning van zijn leven was. Het was zijn weg om tot de verheerlijking van de Zoon des mensen te komen, de opstanding uit de doden. De vraag die wij aan het begin van dit artikel echter stelden was hoe Jezus Zelf zijn leven heeft gezien en voorgesteld. Heeft Hij zijn eigen dood verkondigd? We willen ons ook hier weer beperken tot wat Jezus Zelf zei.

    Het antwoord is duidelijk. Jezus heeft tot driemaal toe zijn lijden en sterven aangekondigd (Marc.8:31 par.; 9:31 par. en 10:33 par.). We hoeven niet aan de echtheid van deze uitspraken te twijfelen, want er zijn meerdere redenen waarom ze geloofwaardig zijn. De loop van Jezus' leven moet hem wel gedwongen hebben met een gewelddadige dood rekening te houden. Hij werd er namelijk van beschuldigd, dat Hij God lasterde (Marc.2:7), dat Hij een valse profeet was (vgl. Marc.14:65 par.), dat Hij een opstandige zoon was (zie comm. Matt.11:19) en dat Hij de voorschriften met betrekking tot de sabbat niet hield (o.a. Marc.2:23-3:6). Dit zijn stuk voor stuk beschuldigingen waarop de doodstraf stond, meestal uitgevoerd door steniging. Ook moet het voor Jezus duidelijk zijn geweest, dat Hij zijn leven riskeerde toen Hij de wisselaars en handelaars uit de tempel verdreef (Matt.21:12-13 par.). Niet alleen het verloop van zijn leven, maar ook door zijn visie op de heilsgeschiedenis, namelijk dat de messiaanse tijd was aangevangen en dat Hij de laatste en beslissende boodschapper van God was, heeft Jezus zijn lot geweten. Hij zag Johannes de Doper en Zichzelf als de laatsten in de rij van profeten die door Israël gedood werden (Matt.23:35 par.). In dit verband spreekt Jezus dan ook over zijn vertrek (Matt.23:37-39 par.). Ook zei Hij bijvoorbeeld dat de 'herder' gedood zou worden en de schapen verstrooid (Marc. 14:27 par.), dat de 'bruidegom' weggenomen zou worden (Marc.2:20 par.) en dat Hij gekomen was 'om zijn leven te geven' (Marc.10:45 par.). We kunnen concluderen dat er geen twijfel over bestaat dat Jezus zijn lijden en sterven heeft voorzien en aangekondigd.

    8.2 De betekenis van Jezus' dood

    Jezus heeft zijn sterven niet alleen aangekondigd. Hij heeft Zichzelf ook de vraag naar de noodzaak hiervan gesteld. Het meest uitvoerig wordt dit door Hem verwoord bij het vieren van de laatste Paasmaaltijd (Matt.26:26-29; Marc.14:22-25; Luc. 22:15-20; vgl. 1Cor.11:23-25). Jezus zegt na het breken van het brood: 'Neemt, dit is mijn lichaam'. Terwijl de joden spreken over het lam als 'het lam van het Pascha', spreekt Jezus over zijn eigen lichaam. Hij is het nieuwe Paaslam, wiens dood het Nieuwe Verbond instelt (zie Jer.31:31vv.). De woorden bij de beker 'Dit is het bloed van mijn verbond, dat voor velen vergoten wordt' herinneren enerzijds aan de verbondssluiting op Sinaï (Ex.24:8 'Zie, het bloed van het verbond dat de Here met u sluit') en anderzijds aan de Knecht des Heren in Jes. 53 (vs.12 'omdat hij zijn leven heeft uitgegoten in de dood'). Het 'velen' in de Semitische betekenis van 'allen' is namelijk een sleutelwoord in Jesaja 53, waar het maar liefst vijf keer in deze betekenis voorkomt. Jezus proclameert met deze woorden dat Hij de beloofde Knecht van de Heer is die plaatsvervangend voor alle mensen zal sterven. Ook in Matt.20:28 par. spreekt Jezus over zijn plaatsvervangend sterven: 'de Zoon des mensen is gekomen … om zijn leven te geven als losprijs voor velen'. Men betaalde een losprijs als men bijvoorbeeld een krijgsgevangene of een slaaf wilde vrijkopen. Het woord werd ook overdrachtelijk gebruikt voor de verlossing van zonde en dood (vgl. Ps.49:8). Voor een goed begrip van wat Jezus hier zegt is het van belang te zien dat Hij Zich op Jes.53:10-11 baseert. Hij is de 'lijdende knecht' die plaatsvervangend tot verlossing en verzoening van 'velen' zal sterven' (zie comm. Matt.20:28). En in Marc.9:12 zegt Jezus naar aanleiding van een vraag over de Elia die eerst zal komen, dat er over de Zoon des mensen geschreven staat 'dat hij veel moet lijden en dat hij veracht zal worden'. Hij zegt dat Hij het lot van Johannes de Doper zal delen, maar geeft ook aan door zijn verwijzing naar Jes.53:3 dat zijn dood van die van Johannes verschilt.

    Drie keer komen we in het Evangelie tegen, dat Jezus zegt: 'de Zoon des mensen wordt overgeleverd Â…' Ook hier herinnert de lijdende vorm aan Jesaja 53. De passieve vorm is een omschrijving van wat God doet. Jezus wordt als de 'knecht van de Heer' overgeleverd aan de mensen. Jezus spreekt dus over het lijden en sterven van de Zoon des mensen en heeft het antwoord op het doel en de noodzaak van dit sterven gevonden in de profetie over de 'lijdende knecht van de Heer' in Jesaja hoofdstuk 53.

    9. Jezus' opstanding als een goddelijke bevestiging

    Het zou onterecht zijn Jezus' toekomstverwachting met betrekking tot Zichzelf te eindigen met de verwachting van zijn plaatsvervangend sterven. De drie keer dat Hij zijn lijden en sterven aankondigde zei Hij ook het volgende: 'en na drie dagen zal Hij – de Zoon des mensen – opstaan' (Marc.8:31 par.; 9:31 par. en 10:33 par.). Jezus verwachtte dat de Zoon des mensen overgeleverd zou worden in de handen van mensen, maar ook dat God Hem zou opwekken op de derde dag. Hij zou door de mensen verworpen en gedood, maar door God gerechtvaardigd en verheerlijkt worden. Ook hiermee geeft Jezus aan dat met zijn komst 'de laatste dagen' en de messiaanse tijd met de opstanding uit de doden zijn aangevangen (vgl. Dan.12:12). Maar Jezus heeft meer gezegd over zijn aanwezigheid na zijn dood.

    Vlak voordat Hij met zijn discipelen naar de hof van Getsemane ging zei Hij: “Er staat geschreven 'Ik zal de herder slaan en de schapen van de kudde zullen verstrooid worden, maar nadat Ik zal zijn opgewekt zal Ik u voorgaan naar Galilea'” (Matt. 26:31-32 par.). Jezus geeft hiermee aan dat Hij de beloofde goede herder uit Zacharia (13:7) is, die door God geslagen wordt en door wiens dood de kudde verstrooid zal worden. Maar Hij zegt ook, dat Hij na zijn opstanding de discipelen zal voorgaan naar Galilea, met andere woorden: zijn opstanding zal een tijdperk inluiden van hereniging en vernieuwing.

    In dit verband moeten we ook de woorden die Jezus staande voor de hogepriester uitsprak nog een keer naar voren halen. Op de vraag aan Jezus of Hij de Christus is, zegt Hij o.a. 'Ik zeg u, van nu aan zult u de Zoon des mensen zien, gezeten aan de rechterhand van de Macht en komende op de wolken des hemels' (Matt.26:64 par.). Jezus noemt hier in één adem twee heilshistorische hoogtepunten die na zijn dood zullen plaatshebben, zijn verhoging en zijn komst in heerlijkheid...

    10. De verkondiging van Jezus en van de gemeente

    Aan het einde van deze uiteenzetting over de persoon en de prediking van Jezus is het van belang te zien hoe deze prediking van Jezus via de apostelen is overgegaan naar de gemeente. Soms wordt namelijk wat polariserend gesteld dat Jezus het Koninkrijk predikte, maar dat de apostelen en de gemeente na Hem Jezus prediken en zo wordt gesuggereerd dat er zo'n beetje sprake is van twee verschillende evangeliën.

    Nu hebben we al uitvoerig besproken dat de verkondiging van Jezus niet alleen uit het Koninkrijk bestond, maar ook het getuigenis aangaande Hemzelf betrof. Ook hebben we gezien dat het Koninkrijk waarover Jezus sprak, niet alleen toekomstig was, maar reeds aanwezig door zijn komst. De overeenkomst tussen de verkondiging van Jezus en die van de gemeente is dus veel groter dan het accentverschil. We kunnen met name drie lijnen doortrekken.

    Ten eerste verwachtte Jezus dat zijn plaatsvervangend lijden gevolgd zou worden door een goddelijke rechtvaardiging. Deze rechtvaardiging en bevestiging door God van Jezus' woorden en werken werd vervuld in zijn opstanding uit de doden. Het ligt dan ook in de lijn van de verwachting dat de prediking van de opstanding van Jezus een eerste plaats inneemt in de verkondiging van de apostelen (Hand.4:2,33; Rom.1:4; 1Cor.15:1vv.).

    Ten tweede heeft Jezus een link gelegd tussen zijn zoonschap en het zoonschap van de discipelen. Hij leerde hen bidden abba 'vader'. Dit zoonschap is alleen toegankelijk voor discipelen van Jezus. Dit blijft ook na Pasen het geval (vgl. Rom.8:9,15-17; Gal.4:6v.).

    Ten derde zien we in de prediking en het optreden van Jezus een eschatologische spanning tussen het 'al wel' en 'nog niet' gekomen zijn van de messiaanse tijd. Deze spanning blijft ook na Pasen aanwezig. Voor Paulus bijvoorbeeld is het 'al wel' aanwezig in de gave van de Geest, die hij een 'eerste aanbetaling' noemt (bv. 2Cor.1:22; 5:5; Ef. 1:13-14).

    Evenals Jezus tijdens zijn leven op aarde leefde in de spanning van het 'al wel' en 'nog niet', zo is het ook met zijn gemeente. Enerzijds is Jezus opgestaan uit de dood en is de Heilige Geest uitgestort en werken de krachten van het Koninkrijk onder ons. Anderzijds wachten we nog op de voltooiing van het Rijk en de komst van de Zoon des mensen in heerlijkheid. Want pas dan zal de beloofde messiaanse heerlijkheid de hele schepping vervullen.

    auteur drs G van den Brink 2003.

    Literatuur

    J. van Bruggen, Het Evangelie van Gods zoon. Persoon en leer van Jezus volgens de vier evangeliën, Kampen 1996.

    O. Cullmann, Die Christologie des Neuen Testaments, Tübingen 1957, 41966.

    J.D.G. Dunn, Unity and Diversity in the New Testament. An Inquiry into the Character of Earliest Christianity, London 1977.

    J. Jeremias, Neutestamentliche Theologie I. Die Verkündigung Jesu, Gütersloh 1971, 21973.

    I.H. Marshall, The Origins of New Testament Christology, Leicester 1976.

    I.H. Marshall, I believe in the Historical Jesus, London 1977.

  13. De theologie die zegt/impliceert dat de toekomst voor God ook nog open is en Hij ook maar reageert op de gebeurtenissen zoals een schaakspeler.

    Dat Hij niet volledig in controle is.

    Voor een klein deel is dat ook zo. God heeft Zijn plannen al vaststaan, maar de gehoorzaamheid van Zijn kinderen zijn van invloed op de gebeurtenissen. Zo voerde God door Jona Zijn plannen uiteindelijk wel uit, maar de plannen werden later uitgevoerd omdat Jona eerst weinig aantrok van Gods plannen en pas later wel Zijn wil begon uit te voeren.

    Al zegt dit meer iets over de relatie tussen God en de gelovigen, dan over de verhouding tussen God en de duivel.

    Terwijl ik schreef om te reageren realizeerde ik me dat we dan compleet oftopic gaan.

    Maak anders een topic aan over de spanning/speling/ruimte tussen de vrije wil van de mens en Gods soevereiniteit en raadsbesluit.

    Kort; als je ziet hoe nauwkeurig de profetieen zijn uitgekomen, en hoe in het boek daniel en openbaringen alles gaat zoals God het proclameerde is er wel ruimte voor de bewegingsvrijheid van de mens, maar ik denk dat God die juist gebruikt en incalculeert. Als je dan toch de metafoor van een schaakpartij neemt, is God een foutloze grootmeester, je kan zetten wat je wilt, maar er is geen zet die je kan zetten die Hij niet voorziet en het het eindresultaat staat vast.

    Bijbels voorbeeld:

    jesaje 46:

    9 Denkt aan hetgeen vroeger, vanouds, gebeurde; Ik immers ben God, en er is geen ander, God, en niemand is Mij gelijk; 10 Ik, die van den beginne de afloop verkondig en vanouds wat nog niet geschied is; die zeg: Mijn raadsbesluit zal volbracht worden en Ik zal al mijn welbehagen doen; 11 die uit het oosten een roofvogel roep, uit een ver land de man van mijn raadsbesluit; Ik heb gesproken, Ik doe het ook komen; Ik heb het ontworpen, Ik breng het ook tot uitvoering.

    Heb me hier al eerder in verdiept, weet waar dit heen gaat, ik adviseer/vraag je vriendelijk om hier een apart topic over te maken als je verder wilt gaan.

  14. Als jij tegen een atheist zegt dat God wel bestaat maak je zijn geloof belachelijk. Als je zegt dat de oerknal en evolutie niet kloppen omdat God alles geschapen heeft doe je dat ook. Punt is dat jij blijkbaar in de waan bent dat zoiets wel erg is voor een christen maar dat je het rustig tegen een atheist kan zeggen, dan maakt het opeens niet uit. Die vlieger gaat wel degelijk op alleen je wilt het niet weten.

    Veel atheisten zullen zeggen dat ze geen ''geloof'' hebben, en dat ze het hebben over een theorie of ideologie.

    Agnosten zeggen dat men het niet kan weten (tot iets empirisch bewezen is).

    Verder maak je wel een goed punt dat wij die geloven in de Bijbel inderdaad impliceren (zonder het zo lomp te zeggen natuurlijk) dat ze dwaas zijn om in een oerknal te geloven, orde uit chaos etc etc, zonder enig doel of nut of dat hun voorouders apen waren.

    Toch staat die implicatie zwart op wit, de Bijbel is duidelijk en recht voor zn raap;

    Ps 53,2

    De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God.

    1kor 1:

    23 doch wij prediken een gekruisigde Christus, voor Joden een aanstoot, voor heidenen een dwaasheid, 24 maar voor hen, die geroepen zijn, Joden zowel als Grieken, (prediken wij) Christus, de kracht Gods en de wijsheid Gods. 25 Want het dwaze van God is wijzer dan de mensen en het zwakke van God is sterker dan de mensen.

  15. watte?

    De theologie die zegt/impliceert dat de toekomst voor God ook nog open is en Hij ook maar reageert op de gebeurtenissen zoals een schaakspeler.

    Dat Hij niet volledig in controle is.

    IJdelheid. Ik ben benieuwd of de dichter hier hetzelfde woord gebruikt als de Prediker: ijdelheid, lucht, leegte. Trots

    Het woord uit psalm 2: ריק

    rı̂yq

    reek

    From H7324; emptiness; figuratively a worthless thing; adverbially in vain: - empty, to no purpose, (in) vain (thing), vanity.

    uit prediker:

    הבל הבל

    hebel hăbêl

    heh'-bel, hab-ale'

    From H1891; emptiness or vanity; figuratively something transitory and unsatisfactory; often used as an adverb: - X altogether, vain, vanity.

    bron e-sword.

    Online studie Bijbel kon ook,

    maar daar kan ik de grondtekst tekens niet kopieren wel de betekenis; dampen/ongrijpbaarheden/vluchtigheden is ijdelheid uit prediker en uit psalm2 betekend het woord:

    overdenken leegheid.

  16. One thing is for sure this forum is native Dutch so please translate your quotes.

    flauw..dit is in het engels geschreven, en vind het selectief op mij gericht want zie veel vaker engels hier, dan ook consequent zijn.

    En de meeste nederlanders kunnen dat gewoon begrijpen, zeker de forumgebruikers die actief zijn in dit topic, zijn slimme mensen.

    Of je hebt de FAQ niet gelezen, of het interesseert je geen ene moer... :)

    Geeft niet, maar dan wel eerlijk zijn en consequent. Als dat weg moet, dan heb ik wel een boel links naar plaatsen waar andere mensen ook engels schreven of quotes plaatsten.(en de onderschriften ook natuurlijk, 2 can play that game...oeps

    Niet met 2 maten meten..

    BOT

  17. One thing is for sure this forum is native Dutch so please translate your quotes.

    flauw..dit is in het engels geschreven, en vind het selectief op mij gericht want zie veel vaker engels hier, dan ook consequent zijn.

    En de meeste nederlanders kunnen dat gewoon begrijpen, zeker de forumgebruikers die actief zijn in dit topic, zijn slimme mensen.

  18. Ik denk zelf dat je anti-christenen niet hoeft te bannen/weigeren.

    Ik denk dat wanneer een forum voornamelijk alleen om Jezus Christus en Zijn Woord zou draaien, die personen zich hier totaal niet thuis zouden voelen.

    Sterker nog: als je niet-christenen (dus niet 'anti-christenen' .. da's iets anders ;) ) zou weren dan ben je zeer onchristelijk en zeer onbijbels bezig ('zout der aarde', anyone?).

    Om het meteen onbijbels te noemen wil ik achterwege laten, maar het zou wel een gemiste kans kunnen zijn ja.

    Dit is een online forum, dus geen gemeente, met kerktucht en excommunicatie.

    Door de unieke identiteit van een online forum, is het lastig om het onderstaande Bijbelse principe toe te passen:

    1cor 5 12 Staat het soms aan mij, hen te oordelen, die buiten zijn? Oordeelt ook gij niet (alleen) hen, die in uw kring zijn? 13 Hen, die buiten zijn, zal God oordelen. Doet, wie niet deugt, uit uw midden weg.

    *

    Maar als nog hebben de /oprichters/herders van een christelijk forum wel een verantwoordelijkheid de christelijke identiteit te beschermen.

    Ik denk dat wanneer een forum voornamelijk alleen om Jezus Christus en Zijn Woord zou draaien, die personen zich hier totaal niet thuis zouden voelen

    Als een ongelovige of anti-gelovige zoals beschreven zich thuis gaat voelen in een kerk, dan is er iets niet goed, en zo zijn er ook lijnen te trekken naar een christelijk forum, al loopt die vergelijking soms mank.

    vind in dat licht dit een geniale quote:

    When a sinner wanders into the church and sits through skits, mimes, interpretive dances, and the like, and yet never hears a clear, convicting message about his dangerous and tenuous spiritual situation-that he is a depraved sinner headed for an eternal fire because he is a daily offense to a holy God-how can that be called successful? You could achieve the same level of success by sending a cancer patient to receive treatment from a group of children playing doctor. A sinner must understand the imminent danger he is in if he is ever to look to the Savior.

    C. H. Spurgeon, facing a similar mindset in his day, once said:

    I fear there are some who preach with the view of amusing men, and as long as people can be gathered in crowds, and their ears can be tickled, and they can retire pleased with what they have heard, the orator is content, and folds his hands, and goes back self-satisfied. But Paul did not lay himself out to please the public and collect the crowd. If he did not save them he felt that it was of no avail to interest them. Unless the truth had pierced their hearts, affected their lives, and made new men of them, Paul would have gone home crying, "Who hath believed our report, and to whom is the arm of the Lord revealed?"...

    Now observe, brethren, if I, or you, or any of us, or all of us, shall have spent our lives merely in amusing men, or educating men, or moralizing men, when we shall come to give our account at the last great day we shall be in a very sorry condition, and we shall have but a very sorry record to render; for of what avail will it be to a man to be educated when he comes to be damned? Of what service will it be to him to have been amused when the trumpet sounds, and heaven and earth are shaking, and the pit opens wide her jaws of fire and swallows up the soul unsaved? Of what avail even to have moralized a man if still he is on the left hand of the judge, and if still, "Depart, ye cursed," shall be his portion?" ["Soul Saving Our One Business," The Metropolitan Tabernacle Pulpit, Vol. 25 (London: Passmore and Alabaster, 1879), 674-76.]

    That is precisely my concern about today's pragmatic church-growth trend

    van deze site:

    http://www.gty.org/Resources/Articles/A334_Whats-Wrong-with-User-Friendly?q=non+believers+comfortable

  19. Binnenkort wordt Gods wil uitgevoerd in de hemel en op de hele aarde

    Als je het 1000jarig rijk bedoeld op aarde ja, eens. Als je de pinksterleer bedoeld dat er een grote opwekking komt door de christenen op aarde, en Jezus door ons de aarde gaat regeren, dan ben ik het er niet mee eens. God wils zal geschieden in de hemel, nu en natuurlijk na de dag des oordeels.

    over de zin Gods wil zal geschiedde op aarde, daar is theologisch gezien een een verschil van mening tussen de arminianen en calvinisten, maar dat verdiend een eigen topic.

    Gelukkig zijn we het er over eens dat God heerst, en soeverein is.

×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

We hebben cookies op je apparaat geplaatst om de werking van deze website te verbeteren. Je kunt je cookie-instellingen aanpassen. Anders nemen we aan dat je akkoord gaat. Lees ook onze Gebruiksvoorwaarden en Privacybeleid