Plume 189 Geplaatst 2 december 2019 Rapport Share Geplaatst 2 december 2019 (bewerkt) Op 29-11-2019 om 14:05 zei sjako: Openbaring 16:14-16 Het zijn in feite uitspraken die door demonen zijn geïnspireerd, en ze doen tekenen en gaan naar de koningen van de hele bewoonde aarde, om ze te verzamelen voor de oorlog van de grote dag van God de Almachtige. 15 ‘Let op! Ik kom als een dief. Gelukkig is hij die wakker blijft en zijn bovenkleren houdt, zodat hij niet naakt rondloopt en mensen zijn schaamte zien.’ 16 En ze verzamelden hen op de plaats die in het Hebreeuws Armageddon wordt genoemd. Het is Gods oorlog tegen de goddeloze wereld. Het is het oordeel wat over de hele wereld zal gaan en wat de ommekeer is naar het Duizend Jarig Rijk. Dit zal dus samengaan met Jezus wederkomst. Het is een echte wederkomst en niet zomaar iets in mensen. Christus Zelf leerde ons God binnenin ons te zoeken. In het Evangelie volgens Lucas lezen wij (17: 20): Het Koninkrijk Gods komt niet met uiterlijk gelaat. En men zal niet zeggen: ziet hier, of ziet daar, want, ziet, het Koninkrijk Gods is binnen ulieden. Sommigen hebben deze uitspraak uitgelegd als zou Christus hiermee doelen op het feit dat Hij op aarde temidden van zijn discipelen heeft geleefd. Maar als wij niet zouden aanvaarden dat deze uitspraak zou slaan op het goddelijke principe dat in ieder mens aanwezig is, hoe zouden wij dan ooit zijn gebed tot de Vader kunnen begrijpen waarin hij zegt: Joh.17,23 Ik in hen en Gij in Mij opdat zij volmaakt zijn in één... Of de vraag van de apostel Paulus aan de Korinthiërs: 1 Kor. 3,16 Weet gij niet dat gij Gods tempel zijt, en de Geest Gods in ulieden woont? Wat verhindert ons om in te zien dat God altijd binnenin onszelf aanwezig is? Het is onze onwetendheid - de valse, onware identificatie van onze ware natuur, die de Geest zelve is, met het lichaam, de bewegende, denkende geest, de zintuigen en het intellect. En het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft hetzelve niet begrepen (Johannes 1:5). Het licht van God schijnt, maar de sluier van onze onwetendheid bedekt dat licht. Deze onwetendheid is een directe en onmiddellijk ervaring en kan slechts verwijderd worden door een andere directe en onmiddellijke ervaring - de realisatie van God. Her verschil tussen onwetendheid en realisatie is, zoals Buddha ons voorhoudt, als het verschil tussen slapen en waken. In onze onwetendheid is het moeilijk te geloven dat God gerealiseerd kan worden. In feite hebben vele mensen hier een grote weerstand tegen. Toch zijn er door alle eeuwen heen grote zielen geweest die God gezien hebben, met Hem gesproken en hun eenwording met Hem ondervonden hebben. Leermeesters zoals Jezus, Buddha en Sri RamaKrishna hebben God niet alleen gerealiseerd, maar legden er voortdurend de nadruk op dat dit ieders taak is. Eén van de wijzen uit de Veda’s verklaarde: “Ik heb dat Grote Wezen vol van stralend licht gekend dat boven alle duisternis staat. Rijst zo ook gij uit boven de dood door de waarheid te kennen. Evenzo zegt Christus: En u zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken. (Joh.8: 32). Het ervaren van die waarheid, wordt mogelijk gemaakt door middel van transformatie, of in de woorden van Jezus, door middel van geestelijke wedergeboorte: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Tenzij dat iemand wederom geboren worde, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien. (Joh.3:3) In een commentaar op deze uitspraak schreef de Duitse mysticus Angelus Silesius: ”Christus moge duizendmaal in Bethlehem geboren zijn, maar als hij niet opnieuw in uw eigen hart geboren wordt, zult ge eeuwig verloren blijven.” Swami Prabhavananda, De Bergrede in het licht van de Vedanta-leer, p. 70-71. 2 december 2019 bewerkt door Plume Citeren Link naar bericht Deel via andere websites
Bastiaan73 705 Geplaatst 2 december 2019 Rapport Share Geplaatst 2 december 2019 Mattheüs 20: 20 Toen kwam de moeder der zonen van Zebedeus tot Hem, met haar zonen, en zij boog zich voor Hem neder, om iets van Hem te vragen. 21 Hij zeide tot haar: Wat wilt gij? Zij zeide tot Hem: Zeg, dat deze mijn twee zonen mogen zitten, een aan uw rechterzijde en een aan uw linkerzijde in uw Koninkrijk. 22 En Jezus antwoordde en zeide: Gij weet niet wat gij vraagt. Kunt gij de beker drinken, die Ik zal drinken? Zij zeiden tot Hem: Wij kunnen het. 23 Hij zeide tot hen: Mijn beker zult gij wel drinken, maar het zitten aan mijn rechterzijde en linkerzijde staat niet aan Mij te geven, maar het is voor hen, voor wie het bereid is door mijn Vader. Mattheüs 24: 36 Doch van die dag en van die ure weet niemand, ook de engelen der hemelen niet, ook de Zoon niet, maar de Vader alleen. 52 minuten geleden zei Plume: Leermeesters zoals Jezus, Buddha en Sri RamaKrishna hebben God niet alleen gerealiseerd, maar legden er voortdurend de nadruk op dat dit ieders taak is. Hoe lees jij Johannes 14: 5 Tomas zeide tot Hem: Here, wij weten niet, waar Gij heengaat; hoe weten wij dan de weg? 6 Jezus zeide tot hem: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij. ? Citeren Link naar bericht Deel via andere websites
sjako 699 Geplaatst 3 december 2019 Auteur Rapport Share Geplaatst 3 december 2019 16 uur geleden zei Plume: Christus Zelf leerde ons God binnenin ons te zoeken. In het Evangelie volgens Lucas lezen wij (17: 20): Het Koninkrijk Gods komt niet met uiterlijk gelaat. En men zal niet zeggen: ziet hier, of ziet daar, want, ziet, het Koninkrijk Gods is binnen ulieden. Sommigen hebben deze uitspraak uitgelegd als zou Christus hiermee doelen op het feit dat Hij op aarde temidden van zijn discipelen heeft geleefd. Maar als wij niet zouden aanvaarden dat deze uitspraak zou slaan op het goddelijke principe dat in ieder mens aanwezig is, hoe zouden wij dan ooit zijn gebed tot de Vader kunnen begrijpen waarin hij zegt: Joh.17,23 Ik in hen en Gij in Mij opdat zij volmaakt zijn in één... Of de vraag van de apostel Paulus aan de Korinthiërs: 1 Kor. 3,16 Weet gij niet dat gij Gods tempel zijt, en de Geest Gods in ulieden woont? Jezus, als Koning van het Koninkrijk, was tussen de mensen aanwezig op dat moment. Als je ALLE teksten beschouwd over het Koninkrijk van God (bijv Daniël 2) dan zie je duidelijk dat het over een echt koninkrijk gaat wat over de aarde gaat heersen. Het is een herstelwerk van het verloren Paradijs. Gods voornemen was een mooie aarde, zonder dood en ellende waarin de natuur en de mens in harmonie zouden leven. Dat voornemen heeft God nog steeds en dat zal verwezenlijkt worden door Gods Koninkrijk. Daarom bidden de Christen, UW KONINKRIJK KOME. Kome (het is er nog niet). Gelovigen leven nu al in een geestelijk 'Koninkrijk'. We hebben als Gods aangenomen kinderen al deel aan het Koninkrijk als het ware. Maar straks zal 'de berg', wat Gods Koninkrijk is, de gehele wereld bedekken. (Daniël 2) Citeren Link naar bericht Deel via andere websites
Plume 189 Geplaatst 3 december 2019 Rapport Share Geplaatst 3 december 2019 (bewerkt) 18 uur geleden zei Bastiaan73: Hoe lees jij Johannes 14: 5 Tomas zeide tot Hem: Here, wij weten niet, waar Gij heengaat; hoe weten wij dan de weg? 6 Jezus zeide tot hem: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij. ? Zoals de Joodse gnostiek zegt: niets komt van buitenaf wat niet van binnenuit is opgewekt. 26 minuten geleden zei thom: Als Joh. 17 16 Zij zijn niet van de wereld, gelijkerwijs Ik van de wereld niet ben. 17 Heilig ze in Uw waarheid; Uw woord is de waarheid. 18 Gelijkerwijs Gij Mij gezonden hebt in de wereld, alzo heb Ik hen ook in de wereld gezonden. 19 En Ik heilige Mijzelven voor hen, opdat ook zij geheiligd mogen zijn in waarheid. 22 En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven, die Gij Mij gegeven hebt; opdat zij een zijn, gelijk als Wij Een zijn; 23 Ik in hen, en Gij in Mij; opdat zij volmaakt zijn in een, en opdat de wereld bekenne, dat Gij Mij gezonden hebt, en hen liefgehad hebt, gelijk Gij Mij liefgehad hebt. Zij, zijn het Licht, als in Joh. 1 4 In Hetzelve was het Leven, en het Leven was het Licht der mensen. Ja, en zoals Joh,14,17 aanvult: 17 Namelijk den Geest der waarheid, Welken de wereld niet kan ontvangen; want zij ziet Hem niet, en kent Hem niet; maar gij kent Hem; want Hij blijft bij ulieden, en zal in u zijn. 3 december 2019 bewerkt door Plume thom reageerde hierop 1 Citeren Link naar bericht Deel via andere websites
Bastiaan73 705 Geplaatst 3 december 2019 Rapport Share Geplaatst 3 december 2019 33 minuten geleden zei Plume: 19 uur geleden zei Bastiaan73: Hoe lees jij Johannes 14: 5 Tomas zeide tot Hem: Here, wij weten niet, waar Gij heengaat; hoe weten wij dan de weg? 6 Jezus zeide tot hem: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij. ? Zoals de Joodse gnostiek zegt: niets komt van buitenaf wat niet van binnenuit is opgewekt. Mijn vraag was een reactie op 19 uur geleden zei Plume: In onze onwetendheid is het moeilijk te geloven dat God gerealiseerd kan worden. In feite hebben vele mensen hier een grote weerstand tegen. Toch zijn er door alle eeuwen heen grote zielen geweest die God gezien hebben, met Hem gesproken en hun eenwording met Hem ondervonden hebben. Leermeesters zoals Jezus, Buddha en Sri RamaKrishna hebben God niet alleen gerealiseerd, maar legden er voortdurend de nadruk op dat dit ieders taak is. Het vetgemaakte suggereert een gelijkheid tussen de drie genoemde personen. Maar de uiting van Jezus: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij. suggereert dat je niet tot de Vader kunt komen via Boeddha of Krishna, alleen via Jezus. Terugkomend op het topic: de veronderstelde drieëenheid is opgebouwd uit God de Vader, God de Zoon (Jezus Christus) en God de Heilige Geest. Boeddha en Krishna maken hier dan toch geen deel van uit? Ik bedoel het overigens niet star maar puur tekstueel. Als Johannes 14:6 'waar' is dan kun je God niet bereiken via Boeddha of Krishna. Tenzij zij ook via Jezus Christus tot de Vader komen o.i.d. Citeren Link naar bericht Deel via andere websites
Plume 189 Geplaatst 3 december 2019 Rapport Share Geplaatst 3 december 2019 (bewerkt) 1 uur geleden zei Bastiaan73: Mijn vraag was een reactie op Het vetgemaakte suggereert een gelijkheid tussen de drie genoemde personen. Maar de uiting van Jezus: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij. suggereert dat je niet tot de Vader kunt komen via Boeddha of Krishna, alleen via Jezus. Terugkomend op het topic: de veronderstelde drieëenheid is opgebouwd uit God de Vader, God de Zoon (Jezus Christus) en God de Heilige Geest. Boeddha en Krishna maken hier dan toch geen deel van uit? Ik bedoel het overigens niet star maar puur tekstueel. Als Johannes 14:6 'waar' is dan kun je God niet bereiken via Boeddha of Krishna. Tenzij zij ook via Jezus Christus tot de Vader komen o.i.d. Waar Jezus hier over Mij spreekt, bedoelt hij het Woord. De Logos dus, het bewustzijn. Niemand kan terugkeren naar God dan door zich van zijn goddelijke natuur bewust te worden. 3 december 2019 bewerkt door Plume thom reageerde hierop 1 Citeren Link naar bericht Deel via andere websites
sjako 699 Geplaatst 3 december 2019 Auteur Rapport Share Geplaatst 3 december 2019 7 uur geleden zei Plume: Ja, en zoals Joh,14,17 aanvult: 17 Namelijk den Geest der waarheid, Welken de wereld niet kan ontvangen; want zij ziet Hem niet, en kent Hem niet; maar gij kent Hem; want Hij blijft bij ulieden, en zal in u zijn. Je moet niet Gods Koninkrijk en de ontvangst van heilige Geest door elkaar halen. Citeren Link naar bericht Deel via andere websites
Plume 189 Geplaatst 3 december 2019 Rapport Share Geplaatst 3 december 2019 (bewerkt) In de Veda’s, die de oudste geschriften van de wereld zijn, vinden wij verscheidene passages die bijna identiek zijn met het begin van het Johannes Evangelie: ”In het begin was de Heer van de Schepselen; daarop volgend was het Woord.” Het Woord is waarlijk Brahman.” Volgens de Vedanta-leer wordt Brahman door middel van mâyâ, zijn scheppende macht (die de basis vormt van alle geest en materie) allereerst gemanifesteerd als het Eeuwige en Ongedifferentieerde Woord. Vervolgens ontvouwt zich uit dat Woord geleidelijk aan de gehele zintuiglijke wereld. Volgens de Vedanta-leer is het Woord dus in alle schepselen en dingen belichaamd zodat een ieder tot de directe realisatie van God kan komen door middel van de goddelijke kracht van het Woord. Maar evenals Johannes geloven ook de Hindoes dat het Woord vlees is geworden in de vorm van een avatara, want een avatara is de afdaling van God in de wereld terwijl de mens moet opstijgen naar God. Er is echter een belangrijk verschil tussen de visie van de Vedanta-leer en die van de Christenen ten aanzien van de incarnatie van God: de Christenen geloven slechts in één en daardoor unieke historische gebeurtenis, namelijk dat God slechts eemaal en voor altijd in Jezus van Nazareth vlees geworden is. De Vedanta-leer daarentegen zegt dat God vele malen als mens op aarde nederdaalt, in verschillende tijdperken en in verschillende vormen. Ter ondersteuning van de zienswijze dat Jezus de enige incarnatie van God op aarde is geweest, halen de Christenen vaak zijn uitspraak aan waarin hij zegt “Ik ben de Weg en de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot den Vader dan door mij.”(Joh.14:6) Maar wanneer wij de uitspraken van andere leermeesters van de mensheid bestuderen ontdekken wij dat zij allemaal bijna identieke uitspraken hebben gedaan waarbij zij tevens zeiden incarnaties van God te zijn. Sri Krishna zegt bijvoorbeeld: ik ben het Doel van de wijze, en Ik ben de Weg. ” Ik ben het Einddoel, Ik ben de Getuige, de Heer, de Instandhouder, het Tehuis, de Oorsprong, de Minnaar en de Schuilplaats.” “ Dwazen gaan blind voorbij Mijn woonplaats hier in menselijke vorm; zij hebben geen enkele weet van Mijn glorie en Majesteit, terwijl ik de Heer ben en hun ziel.” Vervul uw harten en geest van Mij, aanbid Mij, bied al handelingen als een offer aan Mij aan, buig u in overgave voor Mij neer. Als gij uw hart aldus in Mij gegrondvest hebt en Mij boven alle andere dingen stelt, zult gij in Mijn wezen opgenomen worden.” Evenzo openbaart Buddha ons dat hij de weg is: ” Gij zijt Mijn kinderen, Ik ben uw Vader; door Mij zijt gij verlost uit uw lijden. Ikzelf heb de overkant van de rivier bereikt en help anderen met oversteken; Ikzelf heb de verlossing bereikt en ben nu de Verlosser voor anderen, vertroost zijnde, vertroost Ik anderen en leid hen tot het Toevluchtsoord.” “Mijn gedachten zijn altijd in de Waarheid gegrondvest. Want zie! Mijn Zelf is de Waarheid geworden. Degene die de Waarheid begrijpt zal de Gezegende zien.” Wat moeten wij doen? Wiens woorden moeten wij aanvaarden - de woorden van Jezus, van Krishna of van Buddha? De sleutel tot deze vraag is de volgende: Als wij ervan uitgaan dat dat wat deze Leermeesters “Ik” of “Mij” noemen slechts betrekking heeft op een historische figuur, zullen wij de werkelijke betekenis van hun uitspraken nooit kunnen begrijpen. Wij moeten ons realiseren dat wanneer Jezus, Krishna en Buddha “Ik” of “Mij” zeggen, zij niet doelen op hun ego, hun lagere zelf zoals gewone belichaamde zielen doen. Zij bevestigen dan hun goddelijkheid, hun identiteit en hun eenheid met het universele Zelf. Zij vertellen ons dan dat de Vader, de Godheid zelf, bereikt wordt door de genade van de Zoon, de incarnatie van die Godheid. In de Vedanta- traditie zoals die in het Hindoeïsme beleden wordt, is geen enkele tegenspraak in deze uitspraken van de avatara’s te vinden - zij behelzen allemaal dezelfde waarheid en rijzen op uit dezelfde goddelijke inspiratie. Op deze wijze aanvaardt het Hindoeïsme alle grote Zonen van God die in de verschillende godsdiensten vereerd worden. Natuurlijk wordt de autoriteit van de avatara’s niet alleen bevestigd en bewezen door een uitspraak dat zij de Weg tot Verlichting en bevrijding zijn. In de eerste plaats wordt hun autoriteit aan ons geopenbaard door hun unieke gave en macht om geestelijke energie op anderen over te brengen en het leven van de mensen te transformeren louter door handoplegging, een blik of een wens. Jezus toonde deze macht toen hij over zijn discipelen heen blies en tot hen sprak: ”Ontvangt dan Heiligen Geest.” (Joh.20:22). Sri Krishna manifesteerde deze macht toen hij Arjuna het goddelijke visioen gaf waardoor de discipel de universele gedaante van God kon aanschouwen. Ten tweede wordt de autoriteit van de avatara’s zichtbaar door de onthulling van hun goddelijkheid door middel van transfiguratie. Jezus verscheen getransfigureerd voor Petrus, Jacobus en Johannes. Sri Krishna verscheen getransfigureerd voor Arjuna zoals beschreven in het elfde hoofdstuk van de Bhagavad Gita. In ”Het Leven en Evangelie” van Sri Ramakrishna staat ook beschreven hoe de Meester zijn discipelen tot de realisatie van God bracht door hen aan te raken en tevens hoe hij in getransfigureerde vorm aan verschillende van zijn leerlingen verscheen en wel in de speciale vorm van het door ieder van hen gekozen aspect van God. Maar, zo zou men zich kunnen afvragen, waarom zou God verschillende malen als mens op aarde verschijnen? Wat is de bedoeling daarvan? De Vedanta-traditie kan ons hier een antwoord op geven, dat ook door de geschiedenis wordt bevestigd. Daarin wordt gezegd dat spiritualiteit of geestelijk gewaarzijn in een golfbeweging, een voortdurende opkomst en neergang voortgaat. Wanneer het geestelijk leven in de wereld tot verval is gekomen en waarheid en rechtschapenheid verwaarloosd en vergeten zijn, wordt een avatara geboren om de vlam van religie in het hart van de mens weer te ontsteken. Sri Krishna zegt: ”Telkens wanneer gerechtigheid in verval raakt en ongerechtigheid hoogtij viert, dan, oh Arjuna! reïncarneer Ik Mijzelf. Om de rechtvaardigen te beschermen, de bozen te vernietigen en de Leer en de Wet te vestigen, word Ik van tijdperk tijdperk wedergeboren.“ Boeddha verscheen als om Krishna‘s gelofte te vervullen. Ten tijde van Buddha’s geboorte stond het geestelijk leven in India op een laag peil. Het bestond geheel en al uit in acht nemen van rituelen en het brengen van offeranden, omdat de mensen het eenvoudige feit vergeten waren dat godsdienst in de eerste plaats een kwestie van directe ervaring is. Evenzo verdrongen ten tijde van Jezus’ komst de uiterlijkheden van de Joodse godsdienst de innerlijke waarden ervan. Jezus kwam de om de godsdienst van de Joden weer te zuiveren en nieuw leven in te blazen. Swami Prabhavananda; De Bergrede in het licht van de Vedanta-leer, p. 39-42. 3 december 2019 bewerkt door Plume Citeren Link naar bericht Deel via andere websites
Aanbevolen berichten
Join the conversation
You can post now and register later. If you have an account, sign in now to post with your account.