Spring naar bijdragen

Voor de historici


Aanbevolen berichten

Wellicht leuk voor degenen met historische interesse. Al zoekend naar gegevens voor iets anders, kwam ik een vertaalde brief tegen op internet, van de abt van Cluny, de H. Petrus Venerabilis aan de abt van Clairvaux, de H. Bernardus. Wat de brief imho wel interessant maakt, is de argumentatie die tot op de dag van vandaag de discussies tussen moslims en christenen tekent (anders gezegd: er is weer geheel niets nieuws onder de zon)

Doel van dit topic: hen die het boeit verder boeien. Geen ander doel.

Quote:
Met bijzondere eerbied en liefdevolle omarming wenst U, mijn onafscheidelijke hartsvriend Bernardus, abt van Clairvaux, uwe geringe medebroeder Petrus, abt van Cluny, het vurig verlangde eeuwige heil.

Ik zend U, dierbare, de nieuwste vertaling van een geschrift, dat afrekent met de kwalijke ketterij van die schurk Mohammed, en dat, toen ik onlangs in Spanje verbleef, op mijn aandringen uit het Arabisch in het Latijn vervaardigd is.

Bij deze gehele zaak was het echter mijn bedoeling het voorbeeld van de Kerkvaders te volgen, die nooit ergens een in hun tijd optredende ketterij stilzwijgend voorbij hebben laten gaan, ook al was die nog zo onbeduidend, maar integendeel deze met heel de kracht van hun geloof weerstaan hebben en door geschriften en twistgesprekken deze als verfoeilijk en vervloekt hebben bewezen. Dit wilde ik nu in het bijzonder doen met dit dwaalgeloof par excellence, met dit schuim van alle ketterijen, waarin al de overblijfselen van de sinds de komst van de Heiland ontstane duivelse dwaalleringen samengeflanst zijn, opdat men erkenne dat men dit dwaalgeloof, als eenmaal de domheid en verwerpelijkheid daarvan is blootgelegd, moet vervloeken en met voeten treden, terwijl men toch erkennen moet dat reeds de halve wereld door zijn dodelijke verpestende invloed geïnfecteerd is.

Wanneer u het zelf leest, zult u erkennen en - naar ik geloof - er terecht over klagen dat zo'n groot deel van het menselijk geslacht door zo'n goddeloze en verwerpelijke onzin misleid en zo gemakkelijk door de misdadige dwaalleer van deze smeerlap afgekeerd kon worden van zijn Schepper nog na de genaderijke komst van de Verlosser....

Toch is naar het mij toeschijnt het weerleggen van de mohammedaanse ketterij ook thans geen overbodige onderneming, omdat het immers volgens de apostel Paulus de zaak van u en alle geleerden is “alle leerstelsels die zich opwerpen tegen de hoge Majesteit van Godâ€, met heel zijn kracht door woord en geschrift te bestrijden, te verwoesten en radicaal te vernietigen.

Wanneer echter deze dwalende mensen toch niet bekeerd kunnen worden, moet men toch tenminste voor de zwakke leden van de Kerk, die zich al door onbeduidende argumenten laten verleiden of in het geheim tot afval brengen, waakzaam zorg dragen; een geleerde of een leraar, die zich beijvert voor de zaak van

de gerechtigheid, mag dit niet veronachtzamen.«

Tegen de dwaalleer van de saracenen. Proloog

»Op het punt staande tegen de goddeloze dwaalleer van de gewetenloze Mohammed te schrijven roep ik eerst en vooral de almachtige Geest van God aan, opdat Hij, die nog nooit iemand in de steek liet, die tegen zijn vijanden en die van zijn Kerk schreef, ook mij niet in de steek laat, nu ik mij tegen de ergste tegenstander van beide tot schrijven zet.

De reden voor mij om dit te schrijven is dezelfde, die ook vele grote Kerkvaders tot schrijven bracht. Die konden ook niet de kleinste schade aan het christelijke geloofsgoed verdragen, net zo min de ziekelijke waanzin van de diverse ketters, die zich tegen de heilzame leer (van de christenen) richtten.

Zij wachtten zich er voor stom te zijn waar gesproken moest worden, omdat zij aannamen, of liever precies wisten, dat zij bij het Jongste Gericht op Gods onomkoopbare ‘weegschaal’ niet minder veroordeeld zouden worden voor onvruchtbaar, of zelfs wat erger is, verderfelijk zwijgen dan voor doelloos of schadelijk spreken. Daarom hebben zij met brieven, boeken en verschillende strijdbare (overtuigende) verhandelingen de ‘aartsleugenaars’ de mond gesnoerd en “iedere verheffing†van de Satan - volgens Paulus – “die zich (torenhoog) verzet tegen de kennis van God†de grond ingeboord, met voeten getreden en vernietigd, want door hen sprak de Geest van God.

Zo heeft Gods Kerk het altijd gedaan en doet het heden nog: de doornen en distels, die vijandig zijn aan het zaad van de Heer, rukt zij door de ijverige hand van haar tuiniers met wortel en al uit. Nooit is in welke tijd ook de onvermoeibare sterkte van de heiligen voor vijandelijke projectielen geweken; de macht van de vijanden overwonnen zij door deugd, hun list door wijsheid, “met het schild van het geloof†beschutten zij de hunnen voor de razernij van de vijanden, en met geweldige bezieling wierpen zij tot hun verderf bliksemende lansen. Zij konden niet toelaten, dat het sissen van de giftige slang de hemelse stemmen overstemde, noch dat de rechte weg van het geloof, die tot de eeuwige gelukzaligheid voert, via het verkeerde pad van de dwaling naar de hel werd geleid.

Ja, zeg ik, enkel en alleen dit was de reden voor die heiligen om te schrijven; en dat niet alleen, het was ook de reden waarom zij de vijanden van het christelijke heil niet alleen met woord en geschrift hebben aangegrepen, maar ook omdat zij noch de hunnen, noch zichzelf, noch tenslotte hun eigen leven ontzien hebben. Hetzelfde geldt ook voor mij, en al ben ik dan ook veel geringer dan zij en totaal aan hen ongelijk, dan mag ik daarom toch niet minder ijveren voor Gods Kerk, Christus’ Bruid, dan zij, omdat het voor mij evenals voor hen “één geloof, één doopsel, één God†was en is, een eeuwig leven, dat zij weliswaar reeds bezitten, terwijl wij daarop nog hopen...

Geen ketterij mag men daarom verwaarlozen, zoals de voorbeelden van deze heiligen leren, geen enkele mag men volgens het voorbeeld van zulke grote leraren zwijgend negeren. Iedere dwaalleer moet uitgeroeid, ieder verkeerd en tegen het geloof gericht begrip scherp berispt en zo mogelijk gecorrigeerd worden, opdat wij van Hem kunnen horen: “Gij zijt volkomen rein, mijn vriendin, en geen smet is op u.â€

Wanneer dan geen ketterij, die ooit ontstaan is, ongehinderd kon blijven door het “zwaard van de Geest, dat het Woord van God isâ€, zal dan misschien de dwaalleer van Mohammed voor dit zwaard veilig zijn? Of zullen wellicht de tongen van de christenen daaraan geen aandacht besteden als over iets nietigs of gerings? Of zal men dit misschien als iets onschadelijks of weinig schadelijk ontzien? - En welke ketterij, mijn lezer, heeft dan de Kerk van God zozeer geschaad? Welke dwaalleer heeft ooit zulke kwellingen over de christelijke gemeenschap gebracht? Welke heeft zulke diepe bressen geslagen in haar gebied? Welke heeft het aantal verdoemden zozeer vermeerderd?...

De waanzin van Mohammed daarentegen, die van de Arabische ismaëlieten is uitgegaan, heeft zich meester gemaakt van Perzen, Meden, Syriërs, Armeniërs, Ethiopiërs, Indiërs, de overige rijken van het Oosten en zelfs Azië, het grootste van de drie werelddelen; doordat hij deze volkeren deels van het christendom afbracht, deels van een of ander oud afgodengeloof tot de dwaalleer van deze krankzinnige mensen bekeerde, ontnam hij Christus de grond onder de voeten en bereidde een tehuis voor de duivel. Van daaruit onderwierp Mohammed, nadat hij reeds zoals gezegd, bijna het gehele Oosten - en niet door vreedzame argumenten maar door oorlogszuchtige activiteiten - in zijn macht had gebracht, ook Egypte, Libië en geheel Afrika aan deze goddeloze religie, en nadat hij dus twee werelddelen onderworpen had, heeft hij thans door zijn binnendringen in Spanje zelfs niet het derde, dat Europa wordt genoemd, aan Christus en zijn aanhangers ongeschonden overgelaten.

Wat moet ik hieraan nog toevoegen? Wanneer men al de sinds Christus’ tijd over 1100 jaren heen door de geest van de duivel opgewekte ketterijen optelde en deze, als één pak met een weegschaal zou wegen, en zou men dan dit dwaalgeloof kunnen wegen, dan nog zou men vinden dat alle andere samen niet zo veel mensen in het eeuwige vuur hebben geworpen. Zal dan de tong van de christen, die ook niet de meest onbeduidende ketterij ongehinderd liet, zal zij dan misschien deze grootste van alle dwalingen passief en zwijgend over het hoofd zien? ...

Maar of men de valse leer van Mohammed ‘ketterij’ kan noemen en zijn aanhangers ‘ketters’, of dat men hen ‘heidenen’ moet noemen, dat doorzie ik nog niet heel duidelijk...

Of dan nu de dwaalleer van Mohammed de lelijke naam ketterij wordt opgelegd of als heidens wordt gesmaad - men moet ertegen optreden en ertegen schrijven ...

Ik was verontwaardigd dat de Latijnen de reden van een dergelijk verderf niet kenden, en dat juist door deze onkunde niemand tot tegenstand kon worden wakker geschud. Want er was niemand die antwoord gaf, omdat er niemand was die het begreep.

Ik ging toen aan het leren van die Arabische taal, waaruit het dodelijke virus voortgekomen was en die meer dan de halve aardbol had geïnfecteerd. Met geld en goede woorden bracht ik het er tenslotte toe de geschriften over afkomst, leven en leer van deze verdoemwaardige mens, evenals het wetboek zelf, de Koran, uit het Arabisch in het Latijn te vertalen. En opdat aan de vertaling een strenge geloofwaardigheid niet zou ontbreken, opdat niets abusievelijk aan onze kennis zou worden onthouden, heb ik aan de christelijke vertaler ook een moslim toegevoegd...

Misschien kan dit boek, als het eenmaal uitgegeven is, ook een confrontatie van geheime gedachten zijn, waardoor zij tot het kwaad zouden kunnen verleid worden: omdat zij misschien geloven dat er ook bij deze goddelozen nog een zekere godsvrucht is, bij deze dienaren van de leugen toch nog een sprankeltje waarheid.«

Globaal overzicht van de ketterij

der saracenen

Het volgende is een samenvattend overzicht van de complete ketterij en duivelse dwaalleer van de saracenen (ook ismaëlieten genoemd).

Allereerst en in het bijzonder moet men hun eerste en grootste dwaling veroordelen: dat zij de Drieheid in de Eenheid van God loochenen. Zolang zij dus niet aan de Drievuldigheid in één Goddelijk Wezen geloven, omdat zij geen aantal in de eenheid willen toelaten, zolang zij, zeg ik, het Drietal, Oorsprong en Doel van alle wezensvormen en dus ook Oorzaak, Begin en Einde van alle gevormde dingen niet erkennen, zolang mogen zij weliswaar met de mond God belijden, Hem zelf echter kennen zij absoluut niet....

Eveneens loochenen zij in hun verblinding, dat God als Schepper tegelijk ook Vader is, omdat volgens hen zonder geslachtelijke omgang niemand vader kan worden. Daarom geloven zij ook niet, dat Christus, hoewel van de Geest van God ontvangen, Zoon van God of zelfs zelf God is, alleen maar dat hij een goede profeet was.....

Zo heeft namelijk Mohammed het hun (de saracenen) geleerd, die ellendige en goddeloze mens, die alle heilsmiddelen van christelijke vroomheid, waardoor de mensen toch het beste gered kunnen worden, afwijst en reeds bijna het derde deel van het menselijk geslacht - welk een ondoorgrondelijk raadsbesluit van God! - door zijn ongehoord geleuter en zijn fantasieën aan de duivel en de eeuwige dood heeft overgeleverd.

Ter wille van hen die dit boek (de Koran) zullen lezen zal men wel moeten zeggen wie hij was en wat hij leerde: zij zullen beter begrijpen wat zij lezen, en zij zullen weten hoe verfoeilijk leven en leer van deze mens zijn...

Zoals ook de Kroniek, die Anastatius, bibliothecaris van de Roomse Kerk, uit het Grieks in het Latijn vertaald heeft duidelijk vermeldt, leefde Mohammed ten tijde van keizer Herakleios - niet veel later dan paus Gregorius de Grote - dus voor bijna 550 jaar. Hij was een Arabier van lage afkomst en vervolgens een aanhanger van de oude afgodendienst, zoals ook de andere Arabieren destijds nog waren, hij was onontwikkeld en had van wetenschappen zo goed als geen vermoeden, was echter handig en zeer gewiekst; zo kwam hij van nederige geboorte en armoede tot rijkdom en aanzien. Door zijn geleidelijke sociale opkomst, doordat hij alle mogelijke mensen, speciaal echter zijn bloedverwanten door intriges, rooftochten en persoonlijke aanvallen veelvuldig schrik aanjoeg, terwijl hij door moord - hetzij heimelijk of openlijk - de angst voor zijn persoon aanwakkerde, kwam het spoedig zo ver, dat hij de heerschappij over zijn volk nastreefde, vooral toen ook bij gemeenschappelijke beraadslagingen zijn overwicht vaker aan het licht gekomen was. Hij had er over gehoord, dat de profeten van God grote mannen waren geweest, en noemde zich daarom eveneens Gods (Allah’s) profeet; om iets goeds voor te spiegelen trachtte hij hen stuk voor stuk van de afgodendienst weg te leiden - echter beslist niet naar de ware God, maar tot het bedrog van zijn ketterij, die hij al enige tijd aan het uitbroeden was....

Zo heeft deze mens het werkelijk klaar gespeeld de christelijke evenals de joodse Wet als het ware door toestemming te verwerpen, terwijl hij namelijk beide bovenmatig loofde, tegelijkertijd echter verzekerend dat men geen van beide zou mogen aanhangen. Daarbij komt, dat hij verklaart dat Mozes een groot profeet is, onze Heer Christus echter groter dan alle anderen; hij noemt hem Zoon van een Maagd, erkent hem als Gezant, Woord en Geest van God, maar verstaat daarbij onder ‘Gezant’, ‘Woord’ of ‘Geest’ iets geheel anders dan wij.

Dat men zegt of gelooft dat Hij Gods Zoon is, daarover maakt hij zich vrolijk, en terwijl dit rund (deze stommeling) de eeuwige geboorte van de Godszoon met de maatstaf van de menselijke voortplanting vermengt, loochent en bespot hij met grote nadruk de mening dat God verwekken kan of verwekt zou kunnen worden.

De opstanding van het vlees bevestigt hij herhaaldelijk, en ook het algemene Oordeel op het einde der tijden, dat evenwel niet door Christus maar door God (Allah) gehouden zal worden, loochent hij niet. Hij fantaseert echter wanneer hij zegt, dat bij dit gericht Christus, als de grootste van allen na God, en hij, Mohammed, ter verdediging van zijn volk zal optreden. De helse kwellingen beschrijft hij zoals het hem belieft en zoals het verzinnen daarvan wel een groot leugenprofeet betaamt.

Het paradijs bestaat voor hem niet in de gemeenschap met de engelen, ook niet in het aanschouwen van God, noch in dat hoogste goed, dat “geen oog gezien en geen oor gehoord heeft en dat in geen mensenhart is opgekomenâ€; hij schilderde het veeleer in zijn wensdromen af als een paradijs van vlees en bloed, ja, als schuim van vlees en bloed; juist zo als hij het voor zichzelf hoopte. Er is daar vlees te eten en allerlei vruchten, stromen van melk en honing en het zuiverste water, er zijn de wellustige genoegens van de liefde met mooie vrouwen en meisjes: aldus belooft hij zijn aanhangers, en in dergelijke dingen gaat zijn paradijs op.

Onder deze leerstellingen bevinden zich haast alle armzalige restanten van oude ketterijen, die de duivel hem te drinken heeft gegeven en hij in zich opgezogen had, en die hij nu herkauwt.

Met deze en dergelijke, geen heilzame maar verderfelijke leerstellingen vervulde hij het volk en keerde het volledig van God af; en opdat niet de prediking van het Evangelie toch nog een ingang bij hen zou kunnen vinden, zoals alles uit het bezit van degenen die Christus en het Evangelie kennen, verspert hij de toegang tot hun hart met de ijzeren staaf van de goddeloosheid. Doch opdat men hem niet voor absoluut slecht zou houden beval hij aan ijverig aalmoezen te geven en bepaalde werken van barmhartigheid te doen, en ondersteunende gebeden: zo verbond hij, in iedere relatie tegennatuurlijk “een menselijk hoofd met een paardennek en vogelverenâ€, zoals die dichter zegt ...

Nadat hij dus de veelgoderij opgegeven had, predikte hij de verering van een enkele God en scheen daarmee de onbeschaafde en beperkte mensen iets ongehoord nieuws te vertellen. Daar deze prediking bij hun op vruchtbare bodem viel, hebben zij als eerste hem als een profeet van God geaccepteerd...

In de loop der tijd en met de uitbreiding van het dwaalgeloof werd hij toen door hen tot koning gemaakt, waarop hij het immers had aangelegd. Zo zaaide hij, goed met kwaad vermengend, het ware en het valse verenigend, het zaad van de dwaling. En deels reeds tijdens zijn leven, hoofdzakelijk echter na zijn dood, kwam het goddeloze zaad, dat eigenlijk in het eeuwige vuur verbrand had moeten worden, omhoog.

Ofschoon ik hen ook ketters noem, omdat zij immers een paar dingen met ons samen geloven, hoewel zij ook in de meeste dingen van ons afwijken, zo zou ik hen toch veeleer doch juister als ‘ongelovige’ of ‘heiden’ aanduiden (wat een sterkere uitdrukking is). Want zij mogen dan wat waars over de Heer zeggen, meestal prediken zij toch het valse; zij erkennen noch het H. Doopsel, noch het H. Misoffer, noch de Biecht of welk christelijk Sacrament ook, wat nog geen ketter buiten hen heeft gedaan.

Het hoofddoel van deze ketterij is echter het geloof te verhinderen, dat onze Heer Christus God of Gods Zoon is...

Deze dwaling is immers door de kuiperijen van de duivel ontstaan, eerst door Arius uitgezaaid, toen door deze satan Mohammed bespoedigd en zal tenslotte door de Antichrist worden voltooid, geheel volgens de bedoeling van de duivel...

Niets staat evenwel de vijanden van het menselijk geslacht zozeer tegen als het geloof aan de mens geworden God, die immers in het bijzonder de vroomheid in ons opwekt. Vernieuwd door de hemelse Sacramenten en het genadevolle werk van de Heilige Geest hopen wij weer daarheen terug te keren, vanwaar de duivel zich beroemt ons te hebben verdreven: tot het aanschouwen van de Koning en ons Vaderland. Dit kunnen wij hopen juist omdat de Koning en Schepper, God zelf, tot ons bannelingen is afgedaald en ons vol medelijden teruggeroepen heeft. Dit vrome geloof aan de goddelijke ordening, en op gelijke wijze ook de liefde daartoe, tracht de duivel steeds vanaf het begin in de harten van de mensen uit te doven. Ook toen de Kerk juist in wording was trachtte hij met grote geslepenheid dit geloof op haast dezelfde wijze met wortel en al uit te rukken, zoals hij later met toestemming van God dat ongelukkige volk van de rechte weg heeft afgevoerd, wat hem ook gelukt zou zijn als God het hem toen had toegestaan.

Op generlei wijze namelijk zou een of ander sterfelijk mens, wanneer hij niet met de duivel in persoon had samengewerkt, zulke leugens als in de Koran staan opgeschreven, kunnen verzinnen.

Daardoor wilde satan naast veel ander belachelijk en waanzinnig gezwam vóór alles dit bereiken, dat men niet in Christus, de Heer, Gods Zoon en ware God, Schepper en Verlosser van het menselijk geslacht, geloofde.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Zal het eens op m'n gemak gaan lezen morgen... Lijkt me wel interessante stof. smile.gif

Quote:

Uitgeprint en lees het morgen in het vliegtuig naar Nederland. We komen voor twee weekjes die kant op. Leuk om iedereen weer eens te zien.

Hartelijke groet

Leuk! smile.gif

Geniet van de "rust" die je zal krijgen... knipoog_dicht.gif

Link naar bericht
Deel via andere websites

Bernardus, was dat niet die man die de kruistochten wel zag zitten? knipoog_dicht.gif

(Edit, toelichting voor one liner van mij: Dergelijke zaken zijn belangrijk voor de schrijver z'n intentie en zijn weergave van de in de tekst genoemde zaken, van hoe hij de zaken ziet en wilt weergeven. Constructivisme. )

Lijkt me een interessante tekst trouwens. Ga ik zeker lezen!

Link naar bericht
Deel via andere websites

Quote:

Bernardus, was dat niet die man die de kruistochten wel zag zitten?
knipoog_dicht.gif

(Edit, toelichting voor one liner van mij: Dergelijke zaken zijn belangrijk voor de schrijver z'n intentie en zijn weergave van de in de tekst genoemde zaken, van hoe hij de zaken ziet en wilt weergeven. Constructivisme. )

Lijkt me een interessante tekst trouwens. Ga ik zeker lezen!

Bernardus was, op verzoek van zijn paus, nogal een pleitbezorger van, ik meen, de derde kruistocht ja.

Link naar bericht
Deel via andere websites
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

We hebben cookies op je apparaat geplaatst om de werking van deze website te verbeteren. Je kunt je cookie-instellingen aanpassen. Anders nemen we aan dat je akkoord gaat. Lees ook onze Gebruiksvoorwaarden en Privacybeleid