Spring naar bijdragen

Aanbevolen berichten

En dan de vragen van Pius:

Quote:

* De morele verontwaardiging die je vaak bij de hier discussiërende atheisten terugvindt als er weer eens een Bijbelvers uit een obscuur OT boek wordt opgediept; waar is deze ten diepste op gebaseerd? Wat is het normen en waardenpatroon erachter? Is het gebaseerd op smaak? Of gaat er toch meer achter schuil? De achtergrond van deze vraag is de opmerking van Dawkins dat er geen universeel goed en kwaad bestaat, wat inderdaad epistemologisch gezien een 'waarheid' als een koe is. Hoe verhoudt zich dat met de felheid (die, denk ik, toch wel gemeend is?) van de reacties?

Ook atheïsten hebben rechtvaardigheidsgevoel. Dit is niet het privé-domein van godsdienstigen, maar is ons evolutionair ingebakken. De individuen waarvan hun genen hun de mogelijkheid boden (in een sociaal levende groep primaten, homoïden of mensen) om te onthouden welke gunsten zij hadden gekregen en wie zij iets verschuldigd zijn en daar naar handelden, deden het beter in de groep. Zij waren betrouwbare apen dan wel mensen en dus had het zin voedsel met hen te delen als ze krap zaten, want je kreeg het op een andere tijd terug. Dergelijke zorgen dat ethiek ons ingebakken is, het hoort bij de menselijke soort, een moreel gevoel te hebben. Ethiek als filosofie is goedpraten achteraf wat voor je gevoel rechtvaardig is.

Overigens ontwikkeld ons morele gevoel zich wel, er vindt memetische evolutie plaats, met als produkt bv. de mensenrechten en dat de meeste mensen het niet meer juist vinden andersdenkenden om te brengen. Deze ontwikkeling is denk ik wel weer gevolg van erover filosoferen, bv. door de humanisten en Verlichtingsfilosofen. Aldus ontstaat er na het goedpraten een wisselwerking, verscherpt ons gevoel zich en verontwaardigen we ons over gruwelverhalen in de Bijbel. Vooral omdat we zien als atheïsten, maar dan vooral bij de islam, dat er nog steeds gelovigen zijn die on- of andersgelovigen graag dood zien, iets wat een paar eeuwen terug bij christenen ook nog gebeurde.

Quote:
* Ik geloof persoonlijk dat de meeste actieve atheisten (zij die iets aan het verschijnsel 'religie'of in ieder geval de 'uitwassen' daarvan iets willen doen) nog het best passen in de categorie 'wereldverbeteraars' of idealisten. Is dit enigzins herkenbaar?

Zoals ik in een ander topic zei: ja, dit is bij mij heel herkenbaar. Maar ik weet niet waarom dit meer in het algemeen zo zou zijn. Misschien dat niet-idealistische atheïsten gelovigen in hun wierook gaar laten koken.

Quote:
* Zelf heb ik soms het idee dat de alhier discussierende atheisten vaak beter weten waar ze tegen zijn, i.p.v. waar ze voor zijn. De analyse van het probleem is vaak veel scherper dan de oplossing. Dit zullen jullie ongetwijfeld anders zien.
smile.gif

Dit forum handelt voornamelijk over geloof en daar ageren we vaak tegen. Maar atheïsten hebben ook wel andere idealen, die te maken hebben met hoe een maatschappij beter kan. Maar dat uit zich misschien meer op andere plekken, dan op een geloofsforum.

Quote:
* In mijn optiek heeft het seculier humanisme een interne tegenstrijdigheid in zich; enerzijds zal het zich moeten verenigen/canoniseren wil het enige slagkracht hebben, maar als het dat doet, dan verliest het een stuk interne kracht, omdat het dan 'religieuze trekken' gaat vertonen. Zie bijvoorbeeld de Franse revolutie met haar godsdienst van de rede of het communisme. Wat is jullie visie hierop?

Vrijdenken (waar veel atheïsten en seculier humanisten zich door aangesproken voelen) verenigt zich slecht met kuddevorming. Voor gelovigen werkt het juist positief een 'kudde' te vormen (ze spreken in dit verband zelfs over 'herders'). Dit sterkt hen in hun overtuigingen wanneer ze last krijgen van cognitieve dissonantie. De verspreiding van het seculier humanisme moet het hebben van individuen die zich aangesproken voelen door ideeën en de denkers die ze verwoorden. Het zal nooit een massabeweging worden, niet omdat dat, zoals jij stelt, religieus zou zijn, maar omdat zich dat niet verenigen laat met de aard van het vrijdenken. Wij zijn wars van collectivisme en eenheidsworst. We willen zelf denken.

Quote:
* Daarop voortbordurend; wat je vaak hoort, is het onderscheid dat men maakt tussen 'gelovigen' en 'ongelovigen'. Hoe valt dit nog te handhaven in postmoderne tijden? We zijn toch allemaal gelovigen ook al geloven we wat anders?

Iedere overtuiging die niet volledig toetsbaar is zou je een geloof kunnen noemen. Ik geloof in rechtvaardigheid, maar ik kan niet onomstotelijk bewijzen wat rechtvaardig is en niet. Maar gelovig in de klassieke en nog steeds gangbare zin impliceert geloof in metafysische realiteiten, een hogere werkelijkheid, een God, zielen. En dat doen wij niet. Rechtvaardigheid is geen metafysische realiteit. Het is een produkt van de menselijke geest dat wij opleggen aan de werkelijkheid.

Quote:
* Één van de impliciete vooronderstellingen die aan dat onderscheid ten grondslag
lijk
t te liggen, is de gedachte dat er een scheiding is tussen metafysica en fysica, kortom dat er een soort kern is van overtuigingen die grofweg helder en bewezen is, en dat daar bovenop nog eens 'het geloof' komt. Is dat herkenbaar? Hoe reëel is dit?
Ik vindt inderdaad dat het fysisch meetbare en aantoonbare in de hoogste mat e aan realiteit beantwoord. De rest, zoals de geest, is daarvan een afgeleide, of, zoals liefde en rechtvaardigheid, een afgeleide van die afgeleide. Klassieke gelovigen gaan uit van het meest onmeetbare en onaantoonbare als grondslag van de realiteit, wanneer zij God als schepper en dus bron van het bestaan beschouwen. Dus zolang er mensen zijn die in een goddelijke schepper geloven, blijft dit onderscheid relevant.

* Een terzijde opmerking; een wat vrolijker atheisme, hoe zou dat gebracht moeten worden?

Ik probeer dat te doen met humor in mijn posts, als me iets grappigs invalt. En in mijn dagelijks leven probeer ik van gewone dingen te genieten, ook wanneer daar een hogere zin van ontbreekt.

Quote:
Dankjullie voor je medewerking.
smile.gif

Graag gedaan, ik hoop dat jullie mijn reactie nog lezen, ook al lag de discussie al een paar weken stil. Ik ontdekte deze vragen pas later bye.gif .

Link naar bericht
Deel via andere websites
  • Antwoorden 71
  • Created
  • Laatste antwoord

Top Posters In This Topic

Gast Anon_phpbb

Quote:

Wat vragen en losse opmerkingen aan atheisten (seculier humanisten) gericht, omdat ik wat dingen voor mezelf helder wil hebben.

* De morele verontwaardiging die je vaak bij de hier discussiërende atheisten terugvindt als er weer eens een Bijbelvers uit een obscuur OT boek wordt opgediept; waar is deze ten diepste op gebaseerd? Wat is het normen en waardenpatroon erachter? Is het gebaseerd op smaak? Of gaat er toch meer achter schuil? De achtergrond van deze vraag is de opmerking van Dawkins dat er geen universeel goed en kwaad bestaat, wat inderdaad epistemologisch gezien een 'waarheid' als een koe is. Hoe verhoudt zich dat met de felheid (die, denk ik, toch wel gemeend is?) van de reacties?

Persoonlijk geloof ik dat goed en kwaad beiden relatief zijn; wat voor de een een goede daad is kan de ander immers zeer kwalijk opvatten, etcetera. Ik ben echter niet bekend met de morele verontwaardiging waar je het over hebt; om dit juist te beoordelen zou je me een voorbeeld van een zogezegd obscuur vers moeten geven.

Quote:

* Ik geloof persoonlijk dat de meeste actieve atheisten (zij die iets aan het verschijnsel 'religie'of in ieder geval de 'uitwassen' daarvan iets willen doen) nog het best passen in de categorie 'wereldverbeteraars' of idealisten. Is dit enigzins herkenbaar?

Ik ben niet een echt actieve atheist, maar deze zouden inderdaad in die categorie vallen. Zelf ben ik meer iemand met realiseerbare idealen (neem van mij aan, dat is iets anders dan een idealist knipoog_dicht.gif ).

Quote:

* Zelf heb ik soms het idee dat de alhier discussierende atheisten vaak beter weten waar ze tegen zijn, i.p.v. waar ze voor zijn. De analyse van het probleem is vaak veel scherper dan de oplossing. Dit zullen jullie ongetwijfeld anders zien.
smile.gif

Klopt wat mij betreft wel; maar het is in mijn mening ook altijd makkelijker om iets te becritiseren dan iets te verdedigen. Dat komt in dit geval waarschijnlijk omdat het het atheisme bepaald ontbreekt aan een universele geloof om te verdedigen (behalve dan het niet-geloven in het goddelijke), terwijl het wel een universele 'tegenstander' heeft.

Quote:

* In mijn optiek heeft het seculier humanisme een interne tegenstrijdigheid in zich; enerzijds zal het zich moeten verenigen/canoniseren wil het enige slagkracht hebben, maar als het dat doet, dan verliest het een stuk interne kracht, omdat het dan 'religieuze trekken' gaat vertonen. Zie bijvoorbeeld de Franse revolutie met haar godsdienst van de rede of het communisme. Wat is jullie visie hierop?

Je hebt een punt. Al is dit voor mij eigenlijk niet belangrijk aangezien ik me niet bepaald interesseer in de slagkracht van mijn geloof. Het zal me een worst wezen of mijn ideeën worden verspreid en als van belang worden opgevat.

Quote:

* Daarop voortbordurend; wat je vaak hoort, is het onderscheid dat men maakt tussen 'gelovigen' en 'ongelovigen'. Hoe valt dit nog te handhaven in postmoderne tijden? We zijn toch allemaal gelovigen ook al geloven we wat anders?

Er zijn zo veel verschillende geloofssystemen en opvattingen in de moderne samenleving dat zo'n zwart-witte kijk inderdaad nogal achterhaald is.

Quote:

* Één van de impliciete vooronderstellingen die aan dat onderscheid ten grondslag
lijk
t te liggen, is de gedachte dat er een scheiding is tussen metafysica en fysica, kortom dat er een soort kern is van overtuigingen die grofweg helder en bewezen is, en dat daar bovenop nog eens 'het geloof' komt. Is dat herkenbaar? Hoe reëel is dit?

Hmm... Laat me hier nog wat langer over nadenken, okee?

Quote:

* Een terzijde opmerking; een wat vrolijker atheisme, hoe zou dat gebracht moeten worden?

Wat mij betreft is het atheisme vrolijk genoeg! Ik als overtuigd atheist vat het geloof nogal verstikkend op, zie je. Ik bedoel, uiteindelijk is het voor gelovigen altijd God die je leven regelt, niet? Het voelt voor mij persoonlijk lonender als ik iets bereik omdat ik dan het gevoel heb dat ik het echt zelf heb bereikt. Ik weet tenminste zeker dat God zich er niet mee heeft bemoeid! Dit geldt natuurlijk ook voor teleurstellingen. Deze vrijheid is wat mij betreft het mooiste van het atheisme. smile.gif

Ik geniet van de kleine dingen in het leven en de grote dingen in het leven; ik grijp de kansen die ik kan vinden met beide handen aan. Ik ben waarschijnlijk gelukkiger als atheist dan ik ooit als gelovige zou kunnen zijn. En al had ik behoefte aan een hogere macht in mijn leven, ik zou mezelf niet van het bestaan hiervan kunnen overtuigen.

Al zal het voor een gelovige moeilijk zijn een leven zonder God als de moeite waard, bevrijdend en vrolijk te zien, zou ik zo denken.

Quote:

Dankjullie voor je medewerking.
smile.gif

Geen probleem, al zal mijn bijdrage vast niet van veel belang zijn.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Even een correctie op mijn eigen post, n.a.v. de post van Sausmous: wat vaak door elkaar wordt gehaald en waar ik me ook schuldig aan heb gemaakt hierboven, is het door elkaar halen van de term atheïsme en levensbeschouwingen als het seculier humanisme.

A-theïsme is niet meer of minder dan wat het woord zegt: niet geloven in (of in de sterke variant: het ontkennen van) het bestaan van god(en). (En een gelovige is meestal ook a-theïst waar het aankomt op andere goden dan die van zijn/haar eigen geloof).

Atheïsme zegt dus niets over alle andere overtuigingen en de verdere levensbeschouwing van de atheïst. Wel gaat het vaak gepaard met seculier humanisme en het hechten van grote waarde aan de resultaten van wetenschappelijk denken. Vandaar dat die drie vaak op één lijn worden gesteld en allemaal onder de noemer van atheïsme worden geveegd. Maar het hoeft niet per sé zo te zijn.

Dit even om de puntjes op de i te zetten.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Ik vind het ook wennen, het besef dat de wereld niet om onzentwille bestaat, dat er geen hogere macht is die naar ons omkijkt, maar dat we het met onszelf en met elkaar moeten rooien op deze wereld, zonder Imaginaire Vriend hierboven die zorgt dat op het einde alles goed komt. Het besef dus ook dat sommige dingen gewoon nooit goed komen, dat de Hemel op Aarde, of een Hemel Hierna een illusie is.

Dat is inderdaad wennen, dat is een realiteit voor ex-gelovigen, geen dooddoener.

Link naar bericht
Deel via andere websites
  • 1 month later...

Tijdens de wedstrijd even een stukje ingescand van McGrath. e_53.gif

Je hoort vaak, en hierboven ook weer door Think, dat je atheisme en seculier-humanisme uitelkaar moet houden. Strikt genomen is dat zo, maar in praktijk is de noemer 'atheisme' ook wel gebruikt om een meer positieve levensbeschouwelijke visie te benoemen. In het werkje 'De ondergang van het atheisme' beschrijft McGrath hoe in zijn visie het klassiek 'atheisme' (seculier humanisme) aan aantrekkingskracht heeft verloren, dit is het laatste hoofdstuk daaruit. Eigenlijk hoop ik vooral dat sommigen van jullie deze vraag:

Hebben atheisten belang bij meer institutionalisering van hun levensbeschouwelijke visie? Dit omdat dit wel gebeurde in het verleden, maar dat het toen vooral op het bordje van de staat terechtkwam, wat, en daar kunnen Christenen over meepraten, niet zo geweldig is voor een levensbeschouwing. In Amerika kon men door het systeem dit niet zo gauw voor elkaar krijgen, dus was er wel een bepaalde mate van institutionalisering, maar dat gebeurde vooral door idioten, en meer intellectuele atheisten bemoeiden zich er niet mee.

Ik weet dat ik zoiets vast al eens eerder heb gevraagd, maar ik ben benieuwd wat jullie denkbeelden hierover zijn na het lezen van het mild-polemische stukje van McGrath. Hier en daar gaat 'ie wellicht wat te kort door de bocht, maar ik hoop dat jullie je er niet al teveel door willen laten afleiden, en jullie willen focussen op mijn vraag (en ik denk; positieve uitdaging smile.gif )

Komt 'ie:

Het einde van een keizerrijk: het tanende appèl van het atheïsme

De viering van het diamanten jubileum van koningin Victoria in juni 1897 markeerde het hoogtepunt van de Engelse imperiale geschiedenis. Het was ongetwijfeld een toppunt van nationaal zelfvertrouwen en nationale zelfgenoegzaamheid en overtrof in zijn enthousiasme zelfs het gouden jubileum van tien jaar daarvoor. De Engelsen hadden het grootste rijk gecreëerd dat de wereld ooit gekend had, een rijk waarboven de zon nooit onderging - en veel van de kleurige verscheidenheid van dit rijk vertoonde zich die zomer in de straten van Londen. De Londenaren keken met verbazing toe terwijl colonnes soldaten van alle rassen in oogverblindende uniformen langsparadeerden. Als de Engelsen ooit een bevestiging zochten voor de grootsheid van hun imperium, werd deze hun nu gegeven. Maar zoals een oud kerkgezang zegt, komen de trotse keizerrijken van deze aarde ten val. Ook Rudyard Kipling (1865-1936) had zijn twijfels. Op het hoogtepunt van de vieringen van het jubileum op 22 juni drukte hij zijn diepe bezorgdheid over de situatie uit in het gedicht 'Recessional'. De massàs waren 'dronken van de aanblik van macht'; maar was er iets anders om het rijk in stand te houden dan macht? Tenzij het rijk op Gods wil is gegrondvest zal het zeker in de geschiedenis verdwijnen, met andere die in hun tijd groot waren en nu vergeten zijn.

De vloot smelt weg op verre zee;

Op duin en landtong dooft het vuur:

Al onze oude pracht en praal Vervalt tot stof als Ninive!

Rechter der volkeren, geef ons nog respijt Voor een bezinning op vergankelijkheid!

Misschien had Kipling beseft dat de grondslagen van dat rijk al onder zijn voeten in beweging waren geraakt. Het kon niet langer zo doorgaan. Er moest iets bezwijken. Maar voor velen waren zulke gedachten op die heuglijke dag volstrekt buiten de orde. Wat kon er fout gaan? Hetzelfde proces van opkomst en verval, groei en aftakeling, kan in de grote keizerrijken van de menselijke geest worden gezien. Er komt een moment waarop hun groei stagneert, hun aantrekkings¬kracht verslapt en hun geloofwaardigheid terugloopt. En vaak komt dit als een verrassing, is de voorspelbaarheid ervan - net als bij een crisis op de aandelenmarkt - pas achteraf zichtbaar. Het atheïsme heeft het moeilijk. De gloriedagen ervan liggen ver in het verleden. De toekomst ervan lijkt geleidelijk steeds sterker te liggen in de persoonlijke opvattingen van individuen dan in het grote openbare domein dat het atheïsme ooit als zijn natuurlijke omgeving beschouwde. De aantrekkingskracht van het atheïsme is niet universeel gebleken, maar heeft zich beperkt tot bepaalde situaties - situaties die snel tot het verleden zijn gaan behoren en hun uitwerking op de verbeelding van het publiek verloren hebben. Oude herinneringen aan het atheïsme als een bevrijder zijn in conflict geraakt met recentere herinneringen aan het atheïsme als een onderdrukker. Hoe is deze rolverandering tot stand gekomen?

Bevrijders en onderdrukkers: over de rolverandering van het atheïsme

Een van de aantrekkelijke kanten van het atheïsme waarmee ik op de middelbare school in aanraking kwam, was dat het de wereld in zwart-wit zag. Er waren geen verwarrende grijsnuances om de zaken te compliceren. Het atheïsme was de grote bevrijder van de mensheid en de godsdienst was haar onderdrukker. Als de godsdienst was afgeschaft, zou de wereld licht en vrede kennen en zouden de mensen in harmonie kunnen leven. Op dat moment was ik natuurlijk te jong en te naïef om te beseffen dat vrijwel elke wereldopvatting en elke godsdienst die ooit bestaan heeft ongeveer dezelfde boodschap heeft verkondigd: sluit je aan bij onze manier van denken en alles zal in orde komen. Elk dogma is verkeerd (behalve natuurlijk dat van ons). Maar mijn jonge geest was nog niet helemaal klaar voor zulke complicerende ideeën; ik hield de zaken liever eenvoudig, en het fundamentalistische atheïsme dat ik kende was voor mijn doelen uitstekend geschikt. Godsdienst was in elk opzicht slecht voor je - sociaal, persoonlijk en politiek. De Franse en Russische revoluties lieten zien waartoe atheïsten in staat waren als ze zich ertoe zetten de wereld te veranderen. Het was tijd voor een volgende grote revolutie, om datgene wat de eerdere revoluties plaatselijk tot stand hadden gebracht over de hele aardbol te verbreiden. Ik geef eerlijk toe dat deze ideeën achteraf gezien buitengewoon simplistisch waren en dat veel godsdienstige ideeën, daarbij vergeleken, zeer gunstig afsteken. Maar dit waren de ideeën die in de jaren 1960 in omloop waren en met vele anderen vond ik ze fascinerend.

Het uitgangspunt van de redenering is dat bevrijding iets moois is en onderdrukking iets slechts. Wanneer de godsdienst onderdrukt en het atheïsme bevrijdt, kun je je plan van actie verder zelf uitwerken. Maar hoe zit het als deze rollen bepaald zijn door de historische omstandigheden? Met andere woorden, wat zou er gebeuren als de rol van het atheïsme als bevrijder bepaald was door de bijzonderheden van een gegeven historische situatie, en niet algemeen geldig was? Of als de godsdienst alleen maar onderdrukkend was binnen bepaalde contexten, en in andere bevrijdend? Het lijdt geen twijfel dat veel Franse intellectuelen uit het midden van de achttiende eeuw de kerk verachtten vanwege zijn maatschappelijke achterlijkheid en zijn primitieve theologie, en het atheïsme als een nodige en langverwachte frisse wind beschouwden.

Maar een nauwkeuriger onderzoek van de geschiedenis kan ons doen inzien dat dit geen universeel patroon is. Een gevalstudie - de ontwikkeling van het christendom in Korea tijdens de twintigste eeuw - levert op dit punt een bijzonder duidelijk en krachtig voor¬beeld. De wortels van het christendom in Korea gaan terug tot het einde van de achttiende eeuw, toen er, in navolging van initiatieven uit Beijing in China, een kleine katholieke gemeenschap werd gesticht. Deze kleine christelijke gemeenschap werd in de negentien¬de eeuw krachtig vervolgd. Van de totale christelijke populatie van ongeveer achttienduizend zijn naar men aanneemt achtduizend mensen uitgemoord. Maar de ondertekening van een vriendschaps¬verdrag met de Verenigde Staten in 1882 bracht een zekere stabiliteit tot stand. Kort daarna arriveerden er Amerikaanse protestantse zen¬delingen in Korea, die grote medische en onderwijsmissies in dat land vestigden. Niettemin was bij het aanbreken van de twintigste eeuw slechts een zeer klein deel van het land christelijk - volgens de beste schattingen net onder de één procent. Maar een gezaghebbend overzicht van de godsdienstige bindingen van het Koreaanse volk, verschenen in 2000, het laatste jaar van de twintigste eeuw, liet zien dat 49 procent van de bevolking christen was. Hoe en waarom is deze grote verandering tot stand gekomen? Hoe is een land waarin het christendom nauwelijks aanwezig was, een nagenoeg christelijke natie geworden? Een beslissende factor in deze ontwikkeling was ongetwijfeld dat het christendom door Koreanen in de twintigste eeuw werd gezien als een bevrijder en niet als een onderdrukker. Korea werd in 1910 geannexeerd door Japan en bleef tot het einde van de Tweede Wereldoorlog onder Japans bestuur. Het christendom werd als bondgenoot van het Koreaanse nationalisme beschouwd, vooral tegen de Japanse onderdrukking. Elders in Azië kon het christendom door zijn critici gemakkelijk worden afgeschilderd als lakei van het westerse imperialisme. Maar in Korea was de vijand niet het Westen, maar Japan. In deze hele periode speelden christenen buiten elke verhouding tot hun aantallen een actieve rol in de Koreaanse onafhankelijkheidsbeweging. Van de 123 mensen die bij de volksopstand tegen het Japanse bewind in 1911 wegens rebellie veroordeeld werden, waren er 98 christen. Op dat moment vormden de christenen net iets meer dan één procent van de Koreaanse bevolking. Hoewel het christendom slechts minimaal in de natie vertegenwoordigd was, vervulde het in de Koreaanse context de rol van een bevrijder. Geschiedenis gaat over de bijzondere kenmerken van een gegeven situatie en de godsdienst wordt in sommige contexten als bevrijdend gezien en in andere als beperkend en onderdrukkend. Tegenwoordig stuurt Zuid-Korea christelijke zendelingen uit naar naties in heel Azië. De grote Koreaanse bevolkingsgroepen in grote westerse steden, van Sydney tot Los Angeles, van Melbourne tot New York, zijn nauw met elkaar verbonden in een netwerk van kerken, die vaak gezamenlijk optreden en elkaar wederzijdse steun en spirituele inspiratie verschaffen. En naarmate Noord-Korea tekenen van economische crisis en politieke instabiliteit vertoont, blijft de vraag naar de toekomstige godsdienstige ontwikkeling van deze streng communistische staat volledig open. De geruchten doen vermoeden dat het christendom bij de noordelijke bevolking al veel voet aan de grond heeft gekregen en zijn invloed in de komende tien jaar nog verder zal uitbreiden.

De geloofsbrieven van het atheïsme als politieke en intellectuele bevrijder zijn eveneens aangevochten. Ook in dit geval ziet men de maatschappelijke rol van het atheïsme als bepaald door de historische context. Het atheïsme is ongetwijfeld als een bevrijder beschouwd in het Frankrijk van de jaren 1790, het Duitsland van de jaren 1840 en het Rusland van de jaren 1910, om slechts enkele belangrijke momenten in de recente westerse geschiedenis te noemen. Maar op andere plaatsen en tijdstippen is het atheïsme als sociaal en intellectueel onderdrukkend beschouwd - bijvoorbeeld in heel Oost-Europa na de Tweede Wereldoorlog. De meedogenloze onderdrukking van de academische vrijheid in die periode (die door de westerse liberale intelligentsia bijna volledig is genegeerd) brengt ons krachtig in herinnering dat een wereldopvatting die vanuit de oppositie vrijheid eist, verrassend onverdraagzaam kan worden tegen haar rivalen als ze een machtspositie heeft verkregen. Het behoort niet tot het wezen van het atheïsme om een bevrijder te zijn en evenmin tot het wezen van de godsdienst om een onderdrukker te zijn. Deze rollen worden bepaald door de toevalligheden van de geschiedenis. Misschien kunnen er zich opnieuw maatschappelijke veranderingen voordoen waarin het atheïsme bevrijdend is en de godsdienst onderdrukkend. Maar dat moment lijkt nu nog ver verwijderd te zijn.

'Een nieuwe ouderling is niet veel anders dan een oude priester.'

Met deze woorden, geschreven in 1646, gaf John Milton uitdruk¬king aan het ontmoedigende inzicht dat een radicale godsdienstige verandering vaak leidt tot een herziening van het vocabulaire in plaats van een uitbanning van de ondeugden van het godsdienstige establishment. Het atheïsme is Op deze regel geen uitzondering gebleken, maar heeft de regel alleen maar bevestigd. Het atheïsme is ooit nieuw, opwindend en bevrijdend geweest, en is daarom beschouwd als vrij van de ondeugden van het geloof waarvoor het in de plaats kwam. Bij nader inzien, en door een grotere bekendheid met het atheïsme in de loop van de tijd, is het gebleken net zo slecht te zijn en net zoveel bedriegers, psychopaten en strebers in zijn gelederen te tellen als zijn godsdienstige tegenhangers. Velen zijn nu tot de slotsom komen dat deze persoonlijkheidstypen in alle menselijke groepen voorkomen en niet een bijzonder kenmerk zijn van gods¬dienstige mensen. Toen het atheïsme nog jong en onschuldig was, en gezien werd tegen de achtergrond van een uitgeput en verschaald godsdienstig establishment, bezat het de dubbele aantrekkingskracht van nieuwheid en integriteit. Met Stalin en Madalyn Murray O'Hair lijkt het atheïsme uiteindelijk zowel de ondeugden van de Spaanse inquisitie als die van de ergste tv-evangelisten te hebben overgenomen. En dit zegt niets negatiefs over het atheïsme in het bijzonder, alleen maar dat het net zo sterk ten prooi is aan de zwakheden en gebreken van de menselijke natuur als elk ander ideeënstelsel. In plaats van voor het menselijke dilemma een oplossing te bieden is het zelf een onderdeel van het probleem geworden. Op dit punt kan nog een verdere vraag worden opgeworpen.

Nietzsche betoogde dat God dood was - waarmee hij bedoelde dat God in de westerse cultuur niet langer een betekenisvolle werkelijk¬heid was. Maar was dit werkelijk goed nieuws? Nietzsche was daar zelf in het geheel niet zeker van. Hij wees erop dat de mensen, als God dood was, hun oude geloof in God op iets anders zouden over¬dragen. Ze moesten ergens in geloven. Met zijn vooruitziende blik verklaarde Nietzsche dat de mensen, nu ze hun geloof in God verloren hadden, hun vertrouwen zouden schenken aan barbaarse 'broederschappen met als doel de beroving en uitbuiting van degenen die niet hun broeders waren'. Voor velen was dit een onrustbarende voorspelling - juist omdat hij voorspelbaar was - van de opkomst van het tribalisme van de nazi's en andere dubieuze typeringen. Het lijkt of de mensheid haar geloof en vertrouwen moet schenken aan een bepaald individu of een bepaalde groep. Als God buitenspel wordt gezet, betoogt Nietzsche, wenden we ons tot andere absolutistische groeperingen en credo's - zoals Adolf Hitler of de Communistische Partij van de Sovjet-Unie. De uitbanning van God uit de westerse cultuur heeft zijn schaduwzijde, die helaas nog wel nader moet worden ingezien en onderzocht door degenen die op deze uitbanning aandringen.

Maar bevrijding houdt meer in dan sociale en politieke kwesties.

Een van de belangrijkste kritiekpunten die door Sigmund Freud tegen de godsdienst zijn ingebracht, was dat het een ongezonde en disfunctionele kijk op het leven bevorderde. Nadat Freud de godsdienst als een illusie had afgeschreven, betoogde hij vervolgens dat godsdienst een negatieve factor was in de persoonsontwikkeling. Zijn inzichten hebben een grote invloed uitgeoefend op de gezond¬heidszorg in het Westen, vooral in de Verenigde Staten. Op sommige momenten is de invloed van Freud zo sterk geweest dat de uitbanning van iemands godsdienstige overtuigingen als een voorwaarde voor zijn geestelijke gezondheid werd gezien.

Maar Freud is van zijn voetstuk gevallen, en de val is des te harder aangekomen omdat hij zo lang op zich heeft laten wachten. De ver¬stoting van Freud uit zijn schijnbaar onaantastbare positie in de Amerikaanse cultuur is een langzaam proces geweest. Frank Sulloways Freud - Biologist of the Mind (1979) heeft enkele moeilij¬ke vragen opgeworpen over Freuds wetenschappelijke geloofsbrieven. Adolf Grünbaums Foundations of Psychoanalysis (1984) heeft de aandacht gevestigd op de vele gebreken en kwetsbaarheden van zijn theorieën. Het is echter overgelaten aan Frederick Crews, in zijn Unauthorized Freud (1998), om een steeds uitgebreidere vaklitera¬tuur te populariseren waarin Freud op elk niveau wordt aangevoch¬ten. Dit gebeurt door de betrouwbaarheid van zijn oorspronkelijke gevalsstudies en de integriteit van zijn therapeutische methoden in twijfel te trekken en de goedgelovigheid van zijn volgelingen in de schijnwerper te stellen. Volgens deze kritiek had Freud een verontrustende neiging om de toevalligheden van de sociale geschiedenis om te zetten in noodzakelijke waarheden van de menselijke natuur. Het al te lang uitgebleven resultaat van deze kritiek was dat het vertrouwen in Freuds opvattingen over de godsdienst in de publieke opinie verloren is gegaan, een conclusie die in vakkringen al tien jaar eerder bereikt was.

Er is op dit moment een groeiend besef van het belang van spiritualiteit in de gezondheidszorg, als een positieve factor met betrekking tot welzijn en als een zaak waarop patiënten recht hebben. De belangrijke conferentie 'Spirituality and Healing in Medicine', in 1998 gesponsord door de Harvard Medical School, heeft als nooit tevoren de aandacht van het publiek en de beroepsgroep gevestigd op de rol van spiritualiteit binnen de geneeskunde. Op deze conferentie is gerapporteerd dat 86 procent van de Amerikanen, 99 procent van de huisartsen en 94 procent van de gezondheidszorgers nu gelooft dat gebed, meditatie en andere spirituele en godsdienstige praktijken binnen het genezingsproces een belangrijke positieve rol vervullen. Atheïstische schrijvers, zoals Kevin Courcey, wijzen dit doorgaans van de hand als bijgelovige onzin. Maar deze inzichten zijn gebaseerd op een groeiend corpus van empirische gegevens waarin een positieve correlatie is vastgesteld tussen spiritualiteit en gezondheid, vooral in verband met de vraag hoe patiënten met ziekte omgaan en daar vervolgens van herstellen. Zonder dat deze gegevens op enigerlei wijze een oordeel inhouden over de waarheid van de godsdienstige opvattingen van patiënten, wijzen zij onmiskenbaar op de heilzame effecten van geloof op de gezondheid. Dit sluit de mogelijkheid niet uit dat zulke overtuigingen inderdaad 'bijgelovige onzin' zijn - maar dat was niet het doel van het onderzoek. Ongeacht de waarheid van deze godsdienstige opvattingen, worden ze door medici steeds ster¬ker als bevorderlijk voor de gezondheid beschouwd. Deze situatie heeft belangrijke consequenties. Zowel patiënten als gezondheidszorgers dringen er steeds sterker op aan om godsdienstige opvattingen van patiënten op basis van overeenstemming in de medische behandeling op te nemen, vooral met betrekking tot de stervensbegeleiding. Waar het op neerkomt is dat de godsdienst voor veel mensen in het Westen een belangrijke rol vervult en dat zij hun godsdienstige overtuigingen - zonder deze aan anderen op te dringen - opgenomen willen zien in de gezondheidszorg die zij ontvangen. Ongeacht hoe atheïsten daarover kunnen denken, zijn christenen en andere gelovigen van mening dat hun geloof een positieve uitwerking heeft op hun leven en verlangen zij in deze kwestie vrijheid van handelen. Een van deze positieve aspecten van de godsdienst betreft het opbouwen van een gemeenschap, waarop we nu nader zullen ingaan.

Godsdienst en het opbouwen van een gemeenschap

Het opbouwen van een gemeenschap is in veel westerse culturen een politieke kwestie van toenemend belang geworden, vooral tegen de achtergrond van het afbrokkelen van sociale samenhang in de afgelopen decennia. Hoe kan een gemeenschapsgevoel, als het verloren is gegaan, opnieuw worden opgebouwd? Deze vraag leidt als vanzelf tot een vergelijking tussen godsdienstige en atheïstische benaderingen van het opbouwen en in stand houden van een gemeenschapsgevoel. De rol van de godsdienst bij het opbouwen en in stand houden van een gemeenschappelijke identiteit is al geruime tijd bekend en is sinds ongeveer 1965 steeds belangrijker geworden. Een van de meest in het oog springende aanwijzingen van het voortdurende belang van godsdienst is de goed gedocumenteerde neiging van immigrantenge¬meenschappen om zich in godsdienstige termen te definiëren. Engeland heeft een omvangrijke immigratie ondergaan uit het Indiase subcontinent. Maar de gemeenschappen die binnen Engelse steden zijn ontstaan, definiëren zichzelf aan de hand van godsdienstige (in plaats van nationale) parameters, en beschouwen kerken of tempels als centra van de gemeenschap. De Engelse media spreken niet langer van 'Indiase' gemeenschappen in Engeland, maar van sikh-, hin¬doe- en moslimgemeenschappen, en ze verwachten dat de identiteit van deze gemeenschappen bepaald wordt door de plaatselijke gudwara, tempel of moskee.

Een soortgelijk patroon is te vinden in Frankrijk, waar een omvangrijke immigratie heeft plaatsgevonden uit Algerije en andere Noord-Afrikaanse landen. Ook in dit geval definiëren deze gemeenschappen zich primair in godsdienstige termen en wordt de identiteit van de vijf miljoen moslims in Frankrijk ondersteund door de moskeeën van Parijs en Marseille. Het belang van de godsdienst voor de vorming van de identiteit van deze gemeenschap heeft de Franse regering gedwongen tot een herbezinning op haar traditioneel secularistische houding en tot een toenemende erkenning van het belang van de godsdienst in het nationale leven.

Christelijke kerken zijn sinds lang centra van gemeenschapsleven in het Westen. De meer ondernemende kerken in Amerika zijn er kortgeleden toe overgegaan om deze rol verder te ontwikkelen en de kerk te zien als een oase van sociale stabiliteit in een snel veranderende cultuur. De editie van augustus 1996 van de Atlantic Monthly bevatte een artikel van Charles Trueheart getiteld 'Welcome to the Next Church', waarin hij enkele van de radicale en innovatieve benaderingen beschreef die nu in de christelijke eredienst en het leven van christenen zijn ingevoerd. Een goed voorbeeld van deze nieuwe benaderingen is te vinden in de Mariners Church, dicht bij Newport Beach, Californië, die kortgeleden is gefuseerd met een naburige megakerk en nu bekendstaat als de Mariners Southcoast Church. Het succes van deze kerk, en van talloze andere met hetzelfde karakter, kan worden toegeschreven aan een erkenning van het belang van een gemeenschappelijke identiteit. Mensen willen ergens bij horen, niet alleen geloven. Zulke kerken beschouwen zichzelf als 'eilanden in de stroom', zoals de kloosters van de Middeleeuwen, die veiligheid en gemeenschap boden aan reizigers op de levensweg. Identiteit betekent dat je ergens bij hoort. En de gemeenschapskerken willen voorzien in een plek waar de leden bij horen.

Een gemeenschapskerk lijkt op een klein stadje in het Amerika van weleer, met een bevolking van slechts enkele duizenden zielen. De leden hebben het gevoel dat ze bij een groep horen, waarden met elkaar gemeen hebben en elkaar kennen. Mensen gáán niet alleen naar gemeenschapskerken; ze hebben het gevoel dat ze erbij horen. 'Het lidmaatschap van Mariners of van een andere grote kerk maakt ze lid van een gemeenschap, met zijn voordelen van vriendschap en vertroosting en doelgerichtheid en de diepe bevrediging van dienstverlening aan anderen.' In een tijd waarin de Amerikaanse samenleving uit elkaar lijkt te vallen, bieden de gemeenschapskerken samenhang. Zo biedt Mariners zijn leden een brede scala van sociale activiteiten, die er allemaal op gericht zijn te voorzien in behoeften, diensten te verlenen en gemeenschapsbanden te smeden. In de morgen waarop Trueheart de kerk bezocht, trof hij daar werkgroepen over alleen¬staand ouderschap, gespreksgroepen over het afkicken van alcohol en drugs, vrouwengroepen voor bijbelstudie, een bijeenkomst over de dynamiek van echtscheiding en een retraite voor mannen - om slechts enkele activiteiten te noemen. Trueheart merkt hierbij op dat deze kerken 'broedplaatsen blijken te zijn van persoonlijke vernieuwing en menselijke verbondenheid'. Het is van belang deze ontwikkeling in verband te zien met het veranderende gezicht van Amerika. In een veelgeciteerd artikel dat verscheen in het nummer van november 1994 van dezelfde Atlantic Monthly, maakte de managementgoeroe Peter Drucker de volgende opmerking over het 'tijdperk van sociale transformatie': 'De oude gemeenschappen - familie, dorp, parochie enzovoort - zijn in de kennissamenleving nagenoeg allemaal verdwenen. Hun plaats is grotendeels ingenomen door de nieuwe eenheid van sociale integratie, de organisatie. Terwijl het lidmaatschap van een gemeenschap een lotsbestemming was, wordt een organisatie gekenmerkt door vrijwillig lidmaatschap.' In vroeger dagen werd je sociale omgeving bepaald door waar je woonde. Ze maakte deel uit van de traditionele orde, iets waarin je geboren werd. Nu moet gemeenschap geschapen worden - en de instantie die gemeenschap creëert, is in toenemende mate de vrijwillige organisatie. Christelijke kerken zijn strategisch gesitueerd om gemeenschappen te scheppen en in stand te houden, terwijl negatievere sociale krachten het gemeenschapsgevoel in de Amerikaanse samenleving als geheel vernietigen. De gemeenschapskerken zijn in deze rol bijzonder effectief gebleken en zijn daardoor ontzaglijk sterk gegroeid. Maar hoe staat het met het atheïsme? Het belang van het scheppen van een gemeenschapsgevoel is in de geschiedenis van de Sovjet-Unie al vroeg ingezien. Toen de plannenmakers de godsdienst uit het openbare leven van de natie hadden uitgebannen, erkenden zij het belang van rituelen en manifestaties die de sociale samenhang en een gevoel van identiteit bevorderen. Ze werden vaak welbewust ontworpen als alternatieven voor hun christelijke tegenhangers. Zo werd de zaterdag voor Pasen als Communistische Zaterdag gevierd. Enkele andere feestdagen in de officiële sovjetkalender waren de Meidag, de Dag van de Overwinning (9 mei), de Dag van de Constitutie (7 oktober) en de Dag van de Revolutie (7-8 november). Het jaar in de Sovjet-Unie werd zo ingericht dat het de grondprincipes van de regering en de gebeurtenissen rond de stichting en instandhouding van de Sovjet-Unie herdacht en bevestigde. Aanvullende rituelen werden uitgedacht als tegenhangers van de christelijke ritus van doop en belijdenis - bijvoorbeeld de 'Familiegebeurtenis' om de geboorte van een nieuw kind te vieren of de plechtigheid bij toetreding tot de Communistische Partij.

De Duitse socioloog Benno Ennker heeft vastgesteld dat de cultus van Lenin ontwikkeld is als een middel om in de hele Unie sociale samenhang en politieke loyaliteit te verzekeren (de parallel met de Romeinse keizercultus in de eerste eeuw is zowel opmerkelijk als verhelderend). De wortels van deze ontwikkeling gaan terug tot 1924 en kunnen worden gezien als een poging om de idealen van Lenin in het ethos van de Sovjet-Unie te vereeuwigen, met de Communistische Partij als hoedster van dit erfgoed. Historici hebben gewezen op

de voor de hand liggende en waarschijnlijk opzettelijke vervanging van Jezus Christus en zijn kerk door wereldlijke tegenhangers, waarbij men verwachtte dat het Russische volk zonder veel moeite zijn aanhankelijkheid zou overdragen, en dezelfde trouw aan de partij zou tonen als daarvoor aan de kerk. Eenmaal uitgevonden, werden deze rituelen een onderdeel van het normale leven van de Sovjetburgers. Maar voor hun betekenis maakte het uit dat ze waren opgelegd door de staat en dat er geen alternatieven waren toegestaan. Ze waren bedoeld om de waarden en overtuigingen van het marxisme-leninisme te vertegenwoordigen en te versterken. Bij de val van de Sovjet-Unie werden de riten en feesten van de Russisch-orthodoxe kerk in ere hersteld, of werden de communistische tegenhangers behouden met drastische wijzigingen om ze meer aanvaardbaar te maken in een post-Sovjet en post-atheïstisch tijdperk. De naaste parallel van dit Sovjetmodel in het Westen is te vinden in Canada, dat lijkt te denken dat een gemeenschapsgevoel alleen geschapen kan worden door elke godsdienstige aanwezigheid uit de publieke arena te verwijderen. Godsdiensten creëren toch verdeeld¬heid? Dan is de beste manier om sociale cohesie te bewerkstelligen ze uit het openbare leven te schrappen. Aartsbisschop Michael Peers gebruikte zijn nieuwjaarspreek in 2002, in de kathedraal van Ottawa, om vraagtekens te zetten bij deze benadering: 'Volgens sommige deelnemers aan dit debat zal het secularisme ons land eenheid en kracht geven door de verdeeldheid van de godsdienst uit het leven te bannen,' merkte hij op. 'Maar ik denk dat dit niet alleen een onderdrukking van de veelzijdige werkelijkheid zou inhouden, maar ook een ernstige dwaling als het gaat om de samenleving. Als we denken dat we eenheid kunnen bereiken door de kennis van de godsdienstige verscheidenheid en het respect voor die verscheidenheid de kop in te drukken, zullen we onze wereld nooit begrijpen.' De aartsbisschop bracht naar voren dat Canada zich laat voorstaan op zijn multiculturele karakter, maar tegelijkertijd probeert verwijzingen naar de godsdiensten die aan deze verscheidenheid ten grondslag liggen uit te bannen. 'Stel je voor dat je sikhs en moslims moet uitleg¬gen dat hun cultuur in dit land wordt gerespecteerd, maar dat onze samenleving geen plaats heeft voor hun geloof. Geloof en cultuur zijn nauw met elkaar verbonden.' Maar hoe staat het met het atheïsme in de Verenigde Staten, waar het soort sociale en intellectuele eenvormigheid dat de Communistische Partij in de Sovjet-Unie eiste en oplegde ondenkbaar is, laat staan verwezenlijkt kan worden? Hier brengt het atheïsme een veelheid van organisaties voort, maar creëert het geen gemeenschappen. Een voorbeeld is dat de afdelingen op staatsniveau en de nationale conventie van American Atheists, met de atheïstische opvattingen van deze organisatie, zeker iets van een gemeenschappelijke identiteit tot stand hebben gebracht. Maar de hierdoor gecreëerde gemeenschap lijkt uitsluitend gebaseerd te zijn op een afkeer van de godsdienst. Hij heeft niet eens een goed georganiseerde basis en mist cha¬rismatisch leiderschap - een noodlottig tekort, waarop we nu nader zullen ingaan.

Institutioneel atheïsme: het echec van een visie

Een van de beste uitspraken van Franz Kafka over de ogenschijnlijke zinloosheid van het leven heeft bredere implicaties: 'Er is een doel, maar geen weg; en wat we een weg noemen, is aarzeling.' Ook al weet je misschien waar je heen wilt, het bereiken van die bestemming is iets gecompliceerder en vereist een dwingende visie op de toekomst en goed leiderschap - iets wat het westerse atheïsme sedert de Tweede Wereldoorlog heeft gemist. Afronderlijke atheïstische schrijvers en denkers verschijnen graag in nationale praatprogrammàs om hun laatste boeken aan te bevelen. Maar ze zijn niet bij machte geweest om een dwingende visie op het atheïsme over te brengen die in staat is grote aantallen mensen aan te trekken en te binden.

Dit algemene manco aan leiderschap binnen hun instellingen wordt in atheïstische kringen breed besproken. Howard Thompson, de voormalige hoofdredacteur van de Téxas Atheist, is ongetwijfeld een van de meest bekwame en diepzinnige atheïsten in de Verenigde Staten. In zijn bijdrage aan de opiniepagina 'Who Speaks for Atheism' heeft Thompson de beweging bekritiseerd vanwege haar gebrek aan richting: 'Het atheïsme in Amerika is slecht gedefinieerd en georganiseerd. We hebben minder sociale en culturele infrastructuur dan zelfs de kleinste godsdienstige groeperingen .... Het atheïsme heeft een schrijnend gebrek aan effectieve openbare stemmen. We hebben behoefte aan goed geïnformeerde, welsprekende mensen om ons materiële realisme tegenover het supernaturalisme te presenteren. We hebben behoefte aan eerlijke, effectieve vertegenwoordigers om bij het publiek een positief imago voor het atheïsme op te bouwen.' Waarom is dit niet gebeurd? Thompson schuift een groot deel van de schuld in de schoenen van Madalyn Murray O'Hair, die hij beschouwt als de grootste schadepost van de beweging. Tot zijn verontwaardiging is haar organisatie niet in staat gebleken van zijn fouten te leren en blijft die organisatie haar nog steeds als een heldin, en zelfs als een martelares, voor de atheïstische zaak afschilderen. Kunnen atheïsten dan niet van hun fouten leren? Het atheïsme heeft een probleem. Gedurende dertig jaar was Madalyn O'Hair de meest zichtbare atheïst. Voor het publiek stond atheïsme gelijk aan wat Madalyn deed en zei, en dat was hoogst onaangenaam. De verdwijning van de O'Hairs in september 1995 wekte verwachtingen dat er positievere atheïstische initiatieven tot stand konden komen. Daarom moeten atheïsten zich zorgen maken over de herleving van Madalyns American Atheists lnc. onder het leiderschap van Ellen Johnson, die de functie van president aannam in een betwistbare vergadering van de Raad van Bestuur. Ellen Johnson is ook een volgelinge door dik en dun van Madalyn, die Madalyn nog steeds als een atheïstische heldin presenteert. Het atheïsme heeft geen behoefte aan een voortzetting van Madalyns negativisme .... Madalyns stijl en beperkte visie hebben een positieve atheïstische groei geblokkeerd. In het moderne Amerikaanse atheïsme ontmoeten we een van de grote dilemma's van alle bewegingen die hun oorsprong en inspiratie danken aan een charismatische stichter. In de loop van de tijd worden de beperkingen van de stichter eerder een schadepost dan een voordeel. Het atheïsme van Madalyn was primitief, anti-intellectueel en homofoob. Daarmee vergeleken lijkt zelfs een fanatieke fundamentalistische christen een lichtend voorbeeld van vrijzinnige opvattlngen.

Wat moet er dan gebeuren? Voor Thompson is het antwoord duidelijk: de beweging moet leiders kweken. Dat is iets wat de christelijke kerken al jarenlang doen, en ze hebben de tornogtoe weinig indrukwekkende pogingen van het atheïsme op dit punt overschaduwd. In een ander stuk voor de opiniepagina, 'The Unlit Bonfire', betoogt Thompson dat er snel een nieuwe dageraad kan aanbreken als de leiderschapskwestie kan worden opgelost. 'Totale overwinning is het enig aanvaardbare doel in een oorlog om de beheersing van de geest, omdat de mensheid tekort wordt gedaan zolang de geest van één enkel individu door programmering of uit vrije keuze in bijgeloof blijft steken.' Maar wie zal hen leiden? En kan dit doel werkelijk bereikt worden? De noodlottige fout in het betoog van Thompson, die ook in veel andere atheïstische traktaten en publicaties kan worden aangetroffen, is zijn hameren op het feit dat de mensheid door een geloof in het bovennatuurlijke geknecht wordt. Hij gelooft dat je de mensen alleen maar hoeft te scholen om ze van deze krankzinnige ideeën te verlossen en dat iedereen door dit verlies beter af zal zijn. Thompson en zijn collegàs hebben een fundamenteel gegeven inzake de godsdienst niet begrepen: dat mensen hun geloof op prijs stellen, er steun aan ontlenen om hun leven structuur te geven en zelfs geloven dat het waarheid zou kunnen inhouden. En wat Thompson nog meer zorgen kan geven is dat zijn alternatief voor de rijke kost van een transcendent geloof bestaat in 'een materialistische cultuur die de mensheid van bijgeloof bevrijdt'. Dit klinkt saai, gedateerd en grauw, bijna net zo opwindend als een lezing over Bulgaarse marxistische dialectiek. Het onvermogen van het atheïsme om de openbare verbeelding in het Westen in zijn greep te krijgen is een weerspiegeling van zijn onvermogen om een dwingende visie op een godloze toekomst te verwoorden, die in staat is mensen enthousiast te maken en ernaar te doen verlangen deze visie met elkaar te vieren en te verkondigen. Dezelfde verveling is kenmerkend voor de National Secular Society (gesticht in 1866), de organisatie in Engeland die het dichtst bij een atheïstisch netwerk staat. De website van deze organisatie, die ik aan het eind van 2002 heb bezocht, was een museum van het modernisme, onaangedaan door de verstorende opkomst van het postmodernisme. Je kunt een wereldlijke mok kopen met de leus 'Zeg maar nee tegen de godsdienst!' Of, beter nog, je kunt een officieel certificaat van ont-doping downloaden (met als vereiste dat je over middeleeuwse lettertypen beschikt), waarmee je je vrienden kunt laten weten dat je 'godsdienstig geloof en al dergelijk bijgeloof' in naam van de rede hebt afgewezen. Het rationalisme, dat op de meeste plaatsen een stille dood is gestorven, leeft hier nog voort. Maar de westerse cultuur heeft dit vergrijzende kleine getto links laten liggen, omdat ze de beperkingen van de rede al sinds lang heeft ingezien. Voor secularisten leeft de verlichting voort. Het atheïsme is verknoopt geraakt met het filosofische modernisme, en beide vergrijzen nu beschaafd in het culturele equivalent van een bejaardenhuis. En voor degenen die zijn traktaten vermoeiend vinden verschaft het genootschap heel attent een bladzijde met godsdienstige grappen, die interessant zijn voor mensen die graag fantaseren over de omvang van Adams penis in de hof van Eden of de masturbatiegewoonten van nonnen. Dit is het beste deel van de site, met een aanzienlijk hoger intellectueel niveau dan de rest van de site. Het is natuurlijk zeer aanstootgevend voor christenen en anderen - maar dat hoort er nu eenmaal bij! Met argumenten van dit kaliber is het misschien nog maar een kwestie van weken voordat Engeland het atheïsme omhelst vanwege zijn culturele fijngevoeligheid en goede smaak. Hier is een voorbeeld van de aansprekende argumenten voor het atheïsme:

VRAAG: Wat is het verschil tussen Jezus en een schilderij?

ANTWOORD: Om een schilderij op te hangen heb je maar één spijker nodig.

Dit doet al mijn vrienden buiten de kerk van schaamte ineenkrimpen. En toch heb ik de indruk dat dit werkelijk bedoeld is om mensen te overtuigen van de intellectuele en culturele superioriteit van een wereld zonder godsdienst. Howard Thompson heeft inderdaad een sterk punt.

Niettemin worden er op de website af en toe serieuze kwesties besproken, zoals de vraag waarom het wereldlijke humanisme, met zijn binding aan het atheïsme, er zo opmerkelijk slecht in geslaagd is zich van de verbeelding van het publiek meester te maken. Eén voor de hand liggend antwoord is misschien de National Secular Society zelf, die een vrome verveling uitstraalt, is blijven steken in een tijdlus van de laatste decennia van de negentiende eeuwen bijna opzettelijk ontworpen lijkt om potentiële nieuwkomers af te schrikken. Om de een of andere reden wordt dit op de site niet vermeld. Maar een van degenen die met deze kwestie worstelen - een zekere dr. Reginald Le Sueur - legt zijn vinger feilloos op de zere plek: 'Het probleem met het humanisme als zodanig is dat het, hoewel rationeel, wereldlijk en "waar", in vergelijking met grote godsdiensten wat krachteloos en weinig opwindend is. Het is moeilijk in te zien hoe het anders zou kunnen zijn, omdat het humanisme geen grote mythen en legenden kent of preken over hel en verdoemenis, en geen eigen eschatologie, maar alleen een kritische ontkenning van al die kenmerken van de godsdiensten.' Hier wordt het afgeleide karakter van het humanisme erkend, het feit dat de aantrekkingskracht ervan primair berust in wat het ontkent, en niet in de formulering van een eigen alternatief. Het secularisme wordt daarmee een buitengewoon saaie onderneming, die een zwak beroep doet op de rede en niet bij machte is om de verbeelding en de emoties in zijn greep te krijgen. Een godsdienstoefening bij de pinksterbeweging stelt alles in de schaduw dat het atheïsme bijwijze van wereldlijk alternatief te bieden heeft.

Heeft het atheïsme dan nog een toekomst? Dat lijkt me stellig het geval. Maar het lijkt me geen erg hoogstaande of opwindende toekomst. John Updike zegt het zo: 'Een van de kanten van het atheïsme die me tegenstaan is dat het zo buitengewoon oninteressant is als intellectuele standpuntbepaling.' Ik moet bekennen dat ik op dit moment zijn gevoel van uiterste verveling deel als ik enkele van de atheïstische werken herlees die ik als tiener zo fascinerend vond, en die ik nu ervaar als simplistisch, niet in staat in te gaan op de complexiteiten van de menselijke ervaring en sterk in tegenspraak met onze postmoderne cultuur.

Het atheïsme kan gemakkelijk worden afgeschreven als iets dat niet langer heel ernstig genomen hoeft te worden. Maar dat zou een grote misrekening zijn. Aan het eind van dit boek moeten we erkenning opbrengen voor de dodelijke ernst van de atheïstische kritiek op de godsdienst. Hoewel het verleidelijk is het atheïsme te zien als een achterhaalde filosofie, is de werkelijkheid veel complexer. Het atheïsme spreekt een duurzaam oordeel uit over arrogante, zelfgenoegzame en oppervlakkige christelijke kerken en leiders. Daarom moet het gehoord worden. In de afsluitende bladzijden van dit boek zullen de aandachtspunten van het atheïsme au sérieux en ter harte worden genomen.

De duurzame betekenis van het atheïsme

De grootste deugd van het atheïsme is zijn morele ernst. Je kunt alleen maar bewondering hebben voor de kritiek en de hartstochtelijke eisen van gerechtigheid die atheïsten hebben gericht op de ver¬dorvenheid van - bijvoorbeeld - de Franse kerk van de achttiende eeuw. Natuurlijk moet buitensporige kritiek met een zekere mate van cynisme bekeken worden: iedereen heeft tenslotte zijn eigen agenda, die hij op een bepaalde manier hoopt te bevorderen. 'Morele verontwaardiging,' heeft Marshall McLuhan eens gezegd, 'is een techniek om een idioot waardigheid te verlenen.' Maar de morele bevlogenheid van het atheïsme, vooral in vergelijking met de luiheid en zelfgenoegzaamheid van de Europese staatskerken in de achttiende eeuw, kan niet op die manier worden afgedaan. Sommige christelijke leiders ten tijde van de Franse Revolutie zagen die gebeurte¬nis als een godsoordeel over een falende kerk. Tijdens de Franse Revolutie waren er zeker mensen die geloofden dat God de atheïstische kritiek op de kerk gebruikte als een middel om de kerk te hervormen en haar naar een authentiekere bestaanswijze terug te roepen.

De geschiedenis wekt sterk de suggestie dat degenen die door het atheïsme worden aangetrokken zich eerst van het theïsme hebben afgekeerd. Wat mensen naar het atheïsme toe drijft is vooral een afkeer van de excessen en feilen van de georganiseerde godsdienst. Het atheïsme is uiteindelijk een wereldopvatting die berust op angst - een vaak terechte angst voor wat er kan gebeuren als godsdienstige maniakken het in de wereld voor het zeggen krijgen. Het bestaan en de aantrekkingskracht van het atheïsme in het Westen is dus grotendeels afgeleid en weerspiegelt de tekortkomingen van de kerken en van bepaalde manieren om het christelijk geloof te belijden.

De critici van de homerische godsdienst maken duidelijk dat de aantrekkelijkheden van een godloze wereld berusten op een afkeer van de god of goden. Wie zou goden als Zeus of Athene willen vereren of navolgen als deze alleen maar de ergste morele tekortkomingen van mensen vereeuwigden? De afwijzing van het algemene idee van een god berustte op het geloof dat goden immoreel en onberekenbaar waren. Voltaire pleitte niet voor het atheïsme; niettemin geloofde hij dat het in de eerste plaats de corruptie en arrogantie van de Franse kerk van zijn tijd waren die de antithese van deze kerk in het debat naar voren hadden geschoven en het een aantrekkingskracht hadden gegeven die het anders nooit had bezeten.

Hetzelfde aandachtspunt blijft van fundamenteel belang voor het moderne atheïsme. Uiteindelijk blijven de debatten over de vraag of het bestaan van God al of niet bewezen kan worden marginaal; het wordt alom erkend dat noch het bestaan, noch het niet-bestaan van God met enige zekerheid kan worden vastgesteld. De kern van de zaak betreft de moraal en de verbeelding. Veel mensen beschouwen bepaalde aspecten van - bijvoorbeeld - de christelijke voorstelling van God als aanstootgevend, in zoverre de christelijke God in goed¬heid of wijsheid tekort lijkt te schieten. Mgezien van buitenissige en sektarische vormen van atheïsme, die op a-piorigronden elke spirituele dimensie aan het leven ontzeggen, stelt een oprecht atheïsme dat morele eisen stelt moreel tekortschietende godsbeelden fundamenteel ter discussie. De meest ingrijpende kritiek op het christendom heeft te maken met de morele aard van zijn God en richt zich vaak in het bijzonder op de kwestie van eeuwige straf. Zoals blijkt uit de romans van George Eliot, heeft geen enkele theologische kwestie het victoriaan¬se Engeland meer hoofdbrekens bezorgd. Daarom vond Charles Darwin dat zijn geloof, dat opmerkelijk weinig te lijden had door zijn inzichten over de evolutie, onder een ondraaglijke druk was gesteld. Ook anderen hadden dergelijke ernstige twijfels. 'Eeuwige straf moet gelijkstaan aan eeuwige wreedheid - en ik zie niet in hoe enig mens, tenzij hij de hersenen heeft van een idioot, ofhet hart van een wild beest, in eeuwige straf kan geloven' (Robert Ingersoll). Ondanks zijn opportunistische overdrijving roept de klacht van Ingersoll een weerklank op bij velen die een ogenschijnlijke tegen¬stelling ervaren tussen hun diepste intuïties van gerechtigheid en het traditionele godsbeeld.

Christelijke apologeten mogen niet verwachten dat de westerse cultuur goedkeurend zal knikken wanneer ze leerstukken als de eeu¬wige verdoemenis verkondigen. Deze cultuur staat niet op voorhand klaar om christelijke leerstukken te verwerpen; maar ze wordt verrast door een radicale afwijking van haar meest fundamentele ideeën over fatsoen en rechtvaardigheid. Atheïsme ontstaat vooral vanuit een diep gevoel dat godsdienstige ideeën en waarden minderwaardig zijn aan - en mogelijk zelfs onverenigbaar met - de beste morele standaarden en idealen van de menselijke cultuur. In zijn meest intense en authentieke vormen tekent het atheïsme een krachtig protest aan tegen wat het beschouwt als moreel of intel¬lectueel minderwaardige visies op de werkelijkheid, of tegen instel¬lingen die deze visies als grondslag hebben of ze verkondigen, omdat deze visies mensen knechten en hen beletten hun werkelijke potentieel te realiseren. In plaats daarvan presenteert het atheïsme visies met een grotere vrijheid die de mensheid in staat stellen zijn ketenen af te werpen en een nieuwe en roemrijke fase in zijn geschiedenis binnen te treden. Het is misschien niet toevallig dat velen sympathiseren met Dostojevsky's romanfiguur Iwan Karamazov wanneer hij God, in het aangezicht van het lijden, de pijn en het onrecht van de wereld, met respect zijn entreekaart je teruggeeft. Het christendom moet op zulke terechte vragen antwoorden bieden - en goede antwoorden - en er nooit van uitgaan dat het de antwoorden van gisteren kan opwarmen voor de zorgen van vandaag.

Maar de werkelijke betekenis van het atheïsme heeft te maken met zijn kritiek op macht en privilege. Ongeacht hun feilen - en die zijn velerlei - doen atheïstische organisaties terecht een aanval op het idee dat godsdienstige groeperingen in een democratische samenleving bijzondere privileges mogen genieten. Zulke groeperingen hebben recht op respect, maar mogen niet verwachten dat hun invloed zich buiten hun demografisch bepaalde grenzen zal uitstrekken. Wanneer de godsdienst het establishment wordt, leidt dit tot een machtsmis¬bruik dat de wereldopvatting van die godsdienst aantast. Wanneer de godsdienst gaat dromen over macht, komt het atheïsme daartegen in opstand.

Ook het omgekeerde is natuurlijk waar. De opkomst van de mili¬tante islam in Aghanistan was het directe resultaat van de Sovjetinvasie van dat land in 1979 en van de onhandige pogingen van de Sovjets om een atheïstisch regime te steunen. Zoals Karen Armstrong herhaaldelijk heeft opgemerkt in haar Battle fOr God (2000), is de beste manier om de opkomst van godsdienstig fundamentalisme te bevorderen een poging om een wereldlijke agenda op te leggen aan mensen die hun godsdienstige bestaan willen voortzetten. De wereldlijke poging om de godsdienst te beheersen door hem in een zuiver particuliere ruimte op te sluiten heeft gefaald. Sterker nog: hij heeft averechts uitgewerkt door een reactie op gang te brengen tegen de doelen die hij probeerde te bereiken. De zorgen van het atheïsme over het christelijke streven naar macht, status en invloed vinden een weerklank bij velen in de kerk die voor dit streven geen aanwijzingen vinden in het Nieuwe Testament. In de grondteksten van de christelijke kerk wordt aangenomen dat het christendom van het establishment is uitgesloten en daarmee is afgeschermd van de verleidingen en de corruptie die de macht met zich meebrengt. We moeten hierbij wel aantekenen dat het geïnstitutionaliseerde staatsatheïsme zichzelf voor deze verleidingen en corruptie even kwetsbaar heeft getoond. Voor veel denkende christenen heeft de kerk zijn dwingende morele en spirituele visie verloren met de bekering van Constantijn, de eerste christelijke Romeinse keizer. Een beweging die het meest authentiek was zolang ze machteloos en zwak was, werd nu blootgesteld aan de krachten die haar integriteit aantastten. Toch moet worden opgemerkt dat het christendom een dynamisch gegeven is dat voortdurend van vorm verandert door zijn pogingen om in de gegeven situatie in contact te blijven met zijn grondslag in het Nieuwe Testament. De kerken bezitten een ingebouwd vermogen om zich te hervormen en te vernieuwen, van oude fouten te leren en nieuwe manieren te verkennen om de evangelische visie in de toekomst te belichamen. Zoals uit ons overzicht blijkt, is de atheïstische kritiek op de kerk het meest dwingend en overtuigend wanneer deze zich richt op de feilen van de kerk als institutie, vooral in het geval van de staatskerken van West-Europa. Maar deze vertegenwoordigen slechts één bepaalde vorm van christelijke zelfexptessie, die bepaald is door historische toevalligheden - zoals de politiek van het vroegmoderne Europa - en niet door de essentie van het christelijke evangelie. Zulke kerken zijn nu in verval en worden vervangen door dyna¬mischer vormen van christelijke gemeenschap met meer aandacht voor dienstverlening dan voor status. De indrukwekkende opkomst van de pinksterbeweging onder de stedelijke armen van Azië, Afrika en Latijns-Amerika is een veelzeggend voorbeeld van de nieuwe tendensen binnen de weteldwijde christelijke beweging.

Het kernprobleem is dat de klassieke atheïstische kritiek op de kerk, zelfs in de thuislanden van de veelgesmade staatskerken van West-Europa, niet langer steekhoudend is. De herhaling van afgezaagde clichés uit de gouden eeuw van het atheïsme sluit steeds minder aan bij de postmoderne werkelijkheid. De opkomst van het atheïsme in het Westen was ongetwijfeld een protest tegen een corrupte en zelfgenoegzame kerk; maar dit protest heeft het christendom juist een impuls gegeven om zich te herzien, op manieren die de geloofWaardigheid van die eerdere kritiek ontzenuwen. Wanneer het atheïsme het christendom bekritiseert, komen verstandige christenen in beweging om hun manieren te veranderen.

Het atheïstische dilemma is dat het christendom een bewegend doelwit is dat in staat is zijn koers te verleggen zonder zijn veranke¬ring in het Nieuwe Testament te verliezen. De theoloog John Henry Newman heeft erop gewezen dat het christendom naar zulke kritiek van buiten zijn grenzen moet luisteren, omdat het beluisteren van deze kritiek een manier kan zijn om zijn evangelische visie terug te vinden. Een statisch atheïsme heeft aan een bewegend christendom een lastige tegenstander.

Sommige atheïsten hebben betoogd dat het verschijnsel van de globalisering hun zaak alleen maar kan bevorderen door de godsdienst uit de openbare arena te bannen. Als de wereld een gemeenschappelijke toekomst wil krijgen kan deze volgens hen alleen tot stand komen door uit te bannen wat naties en mensen verdeelt, zoals godsdienstig geloof. Maar in reactie op deze stelling hebben velen erop gewezen dat de globalisering tot een heel andere uitkomst leidt. In plaats van geseculariseerd te worden, is het Westen getuige van een nieuwe belangstelling voor de godsdienst. Immigratiepatronen hebben ertoe geleid dat de islam en het hindoeïsme nu sterk vertegenwoordigd zijn in de steden van West-Europa en Noord-Amerika. De pinksterbeweging is een snel groeiende kracht, die versterkt wordt door de aankomst van veel Aziatische en Mrikaanse christenen in het Westen. De toekomst ziet er helemaal niet uit als de godloze en godsdiensdoze wereld die men veertig jaar geleden zo zelfverzekerd voorspelde. Politiek opportunisme en culturele gevoeligheid hebben ertoe geleid dat godsdienstig geloof met een nieuw respect wordt bejegend. Het atheïstische programma, dat ooit als een positieve kracht voor de vooruitgang werd gezien, getuigt nu van onvoldoende respect voor culturele verscheidenheid. Dit is een hoogst belangrijke ontwikkeling, die een beslissende omslag in de percepties markeert. Of een wereld zonder God al of niet aantrekkelijk is, hangt ervan af of de aanwezigheid van God als een positieve zaak wordt gezien. Daarom heeft het atheïsme zijn aantrekkingskracht en toekomstmogelijkheden niet volledig zelf in handen. Als ik de aantrekkelijkheid van de atheïstische visie wil beoordelen, moet ik in staat zijn om mij een wereld mét God voor te stellen voordat ik daarover een besluit kan nemen. Wanneer men van mening is dat de godsdienst onderdrukt, opsluit, depriveert en beperkt, is het goed mogelijk te denken dat het atheïsme de mensheid een belofte van vrijheid kan bieden. Maar wanneer de godsdienst erin slaagt zich in het hart en de geest van gewone mensen te nestelen, gevoelig is voor hun behoeften en zorgen en hun een betere toekomst aanbiedt, zal de atheïstische kritiek hun als minder geloofwaardig voorkomen. Gelovige mensen dienen te beseffen dat, hoe vreemd dit ook moge klinken, zijzelf de grootste invloed op de toekomst van het atheïsme uitoefenen. Het is een paradoxaal gegeven dat de toekomst van het atheïsme door zijn godsdienstige rivalen bepaald zal worden. De atheïsten die op zoek zijn naar een gegarandeerde manier om hun appèl te vergroten, hoeven er alleen maar op te hopen (we kunnen hun moeilijk vragen om daarvoor te bidden) dat er in het Westen ongevoelige, wraak¬zuchtige en onnadenkende vormen van godsdienst zullen opkomen, die de westerlingen zo zullen vervreemden dat ze zich uit angst en afkeer op de godloze tegenhanger zullen storten. Als de godsdienst door mensen als een bedreiging wordt gezien, zal hij falen; als hij als hun vriend wordt gezien, zal hij bloeien. Daarom is het belangrijk op te merken dat de Amerikaanse Revolutie geen enkele impuls aan het atheïsme heeft gegeven en dat vormen van christendom die zich tegen het Britse godsdienstige establishment keerden, in het succes van deze revolutie een belangrijke rol hebben gespeeld. In zijn problematische maar fascinerende werk De ondergang van het Avondland heeft Oswald Spengler betoogd dat culturen om godsdienstige redenen zijn ontstaan. Wanneer deze culturen het potentieel van hun spiritualiteit hadden uitgeput, maakte godsdienst plaats voor atheïsme, en gaf vervolgens een fase van godsdienstige vernieuwing deze culturen een nieuw gevoel van richting. Heeft het atheïsme zijn rol uitgespeeld en maakt het nu plaats voor godsdienstige vernieuwing? De getijden van de culturele verandering hebben het atheïsme voorlopig op de zandbanken van het modernisme aan de grond gezet, terwijl postmoderne westerlingen zich opnieuw interesseren voor de verboden vrucht van de spiritualiteit. Maar zal het atheïsme aan de grond blijven zitten? Zou het tij kunnen keren en het schip van het atheïsme weer op de hoge zee terug kunnen brengen? Het lot van het atheïsme ligt in andere handen - bij de onbeheers bare en onvoorspelbare verschuivingen in de westerse cultuur en het al even grillige gedrag van godsdienstige activisten.

Het westerse atheïsme bevindt zich momenteel in een soort schemergebied. Terwijl het eens een wereldopvatting was met een positieve kijk op de werkelijkheid, lijkt het nu een permanente pressiegroep te zijn geworden met een defensieve agenda die wordt overheerst door het streven de groeiende politieke invloed van de godsdienst te beperken. Maar is dit de schemering van een zon die achter de horizon is gedaald en die door het duister en de koude van de nacht gevolgd zal worden? Of is het de schemering van een opkomende zon, die een nieuwe dag met nieuwe hoop en nieuwe mogelijkheden zal brengen - en misschien met nieuwe invloed? We zullen dit moeten afwachten.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Quote:

@Pius_XII,

Misschien heb ik er overheen lezen, maar waaruit is dat stukje tekst van McGrath afkomstig?
smile.gif

Quote:

...In het werkje 'De ondergang van het atheisme' beschrijft McGrath...

knipoog_dicht.gif

Link naar bericht
Deel via andere websites

Jez.. Mozes, wat een lang stuk. hamer.gif Ik heb 't voor de helft gelezen en nou niet iets gelezen van: goh, dat is nieuw.

Atheïsme bevrijdend? Het is geen religie die even de wereld komt bevrijden. Het is gewoon het niet-geloven in een godheid. Wat snapt McGrath daar niet van? En natuurlijk is het net zo vatbaar voor goedgelovigen als andere filosofiën, mensen zijn mensen. Wat voor punt probeert hij hier nu eigenlijk te maken?

Ik neem aan dat dit jouw vraag is:

Quote:
"Pius_XII" schreef het volgende:

Hebben atheisten belang bij meer institutionalisering van hun levensbeschouwelijke visie?

Link naar bericht
Deel via andere websites

Quote:

Jez.. Mozes, wat een lang stuk.
hamer.gif
Ik heb 't voor de helft gelezen en nou niet iets gelezen van: goh, dat is nieuw.

Atheïsme bevrijdend? Het is geen religie die even de wereld komt bevrijden. Het is gewoon het niet-geloven in een godheid. Wat snapt McGrath daar niet van?

Dat is nu juist het punt; het was juist wél een min of meer samenhangende familie van overtuigingen. Juist de teloorgang daarvan, en dit soort reacties noopt McGrath tot de conclusie dat dit een 'weeffout' is.

Quote:

Ik neem aan dat dit jouw vraag is:

Ja, maar die nieuwe is toch meer omvattend. knipoog_dicht.gif

Link naar bericht
Deel via andere websites

Quote:

In feite is de atheist een godzoeker die het zelf niet wil weten.

Een atheist is eerder iemand die geen genoegen neemt met metafysische fopspenen van het type "Diety". Het verschijnsel dat we tegen religie aantrappen bij tijd en wijle is niet omdat we boos zijn op God, maar meer omdat religies vaak zo enorm hun best doen om te bewijzen dat het moreel gezien rammelende systemen zijn. In word en daad dus.

Laten we wel wezen: je hoeft geen atheist te zijn om te concluderen dat je de schrijver van leviticus niet zou laten babysitten als je niemand anders kon vinden en er was een crediblemeeting. Omdat hij met wat hij in dat boek heeft uitgekotst duidelijk heeft laten zien dat hij moreel gezien totaal bankroet is.

Nu ja atheisten negeren dat soort dingen wat minder denk ik. Vandaar dat er vaak wat antireligieuze sentimenten zijn.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Quote:

[...]

Een atheist is eerder iemand die geen genoegen neemt met metafysische fopspenen van het type "Diety". Het verschijnsel dat we tegen religie aantrappen bij tijd en wijle is niet omdat we boos zijn op God, maar meer omdat religies vaak zo enorm hun best doen om te bewijzen dat het moreel gezien rammelende systemen zijn. In word en daad dus.

Laten we wel wezen: je hoeft geen atheist te zijn om te concluderen dat je de schrijver van leviticus niet zou laten babysitten als je niemand anders kon vinden en er was een crediblemeeting. Omdat hij met wat hij in dat boek heeft uitgekotst duidelijk heeft laten zien dat hij moreel gezien totaal bankroet is.

Nu ja atheisten negeren dat soort dingen wat minder denk ik. Vandaar dat er vaak wat antireligieuze sentimenten zijn.

Dat de atheist wat tegen kerkelijk instituten heeft daar is wel wat bij voor te stellen,maar dat geeft nog geen reden om het ontkennen van God die een realiteit is,daarom de stelling zoniet vaststelling.De atheist is een godzoeker die het zelf niet weten .

Link naar bericht
Deel via andere websites

Quote:
"Pius_XII" schreef het volgende:

Dat is nu juist het punt; het was juist wél een min of meer samenhangende familie van overtuigingen. Juist de teloorgang daarvan, en dit soort reacties noopt McGrath tot de conclusie dat dit een 'weeffout' is.

Ik weet niet of ik je punt begrijp. Bedoel je dat atheïsme toch een 'religie' is? verbaasd.gif

Link naar bericht
Deel via andere websites

Quote:

Ik weet niet of ik je punt begrijp. Bedoel je dat atheïsme toch een 'religie' is?
verbaasd.gif

Zeggen dat het een religie is, staat gelijk aan een atheistische variant van Godslastering, dus dat zal ik niet over mijn lippen brengen. engel.gif

Mijn punt is dat het in elk geval begonen is, en ook beleeft is als een min of meer samenhangend, positief stelsel van levensbeschouwelijke visies. Dit is ook 'het' atheisme zoals dat in de jaren '60 nog hoogtij vierde.

En dat mis ik dus een beetje, en ik kan me voorstellen dat dat de 'atheistische zaak' ook weinig goed doet.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Quote:
"Pius_XII" schreef het volgende:

Mijn punt is dat het in elk geval begonen is, en ook beleeft is als een min of meer samenhangend, positief stelsel van levensbeschouwelijke visies. Dit is ook 'het' atheisme zoals dat in de jaren '60 nog hoogtij vierde.

En dat mis ik dus een beetje, en ik kan me voorstellen dat dat de 'atheistische zaak' ook weinig goed doet.

Oh, atheïsme als wat seculier humanisme nu ongeveer is? Nou ja, het een komt uit het ander voort denk ik, maar atheïsme an sich is zo leeg als wat. Het maakt wat dat betreft niet uit of dat de 'atheïstisch zaak' goed doet. Het is geen evangelie dat verkondigd moet worden en dat iedere atheïst dus hard z'n best moet doen een braaf schaapje van Dawkins te zijn. Atheïsme heeft letterlijk niets te bieden. Hoewel, een andere kijk op de wereld, maar daar is het mee gezegd.

Link naar bericht
Deel via andere websites
  • 2 weeks later...

Beste Pius,

De lange lap tekst heeft me aanvankelijk afgeschrikt, maar nadat je er in de topic over 'Darwin's engel' nogmaals reclame voor hebt gemaakt, ben ik er toch voor gaan zitten om deze tekst van Alister McGrath te lezen. Het geeft me een kans me met McGrath uiteen te zetten zonder zelf euro.png24,95 kwijt te zijn big-smile.gif .

Quote:

[...]dit waren de ideeën die in de jaren 1960 in omloop waren en met vele anderen vond ik ze fascinerend.

Het uitgangspunt van de redenering is dat bevrijding iets moois is en onderdrukking iets slechts. Wanneer de godsdienst onderdrukt en het atheïsme bevrijdt, kun je je plan van actie verder zelf uitwerken. Maar hoe zit het als deze rollen bepaald zijn door de historische omstandigheden? Met andere woorden, wat zou er gebeuren als de rol van het atheïsme als bevrijder bepaald was door de bijzonderheden van een gegeven historische situatie, en niet algemeen geldig was? Of als de godsdienst alleen maar onderdrukkend was binnen bepaalde contexten, en in andere bevrijdend?

McGrath noemt hier de Franse revolutie als voorbeeld van een situatie waarin het atheïsme als bevrijdend werd ervaren en het vrijkomen van Zuid-Korea van de Japanse bezetting als voorbeeld waar het Christendom als bevrijdend werd ervaren. Maar waar hij, op z'n minst in het laatste geval, aan voorbij gaat, is de vraag of het het al dan niet geloven zelf is, dat aan de bevrijdende ervaring bijdraagt.

Dat het christendom als bevrijdend werd ervaren door de Zuid-Koreanen, kwam omdat hun bevrijders (de Amerikanen die Japan versloegen) christenen waren. Als de Amerikanen geloofden in het vliegende spaghettimonster, hadden ze het pastafarianisme als bevrijdend ervaren en als de Amerikanen atheïsten waren, dan hadden ze het atheïsme als bevrijdend ervaren. In het geval van de Franse Revolutie was het waarschijnlijk (ik ben er niet zo in thuis) wel juist het niet meer hoeven geloven in de oude christelijke ideologiën dat als bevrijdend wordt ervaren.

Wat bevrijdend is aan het atheïsme, is dat je niet voorgeschreven wordt hoe je moet denken. Ik benadruk het hier nog eens: a-theïsme wil zeggen niet geloven in een god. Meer niet. Seculier humanisme, of vrijzinnig humanisme is een meer omvattende visie, die ervan uitgaat dat de mens zelf vrij denkt en voor zichzelf uitmaakt wat zijn waarden zijn, zonder dat dit voor hem opgelegd wordt door bovennatuurlijke machten, maar waarin wel tolerantie, vreedzame omgang en omzien naar elkaar centraal staan. Maar dit is alweer een invulling van een levensvisie op atheïstische grondslag.

Alistar McGrath maakt een grote fout, als hij 'HET' atheïsme ziet als een alles omvattende visie op de wereld zoals het christendom. Stalinisme is slechts één mogelijke invulling van een levensvisie op atheïstische grondslag, die haaks op het vrijzinnig humanisme staat en ALLEEN het geen geloof hechten aan bovennatuurlijke zaken met het humanisme gemeen heeft, verder geen ene f**k, eh, moer.

Quote:

Nietzsche betoogde dat God dood was - waarmee hij bedoelde dat God in de westerse cultuur niet langer een betekenisvolle werkelijkheid was. Maar was dit werkelijk goed nieuws? Nietzsche was daar zelf in het geheel niet zeker van. Hij wees erop dat de mensen, als God dood was, hun oude geloof in God op iets anders zouden overdragen. Ze moesten ergens in geloven. Met zijn vooruitziende blik verklaarde Nietzsche dat de mensen, nu ze hun geloof in God verloren hadden, hun vertrouwen zouden schenken aan barbaarse 'broederschappen met als doel de beroving en uitbuiting van degenen die niet hun broeders waren'.

Terecht haalt McGrath hier Nietzsche aan en het klopt ook wat hij schrijft over Nietzsche's analyse van de christelijke natuur. Maar wat jammer is, is dat McGrath hier slechts de helft vertelt van wat Nietzsche beoogde te zeggen en een halve waarheid is een leugen. Wat Nietzsche predikte (zijn Also Sprach Zarathustra was door hem als 'nieuwe bijbel voor de toekomende tijd' bedoelt), was het vrij worden van de mens.

De Bovenmens die Nietzsche profeteert, is de mens die zich zijn visie niet van buitenaf laat opleggen, zich niet conformeert aan christendom, of communisme, of welke ideologie dan ook, maar zelf zijn waarden bepaalt. Die accepteert dat het leven geen voorgegeven zin en betekenis heeft, maar zelf betekenis en zin aan zijn leven geeft, zonder deze te zoeken door zich te commiteren aan een groep (een 'kudde', zegt Nietzsche). En dat is de bevrijdende boodschap van Nietzsche.

Het blind achter ideologiën als nazisme of communisme aanlopen, is volgens Nietzsche slechts een fase die voorafgaat aan de komst van de 'Bovenmens', de volledig vrije mens. Na de dood van God, kan de mens niet direct met die vrijheid omgaan. Nietzsche was ervan overtuigd, dat hij schreef voor de 21e eeuw. voor een uitvoeriger uitleg over Nietzsche, klik hier.

Quote:

Ongeacht hoe atheïsten daarover kunnen denken, zijn christenen en andere gelovigen van mening dat hun geloof een positieve uitwerking heeft op hun leven en verlangen zij in deze kwestie vrijheid van handelen.

Ongeacht hun geloof hebben christenen deze vrijheid van handelen ook. Atheïsten willen godsdienst helemaal niet verbieden, zij verlangen slechts de vrijheid deze met de tong te bestrijden en met het verstand te verafschuwen.

Quote:
Een van deze positieve aspecten van de godsdienst betreft het opbouwen van een gemeenschap, waarop we nu nader zullen ingaan.

Een van de zaken waar 'het' atheïsme zwak in is, is het opbouwen van een gemeenschap, juist omdat het een boodschap van bevrijding is, omdat dé boodschap van het atheïsme is dat je vrij bent, dat er geen hogere macht is, die je bepaalde visies dwingend voorschrijft. En de uitwerking ervan in het vrijzinnig humanisme gaat hierin mee.

De laatste zou ik wel graag sterker verenigd zien, en ik sta daar niet alleen in, maar het lastige is dat een sterke vereniging vormen die krachtig voor onze belangen opkomt en geborgenheid biedt, haaks staat op het individualisme, de vrijheid de eigen levensovertuigingen te kiezen, die staat aan de wortels van het humanisme. Dit is een dilemma, waar niet makkelijk een uitweg is te vinden. Of beter gezegd: we zullen moeten accepteren dat seculier of vrijzinnig humanisme nooit een sterke gemeenschap zal worden. Om met een christelijke metafoor te spreken: wij zijn het zout der aarde. De religies zijn het kleffe oude brood.

Ik laat het hier even bij. Ik ben pas halverwege de door jou geposte lap tekst, maar van het scherm lees ik toch minder makkelijk dan uit een boek en onderhand is deze tekst van mij ook al een lap. Maar in elk geval staat er al iets van een antwoord in op de vraag die jij stelde.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Quote:

Dat het christendom als bevrijdend werd ervaren door de Zuid-Koreanen, kwam omdat hun bevrijders (de Amerikanen die Japan versloegen) christenen waren.

Het aardige is dat McGrath zelf dit argument aanhaalde als verklaring voor de grote groei van het christendom in landen als Z.Korea en waarom dan het christendom in Japan juist heel klein is.

Link naar bericht
Deel via andere websites

×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

We hebben cookies op je apparaat geplaatst om de werking van deze website te verbeteren. Je kunt je cookie-instellingen aanpassen. Anders nemen we aan dat je akkoord gaat. Lees ook onze Gebruiksvoorwaarden en Privacybeleid