Spring naar bijdragen

Mathetes

Members
  • Aantal bijdragen

    32
  • Geregistreerd

  • Laatst bezocht

Berichten geplaatst door Mathetes

  1. Je beweert dat er op het internet allerlei weerleggingen van het door mij opgeworpen probleem zijn. Vervolgens geef je een webpagina die over een heel ander probleem gaat. En in plaats van je eerdere bewering verder te onderbouwen schakel je nu over op een post waar ik allang op gereageerd heb. Als je daadwerkelijk iets wilt toevoegen, zul je op mijn reactie moeten ingaan.

  2. 2 minuten geleden zei Hermanos2:

    Het gaat hier om een poging tot harmonisatie tussen Ezra 3 en Nehemia 8. Daar ging bovenstaande discussie niet over en de webpagina waarnaar je verwijst voegt dan ook niets toe. Als dat de volledige 'rits' was, sta je dus nog met lege handen.

  3. 1 uur geleden zei Tomega:

    Hier mis je de kern volledig. Het volk had de feestdag wel gehad en ook wel gevierd, maar nog nooit een zodanig precieze en consequente en veel omvattende betekenis aan gegeven.

    Ik waardeer je poging tot harmonisatie, maar als je de tekst daadwerkelijk serieus wilt nemen, moet je lezen wat er precies staat, ook als dat misschien in tegenspraak is met een ander gedeelte. Er staat dat de Israëlieten loofhutten maakten om daar in te gaan zitten en dat was wat sinds Jozua niet meer gedaan was. Welnu, het Loofhuttenfeest heet niet voor niets het Loofhuttenfeest. Er is geen Loofhuttenfeest zonder loofhutten. Het feest wordt niet gevierd zoals beschreven in Leviticus 23:34-43 als er geen loofhutten zijn. Het is alsof er een feest was dat 'kaarsjesfeest' heette en dat jij nu suggereert dat het weliswaar werd gevierd, maar dan zonder kaarsjes. Dat gaat gewoon niet.

  4. Mij leek het mooi om nu en dan wat meditatieve gedachten bij een Bijbelpassage of een tekst uit de christelijke traditie te plaatsen. Het is daarbij niet de intentie om een discussie/gesprek uit te lokken over exegese, theologie of anderszins, maar ik houd natuurlijk niemand tegen.

    Vandaag op Hemelvaartsdag wilde ik ingaan op Efeze 4:8:

    Citaat

    Daarom staat er: ‘Toen Hij opsteeg naar omhoog, voerde Hij gevangenen mee en schonk Hij gaven aan de mensen.’

    Paulus citeert hier uit Psalm 68 (overigens op een vreemde manier, maar dat zal ik verder laten rusten). God wordt daar bezongen als oorlogsheld, als leider van een leger dat de overwinning behaalt en met de krijgsbuit terugkeert naar het rijk. Daarbij worden ook gebeurtenissen uit de woestijnreis aangehaald, waarin God ook aan het hoofd van de Israëlieten voorttrok en in zijn aanwezigheid in de ark het Beloofde Land heeft geopend.

    De hemelvaart met oorlogsvoering verbinden lijkt vreemd, maar het werpt toch een licht op twee aspecten van dit heilsfeit die anders gemakkelijk buiten het zicht blijven. Met hemelvaart gedenken we de aanvaarding van het koningsschap van Christus. Een aanvaarding die door verdienste tot stand is gekomen. Die verdienste, zou je in het licht van de tekst kunnen zeggen, is het verslaan van Christus' vijanden. Zijn vijanden hebben het onderspit gedolven, dus nu is er niets meer wat Christus' koningschap zou kunnen uitdagen. Maar wie zijn die vijanden? Te gemakkelijk denken we dan aan de duivel, en staan we er zelf als toeschouwers bij. Maar Paulus heeft het erover dat de vijanden van Christus door hem meegenomen worden naar de hemel. Die vijanden zijn wij zelf! Geen van ons is een neutrale partij in het werk dat Christus gedaan heeft, maar wij zijn van nature zijn tegenstanders. Met Hemelvaart gedenken we dus dat hij ons heeft overwonnen, wij zijn zijn gevangen geworden. We worden als krijgsbuit naar zijn koninkrijk gevoerd. Een beangstigende gedachte misschien, als het zou gaan om elke andere koning. Maar uit genade wordt die gevangenschap volmaakte vrijheid in het Koninkrijk van Christus.

    In Psalm 68 keert God als overwinnende koning terug naar zijn rijk met de krijgsbuit. Zoals gezegd zijn wij die krijgsbuit. We zijn dus door Christus meegenomen naar zijn koninkrijk, toen hij het koningsschap aanvaardde. Dat betekent niet dat wij met hem ten hemel zijn gevaren. Wij zijn hier op de aarde, maar ook daar is het Koninkrijk. Daarom moesten de discipel leren dat ze niet langer naar de hemel moesten blijven staren (Handelingen 1:11). Christus' opvaren naar de hemel gaat juist over de aarde, want hier komt hij naar terug. Als de hemel op de aarde terugkeert. Hij is naar de hemel gegaan om een plaats te bereiden, en hier op aarde ligt voor ons een taak, om het koninkrijk uit te breiden. Daarom vervolgt Paulus:

    Citaat

    En Hij is het die zowel apostelen heeft aangesteld als profeten, zowel verkondigers van het evangelie als herders en leraren, om de heiligen toe te rusten voor het werk in zijn dienst. Zo wordt het lichaam van Christus opgebouwd, totdat wij allen samen door ons geloof en door onze kennis van de Zoon van God een eenheid vormen, de eenheid van de volmaakte mens, van de tot volle wasdom gekomen volheid van Christus.

     

  5. 1 uur geleden zei Tomega:

    Precies dat, ja. Onbekwaam. Als een bron wordt gevonden van een indianenstam in Amerika van duizend jaar oud, zou de wetenschap van alles fantaseren juist op grond van de waarheid van die bron. Want er is geen tegenspraak door tegenstanders. Maar bij het volk Israël wordt er vooral van alles verzonnen om de bron onderuit te halen als waardevolle bron van geschiedenis van het volk waarover die bron gaat.

    Ik wel benieuwd waar je vandaan haalt dat er in de antropologie en historiografie die zich niet richt op de Bijbel andere standaarden worden gehanteerd. Kun je een concreet voorbeeld geven? Verder zal ik, misschien ten overvloede, mijzelf nog maar citeren:

    Citaat

    Hierbij zij opgemerkt dat de auteurs van de verschillende delen van de Tora natuurlijk gebruikgemaakt kunnen hebben van oudere geschreven bronnen, mogelijk zelfs van de hand van Mozes, en uiteraard ook van mondelinge overlevering. Een laat ontstaan hoeft daarom niet gelijk te staan aan historische onbetrouwbaarheid. Ik denk dat bijvoorbeeld het verhaal van de uittocht historisch behoorlijk accuraat is. Maar met name het wettensysteem is toch wel gegroeid in de loop van de tijd.

     

  6. @Hermanos2 en @Tomega,

    Ik zal de discussie over de betrouwbaarheid van bepaalde oudtestamentici verder laten liggen. Ik bedoelde maar te zeggen dat wanneer je inleidingen Oude Testament en Bijbelse encyclopedieën erop naslaat die uitgegeven zijn door gezaghebbende universiteitsuitgeverijen als Oxford University Press, Cambridge University Press en dergelijke, je steevast een afwijzing van de traditionele auteursvisie op de Tora zult zien. En of al die deskundigen die afwijzing gemaakt hebben uit ongeloof en betweterigheid of juist uit liefde voor de waarheid en de wil om God te dienen met het verstand lijkt me niet het meest zinvolle vraagstuk om hier te bespreken.

    Dus laten we naar de inhoud gaan:

    39 minuten geleden zei Tomega:

    2Kronieken 8:12-13
    Toen offerde Salomo den HEERE brandofferen op het altaar des HEEREN, hetwelk hij voor het voorhuis gebouwd had; Zelfs naar den eis van elken dag, offerende, naar het gebod van Mozes, op de sabbatten, en op de nieuwe maanden, en op de gezette hoogtijden, drie malen in het jaar; op het feest van de ongezuurde broden, en op het feest der weken, en op het feest der loofhutten.

    Het blijkt dus in dit voorbeeld, op grond van de voorgestelde eenvoud van wat jij zegt, dat wat jij inbrengt over zeer geleerde kennisverwerkers als inbreng serieus wordt genomen, waar er maar wat wordt gekletst.

    Dit is een interessant vers. Het is namelijk in regelrechte tegenspraak met de door mij aangehaalde passage uit Nehemia, waar staat dat het Loofhuttenfeest niet meer sinds Jozua gevierd is. Een van beide moet dus ongelijk hebben, en het is niet moeilijk te raden welke van de twee dat is. Voor de aangehaalde passage uit Kronieken geldt namelijk dat het Bijbelboek Koningen als bron is gebruikt, en daar staat:

    Citaat

    1 Koningen 9:25 Salomo bracht driemaal per jaar brandoffers en dankoffers op het altaar dat hij voor de HEERE had gebouwd en ook bracht hij er reukoffers, namelijk op het altaar dat voor het aangezicht van de HEERE stond, toen hij het huis voltooid had.

    Hier wordt niet genoemd dat Salomo op de door de Kroniekenschrijver genoemde feesten offerde. Dat is dus iets wat de Kroniekenschrijver zelf heeft toegevoegd. Nu is het Bijbelboek Kronieken een van de jongste van de Hebreeuwse Bijbel, uit de vierde eeuw voor Christus. In zijn tijd werd het Loofhuttenfeest gevierd, zoals we weten van Nehemia. De auteur heeft dus waarschijnlijk (of 'wellicht', net hoe je het wilt noemen) het driejaarlijkse offer van Salomo verbonden aan de drie grote feesten die in zijn tijd gevierd werden. Maar dat wil nog niet zeggen dat dat historisch betrouwbare informatie is. Als we Nehemia mogen geloven, is dat het niet.

  7. Als je theologie gaat studeren aan een willekeurige universiteit waar niet op voorhand is vastgelegd dat de Tora van Mozes (om religieuze/traditionalistische redenen) afkomstig moet zijn, zul je altijd te horen krijgen wat ik hierboven heb vermeld. Ook op christelijke universiteiten waar er openheid over deze zaak is. Hetzelfde geldt voor studieboeken over dit onderwerp die op brede schaal gebruikt worden (Coogan, Friedman, etc.).

    Maar inderdaad, de reden dat dit de meerderheidsopvatting is, is dat er goede redenen voor zijn. Daar heb ik in mijn vorige post dan ook een illustratie van gegeven.

  8. 13 uur geleden zei Hermanos2:

    Kun je deze vraag toelichten? Ik begrijp niet goed waar je naartoe wil. Vraag je je af of Mozes alle 5 de boeken geschreven heeft of dat het document onvolledig is? 

    1 uur geleden zei Tomega:

    Met welk gezag en op welke grond?

    De meeste geleerden die de Tora (en de rest van de Hebreeuwse Bijbel) buitengewoon nauwgezet hebben bestudeerd in de oorspronkelijke taal zijn het erover eens dat je in de Tora meerdere bronnen kunt herkennen die afkomstig moeten zijn van meerdere auteurs. Als je die bronnen van elkaar scheidt, ontstaan er meerdere verhalen die elk op zichzelf coherent zijn en hun eigen kenmerken hebben. Denk aan bepaalde interesses/aandachtspunten, een bepaalde visie op God en een bepaald taalgebruik.

    Deze afzonderlijke verhalen zijn vaak ook te correleren aan een bepaalde context die we kennen uit de geschiedenis van Israël, of aan bepaalde groeperingen binnen Israël.

    Het bewijs voor deze conclusies is vaak heel ingewikkeld. Hoewel mijn eigen academische specialisme ergens anders ligt, herken ik wel de methode, waarbij je het uiteindelijk gewoon moet 'zien'. Net als bij de Mt. Ebal curse tablet: een deskundige als Van der Veen kan door zijn ervaring zien of bepaalde krassen door een mensenhand zijn aangebracht of niet, zelfs als het soms moeilijk is om uit te leggen waar je dat dan precies aan ziet.

    Maar ik zal toch een tweetal voorbeelden geven van teksten die er veel van weg hebben lange tijd na Mozes geschreven te zijn. Zo lezen we in Deuteronomium 12:11-14: 

    Citaat

    Dan zal daar de plaats zijn die de HEERE, uw God, zal uitkiezen om Zijn Naam daar te laten wonen. Daarheen moet u alles brengen wat ik u gebied: uw brandoffers, uw slachtoffers, uw tienden, de hefoffers uit uw hand en heel de keur van uw gelofteoffers die u de HEERE belooft, en daar zult u zich verblijden voor het aangezicht van de HEERE, uw God, u, uw zonen en uw dochters, uw slaven en uw slavinnen, en de Leviet die binnen uw poorten is, want hij heeft geen aandeel of erfelijk bezit samen met u. Wees op uw hoede dat u uw brandoffers niet brengt op elke plaats die u ziet, maar alleen op de plaats die de HEERE in een van uw stammen zal uitkiezen. Daar moet u uw brandoffers brengen en daar moet u doen alles wat ik u gebied.

    Hier wordt geboden dat de offercultus gecentraliseerd moet zijn: offers mogen op maar één plaats gebracht worden. Dat is opmerkelijk, want Samuel lijkt zo'n gebod helemaal niet te kennen. Hij brengt op allerlei verschillende plaatsen offers (1 Sam. 7:5-10 (Mizpa), 7:17 (Rama), 9:5-13 (Zuf), 10:8 (Gilgal), 16:1-5 (Bethlehem)). Dit lijkt op geen enkele manier slecht te zijn of afgekeurd te worden door de auteur. Daaruit blijkt dat dit gebod, dat we in Deuteronomium aantreffen, van latere tijd moet zijn.

    Een tweede voorbeeld is Nehemia 8:15-18:

    Citaat

    Zij vonden in de wet geschreven dat de HEERE door de dienst van Mozes had geboden dat de Israëlieten in loofhutten zouden wonen tijdens het feest in de zevende maand, en dat zij het overal zouden doen horen en een boodschap zouden laten gaan door al hun steden en in Jeruzalem, en zouden zeggen: Ga naar buiten, naar de bergen en breng loof van de olijfboom, loof van de olijfwilg, loof van de mirte, loof van de palmboom, en loof van andere dicht bebladerde bomen, om loofhutten te maken overeenkomstig wat voorgeschreven is. Toen ging het volk eropuit en ze haalden loof en ze maakten loofhutten voor zichzelf, ieder op zijn dak, en in hun voorhoven en in de voorhoven van het huis van God, en op het plein van de Waterpoort en op het plein van de Efraïmpoort. De hele gemeente van hen die uit de gevangenschap waren teruggekeerd, maakte loofhutten en woonde in die loofhutten, want zo hadden de Israëlieten niet meer gedaan vanaf de dagen van Jozua, de zoon van Nun, tot op deze dag. Er was zeer grote blijdschap.

    De vraag is nu of het werkelijk plausibel is dat de Joden ten tijde van Nehemia zich niet konden herinneren dat het Loofhuttenfeest ooit in Israël was gevierd, als dit echt van den beginne in de Tora heeft gestaan. Waarom hebben godvrezende koningen als David, Salomo, Josafat, Hizkia en Josia het dan niet gevierd? Dat kan alleen als de traditie van het loofhuttenfeest van veel latere datum is.

    Hierbij zij opgemerkt dat de auteurs van de verschillende delen van de Tora natuurlijk gebruikgemaakt kunnen hebben van oudere geschreven bronnen, mogelijk zelfs van de hand van Mozes, en uiteraard ook van mondelinge overlevering. Een laat ontstaan hoeft daarom niet gelijk te staan aan historische onbetrouwbaarheid. Ik denk dat bijvoorbeeld het verhaal van de uittocht historisch behoorlijk accuraat is. Maar met name het wettensysteem is toch wel gegroeid in de loop van de tijd.

    2 uur geleden zei Tomega:

    Dat bewijs beschouwen als verzinsel uit een tijd waarin geen geschreven schrift bestond, is absurd.

    Er is dan ook helemaal niemand die denkt dat er ten tijde van Mozes geen schrift bestond.

  9. 8 minuten geleden zei Tomega:

    Deuteronomium 31:24-26 En het gebeurde, toen Mozes gereed was met het schrijven van de woorden van deze wet in een boek totdat zij voltooid waren, dat Mozes de Levieten, die de ark van het verbond van de HEERE droegen, gebood. Neem dit wetboek en leg het naast de ark van het verbond van de HEERE, uw God, zodat het daar is als getuige tegen u.

    Waar staat dat datgene wat Mozes geschreven heeft de volledige Tora was?

  10. 8 minuten geleden zei Tomega:

    Bij de overdracht van de taken van Mozes aan Jozua wordt nadrukkelijk gesproken en stilgestaan bij de geschreven stukken (kleitabletten).

    Waar staat dat en hoe toont dat aan dat de eerste boeken van de Bijbel door Mozes en Jozua zijn geschreven?

    6 minuten geleden zei Hermanos2:

    Voor mij heeft dat niet verder bewezen te worden. Veel bijbel commentaren zijn dezelfde mening toegedaan. En dat zijn geen domme mensen.

    De meeste deskundigen op het gebied van dit soort vraagstukken wijzen de traditionele visies op het auteurschap van de eerste boeken van de Bijbel af. Lees bijvoorbeeld 'Who wrote the Bible?' van Richard Elliott Friedman.

  11. 3 uur geleden zei Dat beloof ik:

    Dan zou het goed zijn dat deze man dat op een manier brengt waar wetenschappers iets mee kunnen.
    En dat is niet via Facebook.

     

    En dat snapt Van der Veen net zo goed als, zo niet beter dan, jij. Daarom komt er een tweede artikel aan.

    Overigens is de gedachte dat wetenschap alleen werkt via peer-reviewed artikelen en niet ook via informele discussies een veelgeziene misvatting, maar ik weet niet of je het zo bedoelde.

    3 uur geleden zei Dat beloof ik:

    Stripling en Van Veen maken zich schuldig aan één van de meest voorkomende fouten in de wetenschap: ze willen graag iets zien en dáárom zien ze het ook.

     

    Hoe weet jij dat Van der Veen zich daaraan schuldig heeft gemaakt? Jij bent in staat zijn epigrafische analyse te evalueren? Of concludeer je dat door het oordeel van Rollston te volgen? Zo ja, waarom accepteer je het oordeel van Rollston dan wel en dat van Van der Veen niet?

    3 uur geleden zei Dat beloof ik:

    Er zijn daarom dan ook meer posities dan deze 2, zoals ik al aangaf zijn er ook mensen die denken dat er helemaal geen letters in zijn te zien.

     

    Ik zei ook niet dat dat de enige twee mogelijke posities zijn, maar dat het twee posities zijn die onderscheiden moeten worden.

  12. Peter van der Veen heeft hier op Facebook op gereageerd. Hij beweert dat je een aantal van de 'striaties' die je op de röntgenfoto's kunt zien, ook op de buitenkant kunt zien. Dat betekent dat het daadwerkelijke inkepingen zijn. Volgens hem is het heel duidelijk als je die informatie combineert, en zoals gezegd is hij hierin een gerespecteerde deskundige.

    Volgens mij moeten er in de discussie zo goed mogelijk twee posities onderscheiden worden: de positie van Galil, die ieder krasje als letter heeft opgevat en op die manier een lange tekst heeft gecreëerd die dubieus is, en de positie van Van der Veen, die een aantal letters heeft onderscheiden waar het een en ander uit op te maken valt wat betekenis betreft, maar wat zeker niet kan gelden als een complete tekst.

  13. 43 minuten geleden zei Dat beloof ik:

    Nee, want die letters werden bij meer volken daar gebruikt om goden aan te duiden. Ik trek juist geen conclusie, waar Hermanos dat wel doet 

    Je conclusie lijkt te zijn dat we niet kunnen weten wat de precieze betekenis van de tekst is. Maar er is meer informatie dan enkel de verwijzing naar YHW: de precieze spelling, de taal van de tekst, de locatie, de archeologische context, etc.

  14. 6 minuten geleden zei Dat beloof ik:

    YHW kan hier vanuit verschillende bronnen geplaatst zijn en men weet domweg niet welke.

    Dat lijkt me een te haastige conclusie. Stel dat het inderdaad zo is dat er op dit loden tablet een tekst staat waarin iemand in de naam van YHW vervloekt wordt, dan zijn er best wel redenen om aan te nemen dat hier naar de God van Israël verwezen wordt.

  15. 5 minuten geleden zei Hermanos2:

    Lees jij het ook ongeveer zo?

    Het Oude Testament? Dat ligt er natuurlijk helemaal aan om welke passage het gaat. En daarbij is het onderscheid 'letterlijk vs. niet-letterlijk' veel te grof om aan te geven hoe teksten die duizenden jaren oud zijn en uit andere culturen en contexten stammen gelezen dienen te worden. Zelf ben ik vooral gespecialiseerd in het Nieuwe Testament. De teksten van het Nieuwe Testament staan wat taal en cultuur betreft al vele malen dichter bij ons dan die van het Oude Testament, maar nog altijd is het gemakkelijk om ten onrechte onze eigen genres, denkpatronen en vooronderstellingen op de tekst te projecteren. Kortom, het zorgvuldig lezen van de Bijbel is een stuk ingewikkelder dan 'letterlijk' of 'niet-letterlijk' lezen.

  16. Als je dat graag wilt weten: ja, ik ben een christen.

    Dat had je overigens kunnen afleiden uit mijn forumnaam. Het Griekse woord μαθητής betekent 'discipel'. Ik heb die naam gekozen als eerbetoon aan een van de vroegste christelijke apologeten, de auteur van Ad Diognetum, van wie de naam niet bekend is maar die doorgaans wordt aangeduid met hoe hij zichzelf identificeert, als 'Mathetes' (discipel van de Apostelen, Ad Diognetum 11:1).

  17. Op Facebook heeft Peter van der Veen een interessant verhaal onthuld. Hoewel hij een van de co-auteurs is, kunnen hij en enkele andere auteurs zich helemaal niet vinden in de vergaande letteridentificaties die een van de andere auteurs, Gershon Galil, heeft gedaan. Van der Veen stelt een heel wat bescheidener identificatie voor van enkele letters, waarvan ook sporen op de buitenkant aanwezig zijn. Volgens hem valt er in ieder geval te onderscheiden dat er zoiets als tmt l-YHW staat ('je zult sterven door YHW) en vervolgens een alef die waarschijnlijk het begin vormt van 'rr (vervloekt). Heel wat minder tekst dus dan wat Galil denkt te onderscheiden, maar wel van belang voor de hoofdconclusies. Dat betekent dat sommige van de reacties van deskundigen te veel gefocust zijn op de extreme claims van Galil, terwijl er voor de claims van Van der Veen wellicht een betere casus is.

    Van der Veen wordt algemeen gerespecteerd als deskundige op het gebied van de epigrafie, ook al zijn zijn opvattingen over de chronologie van Egypte nogal fringe. Ik heb hem zelf een tweetal keer gezien/gesproken en het lijkt me een wetenschappelijk integere man. Hij zou het overigens zeer waarschijnlijk oneens zijn met alle vergaande conclusies die @Hermanos2 trekt.

×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

We hebben cookies op je apparaat geplaatst om de werking van deze website te verbeteren. Je kunt je cookie-instellingen aanpassen. Anders nemen we aan dat je akkoord gaat. Lees ook onze Gebruiksvoorwaarden en Privacybeleid