Spring naar bijdragen

Dagen in Genesis 1 miljoenen jaren?


Aanbevolen berichten

  • Antwoorden 84
  • Created
  • Laatste antwoord

Top Posters In This Topic

Kwispel je geeft geen antwoord op de algehele stelling. Waarom ga je er vanuit dat de eerste zoveel/vier dagen aardse dagen waren als de aardse zon er nog helemaal niet was? :?

Wellicht ten overvloede, een Aarde dag is een Aardse dag omdat dat de tijd is die de Aarde er over doet om eenmaal om haar as te draaien.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Wat is de motivatie om de dagen in Genesis te zien als 1 miljoen jaren.

De belangrijkste reden volgens mij isom een manier te vinden het scheppingsverslag in harmonie te brengen met de gedachte dat er een opeenvolging van vele, vele geologische eeuwen geweest moeten zijn.

Het is begrijpelijk dat de wetenschap een verklaring zoekt voor de vele sporen die volgens haar onderzoeksmethoden tienduizenden, honderdduizenden of miljoenen jaren oud moeten zijn.

Stel dat God in Nederland weer een mens heeft geschapen zoals Adam.

Wetenschappers uit de hele wereld zijn uitgenodigd om dit wonder een dag na zijn schepping te bekijken.

Sommigen komen aanzetten met geavanceerde microscopen, omdat een mens van een dag slechts een minuscuul embryo is.

Andere wetenschappers hadden voor alle zekerheid een paar verzen in Genesis gelezen en begrepen dat hij uit klei gemaakt was.

Dus nemen ze monsters van de Limburgse löss mee en ook West-Friese en Groningse klei.

Om te weten welke kleur kleimonsters hij mee zou moeten nemen, had iemand zelfs vooraf gebeld of het ging om een gele Chinees, een zwarte Ethiopiër of een Nederlandse bleekscheet.

Wanneer dan de wetenschappers met de nieuwe Nederlandse Adam worden geconfronteerd, voelen ze zich genomen.

Dit kon niet.

Een menselijk wezen van één dag is microscopisch klein en geen volwassen kerel. En de kleimonsters vertoonden ook al geen enkele overeenkomst met de nieuwe Adam. Uitgebreide onderzoeken, zoals met de scan en weefselonderzoek van hart, nieren en longen, wijzen uit dat deze Nederlandse Adam van één dag in werkelijkheid rond de 25 jaar moest zijn.

Adam en Eva waren direct volwassen mensen, fysiek gereed om een gezin te stichten. Dit scheppingswonder staat buiten de menselijke technologie.

Hoe oud leek de aarde één dag na haar schepping?

Als de wetenschap direct na de schepping van de aarde de ouderdom van aardlagen met daarin de delfstoffen, die de mens gebruikt, gemeten zou kunnen hebben, wat zou dan het resultaat geweest zijn? Was het radioactief verval slechts twee uren oud? Of leek dat dit proces al twee miljoen jaren geleden begonnen was? Of misschien twee miljard jaren? Wat was de schijnbare leeftijd van de aarde direct na haar schepping?

Er zijn veel theorieën. In de meeste hiervan is een schepping in zes dagen een lachertje, vooral als de evolutietheorie erbij gehaald wordt.

Hoe betrouwbaar zijn de methodes

om de ouderdom te bepalen?

Bij radioactieve metingen wordt aangenomen dat de intensiteit van de kosmische straling door de eeuwen heen constant is. Sommigen veronderstellen dat er vóór de zondvloed een grotere concentratie van damp rond de aarde was. De Bijbel spreekt over de dauw. De concentratie koolstofdioxide in de atmosfeer is nu 50% groter dan voor de industriële revolutie.

Je weet waarschijnlijk niet wat het effect hiervan op de kosmische straling is, maar de geleerden ook niet.

Anderen beweren dat tengevolge van de kolossale druk van de watermassa van de vloed op de aardlagen, de metingen van materiaal van vóór de vloed onbetrouwbaar zijn.

Houdt de wetenschap rekening met het kolossale effect van de vloed?

Als ze deze al willen erkennen.

In de geologie wordt bij radioactieve ouderdomsmetingen na het verval van radioactief materiaal in gesteenten het aantal heliumkernen geteld.

Aangenomen wordt dat helium niet uit het gesteente kan ontsnappen. Dit wordt aangenomen. In 'Grondslagen der algemene geologie' van Dr. B.G. Escher worden situaties beschreven waarin helium wel degelijk uit gesteente is ontsnapt en hoe dit nog steeds plaatsvindt. Bovendien, kon het gesteente de plotseling opkomende druk van de vloed weerstaan? Als dat niet het geval is, dan kunnen metingen er duizenden, zo niet miljoenen jaren naast zitten.

Wat is een 'Dag'?

Het woord voor dag in Genesis 1 is het Hebreeuwse woord yom. Dit kan een 24-urige periode betekenen, maar ook wel de uren dat het licht is, wat wij ook dag noemen.

Maar het is nooit een afgebakende lange periode van tijd met specifiek een begin- en eindpunt.

En als het woord yom zou worden gebruikt als een niet begrensd tijdvak, als een onbepaalde tijd, wordt door de context altijd duidelijk aangegeven dat niet de letterlijke betekenis van dag wordt bedoeld.

In veel kerken en ook daarbuiten zeggen mensen dat het woord dag in Genesis symbolisch gebruikt wordt en wij dat niet letterlijk moeten nemen.

Een belangrijk punt wat zij over het hoofd zien is dat een woord nooit symbolisch kan worden bedoeld als het voor de eerste keer wordt gebruikt. Een woord kan pas symbolisch worden gebruikt wanneer eerst de letterlijke betekenis bekend is. Het Nieuwe Testament zegt ons dat Jezus de 'deur' is. We weten wat dit betekent, omdat we de letterlijke betekenis van deur kennen als een toegang of ingang. Omdat we eerst de letterlijke betekenis hebben leren kennen, is het mogelijk om dit op symbolische wijze op Christus toe te passen. Het woord deur zou niet op deze manier gebruikt kunnen worden als we niet eerst de letterlijke betekenis zouden kennen.

Dus kan de eerste keer dat het woord dag wordt gebruikt in het boek Genesis niet symbolisch worden gebruikt. Daarom heeft de auteur van Genesis zorgvuldig aandacht besteed aan het woord dag toen het voor de eerste keer voorkwam.

In Genesis 1:4 lezen we dat God het licht van de duisternis scheidde. Dan lezen we in vers 5 dat God het licht Dag noemde en de duisternis Nacht. Met andere woorden, de termen werden zorgvuldig gedefinieerd. De eerste keer dat het woord dag wordt gebruikt, wordt het gedefinieerd als het licht om te onderscheiden van de duisternis die nacht wordt genoemd. Dan vervolgt vers 5 met: Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de eerste dag. Dit is dezelfde zinsnede die voor elk van de andere vijf dagen wordt gebruikt en laat zien dat er een duidelijke cyclus is van dagen en nachten – perioden van licht en perioden van duisternis.

Dan de opmerking van iemand over de dag en de zon.

Dus naar de vierde dag. Halverwege de week verschijnt de zon aan het firmament. Brengt God daarmee een verandering in de lengte van een etmaal?

Genesis 1:14 En God zeide: Dat er lichten zijn aan het uitspansel des hemels om scheiding te maken tussen de dag en de nacht, en dat zij dienen tot aanwijzing zowel van vaste tijden als van dagen en jaren.

Het ingrediënt licht was er al. In Gen. 1:3 zegt God immers: Er zij licht; en er was licht. God zegt het en het is er. Voordien was het er niet. Op dezelfde manier als Hij in vers 3 zegt: Er zij licht, zegt Hij in vers 14: Dat er lichten zijn. God zegt het en ze zijn er.

In vers 15 wordt de functie aangegeven van die lichten.

Vers 15 en dat zij tot lichten zijn aan het uitspansel des hemels om licht te geven op de aarde; en het was alzo.

Dan volgt in vers 16 een gedetailleerder taakverdeling van de lichten.

Vers 16 En God maakte de beide grote lichten, het grootste licht tot heerschappij over de dag, en het kleinere licht tot heerschappij over de nacht, benevens de sterren.

Dus nog eens. Zoals God in vers 3 zegt dat er licht zij, zo zegt Hij in vers 14 dat er lichten (meervoud) zijn. Eerst het ingrediënt licht in z'n algemeenheid en daarna daaruit de specifieke lichten. Gods arbeid op de vierde dag begon dus toen Hij zei: Dat er lichten zijn aan het uitspansel des hemels. Dan volgt in vers 16 de verschillende functies van de lichten. Hij maakt het grootste licht tot heerschappij over de dag en maakt het kleinere licht en de sterren tot heerschappij over de nacht.

Vers 17 En God stelde ze aan het uitspansel des hemels om licht te geven op de aarde, 18 en om te heersen over de dag en over de nacht, en om het licht en de duisternis te scheiden. En God zag, dat het goed was. 19 Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de vierde dag.

De dag bestond al sinds de schepping van de eerste dag, maar kreeg nu op de vierde dag een sterke lichtbron. In ons zonnestelsel heeft de zon de functie om licht op de aarde te werpen.

Vers 17 En God stelde ze aan het uitspansel des hemels om licht te geven op de aarde …

God heeft de zon zo geplaatst, in zo'n positie gezet, dat zij de juiste hoeveelheid licht geeft en de juiste hoeveelheid warmte. We verbranden niet en bevriezen niet. Bovendien krijgt de flora en fauna de juiste portie energie.

Deze vierde scheppingsdag geeft daarmee een extra dimensie aan de betekenis van dag en nacht. Een bevestiging van de betekenis van een normale dag.

De zon was gemaakt om te heersen over de dag – de dag bestond al. De dag bleef hetzelfde. Hij had alleen een lichtbron gekregen. De eerste drie dagen van de schepping waren dezelfde type dagen als de drie dagen met de zon.

http://www.home.zonnet.nl/gemeente.van. ... dagen.html

Link naar bericht
Deel via andere websites
Wat is de motivatie om de dagen in Genesis te zien als 1 miljoen jaren.-
Geen idee, ik neem het hele verhaal meer als een verhaling over dat God de Schepper is, en verwoord in zoals de mensen destijd dachten over het ontstaan van het alles :) Dus als je t niet erg vindt, ga ik niet op je hele relaas in over Adam in NL etc. Je komt ook met een aantal creationistische 'wetenschappelijke' punten aan waar ik sowieso niet op inga. Moch t je interesseren, er zijn relevante topics voor, daar kun je naar hartelust met mede- en tegenstanders discussieren ;)
Het woord voor dag in Genesis 1 is het Hebreeuwse woord yom. Dit kan een 24-urige periode betekenen, maar ook wel de uren dat het licht is, wat wij ook dag noemen.

Maar het is nooit een afgebakende lange periode van tijd met specifiek een begin- en eindpunt.

Ik denk dat Hosea 6:2 wel degelijk zo gelezen mag worden.
En als het woord yom zou worden gebruikt als een niet begrensd tijdvak, als een onbepaalde tijd, wordt door de context altijd duidelijk aangegeven dat niet de letterlijke betekenis van dag wordt bedoeld.
Er zijn geleerdem die *juist* het gebruik van yom in Gen 1, met een nummer erachter en t ontbrekende lidwoord, wat volgens mij exclusief en uniek is voor Gen 1, opvatten als een indicator dat het NIET om aardse dagen gaat. Zie bijv http://godandscience.org/youngearth/yom_with_number.pdf
Een belangrijk punt wat zij over het hoofd zien is dat een woord nooit symbolisch kan worden bedoeld als het voor de eerste keer wordt gebruikt.
Leuk punt, maar verder gewoon door jou verzonnen. Men sprak Hebreeuws, er waren nog genoeg andere geschriften in die tijd, dus het gangbare gebruik van het woord yom, was gewoon bij iedereen bekend. En NB, dit geangbare gebruik hield ook niet 24 uurse perioden in. Bi
Dus kan de eerste keer dat het woord dag wordt gebruikt in het boek Genesis niet symbolisch worden gebruikt. Daarom heeft de auteur van Genesis zorgvuldig aandacht besteed aan het woord dag toen het voor de eerste keer voorkwam.
Allemaal heel leuk giswerk :)
In Genesis 1:4 lezen we dat God het licht van de duisternis scheidde. Dan lezen we in vers 5 dat God het licht Dag noemde en de duisternis Nacht. Met andere woorden, de termen werden zorgvuldig gedefinieerd. De eerste keer dat het woord dag wordt gebruikt, wordt het gedefinieerd als het licht om te onderscheiden van de duisternis die nacht wordt genoemd. Dan vervolgt vers 5 met: Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de eerste dag. Dit is dezelfde zinsnede die voor elk van de andere vijf dagen wordt gebruikt en laat zien dat er een duidelijke cyclus is van dagen en nachten – perioden van licht en perioden van duisternis.
Klopt. Maar de zon bestond nog niet, en er zijn miljarden zonnestelsels. Dus waarom vasthouden aan een aardse 24-uurs dag?
Dus naar de vierde dag. Halverwege de week verschijnt de zon aan het firmament. Brengt God daarmee een verandering in de lengte van een etmaal?

Genesis 1:14 En God zeide: Dat er lichten zijn aan het uitspansel des hemels om scheiding te maken tussen de dag en de nacht, en dat zij dienen tot aanwijzing zowel van vaste tijden als van dagen en jaren.

Het ingrediënt licht was er al. In Gen. 1:3 zegt God immers: Er zij licht; en er was licht. God zegt het en het is er. Voordien was het er niet. Op dezelfde manier als Hij in vers 3 zegt: Er zij licht, zegt Hij in vers 14: Dat er lichten zijn. God zegt het en ze zijn er.

In vers 15 wordt de functie aangegeven van die lichten.

Vers 15 en dat zij tot lichten zijn aan het uitspansel des hemels om licht te geven op de aarde; en het was alzo.

Dan volgt in vers 16 een gedetailleerder taakverdeling van de lichten.

Vers 16 En God maakte de beide grote lichten, het grootste licht tot heerschappij over de dag, en het kleinere licht tot heerschappij over de nacht, benevens de sterren.

Dus nog eens. Zoals God in vers 3 zegt dat er licht zij, zo zegt Hij in vers 14 dat er lichten (meervoud) zijn. Eerst het ingrediënt licht in z'n algemeenheid en daarna daaruit de specifieke lichten. Gods arbeid op de vierde dag begon dus toen Hij zei: Dat er lichten zijn aan het uitspansel des hemels. Dan volgt in vers 16 de verschillende functies van de lichten. Hij maakt het grootste licht tot heerschappij over de dag en maakt het kleinere licht en de sterren tot heerschappij over de nacht.

Vers 17 En God stelde ze aan het uitspansel des hemels om licht te geven op de aarde, 18 en om te heersen over de dag en over de nacht, en om het licht en de duisternis te scheiden. En God zag, dat het goed was. 19 Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de vierde dag.

De dag bestond al sinds de schepping van de eerste dag, maar kreeg nu op de vierde dag een sterke lichtbron. In ons zonnestelsel heeft de zon de functie om licht op de aarde te werpen.

Dit is wel een goed argument, de link tussen dag en nacht (wat nog steeds genoemd wordt in iedere vers) en onze zon. Ik had al gezegd dat ik niet in een letterlijk lazing van Genesis geloof, maar even van de premise uitgaande, is dit een goed argument.
nacht. Een bevestiging van de betekenis van een normale dag.

De zon was gemaakt om te heersen over de dag – de dag bestond al. De dag bleef hetzelfde. Hij had alleen een lichtbron gekregen. De eerste drie dagen van de schepping waren dezelfde type dagen als de drie dagen met de zon.

Wel grappig dat je eerder met t typisch creationistische argument aankomt dat er van alles niet constant was (stralingsniveau's, aantallen Heliumkernen etc), maar hier wel aanneemt dat alles constant was. Dat geeft je bias nogal aan :)
Link naar bericht
Deel via andere websites

De belangrijkste reden om er van uit te gaan dat genesis over miljoenen jaren gaat is heel simpel ALS we aannemen dat God bestaat en dat de bijbel van God komt. Hieruit volgt dat de bijbel waarheid is.

Vervolgens kijken we naar wat we weten van de natuur: het zonnestelsel is zo'n vierenhalf miljard jaar oud, Adam en Eva werden niet als paar geschapen uit klei/rib.

Dus dan is de enige optie: genesis is een allegorie.

Bonus:

Of: genesis is niet de waarheid en komt dus niet van God.

Of:

Link naar bericht
Deel via andere websites
  • 7 months later...
Wat is de motivatie om de dagen in Genesis te zien als 1 miljoen jaren.

De belangrijkste reden volgens mij isom een manier te vinden het scheppingsverslag in harmonie te brengen met de gedachte dat er een opeenvolging van vele, vele geologische eeuwen geweest moeten zijn.

Waarom moet dat? Dat is juist de dwaling.

Hoe betrouwbaar zijn de methodes om de ouderdom te bepalen?

Betrouwbaar tot enkele duizenden jaren terug. Daarna onbetrouwbaar tot onmogelijk. Als voorbeeld koolstofdatering. Voor andere voorbeelden (ijskappen) zie de rubriek Bijbel en wetenschap op http://www.gelooft.com:

Koolstofdatering, of C14-datering, is een radiometrische dateringsmethode waarmee de ouderdom van organisch materiaal en ecofacten wordt bepaald met behulp van de isotoop koolstof-14. Koolstof-14 (14C) is een isotoop van koolstof (12C) die in onze atmosfeer uit stikstofkernen gevormd wordt. Dit gebeurt door kernreacties ten gevolge van de kosmische straling waaraan de aarde voortdurend blootstaat.

Tijdens het leven van een plant of dier is de verhouding tussen 14C en 12C ongeveer gelijk aan de verhouding van deze twee isotopen in de atmosfeer. Wanneer een organisme sterft, neem de concentratie 14C in het dode organisme af, door radioactief verval. 14C heeft een halveringstijd van 5736 jaar. Aan de hand van deze gegevens kunnen we dus een schatting maken van de ouderdom van een dood organisme.

Omdat de concentratie 14C in de atmosfeer aan verandering onderhevig is geweest, is kalibratie van deze dateringsmethode noodzakelijk. Dit gebeurt o.a. door middel van dendrochronologie (jaarringen van bomen tellen). Echter, de methode is gebaseerd op enkele (dubieuze) aannames. Daarnaast zijn er tal van problemen. We noemen er enkele:

De beginsituatie, en daarmee de verhouding 12C/14C van een organisme is niet bekend.

De vervalconstante is constant. Dit is nooit aangetoond. Sterker nog, er zijn recente onderzoekers die aangetoond hebben dat de huidige concentratie van 14C (veel) groter is.

De hoeveelheid kosmische straling die de atmosfeer van de aarde binnendringt is afhankelijk van factoren zoals het magnetische veld van de aarde dat kosmische straling kan doen afbuigen. Metingen die over de afgelopen 100 tot 140 jaar hebben plaatsgevonden hebben aangetoond dat de sterkte van het magnetische veld van de aarde gestaag afneemt. Dit betekent dat er een gestage toename van de productie van radioactieve koolstof heeft plaatsgevonden .

Dat de dateringsmethode zeer controversieel is, blijkt uit vele foute resultaten!

Er moet een aanname worden gedaan over de verhoudingen of hoeveelheden zoals ze in het begin waren. In het geval van C14-datering gaat men er vanuit dat de 12C/14C verhouding in de atmosfeer 5000 jaar geleden ongeveer gelijk was aan de huidige verhouding. Hiervoor is geen enkel bewijs!

Er mag geen uitwisseling hebben plaatsgevonden tussen de relevante stoffen (in dit geval koolstof) in het sample en stoffen uit de omgeving.

Lage 12C/14C verhouding voor de zondvloed

De totale hoeveelheid 12C voor de zondvloed was veel groter dan tegenwoordig, omdat we in aardlagen dikke lagen steenkool vinden, die vrijwel uitsluitend uit koolstof bestaan. De totale hoeveelheid koolstof in steenkoollagen is naar schatting 100 keer zo groot als de totale hoeveelheid koolstof in de gehele biosfeer! Deze steenkoollagen zijn overblijfselen van plantenmateriaal dat tijdens de zondvloed bedolven is. Voor de zondvloed moet deze enorme hoeveelheid koolstof zich dus in de biosfeer bevonden hebben!

Omdat de hoeveelheid 14C voor de vloed niet heel erg anders was dan tegenwoordig, maar er wel 100 keer zoveel 12C was, moet de 12C/14C verhouding in de biosfeer voor de zondvloed dus extreem veel lager zijn geweest. Ofwel, organismen die voor de zondvloed leefden hadden tijdens hun leven al een zeer lage 12C/14C verhouding. En deze organismen (nu vaak fossielen) leveren volgens koolstofdatering véél te hoge leeftijden op!

Uitgaande van de Bijbelse Waarheid, de Scheppingsleer, moeten er dus hele andere aannames worden gedaan over de 12C/14C verhoudingen in het verleden. En het is logisch dat evolutionisten, die hier geen rekening mee houden wanneer ze dateringen uitvoeren, op leeftijden van meer dan 6000 jaar uitkomen. Kortom, de lage concentraties 14C die evolutionisten interpreteren als lange perioden van verval, zijn in feite het gevolg van de veel lagere concentraties 14C ten tijde dat het organisme leefde.

Want in zes dagen heeft de HEERE den hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is, en Hij rustte ten zevenden dage

Link naar bericht
Deel via andere websites
Wat is de motivatie om de dagen in Genesis te zien als 1 miljoen jaren.

De belangrijkste reden volgens mij isom een manier te vinden het scheppingsverslag in harmonie te brengen met de gedachte dat er een opeenvolging van vele, vele geologische eeuwen geweest moeten zijn.

Waarom moet dat? Dat is juist de dwaling.

Hoe betrouwbaar zijn de methodes om de ouderdom te bepalen?

Betrouwbaar tot enkele duizenden jaren terug. Daarna onbetrouwbaar tot onmogelijk. Als voorbeeld koolstofdatering. Voor andere voorbeelden (ijskappen) zie de rubriek Bijbel en wetenschap op http://www.gelooft.com:

Koolstofdatering, of C14-datering, is een radiometrische dateringsmethode waarmee de ouderdom van organisch materiaal en ecofacten wordt bepaald met behulp van de isotoop koolstof-14. Koolstof-14 (14C) is een isotoop van koolstof (12C) die in onze atmosfeer uit stikstofkernen gevormd wordt. Dit gebeurt door kernreacties ten gevolge van de kosmische straling waaraan de aarde voortdurend blootstaat.

Tijdens het leven van een plant of dier is de verhouding tussen 14C en 12C ongeveer gelijk aan de verhouding van deze twee isotopen in de atmosfeer. Wanneer een organisme sterft, neem de concentratie 14C in het dode organisme af, door radioactief verval. 14C heeft een halveringstijd van 5736 jaar. Aan de hand van deze gegevens kunnen we dus een schatting maken van de ouderdom van een dood organisme.

Omdat de concentratie 14C in de atmosfeer aan verandering onderhevig is geweest, is kalibratie van deze dateringsmethode noodzakelijk. Dit gebeurt o.a. door middel van dendrochronologie (jaarringen van bomen tellen). Echter, de methode is gebaseerd op enkele (dubieuze) aannames. Daarnaast zijn er tal van problemen. We noemen er enkele:

De beginsituatie, en daarmee de verhouding 12C/14C van een organisme is niet bekend.

De vervalconstante is constant. Dit is nooit aangetoond. Sterker nog, er zijn recente onderzoekers die aangetoond hebben dat de huidige concentratie van 14C (veel) groter is.

De hoeveelheid kosmische straling die de atmosfeer van de aarde binnendringt is afhankelijk van factoren zoals het magnetische veld van de aarde dat kosmische straling kan doen afbuigen. Metingen die over de afgelopen 100 tot 140 jaar hebben plaatsgevonden hebben aangetoond dat de sterkte van het magnetische veld van de aarde gestaag afneemt. Dit betekent dat er een gestage toename van de productie van radioactieve koolstof heeft plaatsgevonden .

Dat de dateringsmethode zeer controversieel is, blijkt uit vele foute resultaten!

Er moet een aanname worden gedaan over de verhoudingen of hoeveelheden zoals ze in het begin waren. In het geval van C14-datering gaat men er vanuit dat de 12C/14C verhouding in de atmosfeer 5000 jaar geleden ongeveer gelijk was aan de huidige verhouding. Hiervoor is geen enkel bewijs!

Er mag geen uitwisseling hebben plaatsgevonden tussen de relevante stoffen (in dit geval koolstof) in het sample en stoffen uit de omgeving.

Lage 12C/14C verhouding voor de zondvloed

De totale hoeveelheid 12C voor de zondvloed was veel groter dan tegenwoordig, omdat we in aardlagen dikke lagen steenkool vinden, die vrijwel uitsluitend uit koolstof bestaan. De totale hoeveelheid koolstof in steenkoollagen is naar schatting 100 keer zo groot als de totale hoeveelheid koolstof in de gehele biosfeer! Deze steenkoollagen zijn overblijfselen van plantenmateriaal dat tijdens de zondvloed bedolven is. Voor de zondvloed moet deze enorme hoeveelheid koolstof zich dus in de biosfeer bevonden hebben!

Omdat de hoeveelheid 14C voor de vloed niet heel erg anders was dan tegenwoordig, maar er wel 100 keer zoveel 12C was, moet de 12C/14C verhouding in de biosfeer voor de zondvloed dus extreem veel lager zijn geweest. Ofwel, organismen die voor de zondvloed leefden hadden tijdens hun leven al een zeer lage 12C/14C verhouding. En deze organismen (nu vaak fossielen) leveren volgens koolstofdatering véél te hoge leeftijden op!

Uitgaande van de Bijbelse Waarheid, de Scheppingsleer, moeten er dus hele andere aannames worden gedaan over de 12C/14C verhoudingen in het verleden. En het is logisch dat evolutionisten, die hier geen rekening mee houden wanneer ze dateringen uitvoeren, op leeftijden van meer dan 6000 jaar uitkomen. Kortom, de lage concentraties 14C die evolutionisten interpreteren als lange perioden van verval, zijn in feite het gevolg van de veel lagere concentraties 14C ten tijde dat het organisme leefde.

Want in zes dagen heeft de HEERE den hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is, en Hij rustte ten zevenden dage

Jammer dat je God een leugenaar noemt door Genesis 2 te ontkennen.

Link naar bericht
Deel via andere websites
Dat geloof ik ook, dat heet de restitutieleer.

De restitutieleer houdt in dat er tussen Genesis 1 vers 1 en 1 vers 2 een kloof (GAP) van miljoenen of mogelijk miljarden jaren zit. Volgens die theorie wordt in vers 1 van Genesis 1 de schepping van hemel en aarde vermeld, waarna er een lange kloof volgt, tot we in vers 2 de toestand en toebereiding krijgen voor de bekende scheppingsdagen.

Vanaf Genesis vers 3 begint pas de eerste scheppingsdag. De aarde zou al eerder levende wezens gekend hebben, waarna dit alles werd vernietigd (cataclysme). Daarna kwam er, zoals beschreven vanaf Genesis 1 vers 3, een herschepping, in zes dagen.

Volgens deze theorie zouden we dus van herschepping (ofwel restitutie) moeten spreken.

Wanneer, hoe en waarom is de theorie ontstaan?

Deze theorie werd populair tijdens de bedieningen van Thomas Chalmers, een Schots geleerde en vrijmetselaar (en.metapedia.org/wiki/List_of_Freemasons) en George H. Pember (1876). In 1917 nam C.I. Scofield (Scofield Reference Bible) deze theorie op in zijn aantekeningen en haar populariteit was verzekerd. Deze laatste twee datums zijn belangrijk, omdat rond 1880 Darwins evolutietheorie algemeen aanvaard werd door de wetenschappelijke wereld. Deze theorie leerde dat de wereld miljarden jaren oud is. De Christen werd toen geconfronteerd met een groot probleem. Hoe kon dit alles verzoend worden met de Bijbel? Het antwoord werd gegeven door de restitutieleer: Miljarden jaren kunnen geplaatst worden tussen de verzen 1 en 2 van Genesis. De restitutieleer kan dus deels gezien worden als een poging van Christelijke geologen, om de niet-Christelijke evolutionisten tegemoet te komen!

Waarom is de GAP-theorie of restitutieleer een grote dwaling?

Aanhangers van de restitutieleer zeggen dat de zin "woest en ledig" in Genesis 1:2 elders voorkomt in Jesaja 34:11 en 45:18 en daar spreekt van oordeel.

Echter, elders in de Bijbel betekent het gewoon lege ruimte. Zie Job 6:18; 12:24 en 26:7, Deuteronomium 32:10, Psalmen 107:40.

Laten we het woord woest in de Hebreeuwse grondtekst eens beschouwen:

woest tohuw tohuw, zn van niet voorkomende stam, i.d. betekenis van "braak liggen"

AV – vain, vanity, confusion, without form, wilderness, nought, nothing, empty place, waste

Statenvertaling – ijdelheid, het woeste, woest, ijdel een-ding, ledig dat zij- zouden zijn, onnuttelijk, vergeefs te-, woestigheid

NBG – ijdelheid, woest, baaierd, wildernis ongebaande-, ijdel, ij- dele beweringen, niets voor, tevergeefs, wildernis, woestheid, woest land

1) vormloosheid, verwarring, onwerkelijkheid, leegte

1a) vormloosheid (van juist geschapen aarde)

1a1) het niets, lege ruimte

1b) dat wat leeg is, onwerkelijk (van afgoden) (fig)

1c) braakland, woestenij (van eenzame plaatsen)

1d) plaats waar chaos heerst

1e) ijdelheid

Aanhangers van de restitutieleer beweren dat het werkwoord, vertaald als "was" in Genesis 1:2 vertaald zou moeten worden als "werd".

Het Schriftbewijs spreekt dit echter tegen! Het Hebreeuwse werkwoord wordt 264 keer in de eerste vijf Bijbelboeken gevonden, en in 258 van de gevallen wordt het woord correct vertaald als "was".

Aanhangers van de restitutieleer zeggen dat er een verschil is tussen de werkwoorden "bara" ("scheppen", Gen. 1:1) en "asah" ("maken", Gen. 1:7). Echter, deze woorden worden als synoniemen gebruikt. In Gen. 1:26 wordt het woord "asah" gebruikt voor de schepping van de mens, terwijl in vers 27 voor dezelfde schepping het woord "bara" wordt gebruikt!

Volgens de aanhangers van de restituleer staat de "duisternis" in Genesis 1:2 symbool voor het kwaad, het boze. Dat is echter niet altijd het geval, zoals te zien in Psalmen 104:20, 24:

Gij beschikt de duisternis, en het wordt nacht, in denwelken al het gedierte des wouds uittreedt ... Hoe groot zijn Uw werken, o HEERE! Gij hebt ze alle met wijsheid gemaakt; het aardrijk is vol van Uw goederen.

Volgens de aanhangers van de restitutieleer toont Gods bevel aan Adam en Eva: "vervult de aarde" in Gen. 1:28, dat de aarde voorheen bewoond was en nu hérbewoond moest worden. Echter, het woord "vervult" in Gen. 1:28 betekent gewoon "vullen". Het is hetzelfde Hebreeuwse woord (male') dat vertaald wordt met "vervult" in vers 22!

Aanhangers van de restitutieleer gebruiken Jeremia 4:23 en Jesaja 24:1 om hun positie te ondersteunen. Deze verzen verwijzen naar de Grote Verdrukking, vlak voor de aardse wederkomst van Christus en niet op de schepping!

De aarde werd woest en ledig doordat satan samen met een deel van de engelen in opstand kwamen. In deze theologie gaat men ervan uit dat de eerste aarde het domein van satan was. Op die aarde zouden dan ook de grote dinosauriërs geleefd hebben. Maar toen satan in opstand kwam werd deze schepping verwoest en spreekt men dus van woest en ledig. We weten dat dinosauriërs gewoon grote reptielen waren!

Volgens de Bijbel kwam de dood door zonde ( 1 Korinthiërs 15: 21- 22 ) in de wereld. Volgens de restitutieleer was de dood er al. De Bijbel leert ons dat alles in zes dagen is gemaakt, zie Exodus 20:

Want in zes dagen heeft de HEERE den hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is, en Hij rustte ten zevenden dage

Volgens de restitutieleer kan dit dus ook in miljarden jaren gebeurd zijn.

De restitutieleer is niet slechts onhoudbaar, maar ook onnodig. Wanneer men deze theorie wil aanhangen zullen er aanpassing in de Bijbel gedaan moeten worden, en daarom is de restitutieleer een gevaarijke dwaalleer!

Link naar bericht
Deel via andere websites
Volgens de Bijbel kwam de dood door zonde ( 1 Korinthiërs 15: 21- 22 ) in de wereld. Volgens de restitutieleer was de dood er al.

Los van die hele leer: strikt genomen was die dood er ook al...

Wat staat er immers in Genesis 2?

2:7 Toen maakte God, de HEER, de mens. Hij vormde hem uit stof, uit aarde, en blies hem levensadem in de neus. Zo werd de mens een levend wezen.

Wajitzer JHWH Elohim et ha-adam aphar min ha-adama (http://biblehub.com/interlinear/genesis/2-7.htm)

Strikt genomen wordt de mens al "de mens" (ha-adam) genoemd voordat hem "de levensadem werd ingeblazen"! Al ging het hier niet om een stoffelijk overschot, maar eerder om een stoffelijk voorschot: toch was hij bij zijn schepping zo dood als een pier... Bij wijze van spreken dan, want volgens Genesis 1:25 kroop die al een dag lang vrolijk rond... ;)

(Ik wil maar zeggen: het zou ook zo kunnen zijn dat Paulus net iets anders bedoelde met zijn uitspraak; eerder een vergelijking wilde maken dan een "absolute" uitspraak doen over het exacte moment waarop die dood er was... Het ging hem er, denk ik, eerder om om duidelijk te maken wie er nu precies de hand in had: een mens... Maar: dan moest er ook een mens de hand - nee: voet - in hebben om het Kwaad te overwinnen; als je Gen 3:15 tenminste op die manier leest...

Dus: "Want immers door een mens: dood - en door een mens: opstanding van doden!"

(http://biblehub.com/interlinear/1_corinthians/15-21.htm))

Link naar bericht
Deel via andere websites

×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

We hebben cookies op je apparaat geplaatst om de werking van deze website te verbeteren. Je kunt je cookie-instellingen aanpassen. Anders nemen we aan dat je akkoord gaat. Lees ook onze Gebruiksvoorwaarden en Privacybeleid