Spring naar bijdragen

Bemiddeling via gebed


Aanbevolen berichten

  • Antwoorden 104
  • Created
  • Laatste antwoord

Top Posters In This Topic

Blijkbaar gaat men liever over heel wat anders discussiëren en moeilijke teksten opzoeken dan een antwoord te geven op eenvoudige Bijbelse teksten uit de boekdelen die door iedereen unaniem als canoniek worden aanvaardt. Daarom nogmaals mijn vraag aan allen die de leer van de onsterfelijke ziel aanhangen.

Laat ik voorop stellen, dat ik me niet meng in de discussie over de onsterfelijke ziel. Dat is overigens niet het onderwerp van dit topic. Zoals ik enige berichten terug al heb aangegeven, denk ik persoonlijk dat het spreken over enige activiteit van een overledene in de onzienlijke wereld, alsof het slechts een verandering van plaats en omgeving betreft, geen zin heeft.

Dat ik evenwel toch inga op je verzoek, heeft meer te maken met mijn mening dat ook jouw visie door de betreffende teksten niet wordt ondersteund. Als ik dus niet eens blijk met jouw uitleg, @Bernard 3, wil dat niet zeggen, dat ik dus van een onsterfelijke ziel uitga. En dat komt weer omdat ik er vast van overtuigd ben, dat onze discussie eigenlijk niet verder komt dan het vergelijken van appels en peren.

De teksten "bewijzen" immers noch het één noch het ander. Maar dat is mijn mening. Als de discussie over de onsterfelijke ziel zich echter uitbreidt, lijkt het me het beste om er een apart onderwerp van de maken. Ik zou zeggen: @Bernard 3, neem jij dan het initiatief.

Bij onderstaande teksten wou ik vooraf opmerken dat wanneer de bijbel het woord “slaap†gebruikt dit een toestand van onbewust zijn inhoud en gelijk gesteld wordt met “dood zijn “ (joh 11: 11-15). Alsook dat het woord of het begrip †dood “en het woord of het begrip “leven†twee tegengestelde begrippen zijn waarbij dood een toestand is van niet leven of niet meer bewust zijn van de omstandigheden rondom. Het woord “graf “ is de plaats waar de doden ( zij die niet bewust zijn en niet meer leven ) zich bevinden alvorens opgewekt te worden.

Hier haal je, mijn inziens, de begrippen toch door elkaar. Liever zou ik spreken van een natuurlijke dood en een geestelijke dood. Die twee gaan niet noodzakelijker wijze gelijk op. De Bijbel heeft het over de natuurlijke dood en over geestelijke dood. Uit de context moet dan blijken welke "dood" aan de orde is. Ook wordt niet aangetoond, dat de dood een vorm van slapen is. Als men zegt: "Hier rust ..." Dan is dat een wijze van spreken.

Het graf is de plaats waar het natuurlijke lichaam de laatste 'rust'plaats vindt. Daar wordt het lichaam met rust gelaten. Het is niet de plaats waar de mens na zijn overlijden "slaapt", dus in een toestand van onwetendheid of bewusteloosheid? afwacht op het klinken van een bazuin. In het graf liggen de natuurlijke resten te wachten totdat ze volledig zijn vervallen tot stof. Het graf kan ook symbolisch worden opgevat, als het overschot niet compleet is of gewoonweg niet compleet blijft. Denk aan degenen die sterven ten gevolge van brand of diegenen die in een lijkzak overboord worden gegooid waarbij het lichaam langzamerhand verandert in visvoer. En zijn meerdere situaties denkbaar waarbij een letterlijke opstanding van het lichaam niet mogelijk is. Daarnaast: wat komt er uit het graf bij de opstanding? Wat wordt weer levend? Paulus verwoordt het vrij eenvoudig: datgeen wat in de grond wordt gestopt (de normale situatie), wordt niet meer levend, maar God geeft er een lichaam aan. Een verheerlijkt lichaam, wel te verstaan.

Maar goed, ik dwaal alsnog teveel van het onderwerp af.

En de HEERE God had den mens geformeerd uit het stof der aarde, en in zijn neusgaten geblazen den adem des levens; alzo werd de mens tot een levende ziel. (Genesis 2:7 Staten Vert ))

Uit deze tekst wordt duidelijk dat elk mens een levende ziel is. Het gaat hier dan om een mens die gevormd is uit het stof der aarde. Het leven, dat hij doet op aarde, is hem door God gegeven. Deze tekst zegt niets over de ziel buiten het lichaam. Ook niet wat er gebeurt wanneer de mens sterft.

“Zie, alle zielen zijn van Mij, zowel de ziel van de vader als die van de zoon zijn van Mij; de ziel die zondigt, die zal sterven.Ezechiël 18:4)

Deze tekst herhaalt het gebod dat God aan Adam had gegeven in de hof. Intussen is duidelijk dat dit sterven geen betrekking heeft om de mens als geheel, maar alleen op zijn ziel. Het sterven is dan een beeld van het uit de tegenwoordigheid van God verdwijnen. De levende ziel (als zijnde de natuurlijk levende mens met de adem van God in z'n neusgaten) blijft gewoon actief. Hij raakt echter steeds verder verwijderd van God. Paulus zegt dat dit het loon is van de zonde: de dood.

“De levenden weten tenminste, dat zij sterven moeten, maar de doden weten niets; zij hebben geen loon meer te wachten, zelfs hun nagedachtenis is vergeten. Zowel hun liefde als hun haat en hun naijver zijn reeds lang vergaan; en zij hebben nimmer deel aan iets, dat onder de zon geschiedtâ€â€¦â€¦â€want er is geen werk of overleg of kennis of wijsheid in het dodenrijk, waarheen gij gaat.†(Prediker 9:5-10 )

Prediker heeft het over dat "wat onder de zon geschiedt". Hij heeft geen inzicht in dat wat zich buiten het natuurlijke leven bevindt. Let er op dat Prediker het "niets weten" nader specificeert: "zij hebben nimmer deel aan iets, **dat onder de zon geschiedt**" Dus opnieuw gaat het niet over iets dat zich buiten ons gezichtsveld bevindt. Prediker heeft daar geen weet van en wij dus ook niet.

“Verwondert u daar niet over, want de ure komt, in dewelke allen, die in de gravenzijn , Zijne stem zullen horen en zullen uitgaan , die het goede gedaan hebben tot de opstanding des levens, en die het kwade gedaan hebben, tot de opstanding der verdoemenis. (Joh 5:28-29 Staten Vert)

Jezus spreekt hier metaforisch over hen die in de graven zijn. Hij bedoelt degenen die zijn gestorven. Letterlijk, dat wel. Zij die gestorven zijn, staan weer op. Dat wil zeggen: gaan weer deel uitmaken van het natuurlijke leven. Hoe? Dat is in feite koffiedik. En wat ze in de tussentijd hebben gedaan? Ook daar doet Jezus hier geen uitspraken over.

Mannen broeders, men mag vrijuit tot u zeggen van de aartsvader David, dat hij èn gestorven èn begraven is, en zijn graf is bij ons tot op deze dag. Daar hij nu een profeet was en wist, dat God hem onder ede gezworen had een uit de vrucht zijner lendenen op zijn troon te doen zitten, heeft hij in de toekomst gezien en gesproken van de opstanding van de Christus, dat Hij niet aan het dodenrijk is overgelaten, noch zijn vlees ontbinding heeft gezien. Deze Jezus heeft God opgewekt, waarvan wij allen getuigen zijn. Nu Hij dan door de rechterhand Gods verhoogd is en de belofte des heiligen Geestes van de Vader ontvangen heeft, heeft Hij dit uitgestort, wat gíj en ziet en hoort. Want David is niet opgevaren naar de hemelen, (handelingen 2: 29-34

Wat Petrus hier doet is een uitspraak van David op Jezus toepassen. Hj refereert aan het feit, dat David nog steeds in zijn graf ligt, maar dat Christus is opgestaan. Het gaat hier echter om het lichaam van David. Waar David zich naar de inwendige mens bevindt, maakt Petrus hier niet duidelijk. Maar ook kun je uit deze tekst niet herleiden, dat de ziel van David in het graf ligt te slapen.

"In (dat) geloof zijn deze allen gestorven, zonder de beloften verkregen te hebben; slechts uit de verte hebben zij die gezien en begroet, en zij hebben beleden, dat zij vreemdelingen en bijwoners waren op aarde. Want wie zulke dingen zeggen, geven te kennen, dat zij een vaderland zoeken. En als zij gedachtig geweest waren aan het vaderland, dat zij verlaten hadden, zouden zij gelegenheid gehad hebben terug te keren; maar nu verlangen zij naar een beter, dat is een hemels, vaderland. Daarom schaamt God Zich voor hen niet hun God te heten, want Hij had hun een stad bereid. ………. Ook deze allen, hoewel door het geloof een getuigenis aan hen gegeven is, hebben het beloofde niet verkregen, daar God iets beters met ons voor had, zodat zij niet zonder ons tot de volmaaktheid konden komen " (Hebreeën 11-39

Het draait in dit tekstgedeelte om "het beloofde". Uit de context blijkt dat "de beloften" samenhangen met de komst van Jezus. De volmaaktheid slaat op het eindresultaat van het werk dat Christus kwam doen. De komst van Jezus is niet alleen voor de heiligen die leefden vóór - , maar ook voor hen die leven ná de komst van Christus. De ene groep zal dus nog wat geduld moeten hebben.

Ook hier geen enkele uitspraak over een tussentijdse toestand of situatie van de zielen van hen die gestorven zijn.

Link naar bericht
Deel via andere websites
Blijkbaar gaat men liever over heel wat anders discussiëren en moeilijke teksten opzoeken dan een antwoord te geven op eenvoudige Bijbelse teksten uit de boekdelen die door iedereen unaniem als canoniek worden aanvaardt. Daarom nogmaals mijn vraag aan allen die de leer van de onsterfelijke ziel aanhangen.

Laat ik voorop stellen, dat ik me niet meng in de discussie over de onsterfelijke ziel. Dat is overigens niet het onderwerp van dit topic. Zoals ik enige berichten terug al heb aangegeven, denk ik persoonlijk dat het spreken over enige activiteit van een overledene in de onzienlijke wereld, alsof het slechts een verandering van plaats en omgeving betreft, geen zin heeft.

Dat ik evenwel toch inga op je verzoek, heeft meer te maken met mijn mening dat ook jouw visie door de betreffende teksten niet wordt ondersteund. Als ik dus niet eens blijk met jouw uitleg, @Bernard 3, wil dat niet zeggen, dat ik dus van een onsterfelijke ziel uitga. En dat komt weer omdat ik er vast van overtuigd ben, dat onze discussie eigenlijk niet verder komt dan het vergelijken van appels en peren.

De teksten "bewijzen" immers noch het één noch het ander. Maar dat is mijn mening. Als de discussie over de onsterfelijke ziel zich echter uitbreidt, lijkt het me het beste om er een apart onderwerp van de maken. Ik zou zeggen: @Bernard 3, neem jij dan het initiatief.

Bij onderstaande teksten wou ik vooraf opmerken dat wanneer de bijbel het woord “slaap†gebruikt dit een toestand van onbewust zijn inhoud en gelijk gesteld wordt met “dood zijn “ (joh 11: 11-15). Alsook dat het woord of het begrip †dood “en het woord of het begrip “leven†twee tegengestelde begrippen zijn waarbij dood een toestand is van niet leven of niet meer bewust zijn van de omstandigheden rondom. Het woord “graf “ is de plaats waar de doden ( zij die niet bewust zijn en niet meer leven ) zich bevinden alvorens opgewekt te worden.

Hier haal je, mijn inziens, de begrippen toch door elkaar. Liever zou ik spreken van een natuurlijke dood en een geestelijke dood. Die twee gaan niet noodzakelijker wijze gelijk op. De Bijbel heeft het over de natuurlijke dood en over geestelijke dood. Uit de context moet dan blijken welke "dood" aan de orde is. Ook wordt niet aangetoond, dat de dood een vorm van slapen is. Als men zegt: "Hier rust ..." Dan is dat een wijze van spreken.

Het graf is de plaats waar het natuurlijke lichaam de laatste 'rust'plaats vindt. Daar wordt het lichaam met rust gelaten. Het is niet de plaats waar de mens na zijn overlijden "slaapt", dus in een toestand van onwetendheid of bewusteloosheid? afwacht op het klinken van een bazuin. In het graf liggen de natuurlijke resten te wachten totdat ze volledig zijn vervallen tot stof. Het graf kan ook symbolisch worden opgevat, als het overschot niet compleet is of gewoonweg niet compleet blijft. Denk aan degenen die sterven ten gevolge van brand of diegenen die in een lijkzak overboord worden gegooid waarbij het lichaam langzamerhand verandert in visvoer. En zijn meerdere situaties denkbaar waarbij een letterlijke opstanding van het lichaam niet mogelijk is. Daarnaast: wat komt er uit het graf bij de opstanding? Wat wordt weer levend? Paulus verwoordt het vrij eenvoudig: datgeen wat in de grond wordt gestopt (de normale situatie), wordt niet meer levend, maar God geeft er een lichaam aan. Een verheerlijkt lichaam, wel te verstaan.

Maar goed, ik dwaal alsnog teveel van het onderwerp af.

En de HEERE God had den mens geformeerd uit het stof der aarde, en in zijn neusgaten geblazen den adem des levens; alzo werd de mens tot een levende ziel. (Genesis 2:7 Staten Vert ))

Uit deze tekst wordt duidelijk dat elk mens een levende ziel is. Het gaat hier dan om een mens die gevormd is uit het stof der aarde. Het leven, dat hij doet op aarde, is hem door God gegeven. Deze tekst zegt niets over de ziel buiten het lichaam. Ook niet wat er gebeurt wanneer de mens sterft.

“Zie, alle zielen zijn van Mij, zowel de ziel van de vader als die van de zoon zijn van Mij; de ziel die zondigt, die zal sterven.Ezechiël 18:4)

Deze tekst herhaalt het gebod dat God aan Adam had gegeven in de hof. Intussen is duidelijk dat dit sterven geen betrekking heeft om de mens als geheel, maar alleen op zijn ziel. Het sterven is dan een beeld van het uit de tegenwoordigheid van God verdwijnen. De levende ziel (als zijnde de natuurlijk levende mens met de adem van God in z'n neusgaten) blijft gewoon actief. Hij raakt echter steeds verder verwijderd van God. Paulus zegt dat dit het loon is van de zonde: de dood.

“De levenden weten tenminste, dat zij sterven moeten, maar de doden weten niets; zij hebben geen loon meer te wachten, zelfs hun nagedachtenis is vergeten. Zowel hun liefde als hun haat en hun naijver zijn reeds lang vergaan; en zij hebben nimmer deel aan iets, dat onder de zon geschiedtâ€â€¦â€¦â€want er is geen werk of overleg of kennis of wijsheid in het dodenrijk, waarheen gij gaat.†(Prediker 9:5-10 )

Prediker heeft het over dat "wat onder de zon geschiedt". Hij heeft geen inzicht in dat wat zich buiten het natuurlijke leven bevindt. Let er op dat Prediker het "niets weten" nader specificeert: "zij hebben nimmer deel aan iets, **dat onder de zon geschiedt**" Dus opnieuw gaat het niet over iets dat zich buiten ons gezichtsveld bevindt. Prediker heeft daar geen weet van en wij dus ook niet.

“Verwondert u daar niet over, want de ure komt, in dewelke allen, die in de gravenzijn , Zijne stem zullen horen en zullen uitgaan , die het goede gedaan hebben tot de opstanding des levens, en die het kwade gedaan hebben, tot de opstanding der verdoemenis. (Joh 5:28-29 Staten Vert)

Jezus spreekt hier metaforisch over hen die in de graven zijn. Hij bedoelt degenen die zijn gestorven. Letterlijk, dat wel. Zij die gestorven zijn, staan weer op. Dat wil zeggen: gaan weer deel uitmaken van het natuurlijke leven. Hoe? Dat is in feite koffiedik. En wat ze in de tussentijd hebben gedaan? Ook daar doet Jezus hier geen uitspraken over.

Mannen broeders, men mag vrijuit tot u zeggen van de aartsvader David, dat hij èn gestorven èn begraven is, en zijn graf is bij ons tot op deze dag. Daar hij nu een profeet was en wist, dat God hem onder ede gezworen had een uit de vrucht zijner lendenen op zijn troon te doen zitten, heeft hij in de toekomst gezien en gesproken van de opstanding van de Christus, dat Hij niet aan het dodenrijk is overgelaten, noch zijn vlees ontbinding heeft gezien. Deze Jezus heeft God opgewekt, waarvan wij allen getuigen zijn. Nu Hij dan door de rechterhand Gods verhoogd is en de belofte des heiligen Geestes van de Vader ontvangen heeft, heeft Hij dit uitgestort, wat gíj en ziet en hoort. Want David is niet opgevaren naar de hemelen, (handelingen 2: 29-34

Wat Petrus hier doet is een uitspraak van David op Jezus toepassen. Hj refereert aan het feit, dat David nog steeds in zijn graf ligt, maar dat Christus is opgestaan. Het gaat hier echter om het lichaam van David. Waar David zich naar de inwendige mens bevindt, maakt Petrus hier niet duidelijk. Maar ook kun je uit deze tekst niet herleiden, dat de ziel van David in het graf ligt te slapen.

"In (dat) geloof zijn deze allen gestorven, zonder de beloften verkregen te hebben; slechts uit de verte hebben zij die gezien en begroet, en zij hebben beleden, dat zij vreemdelingen en bijwoners waren op aarde. Want wie zulke dingen zeggen, geven te kennen, dat zij een vaderland zoeken. En als zij gedachtig geweest waren aan het vaderland, dat zij verlaten hadden, zouden zij gelegenheid gehad hebben terug te keren; maar nu verlangen zij naar een beter, dat is een hemels, vaderland. Daarom schaamt God Zich voor hen niet hun God te heten, want Hij had hun een stad bereid. ………. Ook deze allen, hoewel door het geloof een getuigenis aan hen gegeven is, hebben het beloofde niet verkregen, daar God iets beters met ons voor had, zodat zij niet zonder ons tot de volmaaktheid konden komen " (Hebreeën 11-39

Het draait in dit tekstgedeelte om "het beloofde". Uit de context blijkt dat "de beloften" samenhangen met de komst van Jezus. De volmaaktheid slaat op het eindresultaat van het werk dat Christus kwam doen. De komst van Jezus is niet alleen voor de heiligen die leefden vóór - , maar ook voor hen die leven ná de komst van Christus. De ene groep zal dus nog wat geduld moeten hebben.

Ook hier geen enkele uitspraak over een tussentijdse toestand of situatie van de zielen van hen die gestorven zijn.

Mijn vraag was eigenlijk gericht aan hen die Wel in de onsterfelijkheid van de ziel geloven ( waarvan je zelf zegt daar niet bij te horen) om voorgenoemde duidelijke Bijbeluitspraken die dit tegenspreken met de Bijbel in de hand te kunnen in overeenstemming brengen met hun theorie .

Het al of niet onsterfelijk zijn van het menselijk wezen ( de ziel) is hier wel belangrijk en dient niet in een afzonderlijke topic behandeld te worden omdat het zinloos is om over bemiddeling te spreken als de afgestorvene na de dood geen bewustzijn meer heeft en dus de ziel onbewust is.

Wat nu uzelf betreft ;

Hierbij kan ik mij goed indenken dat je niet akkoord kan gaan met mijn overtuiging daar wij beide van twee fundamenteel verschillende uitganspunten vertrekken.

Ik baseer mij namelijk op de Bijbelse inzichten en woordbepalingen en u vertrekt en baseert zich op een filosofie of filosofische begrippen ( dualiteit tussen lichaam en ziel) die je telkens toepast op Bijbelse verzen.

Daarom heb ik dan ook bij het begin de Bijbelse betekenissen van woorden of uitdrukkingen als dood, slaap , graf, ..enz. gegeven alsook het feit dat er in Gods woord nergens te vinden is dat de mens een dualiteit is waarvan één deel na de dood bewust verder leeft, of dat er een lichamelijk deel dood is en een geestelijk deel bewust verder leeft.

Nergens in Gods Woord is er bij het sterven van de ziel ( het menselijk wezen) sprake van een mogelijk onderscheid tussen een lichamelijke dood en een geestelijke dood.

En als er al sprake is van een geestelijke dood dan heeft dit enkel te maken met de attitude tegenover God van de LEVENDE mens en nooit met zijn toestand IN de dood

In uw bespreking van de door mij aangehaalde teksten maakt u het on-Bijbels, filosofisch, onderscheid tussen de ziel ( soms noemt u het de inwendige mens) van de mens en het menselijk wezen. Wat totaal tegengesteld is aan het Bijbels beeld waarbij het menselijk wezen een ziel is (en niet een ziel heeft).

Maar mijn uitgangspunt was de vraag of iemand om met Gods woord de aangehaalde verzen in overeenstemming kan brengen met de theorie van de menselijke dualiteit . Die leert dat er na de dood een bewust deel van de gestorven mens verder leeft, waardoor het mogelijk wordt om er mede te communiceren en dus een bemiddelend gebed te richten tot hebben met een overledene.

In uw antwoord maakt u de opmerking;

Zij die gestorven zijn, staan weer op. Dat wil zeggen: gaan weer deel uitmaken van het natuurlijke leven. Hoe? Dat is in feite koffiedik. En wat ze in de tussentijd hebben gedaan? Ook daar doet Jezus hier geen uitspraken over.

Hierin moet ik u evenwel volledig tegenspreken want Gods Woord geeft hierop weldegelijk een duidelijk antwoord.

In de tussentijd tussen dood en opstanding zijn ze in slaap en Bijbels betekent dit dat ze in een toestand van onbewust zijn verkeren. En bij de opstanding worden ze herschapen; hetzij ten oordeel (worden gestraft en sterven opnieuw, maar nu voor eeuwig), hetzij ten eeuwige leven op de vernieuwde aarde

Link naar bericht
Deel via andere websites
Ik baseer mij namelijk op de Bijbelse inzichten en woordbepalingen en u vertrekt en baseert zich op een filosofie of filosofische begrippen ( dualiteit tussen lichaam en ziel) die je telkens toepast op Bijbelse verzen.

Ook dit gesprek breek ik af. Je haalt mijn woorden - gemaakt in een totaal ander verband - uit hun context en dat is uiteraard niet correct, edoch een vrij regelmatig op dit forum toegepast drogmiddel. Mijn filosofische inzichten doen in deze totaal niet ter zake. En zo heb ik ze ook jongstleden gepresenteerd. Als gedachten en suggesties. Niet meer en niet minder.

Ik heb jouw teksten beoordeeld en behandeld op grond van mijn inzicht in de boodschap van de Schrift zelf. Dat dit inzicht niet strookt met dat van jou is me duidelijk, maar zet me niet op een zijspoor door foute en misplaatste conclusies te trekken en daardoor mijn betoog minderwaardig te maken. Dat is niet alleen zeer arrogant maar getuigt ook van een verstokt denken, waardoor je eigen argumenten maar ook die van een ander, niet meer op waarde kunt schatten.

Link naar bericht
Deel via andere websites
Ik baseer mij namelijk op de Bijbelse inzichten en woordbepalingen en u vertrekt en baseert zich op een filosofie of filosofische begrippen ( dualiteit tussen lichaam en ziel) die je telkens toepast op Bijbelse verzen.

Ook dit gesprek breek ik af. Je haalt mijn woorden - gemaakt in een totaal ander verband - uit hun context en dat is uiteraard niet correct, edoch een vrij regelmatig op dit forum toegepast drogmiddel. Mijn filosofische inzichten doen in deze totaal niet ter zake. En zo heb ik ze ook jongstleden gepresenteerd. Als gedachten en suggesties. Niet meer en niet minder.

Ik heb jouw teksten beoordeeld en behandeld op grond van mijn inzicht in de boodschap van de Schrift zelf. Dat dit inzicht niet strookt met dat van jou is me duidelijk, maar zet me niet op een zijspoor door foute en misplaatste conclusies te trekken en daardoor mijn betoog minderwaardig te maken. Dat is niet alleen zeer arrogant maar getuigt ook van een verstokt denken, waardoor je eigen argumenten maar ook die van een ander, niet meer op waarde kunt schatten.

Persoonlijk vind ik het jammer dat u op deze manier het gesprek beëindigd .

Want ik kon toch moeilijk uw gedachtegang anders dan filosofisch benoemen wanneer u ze niet kan funderen op, of onderbouwen met, Bijbelse uitspraken die uw gedachten gang bevestigen.

Integendeel alle Bijbelse verzen die ik ken betreffende dit onderwerp ( de toestand in de dood) spreken uw gedachtegang tegen waarbij een bewust bestanddeel van de mens na de dood verder kan functioneren .

En als u mij daarom verstokt en arrogant vind dan is dit spijtig want voor mij is Gods Woord de fundamentele maatstaf waaraan elke argumentatie dient getoetst en waarop ze gefundeerd moet zijn.

Noch mijn argumenten, noch de uwe, noch deze van een grote menigte mensen heeft, betreffende dit onderwerp, enige waarde indien ze niet gestoeld zijn op, of onderbouwd kunnen worden met Gods woord en de woordbetekenissen die de Bijbel aan bepaalde woorden en uitdrukkingen geeft

Link naar bericht
Deel via andere websites

×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

We hebben cookies op je apparaat geplaatst om de werking van deze website te verbeteren. Je kunt je cookie-instellingen aanpassen. Anders nemen we aan dat je akkoord gaat. Lees ook onze Gebruiksvoorwaarden en Privacybeleid