Spring naar bijdragen

problemen bij bidden


Aanbevolen berichten

laatst zat ik met mijn vader aan de tafel en hij stelde mij een hele goede vraag die mij nog steeds bezig houdt. Ik zal het uitleggen aan de hand van een voorbeeld:

Stel jij wilt ontzettend graag een relatie met een jongen/meisje en daar bid je dan ook vurig voor tot God. Maar er is nog iemand, die ook verliefd is op diegene en die bid ook vol overtuiging tot God voor een relatie met diegene.

Er kunnen dan verschillende uitkomsten zijn, degene in kwestie krijgt met geen van beiden een relatie of met één van beiden een relatie.

Nu kun je heel makkelijk zeggen: God heeft zijn plan met ons, dus dan zal het wel niet bij zijn plan voor ons horen. Maar er staat ook in de Bijbel:

Matteüs 7

7 Vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan. 8 Want ieder die vraagt ontvangt, en wie zoekt vindt, en voor wie klopt zal worden opengedaan. 9 Is er iemand onder jullie die zijn kind, als het om een brood vraagt, een steen zou geven? 10 Of een slang, als het om een vis vraagt? 11 Als jullie dus, ook al zijn jullie slecht, je kinderen al goede gaven schenken, hoeveel te meer zal jullie Vader in de hemel dan het goede geven aan wie hem daarom vragen.

Hoe kan je dus verwachten dat God jouw gebed zal verhoren als iemand anders misschien wel het tegenovergestelde bid?

Link naar bericht
Deel via andere websites

Dat is een interessante vraag. Uiteraard mag je hier voor bidden, maar vraagt bidden niet ook een prestatie. Kan iemand enkel verkering krijgen door te zitten en te bidden? Het meisje zal moeten weten dat de persoon haar leuk vindt. het voorbeeld dat je geeft: Twee mensen bidden om hetzelfde meisje en wie wint er is niet zo duidelijk te beantwoorden, dan zul je de proef op de som moeten nemen. Misschien degene die dat het langste volhoudt?

Een beter gebed zou overigens zijn: Heere, als dit meisje niet voor mij bestemd is, neem dan dit gevoel weg en laat mij op U gericht zijn. Dat is beter en dat is wat Jezus ook van ons vraagt. Gericht zijn op Zijn koninkrijk.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Het is zo moeilijk niet. Als twee mannen om hetzelfde meisje bidden, dan roept Hij ze op een gegeven moment bij elkaar en stelt voor het meisje doormidden te hakken en onder hen te verdelen. De man die dan het hardst roept dat dat niet moet gebeuren en God het meisje dan maar aan de andere man moet geven, die krijgt haar. Of juist niet, als God een beetje gevoel voor droge humor heeft. "Maar God, U moet haar dan niet écht aan hem geven!" "Hoezo? Jij wil mijn woorden toch ook altijd zo letterlijk nemen, dus..."

;)

Serieus weer: het is een goede christelijke gewoonte om die belofte niet zó letterlijk te nemen, omdat het anders natuurlijk erg erop lijkt dat God zijn beloften eigenlijk niet eens kan houden. De algemene verklaring is dat men naar Gods wil moet bidden en dat men dan het echt goede, het echt belangrijke zal krijgen. Maar ook dat als men iets wil, men zelf er ook achteraan moet gaan, doch zonder natuurlijk te zondigen. Zaken als hebzucht, bezittingsdrang en het ontvoeren van het meisje zijn dus niet helemaal de bedoeling. Het belangrijkste is vooral niet het krijgen van deze of gene, maar dat je met God over dit soort alledaagse dingen spreekt en zo in contact met Hem blijft.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Het is niet dat als je God vraagt om een cola, alsof je op het knopje van een automaat drukt, dat hij je ook cola zal geven. Misschien geeft hij water, omdat dat beter voor je is. Niet alles waar je voor bidt is goed voor je, of het beste voor je. En idd, de andere partij heeft ook nog de vrije wil, een keuze.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Ik heb mijn vader zelf op dat moment wel net iets anders geantwoord dan: Gods wil geschiedde en ik zou het graag met jullie willen delen. Het is een verhaal van Godfried Bomans

De Waaiman

Hoog boven de wolken vloog de wilde waaiman. zijn haren woeien om zijn gezicht, zijn ogen schitterden als sterren en hij lachte luid. Want de waaiman had plezier in het leven. Over zijn schouder droeg hij een zak en daar zaten alle winden in.

Daar was de frisse westenwind, die wou er altijd uit, want hij was een dolle jongen en hij stoeide graag. Maar hij had niets te zeggen, hij moest wachten tot de waaiman hem bij zijn krullen greep.

En daar was de kille noordenwind, die het koud had van zich zelf en ineengedoken zat te kleumen. Het was warm in de zak en hij wou er niet uit. Maar ook hij had niets te zeggen, want de waaiman pakte hem bij zijn sneeuwwitte haren en wierp hem lachend de wijde hemel in.

En daar was de oostenwind, die het niet kon schelen wat er met hem gebeurde en het liefst werd hij met rust gelaten. Maar hij vond het goed, als de waaiman hem bij zijn zwarte haren nam en de lucht insmeet. Dan rekte hij zich in zijn volle lengte uit en begon te blazen. Zijn sombere ogen gloeiden daarbij en een ijzige vorst streek over de aarde.

En daar was de zachte zuidenwind. Zij was de enige vrouw in het gezelschap en zij had het wat moeilijk, dat begrijp je, maar zij bewaarde haar vriendelijk humeur. En als de waaiman haar bij haar blonde vlechten greep, dan stond zij uit eigen beweging op, vouwde haar vleugels open en steeg langzaam door de blauwe lucht omhoog. En een zoele wind woei over de verstijfde aarde, het bevroren water begon te stromen en zo ver je zien kon, bloeiden er bloemen in het gras. Dit alles droeg de waaiman bij zich en daarom had hij schik in het leven.

Maar vandaag was hij bijzonder goed gemitst. Hij had zo juist de zuidenwind losgelaten en nu vloog hij hoog boven de groene weiden en wuivende bossen. Hij zag de molens draaien langs blinkende rivieren en de mensen als poppetjes zo klein, die stonden te werken in het veld.

'Ik moet toch eens horen, of ze tevreden zijn' dacht de waaiman, en voor het eerst van zijn leven vouwde hij zijn vleugels dicht en daalde op de aarde neer. Hij vond een boerenkiel en die trok hij aan. En hij stopte zijn vleugels eronder, zodat niemand wist dat hij de waaiman was en trad een herberg binnen. Die zat vol met boeren en ze zagen er moe en verhit uit.

'Het tocht hier'sprak een van hen, 'waar komt opeens die koude wind vandaan?'

De waaiman bukte zich onder tafel, waar zijn zak stond en zag door een gat de sombere ogen van de oostenwind gloeien.

'Naar binnen jij,' fluisterde hij, 'het is je tijd nog niet. En nu, mensen, zijn jullie tevreden met het weer?'

'Welnee,' antwoordden de boeren, 'het is veel te warm. De oogst verschroeit op de velden. Wij bidden God, dat er regen komt, anders zijn we allen verloren.'

De waaiman schrok.

'Uw gebed zal verhoord worden,' sprak hij ernstig.

Hij ging naar buiten, vouwde zijn vleugels open en liet boven in de hemel de westenwind los. En terstond pakten zich de wolken samen en de regen stroomde op de verdroogde aarde. En weer daalde de waaiman neer en hij vroeg aan de mensen, of zij tevreden waren.

'Welnee,'zeiden de mensen, 'We hebben de hele week gewerkt om op zondag uit te gaan. En kijk, nu regent het. God geve, dat het opklaart, want anders is de dag bedorven.'

En de waaiman schrok.

'Uw gebed zal verhoord worden,' sprak hij ernstig.

En weer vouwde hij zijn vleugels open en het werd droog. En omdat hij niet wist waarmee de mensen tevreden zouden zijn, hield hij al zijn knechten in zijn zak en het was windstil en geen blad bewoog. En weer daalde de waaiman op aarde en hij kwam een molenaar tegen. En hij vroeg hem, of hij tevreden was.

'Welnee,' zei de molenaar, 'de wieken staan al dagen stil. Als er geen wind komt, verhongeren mijn vrouw en kinderen.'

De waaiman schrok.

'Welde wind wil je hebben?'vroeg hij.

'God geve dat het een oostenwind is,'antwoordde de molenaar, 'want die is de sterkste,'

'Ook uw gebed zal verhoord worden.' sprak de waaiman ernstig, 'al begin ik te twijfelen of ik er goed aan doe.'

En hij steeg op zijn brede vleugels omhoog en terstond woei er een krachtige storm uit het oosten. En toen de waaiman de wieken van alle molens zag draaien, kreeg hij voor het eerst zijn opgewektheid terug. Hij daalde hoopvol naar beneden en verwachtte enkel blijde gezichten te zien.

Maar de eerste, die hij tegenkwam, was een schreiende vrouw.

'God spare mijn man en zoon op zee,'klaagde ze, 'want als het zo blijft, vergaan ze met man en muis.'

De waaiman schrok.

'Uw gebed zal verhoord worden,'sprak hij ernstig, 'want het water gaat verstijven tot ijs'

En hoog boven de jagende wolken liet hij de noordenwind los. En zie, de wateren bevroren en de wereld sneeuwde dicht. Maar de mensen leden honger en kou en er was niemand, die zich verheugde.

Toen riep de waaiman de noordenwind terug en hij begon geheel alleen te vliegen. Hij klapwiekte zwijgend over de verstijfde wereld en uit zijn ogen welden tranen. En zij vielen op de aarde neer en het suizen van zijn vleugels beroerde alleen de toppen van de bomen. Zo vloog de waaiman over de aarde heen. En de aarde herstelde zich en begon langzaam te bloeien.

'Wat is dat?' vroeg een kind.

'meiregen' zei de moeder, 'en dat betekend dat het lente wordt. En voel je die zoele wind? Het lijkt wel of er een engel voorbijkomt.'

En beiden spreidden hun handen uit en vingen de meiregen op hun gezicht. En zij waren gelukkig. En overal haalden de mensen verlicht adem en zij verheugden zich. Maar de waaiman wist het niet. Hij vloog eenzaam verder en tranen van spijt stroomden over zijn gezicht naar omlaag. Hij schreide, omdat hij geen geluk kon brengen.

Maar waar hij kwam, daar bracht hij het.

(Groot sprookjes- en verhalenboek, Godfried Bomans, uitgeverij Elsevier)

Wij bidden vaak voor onze eigen dingen tot God, maar vergeten vaak andere mensen om ons heen.

God geeft niet altijd op de manier die je verwacht, maar als hij dat wel zou doen dan zou de hele wereld een zooitje worden.

Link naar bericht
Deel via andere websites
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

We hebben cookies op je apparaat geplaatst om de werking van deze website te verbeteren. Je kunt je cookie-instellingen aanpassen. Anders nemen we aan dat je akkoord gaat. Lees ook onze Gebruiksvoorwaarden en Privacybeleid