Spring naar bijdragen

Watchman

Members
  • Aantal bijdragen

    473
  • Geregistreerd

  • Laatst bezocht

    Nooit

Berichten geplaatst door Watchman

  1. Levi, je begrijpt me niet. De wanhoop van Judas had hem naar Jezus moeten drijven; hij had door zijn leven met Jezus moeten weten wie Jezus was en hoe liefdevol Hij was. Judas wanhoopte omdat hij geen geloof had in de vergevingsgezindheid van Jezus; en daar is hij de fout in gegaan.

    Zelfmoord doe je als je geen uitweg meer ziet. Maar de uitweg voor Judas was met zijn berouw naar Jezus gaan, niet het binnen zich te houden en de hand aan zichzelf te slaan.

  2. Waarschijnlijk hebben ze zich dan versproken als ze zeiden dat ''hun geloof'' ernstig betwijfeld zou gaan worden, want dat betekent dat ze of zelf ook de orthodoxe visie aanhangen, wat onwaarschijnlijk is widegrin.gif of dat hun gnostische geloof totaal overhoop gehaald zou worden knipoog_dicht.gif

    Maar ze bedoelen natuurlijk dat het geloof van ''ons'' als collectief christendom aangevochten zou worden. Na ja, wat dat betreft kan ik ze gerust stellen.

    Quote:

    Op maandag 10 april 2006 18:51:23 schreef K. het volgende:

    Over de documentaire:

    Ik moest al lachen toen het begon: 'A new discovery that wil challenge the deepest of
    our faith
    ...'

  3. Dat lijkt een tegenstrijdigheid, en raakt de kern van een theologisch vraagstuk als het supralapsarisme (de zondeval door God gewild en gestuurd omdat Hij het van te voren wist en had kunnen ingrijpen). Punt is echter dat Christus voorkennis heeft van de daden van de mens, terwijl Hij hem toch een vrije wil geeft. Het raakt ook filosofische kwesties zoals ''zonder goed is er geen kwaad,'' een onzinnig idee daar het kwaad de parasiet van het goede is.

    Het moest gebeuren, wat Judas deed, Christus wist dat het gebeuren ging, en Hij kwam juist op aarde om te sterven, maar vervloekt die mens door wie het gebeurt ... want die mens deed het uit vrije wil en niet als automaat. Het is en blijft een vreselijke zonde. Judas had echter vergeving kunnen vragen en hij zou dan ook vergeving hebben ontvangen. Hij liet zich echter wegzakken in wanhoop en wroeging en kon zich er waarschijnlijk niet toe brengen om vergeving te vragen; waarschijnlijk geloofde hij niet dat dit mogelijk was, en uiteindelijk verhing hij zich, wat niet nodig geweest zou zijn. Hij had nog gered kunnen worden. De uitspraak van Christus over Judas was gebaseerd op Zijn voorkennis. Zo kijk ik er tegenaan. Met dit voorbehoud dat wij sommige dingen pp aarde niet volledig kunnen doorgronden; daar de mens en zijn verstand eindig of begrensd zijn, is zijn kennis en inzicht noodzakelijkerwijs ook aan grenzen gebonden.

    Overigens, Christus kwam niet in de eerste plaats naar de aarde om ons te verlossen, maar om de wil van Zijn vader te doen.

    Quote:
    Op maandag 10 april 2006 18:23:36 schreef The Black Mathematician het volgende:

    [...]

    maar misschien was het wel helemaal geen zonde. het zou denk ik juist zonde zijn geweest als judas jezus niet uitgeleverd had, want dan waren de christenen toch niet verlost geweest?

  4. Jezus zou Judas hebben opgedragen Hem uit te leveren ... dat is al in strijd met het karakter van God die niemand tot zonde zal verleiden, en ook met de woorden van Jezus die Judas een duivel noemde en de zoon des verderfs. De laatste is een titel die slechts tweemaal voorkomt in het NT, eenmaal voor Judas, en eenmaal voor de antichrist. Volgens Jezus was het voor Judas beter dat hij nooit geboren was.

    Levi, Jezus sprak niet tegen Petrus maar tegen de boze die door Petrus heen sprak. Judas noemt Hij echter bij name. En het grote verschil is dat Petrus elke keer echt tot berouw komt, Judas echter niet.

  5. Ik heb kort gekeken en zag dat onder andere Elaine Pagels aan het woord was, schrijfster van o.a. Beyond Belief en The Gnostic Gospels.

    Hoewel dat laatste boek al een tijdje geleden geschreven is, beantwoord het aan wat je zou verwachten van mensen van de Jesus Seminar beweging - een mengeling van juiste informatie en speculatie van verschillende gradaties die echter ten onrechte als volledig juiste informatie naar buiten wordt gebracht. De nodige voorzichtigheid is geboden: Pagels is een van die critici die behept is met de naieve soort van universalisme die veronderstelt dat elk religieus geloof alleen waar is voor degene die erin gelooft. Wel, in The Gnostic Gospels vinden we inderdaad veel waardevolle informatie over de geschiedenis van de Nag Hammadi teksten, het geloof en de geschriften van de Gnostische Beweging, en sommige andere aspecten van de kerkgeschiedenis. Je kunt Pagels op dat punt vertrouwen, want informatie an sich is niet direct het onderwerp van critische evaluatie. Waar je voor moet uitkijken in dit boek is dat de typische lijn van de data van de evangeliën kritiekloos wordt geaccepteerd, en dat de ketters het voordeel van de twijfel krijgen alleen omdat in Pagels ogen hun geloof de voorkeur geniet boven het ''intolerante'' en ''exclusieve'' christendom - ongeacht haar zogenaamde neutraliteit t.o.v. de vraag wie er gelijk heeft.

    Hoofdpunt:

    Pagels behandeling van de verschillen in opvatting omtrent Christus' opstanding - de orthodoxe lichamelijke opstanding versus de ongrijpbare en geestelijke ''opstanding'' van de gnostici. Dit laatste leren de Jehova's Getuigen overigens ook, de vraag is dan alleen wat er dan eigenlijk opstaat knipoog_dicht.gif

    De orthodoxe visie wordt op grove wijze totaal verkeerd weergegeven, zowel door gebruikmaking van onjuiste gegevens (dezelfde verkeerde uitleg omtrent ''vlees en bloed'' als ook gevonden wordt bij mensen als Robert Price), als door ongefundeerde speculatie (er wordt gesuggereerd dat Lucas' versie van de Emmaüsgangers een ''andere visie'' op de opstanding weergeeft, terwijl er geen enkele grond is voor die bewering). En er wordt niet eens gebruik gemaakt van verwijzingen naar Joodse visies op de opstanding, die altijd lichamelijk waren, en die de zaak duidelijk in het voordeel van de orthodoxe visie zouden beslissen. Pagels kan nauwelijks worden vertrouwd voor een eerlijke evaluatie als niet alle beschikbare gegevens gebruikt worden. Aan de andere kant worden de gnostici telkens ''gematst.'' Hun laffe poging om aan vervolging te ontkomen door het syncretisme te aanvaarden wordt gezien als onafhankelijk en kritisch denken (moeilijk te geloven wanneer je weet dat die houding normaal was in die tijd in Rome); hun eigenmachtige subjectieve innerlijk getuigenis dat hun leer de ware was wordt door Pagels warm verwelkomd, en ook hun bewering van het hebben van ''geheime wijsheid'' wordt door Pagels welwillend aanvaardt, terwijl het enige ''bewijs'' van de waarheid daarvan gelegen lag in de claim dat de manier waarop die kennis aan hen gegeven was ook geheim was! Een kritisch denker zou zulke claims vandaag de dag natuurlijk nooit serieus nemen, maar Pagels is niet geïnteresseerd in de vraag wie gelijk heeft; zij denkt alleen dat de verschillen slechts gebaseerd waren op en veroorzaakt werden door politiek en macht, waarbij alleen de heersende macht bepaalde wat waar was en de geschiedenis door de winnaars geschreven werd die er alleen maar in geïnteresseerd waren de verliezers te vernederen, en niet in het onderscheiden van waarheid en fictie. Bij Pagels is subjectivisme en eigenmachtige interpretatie alles. En het postmodernisme heeft zo zijn voorgangers. Van de rest van haar werk hoeft weinig gezegd te worden; in feite is het allemaal hetzelfde, en er zijn enkele ongelofelijk belachelijke uitspraken die je er zo uit kunt pikken. Bedoelde Maarten Luther werkelijk hetzelfde als de gnostici toen hij zei dat de kerk ''onzichtbaar'' was?? De gnostici, net als Pagels, dachten dat het niet zoveel uitmaakte om waarheid met leugen te vermengen, maar een wijzere Macht leert ons dat brede wegen veelal tot verderf leiden.

    Zie ook: http://www.answeringinfidels.com/content/category/5/74/50/

  6. Het beloofde stukje over het ''waarom van vier evangeliën''

    De vier evangeliën zijn geschreven door de evangelisten die hun namen dragen. Mattheüs was een evangelist, en daarom was het evangelie naar Mattheüs het unieke en specifieke evangelie dat hij verkondigde. Deze vier evangelisten presenteerden allen dingen aangaande de Here Jezus zonder enige reserves. Wat Mattheüs, Marcus en Lucas schreven is min of meer hetzelfde. Waarom zijn er dan deze drie evangeliën? Waarom is er niet één evangelie van gemaakt? Het lijkt er immers op dat er veel herhaald wordt in deze drie boeken. Maar met Johannes er bij hebben we er vier. Wat Johannes schrijft blijkt nogal te verschillen van de andere drie. Hoewel de eerste drie dezelfde historische feiten weergeven, besloot God toch dat Hij ze alle drie wilde hebben. Het zal dus duidelijk zijn dat Gods besluit hiertoe niet gebaseerd was op historische feiten, maar op iets anders. Veel mensen die deze drie evangeliën bestuderen leten op de verschillen en overeenkomsten. Maar dat is niet de juiste manier want het doel van deze drie verslagen is niet historisch van aard. De geschiedenis is wellicht dezelfde, de verhalen zijn wellicht gelijk, maar God wilde ze toch alle drie. Als de reden niet historisch is, dan moet deze in de Here zelf gezocht worden. Want de geschiedenis - het verhaal - is die van Hemzelf. Het is daarom verstandig om ons op de Here te richten. De Here Jezus is geen eenvoudige Persoon. Hij is een veelzijdig Mens. Daarom is er een veelzijdig evangelie nodig om deze veelzijdige Persoon te kunnen doorgronden. De drie evangeliën geven ons dan ook de verschillende facetten van de persoonlijkheid van deze Mens. Elk boek legt de nadruk op weer een ander aspect. Alle vier evangeliën spreken over het leven van Jezus. Gods leven kent twee essentiële waarden of kenmerken: de ene is licht, de andere liefde. Het leven van Jezus kent dus ook deze twee verschillende kenmerken. We kunnen zeggen dat Johannes het leven van de Here Jezus als liefde weergeeft, terwijl de andere drie Zijn leven als licht weergeven. In Johannes toont Jezus ons God zelf, Die liefde is. In Mattheüs, Marcus en Lucas ontmaskert Jezus alle dingen, openbaart Hij alle dingen, “als alles door het licht ontmaskert wordt, komt het aan de dag; want al wat aan de dag komt is licht†(Ef. 5:13). Daar komt bij dat Mattheüs ons de Here als Koning laat zien; Marcus als Dienaar of Slaaf; Lucas als Mens of Priester voor Gods aangezicht; en Johannes als God. Deze vier aspecten vormen samen de volmaakte weergave van de Here op aarde. We zien direct al dat de vier evangeliën vier pilaren vormen. Het ontbreken van slechts een ervan berooft ons van veel kennis over de Here. De glorieuze Koning, de nedrige Dienaar, de volmaakte Mens, en de volmaakte God zijn de vier aspecten van hem die wij moeten kennen. In Ezechiël lezen we dat de cherubim vier aangezichten hebben. En in Openbaring zien we dat er vier levende wezens zijn met gezichten van respectievelijk een leeuw, een rund, een mens, en een vliegende adelaar. Drie vinden wij op aarde, eentje in de lucht. De leeuw is de koning der dieren; het rund is de meest dienende van alle dieren; de mens draagt jaar in jaar uit een zware last; en de adelaar vliegt hoog, symbolisch voor God. In leviticus vinden we fijf offers: vier zijn bloedvergietend van aard, maar een van hen, het spijsoffer, was dat niet. De laatste even buiten beschouwing latend, zijn dit het brandoffer, het vredeoffer, het zondoffer en het schuldoffer. Deze vier worden op hun beurt weer prachtig vertegenwoordigt in de vier evangeliën. Bijvoorbeeld: het doel van het brandoffer is volledige aanvaarding door God; het is een toewijdingsoffer; en daarom beschrijft het evangelie van Johannes de Here als de geliefde Zoon die Gods hart volkomen bevredigt. Het evangelie van Lucas toont ons de Here als de Mens die volledig in harmonie met God verkeert, en daarom vertegenwoordigt Lucas het vredeoffer. Marcus toont ons Jezus als zondoffer, terwijl Mattheüs Hem als schuldoffer toont. In Marcus is Zijn dood met name voor het verzoenen van de zonden, maar in Mattheüs dient Zijn dood voor het vervullen van Gods rechtvaardige eis. Zowel Mattheüs als Marcus geven deze woorden weer: “Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?†(27:46, 15:34), omdat deze twee boeken over verzoening handelen. Lucas en Johannes echter, hebben deze woorden niet, omdat zij zich niet specifiek op verzoening richten. Volgens Leviticus werden de offers in twee groepen onderverdeeld: reukoffers en gewone offers. Zowel het zondoffer als het schuldoffer behoren niet tot de reukoffers. Mattheüs verschilt van Marcus in die zin dat het de nadruk op ‘schuld’ legt - zoals bijvoorbeeld hier: ‘Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren’ (6:12). In hetzelfde gebed gebruikt Lucas ‘zonden’ in plaats van ‘schulden’ (11:4). In Mattheüs vinden we veel gelijkenissen over schulden, omdat zonden in dit evangelie als schulden worden gezien. De zonden die mensen doen zijn een aanstoot voor God, en daarom is er een schuldoffer nodig. De dood van de Here in Mattheüs dient Gods gevoel van beledigd te zijn weg te nemen. Met het schuldoffer wordt daarom niet alleen vergeving gevraagd, maar worden er ook schulden vereffend: onze Heer stierf in Mattheüs om onze schulden te betalen. Uit dit alles kunnen we zien dat de geschiedenis dezlefde kan zijn in de evangeliën, maarde historische Persoon is veelzijdig, vandaar de vele subtiele nuances en verschillen in woordgebruik.

  7. Het lijkt off-topic, maar ik plaats dit hier omdat de gnostische geschriften veelal leren dat Jezus seksueel actief zou zijn geweest en/of getrouwd was met Maria Magdalena.

    Vandaar deze korte introductie over de vraag: Was Jezus getrouwd?

    In de alternatieve geschiedenis zouden Jezus en Maria Magdalena getrouwd zijn geweest en ook dit huwelijk zou door de vroegkatholieke kerk, in samenwerking met Constantijn de Grote, zijn uitgewist. De kerk zou zo’n huwelijk niet kunnen gebruiken in haar streven om de mensen in onderworpenheid te brengen. Daarvoor zouden zij een Jezus nodig hebben die aanbeden kon worden en die dus niet menselijk mocht zijn.

    Dat er een heus huwelijk tussen Jezus en Maria Magdalena zou zijn geweest wordt ‘bewezen’ langs twee wegen. In de eerste plaats zou het in de joodse cultuur vanzelfsprekend zijn dat een man van dertig gehuwd was en zou het onmogelijk zijn dat een vrome jood als het ware ongehoorzaam was aan Gods bevel om vruchtbaar te zijn en nakomelingen voort te brengen. In de tweede plaats wordt er verwezen naar een passage in het gnostische evangelie van Filippus, waarin staat dat Jezus Maria Magdalena kuste. Laten we beide argumentaties eens nagaan.

    In zijn boek Davinci Code laat Brown Langdon zeggen: ‘In de joodse traditie werd het celibaat veroordeeld en was het de plicht van een joodse vader om een passende vrouw voor zijn zoon te zoeken.’ Dit is een veel te algemene uitspraak om correct te zijn. Inderdaad werd er in Jezus’ cultuur van een man verwacht dat Hij zou huwen, maar dat een vrijwillig celibaat werd veroordeeld, is onjuist. Toen rabbi Simeon ben Azzai werd gevraagd waarom hij niet gehuwd was, hoewel hij wel zelf op het belang van het huwelijk wees, gaf hij als antwoord: ‘Ik ben nu eenmaal verliefd op de wet; de wereld bevolken moeten anderen maar doen.’

    Rabbi Simeon ben Azzai werkte tussen 120 en 140 na Christus. Zijn motivatie om niet te trouwen was zijn toewijding aan de wet, dat wil zeggen: hij had geen tijd voor andere dingen dan het bestuderen en onderwijzen van de tora. Dit was een geaccepteerde uitzondering voor een man om niet te huwen. Om die reden was ook de apostel Paulus ongehuwd om de prediking van het evangelie. Paulus was voor de joden een jood in al zijn doen en laten. Als gewezen farizeeër wist hij heel goed dat zijn ongehuwde staat volledig in zijn joodzijn paste vanwege zijn toewijding aan het geloof.

    Ook uit andere hoek wordt dit bevestigd. De joodse schrijver Philo vertelt in zijn ‘Apologie voor de Joden’ (Hypothetica) hoe er in de eerste eeuw overal in het joodse land Essenen woonden. Dit waren mannen die ongehuwd bleven en in groepsverband leefden. Zij volgden een onzelfzuchtige levenswijze en deelden in elkaars financiële middelen. Zij streefden in alles naar een humane en barmhartige leefwijze ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de plaatselijke joodse gemeenschap temidden waarvan zij zich hadden gevestigd. Philo eindigt met de opmerking dat zij werden ‘bewonderd zowel door gewone mensen als door machtige koningen’.

    Toen Jezus predikte, was dit niet anders. Hij zegt in Mattheüs 19:12 dat er ‘mannen zijn die niet trouwen omdat ze zichzelf onvruchtbaar gemaakt hebben met het oog op het koninkrijk van de hemel.’ (NBV). Hij spreekt hier ook over mannen die van het huwelijk afzagen om zich geheel te wijden aan de prediking van het koninkrijk van God. Jezus zou dit niet gezegd hebben als dit een onacceptabele leefwijze was geweest in het jodendom van Zijn tijd. Hijzelf was het levende voorbeeld van deze leefwijze.

    Dat Jezus ongetrouwd was, kwam niet alleen vaker voor, maar is in alle opzichten veel logischer. Als Jezus getrouwd was geweest, dan zou er ongetwijfeld melding geweest zijn van een echtgenote. Bijvoorbeeld op de verschillende momenten dat er tegen Hem gezegd werd dat Zijn moeder, Zijn broers en Zijn zusters buiten stonden om Hem te spreken (Marc. 2:32-33). Was Jezus getrouwd geweest, dan was juist daar ook melding van Zijn vrouw geweest. Omdat in die gevallen de naam van Jozef ontbreekt, neemt men ook algemeen aan dat Jozef, Maria’s man, tijdens Jezus’ optreden was overleden. Daarom geldt dat het ontbreken van een naam voor Jezus’ vrouw in deze gevallen duidelijk maakt dat zij er nooit is geweest.

    De leefwijze van Jezus stond ook geen huwelijk toe. In het jodendom gold het als een noodzaak dat de man zijn vrouw kon onderhouden. Een bekende uitspraak van Jezus is dat de vogels nesten hebben en de vossen holen, maar dat de mensenzoon geen steen heeft om Zijn hoofd op neer te leggen. Deze uitspraak geeft een duidelijk beeld van de volledige armoede die Jezus voor zich had verkozen, zonder vaste verblijfplaats. Naar joodse eisen in die tijd maakte dit een huwelijk voor Jezus tot een onmogelijkheid: Hij was niet in staat om een echtgenote en een gezin een veilige plek te bieden om de simpele reden dat Hij die zelf niet bezat. Kortom, wat wij weten over Jezus en het jodendom van Zijn tijd staat ons niet toe om serieus rekening te houden met een huwelijk van Jezus.

    Ten slotte zou een getrouwde vrouw in die tijd met de naam van haar man genoemd worden en is dit bij Maria Magdalena niet het geval. Zij wordt steeds genoemd met de stadsnaam waar zij vandaan kwam: ‘Magdalena’ is ‘uit Magadan’. Karen King, professor van Harvard Divinity School, heeft gezegd: ‘Met dit kenmerk van de stadsnaam wordt er steeds over haar gesproken alsof zij onafhankelijk is.

    Dan nu de tweede argumentatie voor het zogenaamde huwelijk van Jezus, gebaseerd op het apocriefe Filippus evangelie. Hierin komt de volgende passage voor: ‘En de metgezellin van de verlosser is Maria Magdalena. Jezus hield meer van haar dan van alle discipelen en kuste haar vaak op [de mond]. De andere discipelen waren daar boos over en spraken hun afkeuring uit. Ze zeiden tegen Hem: ‘Waarom houdt U meer van haar dan van ons?’

    Tja, wat moet je daarmee? Tussen haken [...] staat het woord ‘mond’, want het is onzeker welk woord er op deze plaats in het koptische manuscript heeft gestaan. Het kan zijn ‘mond’, maar het kan ook zijn ‘hoofd’ of ‘wang’. Zelfs het woord ‘hand’ is mogelijk. Maar welk woord men ook kiest, het blijft een merkwaardige voorstelling van zaken dat Maria Magdalena regelmatig door Jezus zou zijn gekust.

    Op het eerste gezicht lijkt het met deze passage heel verdedigbaar dat Jezus volgens de apocriefe geschiedschrijving met Maria Magdalena getrouwd is geweest. Wanneer je er echter goed over gaat nadenken, is dat nog maar de vraag, want als Jezus inderdaad getrouwd was, waarom zouden Jezus’ discipelen er dan kwaad om kunnen zijn als Jezus regelmatig zijn vrouw kuste? Als Jezus inderdaad gehuwd was met Maria Magdalena, zou de vraag ‘Waarom houdt U meer van haar dan van ons?’, een uitermate domme vraag van de leerlingen zijn; dit zou dan juist heel logisch zijn. Zelfs het Filippus evangelie gaat er dus van uit dat Jezus helemaal niet met Maria Magdalena getrouwd was. Dat dit evangelie altijd maar weer in de alternatieve geschiedschrijving moet opdraven om een huwelijk tussen Jezus en Maria Magdalena te onderbouwen, is op zijn zachtst gezegd lachwekkend. De vraag:

    ‘Wat beoogt het Filippus evangelie met dit verhaal?’, blijft natuurlijk bestaan.

    De gnostiek was een serieuze variant van het christelijk geloof in de tweede en derde eeuw. Men was hierin ernstig bezig om christelijke waarden te ontwikkelen; niet door geloof: maar door wijsheid (sofia) of kennis (gnosis). Het overwinnen van seksualiteit, ofwel van seksuele gevoelens, vormde een onderdeel van de verlossing die men in de gnostiek nastreefde. Jezus gold als het grote voorbeeld, juist ook op dit gebied. Hij was zo vol van wijsheid dat Zijn menszijn volledig los stond van Zijn lichamelijkheid. Jezus had volgens de gnostiek dan ook een schijnlichaam (docetisme). Wanneer Jezus Maria Magdalena volgens het Filippus evangelie kuste, gebeurde dit dus zonder seksuele gevoelens. Jezus was gewoon aseksueel; voor gnostici was dat het schoonste voorbeeld om na te streven om nooit meer enig gevoelen van seksualiteit te hebben, te zijn zoals Jezus.

    Maar Maria Magdalena dan, hoe stond het met haar gevoelens? Dat zit zo. De man moest zijn seksuele gevoelens overwinnen en werd daardoor de volmaakte man. Dit ideaal van de volmaakte man was in de klassieke oudheid het hoogste wat men kon bereiken. Daarom lezen we in de gnostische evangeliën dat de vrouw ook ‘mannelijk’ kon worden door gnosis, dat wil zeggen dat de vrouw haar zogenaamd instabiele natuur, die zij als vrouw van nature bezat, aflegde om zo’n ideale evenwichtige ‘mannelijke’ persoonlijkheid te krijgen. Dit klinkt ons natuurlijk bizar in de oren: in onze cultuur zal het feminisme alleen maar de grootste minachting hebben voor dit soort theorieën. Toch is dat wat de gnosis wilde. Lees maar mee hoe het Thomas evangelie eindigt: ‘Simon Petrus zei tegen hen “Laat Maria [Magdalena] maar weggaan, want vrouwen zijn het [eeuwige] leven niet waardig.†Jezus zei, “Ik zelf zal haar leiden om haar mannelijk te maken, zodat ook zij zo’n mannelijke geest wordt zoals jullie. Want iedere vrouw die mannelijk is geworden, zal het koninkrijk der hemelen binnengaanâ€.’ Toen Jezus volgens het Filippus evangelie Maria Magdalena kuste, was dat niet anders dan een demonstratie en uitdaging voor mannen en vrouwen om net zo a-geslachtelijk te worden als Jezus en Maria Magdalena. Dat is de betekenis van deze merkwaardige apocriefe passage.

    In de bijbel zien we hoe Jezus op een gezonde manier afstand hield van vrouwen. Uit eigen beweging raakte Hij vrijwel geen vrouwen en meisjes aan. Bij haar opwekking pakte Hij het dochtertje van Jaïrus bij de hand, maar haar ouders waren aanwezig en daarom was dit geoorloofd. De schoonmoeder van Petrus pakte Hij bij de hand en de koorts verliet haar. De bloedvloeiende vrouw nam zelf de beslissing om Jezus’ kleed aan te raken om genezing te vinden. De bijbel daagt ons uit om ‘in geloof Zijn kleed aan te raken’ en zo een werking van de Heilige Geest te ontvangen. Dat is iets heel anders dan gnostische reinheidsidealen, die haaks staan op de scheppingsorde. Seksualiteit hoort bij het leven, maar daarbij horen ook gepaste afstand en bescheidenheid om op een goede manier met elkaar om te gaan.

  8. Erg jammer Rense dat je in een fase van ontkenning zit. We zien juist al bij de apostel Johannes dat hij in zijn brieven direct al stelling neemt tegen de al in zijn dagen opkomende invloed van de gnostiek. En ja, Genesis wordt door mij letterlijk geïnterpreteerd (evolutie bijvoorbeeld is niet meer dan een natuurfilosofisch postulaat waar het bewijs voor ontbreekt - een sprookje voor volwassenen).

    De belangrijkste quote uit mijn verhaal hieronder die van belang is voor het goed kunnen plaatsen van de rol van gnostische geschriften is deze:

    De poging om de gnostiek als een oorspronkelijk onderdeel van het christendom te bestempelen is gedoemd te falen wanneer men eenmaal begrijpt dat de gnostiek al vóór het christendom aanwezig was! De gnostiek probeerde namelijk elke religie die het tegenkwam te absorberen!

    De vroege kerk verwierp de verscheidene valse evangeliën die door de Griekse mysterie-religie geconstrueerd werden. De gnostiek probeerde het christendom te absorberen, wat uiteraard mislukte zoals we weten. Ik zou als ik jouw was een studie maken van het leven en werken van de apostel Paulus, die als hij echt bewust een valse leer verspreidde, wel waanzinnig moet zijn geweest, daar hij er zware vervolging en tenslotte de dood voor over had. Paulus viel de gnostiek openlijk aan in Kolossenzen, en Johannes in zijn eerste 2 brieven en Openbaring (de laatste is in 96 AD geschreven - dat staat onomstotelijk vast). Ik bespeur een volkomen onbegrip omtrent de geschiedenis en invloed van de gnostiek in de tijd voor en na Jezus; en de onzinnige bwering als zouden de auteurs van de 4 canonieke evangeliën geen tijdgenoten van Jezus zijn geweest is al helemaal uit de lucht gegrepen. Je kunt daar wel allerlei verklaringen voor opsommen, maar geen daravan is gebaseerd op historisch wetenschappelijk bewijs.

    Elke daaropvolgende kerkvader viel de gnostici aan, en op geen enkele moment in de kerkgeschiedenis accepteerde de kerk het gnosticisme. Zie ook Church History deel 1 en 2 van Prof. Kenneth Latourette.

    De gnostici ontkenden het bestaan van de bijbelse persoonlijke oneindige God, het monotheisme, de drie-eenheid (die indirect duidelijk in de Schrift te vinden is voor wie goed leest), dat Jezus mens en God was, en zelfs dat Hij Christus was. Tjonge, dat is in mijn ogen echt een belabberde leer die poogt de al functionerende canon in Paulus' dagen te ontkrachten! Wie het nu nog niet ziet ...

    Zij ontkenden ook dat Jezus voor onze zonden stierf, en dat Hij opstond uit de dood. Belangrijk is dat zij niet alleen het NT verwierpen, maar OOK het OT (voor wie de canongeschiedenis van het OT kent is dit al helemaal een teken aan de wand ...) Ook hingen zij theorieën als reincarnatie en het pantheisme aan.

    Terwijl het NT 10 tot 15 jaar na de dood van Jezus vorm begon te krijgen (we hebben een fragment van Marcus dat rond 50 AD gedateerd is, en Lucas 57 AD), zijn de meeste gnostische geschriften niet eerder dan de derde en vierde eeuw geschreven.

    De valse gnostische geschriften uit Nag Hammadi bevatten historische en literaire blunders die duidelijk aantonen dat ze niet in de eerste eeuw geschreven zijn. De literaire stijl verschilt drastisch van die van het NT, en zij verhalen absurde gebeurtenissen uit Jezus' kindheid zoals het levend maken van mussen van klei, dat een kwaad kindje Jezus tijdens het verstoppertje spelen een aantal kinderen in geiten veranderde, dat Hij een tweelingbroer had, en dat Hij seksueel verkeer had met vele vrouwen. Dat Jezus getrouwd zou zijn met Maria Magdalena is al helemaal absurd, kom ik straks op terug.

    Johannes zegt dat Jezus' eerste wonder het veranderen van water in wijn was. In het licht hiervan kunnen de gnostische geschriften die vol staan met absurde wonderen van het kind Jezus, niet serieus genomen worden.

    Sensationalistische journalisten riepen gaven extra kleur aan de vondst van gnostische evangeliën, zoals ook bij de dode zeerollen. Bij het vertalen van deze ''evangeliën'' kwam niets nieuws aan het licht dat de vroege kerkvaders niet al wisten. De vroege kerk deed nooit alsof deze geschriften niet bestonden, en ze verborg ze ook niet. Ze toonde slechts aan dat het geen echte geïnspireerde werken waren.

    Terwijl het NT met name gelinkt is aan het OT, verwerpen de gnostische werken het bestaan van God, de schepping van de wereld uit niets (Hebr. bara), de heiligheid en goedheid van vlees en materie, de noodzaak van een zoenoffer met bloed (waar het OT vele schaduwbeelden en typen van geeft), etc. Terwijl het christendom de extensie of eigenlijk de vervulling van het OTische Judaisme is, is het gnosticisme de extensie of de vrucht van oosterse religies zoals het boeddhisme.

    Er bestaat geen enkele echte objectieve wetenschapper en conscientieuze theoloog vandaag de dag die gelooft dat er enig belang gehecht moet worden aan de gnostische werken, buiten de normale historische nieuwschierigheid naar wat de mysteriereligie geloofde. Omdat geen van die werken in de eerste eeuw geschreven is, en zij niet eerder door mensen gezien werden dan enkele honderden jaren na Christus, zijn zij waardeloos als gids voor het leven van Jezus. Het eerste eeuwse NT dat door de apostelen geschreven is, ooggetuigen en vrienden van Jezus, is logisch en historisch gezien superieur.

    Het christendom triomfeerde over het gnosticisme omdat het bijbelse evangelie superieur was en is. Hoewel schrijvers als Pagel proberen te bewijzen dat het christendom overwon vanwege haar politieke structuur begeven zij zich daarmee wel op heel dun ijs. Op welke grond hadden de kerkvaders poltiek gezag in de kerk? De orthodoxe positie won omdat zij in harmonie was met het Oude en Nieuwe

    Testament, en afkomstig was van de apostelen en andere ooggetuigen. Die positie was gegrond in de historische opstanding van Jezus Christus als een waarachtige gebeurtenis in het tiid en ruimte continuum, die geverifieerd is door meer dan 500 getuigen. De gnostiek echter was gebouwd op het drijfzand van mythen en subjectivisme.

    Moderne vormen van gnostiek proberen het NT te ontkrachten door de Nag hammadi boeken te bestempelen als 'verloren bijbels.' Historisch en theologisch is dat absurd. De poging om de gnostiek als een oorspronkelijk onderdeel van het christendom te bestempelen is gedoemd te falen wanneer men eenmaal begrijpt dat de gnostiek al VOOR het christendom aanwezig was! De gnostiek probeerde namelijk elke religie die het tegenkwam te absorberen! Deze religie werd resoluut afgewezen als Anti-Christelijk door de apostelen en kerkvaders. Het vertegenwoordigde nooit het bijbelse of historische christendom. Omdat de gnostische evangeliën het NT AANVALLEN, is het duidelijk dat het NT er al veel eerder was.

    Ik kan er niet genoeg op hameren dat Q, waaraan Matt. en Luc de gegevens in hun evangelie zouden hebben ontleend die niet in Marcus staan echt een hypothetisch document is dat door velen afgewezen wordt. Marcus wordt soms de eerste bron genoemd en Q de tweede. Nogmaals, het bestaan van zo'n document is zuiver hypothetisch. Het voorkomen van bepaalde gegevens in Mat en Luc die bij Marcus niet voorkomen kan ook verklaard worden uit het bestaan van een min of meer vaststaande mondelinge prediking c.q. overlevering. De formgeschichtliche methode om het synoptisch vraagstuk te verklaren is te waarderen in zoverre zij de oorspronkelijke omstandigheden en vormen wil opsporen, waarin de stof van de synoptische evangeliën al tot een zekere fixatie is gekomen, voordat zij te boek werd gesteld; zij maakt echter bij het opsporen van de oorspronkelijke vormen van de evangelische traditie niet zelden gebruik van criteria, die niet slechts ontleend zijn aan de vorm, maar ook aan de inhoud van de synoptische traditie, en van een sterk aprioristische strekking zijn t.a.v. de (on)geloofwaardigheid van wat ons in de evangeliën is overgeleverd.

    In een volgend bericht zal ik de absurde leer ontkrachten dat Jezus getrouwd zou zijn geweest.

  9. Je wilt Karen Armstrong toch niet echt serieus nemen? Voor een expose over deze ''wetenschapper:''

    http://www.tektonics.org/af/armstrongk01.html

    De ex-non Karen Armstrong is een pseudo-wetenschapper, geen echte wetenschapper. Zij is een ontevreden meisje dat teleurgesteld raakte in God omdat Hij niet aan haar irreële verwachtingen voldeed. Da's alles.

    Quote:
    Op zaterdag 26 maart 2005 20:30:00 schreef The Black Mathematician het volgende:

    Ja, je hebt gelijk.

    Ik vergis me. Maar in het boek van Karen Armstrong 'De geschiedenis van God' staat iig dat hij wel een simpel man was en geen filosoof.

  10. Overigens, het is ook een algemeen bekend feit dat pseudonieme geschriften op naam van een apostel al de ronde deden tijdens Paulus' leven. Zo schreef hij aan de Thessalonicenzen dat ze zich niets aan moesten trekken van een zogenaamde brief van hem (2 Thess. 2:2). In de na-apostolische kerk deden er naast de 4 canonieke evangeliën al zo'n 50 evangeliën de ronde. De gnostische boeken uit Nag hammadi dateren alle uit de tweede eeuw en diskwalificeren zich daardoor dan ook allemaal als niet-authentiek materiaal. Het gnostisch karakter spreekt ten eerste uit het feit dat ze bij elkaar uit één gnostische bibliotheek stammen en in één vondst naar boven zijn gebracht. Ten tweede is het voor iedere lezer duidelijk dat de inhoud puur gnostisch is en volledig afwijkt van de oorspronkelijke en oudste evangeliën en brieven van de apostelen: verlossing door kennis i.p.v. door het kruis. Door de gnostische oorsprong zijn het pseudonieme geschriften, want de apostelen waren toen al lang gestorven en konden onmogelijk de auteurs van de boeken zijn. Men mocht het in de gnostiek geen bezwaar vinden om onechte boeken op naam van de apostelen te zetten en daarmee de mensen te onderwijzen, in het christendom van de eerste eeuwen en daarna heeft men dit altijd consequent afgewezen. Geloof moet echt zijn, en dus moeten de bronnen ook echt zijn. Het kan nuttig zijn de oorsprong van de gnostiek te bestuderen, men zal dan ontdekken dat die al lang voor Jezus Christus ontstaan is, en dat er veel verbanden zijn met andere oorsters-aziatische en vroeg-babylonische religies. Met het ware christendom heeft het hoegenaamd niets te maken.

    Even iets over canonisering en hoe de 27 bijbelboeken in het NT zijn gekomen:

    Veel mensen denken dat eventjes besloten werd dat die en die brief uitgebannen werd, en anderen niet. Zoals bijv. de Davinci Code ons wil doen geloven. Maar zo ging dat helemaal niet. (De Da Vinci Code is overigens niet meer dan een Roman ...) Bisschop Athanasius van Alexandrië maakte al gebruik van de 27 boeken van het NT. In 367 na Chr. presenteerde hij de 27 boeken van het NT in lijstvorm in zijn paasbrief aan de presbyters, diakenen, en andere medewerkers in zijn bisdom. Dat is de oudste canonlijst die men kent uit de geschiedenis. Athanasius riep in zijn brief de medewerkers op om bij hun werk de boeken die in de kerk gebruikt werden, hoog te houden tegenover boeken die de mensen maar in verwarring brachten. Heel beslist voegde hij eraan toe: 'Dit zijn de bronnen van verlossing opdat ieder die dorst heeft, drinke van de woorden die hierin staan. Hierin wordt alleen het godvruchtige onderwijs bekend gemaakt. Niemand mag hieraan toevoegen of hiervan afdoen.'

    Waar haalde Athanasius de lijst van 27 vandaan? Zijn bisschopsstad Alexandrië was bij wet gelijkwaardig aan de bisschopsstad Rome. Athanasius kon het zich niet permitteren om een domme streek uit te halen: de ogen van heel de wereld waren op hem gericht. Al honderden jaren waren er in de kerk discussies opgelaaid over de vraag wat nu de juiste boeken waren om te lezen in de kerk. Natuurlijk kende hij die discussies. Hij wist hoe in de tweede eeuw Marcion een canon had ingesteld van één evangelie (Lucas) en een aantal Paulus-brieven, en hoe dat afgewezen was. Hij wist van Irenaeus en van Tertullianus, die in diezelfde eeuw vrijwel alle nieuwtestamentische boeken gebruikten. Hij wist ook van de hevige discussies die er in de derde en vierde eeuw gevoerd waren door Novatianus, Cyprianus, Origenes en Eusebius. Natuurlijk kende hij de classificaties die deze geleerden aangelegd hadden om te bepalen wat nu wel of niet een boek was dat gelezen diende te worden in de kerk. Ook op het concilie van Nicea van 325 was de canon een gesprekspunt geweest zonder dat er een beslissing uit voortkwam. Als jongeman had Athanasius dat concilie meegemaakt als dienaar van Alexander, die toen bisschop was van Alexandrië. Waar haalde Athanasius de canon, de lijst van 27 nieuwtestamentische boeken, vandaan? Het antwoord is zo eenvoudig. De canon bestond al lang en was ook al lang in gebruik in het oude werkgebied van Paulus. Dat Athanasius de lijst van 27 boeken uit dit gebied overnam, kan worden afgeleid uit de gevolgen van zijn beslissing.

    De doorwerking van Athanasius' beslissing voor de 27 boeken liet niet al te lang op zich wachten. In 382 nam paus Damasus (Italië, Spanje) dezelfde lijst over. In 397 nam bisschop Augustinus de canon over in Carthago (Noord-Afrika). Omstreeks 500 is ook in Syrië de canon van 27 geaccepteerd; hiertoe behoorde toen ook het Joodse land, dat als provincie van Syrië gold. Na Athanasius' canonbeslissing werd overal rond de Middellandse Zee zijn canon overgenomen. Van één gebied is er zo'n beslissing niet bekend, namelijk van Griekenland-Turkije. En daar ligt meteen het antwoord op de vraag waar Athanasius zijn canon vandaan haalde. Aan de overkant van de Middellandse Zee, in Griekenland en Turkije, had Athanasius gezien hoe de lijst van 27 boeken altijd al functioneerde. Daar had bijvoorbeeld Eusebius van Constantijn de Grote de opdracht gekregen om complete codices van het nieuwe testament te vervaardigen voor de kerken rond Constantinopel.

    In het oude werkgebied van de apostel Paulus bestond de canon al vanaf de tijd van de apostelen. Als daar ooit in het na-apostolisch tijdvak een canonbeslissing was genomen, dan hadden we dat geweten, zoals we dat weten uit de andere grote gebieden rond de Middellandse Zee. Daarom is er maar één conclusie mogelijk: de laatste apostel die in het oude gebied van Paulus heeft gewerkt, was Johannes (Openb. 1:4,9), en onder zijn apostolische leiding moet de canon al in de eerste eeuw zijn vastgesteld.

    En dus hebben noch bisschoppen, noch kerkelijke vergaderingen, noch keizers een rol gespeeld in de vaststelling van de canon. Zij hebben met elkaar slechts gezorgd voor de verspreiding van de canon die door de apostelen zelf is ingesteld. De nieuwtestamentische canon is de ware apostolische successie. In Athanasius' tijd aanvaardden christenen uit alle bestaande stromingen de canon: oosterse en westerse christenen, katholieken en donatisten. In later tijd is het ook zo gegaan.

    Hoe verschillend kerken ook zijn, de canon van het nieuwe testament is dezelfde bron waaruit allen putten. Zo ging het woord in vervulling dat Jezus tegen zijn leerlingen gesproken had: 'En jullie zullen mijn getuigen zijn in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde' (Hand. 1:8)

    Ten slotte wil ik nog de mogelijkheid bespreken van een pact tussen keizer Constantijn de Grote en een autoritaire kerk die de christenen een nieuwe bijbel oplegden, zoals de Da Vinci Code wil. De feiten geven eerder een omgekeerd beeld. Toen Athanasius tot zijn canon van 27 kwam, was hij juist teruggekeerd uit zijn vijfde verbanning door de keizer; in totaal leefde hij zeventien jaar in verbanning. Vanuit zijn verbanningsoorden bleef hij zijn bisdom besturen door brief contact. Elke keizer die hij meemaakte in zijn leven, ook Constantijn de Grote, heeft hem wel een keer verbannen. Kortom, een dwarse bisschop die met elke keizer op voet van oorlog stond, was de katalysator voor de verspreiding van de bijbel van de apostelen in het Romeinse rijk en niet een keizer.

    Wat gebeurde er in Nicea?

    In Alexandrië was er een presbyter, Arius, die beweerde dat Christus niet goddelijk was maar menselijk, want hij was geschapen door God en een schepsel is niet goddelijk. De bisschop van Arius, Alexander, kon dit niet goedkeuren, want dat had nog nooit iemand beweerd in de kerk. Immers, als Christus slechts een schepsel was, dan was zijn werk mensenwerk en kon de mens niet verlost zijn door de offerdood van Jezus en zijn opstanding. Omdat Arius en Alexander het niet eens konden worden, onthief Alexander zijn presbyter in het jaar 320 uit zijn ambt. Maar de discussie was niet onopgemerkt gebleven, en had veel onrust gebracht in de kerk.

    Keizer Constantijn de Grote wenste rust in de kerk; dat zou de stabiliteit van het Romeinse Rijk ten goede komen.

    Dus riep hij in het jaar 325 in Nicea een concilie bijeen om in een gezamenlijke vergadering tot een eindoordeel over de kwestie te komen. Constantijn de Grote was zelf de voorzitter van een vergadering van ongeveer 300 bisschoppen; verschillende van hen droegen nog de littekens van folteringen die zij bij de laatste vervolging onder keizer Diocletianus hadden doorstaan. De uitkomst van het concilie was dat de Zoon van hetzelfde wezen is als de Vader, dus goddelijk. Dit was wat men altijd al geloofd had.

  11. En voor de Q aanhangers, dat is slechts een hypothetisch document waarvan het werkelijke bestaan niet eens is aangetoond. De Q-hypothese poogt het zogenaamde synoptische vraagstuk op te lossen (waarom 4 evangeliën en waarom de subtiele 'verschillen' in de verhaallijnen). Waar juist heel heldere verklaringen voor zijn. Zie: http://www.godswoord.nl/bruce/4.asp

    Zie ook:

    http://www.tektonics.org/qm/qmhub.html

    Het lijkt me niet zo verstandig om af te gaan op de ongefundeerde opvattingen van lieden die enkel gemotiveerd worden door een innerlijke aversie tegen het christelijk geloof, en van pseudowetenschappers en ''internet-hobbyisten,'' die gebruik maken van elke strohalm die ze vast kunnen grijpen om de betrouwbaarheid van het christelijk geloof aan te vallen, zonder dat ze echt objectief op zoek zijn naar de waarheid. Het klinkt vaak alsof er een revolutionaire ontdekking gedaan wordt, waarbij men zich afvraagt waarom de kerken er niet door geschokt worden en waarom het einde van het christendom nog niet in zicht is; wel, het antwoord is simpel, de ''verfrissende'' ideeën blijken veelal niet meer dan (smakeloze) fabeltjes te zijn, en kunnen dus niet echt serieus worden genomen.

    Het valt overigens aan te bevelen het boekje van Bruce in zijn geheel te lezen:

    http://www.godswoord.nl/bruce/index.asp

  12. De meeste ECHTE theologen zien het zo:

    Het Evangelie van Judas: twaalf-en-een stellingen bij een Hype

    Het Evangelie van Judas komt eraan. Alle tekenen wijzen erop. Er is onrust te bespeuren in de media en voor de komende maand, april, belooft de Amerikaanse National Geographic Society de verschijning van een boek met een zonder twijfel massale oplage. Met dit evenement in het vooruitzicht lijkt het goed om de honger naar de Koptische tekst nog even te voeden met een opsomming van de elementaire feiten en non-feiten waarover we nu al beschikken. Hieronder dus wat basis-info over het Evangelie van Judas in twaalf korte stellingen, een voor iedere Apostel, plus een dertiende voor de Verrader.

    1. Het Evangelie van Judas is de titel van een gnostisch geschrift dat met nog twee soortgelijke geschriften bewaard is gebleven in een Koptische codex uit de vierde-vijfde eeuw.

    2. De term ‘gnostisch' verwijst naar een Christelijke stroming (of beter, een verzameling van dergelijke stromingen) uit de eerste eeuwen van de jaartelling (de ‘gnostiek').

    3. Koptisch is de vorm van het Oudegyptisch die vanaf de derde-vierde eeuw onder de Christenen van Egypte als literaire taal naast het Grieks in gebruik was.

    4. Een codex is een primitief boek, in dit geval van papyrus en in een leren band. Deze codex telt in totaal 62 pagina's die merendeels flink beschadigd zijn.

    5. Hoewel de titel anders zou kunnen doen vermoeden, is het Evangelie van Judas geen Evangelie in de gebruikelijke zin van het woord. Het is geen chronologisch exposé (‘verhaal') van het leven en de werken van Jezus Christus, maar een door de gnostische theologie gekleurde visie op bepaalde aspecten daarvan.

    6. Eveneens in weerwil van de titel: de tekst is zeker niet geschreven door Judas. Wel komt Judas erin voor en wordt er een interpretatie gegeven van zijn optreden. De titel verwijst naar de rol van Judas in het geschrift en niet naar Judas als auteur. (Het Evangelie 'naar' Judas zoals Helena het hierboven noemt, is dus al een onjuiste benaming, want het is niet het evangelie 'van' Judas - Watchman)

    7. Het valt categorisch uit te sluiten dat het Evangelie van Judas informatie verschaft over de 'historische' Judas.

    8. Het valt evenzeer uit te sluiten dat er nieuwe feiten in onthuld worden over de ‘historische' Jezus. Het geschrift veronderstelt bekendheid met een of meer van de canonieke (door de Kerk traditioneel erkende) evangeliën en kan dus moeilijk ouder of ‘oorspronkelijker' zijn.

    9. Mogelijk maar niet noodzakelijk is dit Koptische Evangelie van Judas een vertaling of bewerking van een Evangelie van Judas dat omstreeks 180 wordt genoemd door de kerkvader Irenaeus van Lyon. In dat geval zou het geschrift in zijn oorspronkelijke versie uit de tweede eeuw stammen, de bloeitijd van de gnostiek.

    10. Dat ‘het Vaticaan', of welke instantie ook, het Evangelie van Judas sinds de tweede eeuw verdonkeremaand zou hebben uit angst voor de inhoud is totaal onhistorisch gedacht en een fabeltje. Met het uitsterven van de gnostiek vanaf de vierde eeuw zijn dergelijke geschriften uit de roulatie verdwenen, zoals alle literatuur die niet meer wordt gelezen. Bedreigend voor de Kerk was het Evangelie van Judas toen ook al niet.

    11. De inhoud van het Evangelie van Judas is alleen maar te begrijpen in de context van het gnostische gedachtegoed en in samenhang met soortgelijke geschriften zoals die bekend zijn uit, bijvoorbeeld, de vondst van Nag Hammadi. Inderdaad lijkt de nieuwe codex heel sterk op de Koptische handschriften uit Nag Hammadi en stamt hij uit dezelfde tijd en regio (Midden-Egypte). De twee andere teksten in de nieuwe codex zijn dan ook al uit Nag Hammadi bekend: de Brief van Petrus aan Philippus (NH VIII, 2) en de Eerste Apocalypse van Jacobus (NH V, 3).

    12. Het wetenschappelijk belang van de nieuwe vondst is vooral gelegen in het feit dat deze een nog onbekend document toevoegt aan de reeds bekende gnostische geschriften en daarmee bijdraagt aan onze kennis van het vroeg-christelijke denken in al zijn veelvormigheid. Een revolutie in de bijbelwetenschap of de kerkgeschiedenis zal het Evangelie van Judas echter niet ontketenen.

    13. Wie geïnteresseerd is in de zieleroerselen van de man van de judaskus kan zich daarover beter een roman aanschaffen. knipoog_dicht.gif

    In de loop van dit jaar verschijnt van de hand van ondergetekende bij uitgeverij Servire (Utrecht/Antwerpen) een becommentarieerde Nederlandse vertaling van het Evangelie van Judas.

    Dr. J. van der Vliet, universitair docent Koptisch verbonden aan het Instituut Talen en Culturen van het Midden-Oosten, Universiteit Leiden e-mail: j.van.der.vliet@let.leidenuniv.nl

  13. Hoe kom je erbij dat God schiep door evolutie? De dagen van Genesis waren eenvoudig 24 dagen.

    De reden dat er zoveel onenigheid is komt doordat men afgeweken is van de NT gemeente. Juist daarom is er vanuit de Bijbel door alle eewuen heen de roep tot geestelijk herstel. Men moet geen eenheid maken, maar terugkeren naar de eenhwid in de Geest die er al is.

    Wanneer gij ergens anders over denkt zegt Paulus, de Here zal u ook op dat punt openbaring geven. Er moet eenheid van geest zijn, en dan kan er ook eenheid van ziel komen.

  14. Jouw argument klopt ook niet. Er zijn ook mensen die niet depressief zijn, maar gewoon niet van het leven genieten en alles zinloos vinden. Er zijn ook zakenmensen die zelfmoord plegen, en al qaida strijders. Ook zijn er mensen die occult belast zijn en door de Satan de dood in gedreven worden. Het is niet iets lichamelijks, maar geestelijk/psychisch.

    Quote:
    Op woensdag 27 april 2005 01:42:49 schreef bart1984 het volgende:

    [...]

    Hoho. Een hele grote risico groep voor mensen die zelfmoord pleegt zijn mensen met, schitzofrenie, zwaar depresief zijn. Dit is iets lichamelijks. die mensen zie alles negatief of krijgen te horen door middel van stemmen dat ze zelfmoord moeten plegen. Dus jou argument klopt dus echt niet.

  15. Er is zelfs een boekje dat deze titel draagt: Wat is de Mens? De auteur is T. Austin-Sparks, en hij beschrijft de mens als drieledig wezen van geest ziel en lichaam, en de heilshistorie van de mens met betrekking tot zijn drieledig wezen, en zijn hoge bestemming in Gods plan.

    Quote:
    Op maandag 18 april 2005 16:38:57 schreef Shadowfax het volgende:

    Hey,

    ik zat mij af te vragen. Wie of wat is de mens eigenlijk? Waarin verschilt de mens van andere dieren, of wat zijn juist de gelijkenissen.

    Wat zegt de bijbel?

    Het lijkt me wel interessant om over te praten.

    (mijn excuses als dit al bestaat...)

    Fred

  16. Dat komt waarschijnlijk omdat men het gevoel heeft aan het verkeer nog wat te kunnen doen met regels en verbeterde veiligheid, maar "geluk" moet de mens zelf maken, daar valt weinig aan te doen.

  17. Toen ik in mijn tienerjaren was pleegde mijn overbuurjongen zelfmoord, toen hij ging studeren. Op schoolkamp waren we altijd met z'n vieren, en je herinnert je de mooie tijd, het pijltjes gooien, tabak tussen de boterhammen stoppen, en de lol erbij, en achteraf probeer je altijd er achter te komen: waarom.

    Deze avond las ik tot mijn schrik op mijn forum ook een aankondiging van iemand die vanavond zelfmoord wilde plegen. Vervolgens 112 gebeld en nu afwachten ... het was zijn eerste en enige bericht. Ik hoop maar dat hij het niet echt gedaan heeft.

  18. Ik betwijfel of hij een goede herder is. Officieel leert Rome dat wij in de Schrift en in de overleveringen moeten geloven. Dat laatste lijkt mij geen goede eigenschap van een herder, omdat we dat nergens in de Bijbel lezen, en het zo mogelijk wordt dat men naar een andere stem dan die van de Goede Herder gaan luisteren. Overleveringen zijn namelijk niet geïnspireerd. Ik geloof ook niet dat de paus een goede herder kan zijn als hij leert dat het voor je eeuwige zaligheid absoluut vereist is je aan hem te onderwerpen. Van Petrus heeft hij dat in elk geval niet ...

  19. Een kerk is geen organisatie, de kerk in de Bijbel is een organisme, het Lichaam van Christus. Een organisatie is abstract, dood, een organisme is levend.

    Dat deze paus zich als popie jopie in de markt wil dringen, betekent niet dat daarmee de Roomse leer en alle banvloeken over andersdenkenden ineens zijn opgeheven.

    Kan me ook niet herinneren dat Patrus een ring had van 8000 dollar, ik herinner me nog iets van een uitspraak als "zilver en goud bezit ik niet ..." Als deze paus als Petrus wil zijn, moet hij hem ook in de armoede volgen.

    Quote:
    Op dinsdag 26 april 2005 11:51:08 schreef anastasia het volgende:

    Een kerk is een organisatie en een organisatie heeft een bestuur nodig. Dit kan breed zijn of smal. Overigens is de paus de eerste die grapjes maakt over zijn "speciale" relatie met God. Hij had nl. absoluut niet de behoeft puas te worden. Een rustige oude dag met zijn broer lag meer in de planning. Hij heeft zo zei hij zelf dan ook hard gebeden dat hij geen paus hoefde worden "God heeft deze keer niet naar MIJ geluisterd" En dit met een plezierige glimlach waarmee hij het gewicht van zijn ambt mooi relativeerde. Laten wij dat ook doen..

  20. Noem jij dit een duidelijk antwoord met argumenten? Weerleg het nu eens gewoon met argumenten. Want kreten als "rubbish" leggen nogal weinig gewicht in de schaal en is niet goed voor je aanzien. Als jij die term van zonde tegen de Geest gebruikt en geen rekening houdt met de context, hoe kun je dan in vredesnaam verwachten dat je serieus genomen wordt?

    Zeker in het licht van deze opmerking:

    Quote:
    uitspraken met een strekking als "wat van God is en wat van de satan" is moet je helemaal al niet aankomen aangezien dat duidelijk wel tegen de bijbel ingaat

    Want dat suggereert dat niemand ooit kan zeggen wat van God en wat van de duivel is! Tenzij de paus het natuurlijk zegt, want die is onfeilbaar (uhuhuh).

    Quote:
    Op dinsdag 26 april 2005 10:54:42 schreef Tom het volgende:

    [...]Het is overduidelijk wat die zonde is... werken van de HG toeschrijven aan de satan. Al die rubbisch over niet geloven en geen spijt ervaren staat niet in de bijbel.

  21. De gemeente is er altijd geweest, er zijn altijd wedergeboren mensen geweest.

    Quote:
    Op dinsdag 26 april 2005 00:15:36 schreef Luctor het volgende:

    [...]

    Naast het feit dat ik dit een enorme dooddoener vind, blijf ik het merkwaardig vinden dat vanuit jouw rechtlijnige manier van denken de wereld het dus 13 eeuwen zonder zichtbaar ware kerk heeft moeten doen. En de arme mens [eeuw na eeuw] maar wachten tot de reformatie ein-de-lijk gestalte kreeg.

    Misschien heb je wel gelijk hoor, maar het komt op mij over alsof God de mens al die tijd een beetje aan zn lot heeft over gelaten. Daar heb ik moeite mee. Begrijp je mn punt?

    groetjes

  22. Dat is natuurlijk onzin. Aangezien de Bijbel duidelijk leer dat alle gelovigen priesters van God zijn, is het duidelijk dat er geen speciale geestelijkheid of priesterschap mag zijn. Daar blijkt nogal duidelijk uit dat een paus onbijbels is lijkt me. En je weet inderdaad niet wat de zonde tegen de heilige Geest is. Wat is de onvergeeflijke zonde? Kan degene die deze zonde begaat niet gered worden? Wat is de betekenis van deze zonde?

    Onderstaande is het antwoord op deze vraag uit een boek dat ik aan het vertalen ben en wat gepubliceerd zal worden:

    De onvergeeflijke zonde is de zonde van het lasteren van de Heilige Geest. Overal waar de Heilige Geest werkt, daar werkt de duivel ook; hij is nooit lui. Soms trekt de duivel een bijbelse waarheid net even iets verder door, met het doel mensen te pijnigen. Als de Heilige Geest een mens overtuigt van zijn zonden, dan zegt de duivel tot hem: “Jij bent een zondaar, de grootste zondaar die bestaat, een bijzondere zondaar die de zonde tegen de Heilige Geest heeft begaan; daarom zul je nooit vergeven worden. Veel mensen zijn bang dat zij de zonde tegen de Heilige Geest hebben begaan. Laten we daarom eerst eens de betekenis van deze zonde uitleggen. Daarna kunnen we dan tot de conclusie komen dat vandaag de dag niemand deze zonde meer kan begaan. Laten we eerst Marcus 3:28-30 lezen.

    “Voorwaar, Ik zeg u, dat alle zonden aan de kinderen der mensen zullen vergeven worden, ook de godslasteringen, welke zij gesproken mogen hebben†(vers 28). Dit klinkt ons als muziek in de oren! Het is een zeer welkom en aangenaam woord! Alle zonden en godslasteringen in deze wereld kunnen vergeven worden. Wat een grote verkondiging van het evangelie! “Alle zonden†is een begrip dat allerlei zonden in zich verzameld: grote zonden, kleine zonden, witte zonden, grove zonden, zonden die door de mensen als onvergeeflijk worden gezien, de zonden van gisteren, vandaag, en zelfs van morgen. Halleluja! Alle zonden worden vergeven! Woorden van godslastering worden vergeven, lasteringen tegen de Here Jezus worden ook vergeven. Alle zonden - dat is, al onze tegen God gesproken woorden en daden die God bedroefden toen wij nog zondaars waren - worden vergeven. Er is geen enkele zonde die niet vergeven kan worden, zelfs alle godslasteringen worden vergeven. Dat is wat de Here hier zegt.

    Denk niet dat u de onvergeeflijke zonde begaan hebt. Woorden die tegen God en Christus gesproken zijn worden niet gerekend onder de zonde van het lasteren van de Heilige Geest. De onvergeeflijke zonde is het lasteren van de Heilige Geest, niet van Christus. Het uitdoven van de Heilige Geest is niet hetzelfde als het lasteren van de Heilige Geest, en ook het weerstand bieden aan de Heilige Geest is geen lastering van de Heilige Geest.

    “Maar wie gelasterd heeft tegen de heilige Geest, heeft geen vergeving in eeuwigheid, maar staat schuldig aan eeuwige zonde†(vers 29). Het moge duidelijk zijn dat deze zonde een speciale en ongewone zonde is.

    Wat is het lasteren van de Heilige Geest? Het is het openlijk uitspreken van woorden die de Heilige Geest belasteren. Hoe weten wij of deze woorden gesproken zijn? Lees a.u.b. het volgende vers dat zegt: “Immers, zij zeiden: Hij heeft een onreine geest†(vers 30). Deze zonde is dus niet zo makkelijk te begaan als men denkt. Om deze zonde te kunnen begaan moet de persoon met eigen ogen de Here Jezus boze geesten zien uitdrijven en wonderen zien doen, dus terwijl de Here op aarde is, en ondanks zijn kennis van al deze dingen toch volhouden dat de Here een boze geest heeft.

    Om deze zonden moeten mensen dus (1) de Here Jezus met hun eigen ogen zien, (2) de Here wonderen zien doen in hun midden, (3) zeker weten dat dit het werk van de Heilige Geest is, (4) ondanks deze innerlijke overtuiging zeggen dat dit het werk van boze geesten is. Hoe kunnen wij vandaag dan deze zonde van het lasteren van de Heilige Geest begaan als wij de Here niet eens met onze eigen ogen hebben aanschouwd, noch Hem wonderen hebben zien doen in ons midden, noch met honderd procent zekerheid kunnen zeggen dat deze dingen van de Heilige Geest komen? We kunnen dus concluderen dat wij gelegenheid noch kans hebben om zulk een zonde te begaan. Wanneer iemand, of zelfs de duivel, tegen u zou zeggen dat u nooit vergeven kunt worden omdat u de zonde tegen de Heilige Geest hebt begaan, dan kunt u meteen zeggen dat daar niets van waar is, omdat u de Here niet hebt gezien, noch Zijn wonderen, en dat u niet moedwillig hebt gezegd dat het werk door boze geesten gedaan werd terwijl u zeker wist dat het een werk van de Heilige Geest was.

    Een pasbekeerde broeder vroeg eens aan een oudere broeder: “Heb ik de zonde van het lasteren van de Heilige Geest begaan?†Het antwoord van de oudere broeder was heel goed: “Als je nog steeds verdriet kunt hebben over je zonden, dan is dat het bewijs dat je de zonde tegen de Heilige Geest niet hebt begaan.†Dit antwoord is vol van waarheid. We kunnen er nog aan toevoegen dat zelfs degene die zich niet bewust is van zijn zonden, niet de zonde tegen de Heilige Geest heeft begaan.

    Laten we eens kijken hoe Mattheüs dit gesprek weergegeven heeft: “Spreekt iemand een woord tegen de Zoon des mensen, het zal hem vergeven worden; maar spreekt iemand tegen de heilige Geest, het zal hem niet vergeven worden, noch in deze eeuw, noch in de toekomende†(12:32). Dit zijn woorden die de Here Jezus tot de Joden sprak, die deze zonde hadden begaan. Zij zagen duidelijk hoe de Here boze geesten had uitgedreven door de Heilige Geest, maar zij hielden koppig vol dat de Here deze boze geesten had uitgedreven door Beëlzebul, de overste der geesten. Hoe beschrijft de Bijbel deze Joden? “En aan hen wordt de profetie van Jesaja vervuld, die zegt: Met het gehoor zult gij horen en gij zult het geenszins verstaan, en ziende zult gij zien en gij zult het geenszins opmerken; want het hart van dit volk is vet geworden, en hun oren zijn hardhorend geworden, en hun ogen hebben zij toegesloten, opdat zij niet zien met hun ogen, en met hun oren niet horen†(Matt. 13:14-15a). Hier wordt ons duidelijk gemaakt dat als iemand de zonde tegen de Heilige Geest heeft begaan, hij niet meer gevoelig zal zijn voor de zonde; hij zal ook niet gered worden omdat zijn hart vet geworden is, zijn oren hardhorend geworden zijn, en zijn ogen gesloten zijn.

    Er zijn nog twee andere teksten die van belang zijn bij dit onderwerp. De eerste tekst vinden we in Lucas 8: “Die langs de weg, zijn zij, die het gehoord hebben; daarna komt de duivel en neemt het woord uit hun hart weg, opdat zij niet zouden geloven en behouden worden†(vers 12). Niet alleen de Here, maar ook de duivel weet dat zodra een mens gelooft, deze gered is; en daarom is hij bang dat mensen tot geloof komen en gered worden. De andere tekst staat in Mattheüs 13: “Hij antwoordde hun en zeide: Omdat het u gegeven is de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen te kennen, maar hun is dat niet gegeven … Daarom spreek Ik tot hen in gelijkenissen; … opdat zij niet zien met hun ogen, en met hun oren niet horen, en met hun hart niet verstaan en zich bekeren, en Ik hen zou genezen†(vers 11-15). Wat betreft degenen die de Heilige Geest gelasterd hebben; God is bang dat zij alsnog gered zullen worden. Daarom spreekt de Here tot hen in raadselen, in gelijkenissen, opdat zij zich niet bekeren en genezen worden. Halleluja! Hoe heerlijk is het woord “geloof en u zult behouden worden.â€

    Maar wie gelasterd heeft tegen de heilige Geest, heeft geen vergeving in eeuwigheid, maar “staat schuldig aan eeuwige zonde†(Marc. 3:29). Volgens sommige bijbelwetenschappers kan dit ook vertaald worden als: hij “is in de greep van een eeuwige zonde.†Misschien vraagt iemand zich af waarom deze zonde niet in deze of in de toekomende eeuw vergeven kan worden (Matt. 12:32). Dat is omdat hij voor eeuwig zal zondigen. Maar hoe kan iemand zondigen in de hel, want waar hij in de hel het meest last van heeft zijn wormen en vuur. Wij moeten weten dat er in de hel niet alleen lijden is vanwege een gebrek aan water, zodat men nog geen druppel heeft om de tong wat af te koelen, maar er is daar ook het branden van het vuur der lusten. Hel is de plaats waar zonden en lusten nooit ten volle bevredigd worden. Het is een zeer ellendige plaats. Maar wij mogen God danken en prijzen omdat, als wij bereid zijn te geloven, er geen zonde bestaat die ons ervan kan weerhouden gered te worden. Want de Here zelf zegt: “Alle zonden aan de kinderen der mensen zullen vergeven worden, ook de godslasteringen, welke zij gesproken mogen hebben†(Marc. 3:28). We hoeven ons dus geen zorgen te maken.

    Hoewel wij vandaag de dag niet meer in staat zijn de zonde van het lasteren van de Heilige Geest te begaan, moeten wij toch erg voorzichtig zijn met het zeggen dat het werk van de ene persoon door de Heilige Geest bekrachtigd wordt, en het werk van de ander door een boze geest, of andersom.

    Quote:
    Op maandag 25 april 2005 18:28:59 schreef Tom het volgende:

    Het is nu eenmaal zo dat het absoluut onmogelijk is om te bewijzen dat God inderdaad een paus wil (de vraag is of een oneindige God wel een mening kan hebben over zulke dingetjes en dat niet gewoon aan de mensen zelf overlaat).

    Je moet echter niet vergeten dat het net zo min mogelijk is om te bewijzen dat God geen paus zou willen. En ja sorry maar "het staat niet in de bijbel" is echt geen bewijs.

    En met uitspraken met een strekking als "wat van God is en wat van de satan" is moet je helemaal al niet aankomen aangezien dat duidelijk wel tegen de bijbel ingaat (veroordelen en het risico om de zonde tegen de HG te begaan).

×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

We hebben cookies op je apparaat geplaatst om de werking van deze website te verbeteren. Je kunt je cookie-instellingen aanpassen. Anders nemen we aan dat je akkoord gaat. Lees ook onze Gebruiksvoorwaarden en Privacybeleid