Tienden

[Barnabas 177]

Num 18:21-31:

"En zie, aan de nakomelingen van Levi heb Ik alle tienden in Israël als erfelijk bezit gegeven, als vergoeding voor hun dienst, die zij verrichten, de dienst in de tent van ontmoeting. De Israëlieten mogen niet meer in de nabijheid van de tent van ontmoeting komen, en zonde op zich laden en daardoor sterven. Maar de Levieten, zij moeten de dienst van de tent van ontmoeting verrichten, en zij moeten zelf hun ongerechtigheid dragen. Dat zal een eeuwige verordening zijn, al uw generaties door, en in het midden van de Israëlieten mogen zij geen erfelijk bezit ontvangen, want de tienden van de Israëlieten, die zij voor de HEERE als hefoffer moeten brengen, heb Ik de Levieten als erfelijk bezit gegeven. Daarom heb Ik tegen hen gezegd: Zij mogen in het midden van de Israëlieten geen erfelijk bezit ontvangen."

en

"De HEERE sprak tot Mozes: U moet ook tot de Levieten spreken en tegen hen zeggen: Wanneer u van de Israëlieten de tienden ontvangt, die Ik u gegeven heb als uw erfelijk bezit onder hen, dan moet u daarvan voor de HEERE een hefoffer brengen, de tienden van die tienden. Het zal u toegerekend worden als uw hefoffer, als het koren van de dorsvloer en de inhoud van de perskuip. Zo moet ook u een hefoffer voor de HEERE brengen van al uw tienden, die u van de Israëlieten ontvangt, en u moet het hefoffer daarvan voor de HEERE aan de priester Aäron geven. Van alles wat u geschonken wordt, moet u elk hefoffer voor de HEERE brengen, van al het beste ervan, als heilige gave daarvan. U moet tegen hen zeggen: Wanneer u het beste ervan brengt, zal het de Levieten toegerekend worden als de opbrengst van de dorsvloer en de opbrengst van de perskuip. U mag dat op elke plaats eten, u en uw huis, want dat is uw loon als vergoeding voor uw dienst in de tent van ontmoeting."

De bedoeling was dus om degenen die dienst deden in de tabernakel, de ontmoetingstent van Mozes waar het onderwijs en de offers gegven werden van loon (onderhoud) te voorzien want hun werk was om te voorzien in de geestelijke behoefte en de dient aan God namens het volk. De Levieten op hun beurt dienden van hun inkomsten weer tienden te brengen aan God die deze dan weer als loon voor Aäron, de hogepriester moesten geven. Dat was zijn opbrengst. De tienden mochten op elke plek gegeten worden, zij mochten openlijk van hun loon genieten.

 

[leren_schoen 59]

Het heet teruma.

[Barnabas 177]

9 minuten geleden zei leren_schoen:

Het heet teruma.

? Wat bedoel je?

29 januari bewerkt door Barnabas

[leren_schoen 59]

1 uur geleden zei Barnabas:

? Wat bedoel je?

Zo heet het offer.

[Dat beloof ik 836]

15 uur geleden zei Barnabas:

Num 18:21-31:

"En zie, aan de nakomelingen van Levi heb Ik alle tienden in Israël als erfelijk bezit gegeven, als vergoeding voor hun dienst, die zij verrichten, de dienst in de tent van ontmoeting. De Israëlieten mogen niet meer in de nabijheid van de tent van ontmoeting komen, en zonde op zich laden en daardoor sterven. Maar de Levieten, zij moeten de dienst van de tent van ontmoeting verrichten, en zij moeten zelf hun ongerechtigheid dragen. Dat zal een eeuwige verordening zijn, al uw generaties door, en in het midden van de Israëlieten mogen zij geen erfelijk bezit ontvangen, want de tienden van de Israëlieten, die zij voor de HEERE als hefoffer moeten brengen, heb Ik de Levieten als erfelijk bezit gegeven. Daarom heb Ik tegen hen gezegd: Zij mogen in het midden van de Israëlieten geen erfelijk bezit ontvangen."

en

"De HEERE sprak tot Mozes: U moet ook tot de Levieten spreken en tegen hen zeggen: Wanneer u van de Israëlieten de tienden ontvangt, die Ik u gegeven heb als uw erfelijk bezit onder hen, dan moet u daarvan voor de HEERE een hefoffer brengen, de tienden van die tienden. Het zal u toegerekend worden als uw hefoffer, als het koren van de dorsvloer en de inhoud van de perskuip. Zo moet ook u een hefoffer voor de HEERE brengen van al uw tienden, die u van de Israëlieten ontvangt, en u moet het hefoffer daarvan voor de HEERE aan de priester Aäron geven. Van alles wat u geschonken wordt, moet u elk hefoffer voor de HEERE brengen, van al het beste ervan, als heilige gave daarvan. U moet tegen hen zeggen: Wanneer u het beste ervan brengt, zal het de Levieten toegerekend worden als de opbrengst van de dorsvloer en de opbrengst van de perskuip. U mag dat op elke plaats eten, u en uw huis, want dat is uw loon als vergoeding voor uw dienst in de tent van ontmoeting."

De bedoeling was dus om degenen die dienst deden in de tabernakel, de ontmoetingstent van Mozes waar het onderwijs en de offers gegven werden van loon (onderhoud) te voorzien want hun werk was om te voorzien in de geestelijke behoefte en de dient aan God namens het volk. De Levieten op hun beurt dienden van hun inkomsten weer tienden te brengen aan God die deze dan weer als loon voor Aäron, de hogepriester moesten geven. Dat was zijn opbrengst. De tienden mochten op elke plek gegeten worden, zij mochten openlijk van hun loon genieten.

 

Dat hebben die Levieten toch maar voor zichzelf goed geregeld. Niet hoeven werken en toch in hun natje en droogje voorzien.