Zoek De Heer Js. 31:1

[Wouter Philippaerts 87]

31:1 Wee hen die afdalen naar Egypte voor hulp. Op paarden leunen zij en zij vertrouwen op strijdwagens, want zij zijn met velen, en op ruiters, want ze zijn zeer aaneengesloten. En zij geven geen gehoor aan de Heilige van Israel en naar JAHWEH vragen zij niet. NCV

Vertrouwen in een leger van vlees in plaats van vertrouwen in de heilige van Israël, dat is de valkuil in deze vers. Paarden en strijdwagens zijn symbolen voor aardse rijkdom. God geeft aan diegene die vertrouwt op Hem. Wanneer we Hem zoeken toont hij zich een beloner. Ook is de Heer met ons bij elke strijd.

Weten we zeker dat God het goede geeft aan wie op hem vertrouwt?

Ref.: 1 Tim. 6:17, Heb. 11:6, Deut. 20:1. 

[antoon 298]

Inderdaad, het woord Egypte wordt vaker gebruikt in de schrift, ook in veel boeken, waarbij je niet aan de letterlijke staat kan denken, ik denk dat er goede redenen zijn om aan te nemen dat het in veel gevallen ook symbolisch is en staat voor de heersende wereld in het algemeen, waarbij je aangehaalde vers de toetssteen is @Wouter Philippaerts

14 januari 2021 bewerkt door antoon

[Dat beloof ik 990]

15 uur geleden zei Wouter Philippaerts:

Weten we zeker dat God het goede geeft aan wie op hem vertrouwt?

Nee, daar kun je geenszins van op aan. Niet omdat ik daar nu in wil stoken, maar het staat het gewoon in de Bijbel. Een paar voorbeelden.

(Jeremia 32:42) Want zo zegt de HEERE: Gelijk als Ik over dit volk gebracht heb al dit grote kwaad, alzo zal Ik over hen brengen al het goede, dat Ik over hen spreke.

God kan geheel willekeurig een boze geest doen uitgaan: (1 Samuel 18:10) En het geschiedde des anderen daags, dat de boze geest Gods over Saul vaardig werd,.... (Richteren 9:23) Zo zond God een bozen geest tussen Abimelech en tussen de burgers van Sichem; en de burgers van Sichem handelden trouweloos tegen Abimelech;

Jeremia geeft zelfs aan dat God het volk Israel voorloog toen hij hen vrede  beloofde: (Jeremia 4:10)  Toen zeide ik: Ach, Heere HEERE! waarlijk, Gij hebt dit volk en Jeruzalem grotelijks bedrogen, zeggende: Gijlieden zult vrede hebben; daar het zwaard tot aan de ziel raakt.

 

5 uur geleden zei antoon:

Inderdaad, het woord Egypte wordt vaker gebruikt in de schrift, ook in veel boeken, waarbij je niet aan de letterlijke staat kan denken, ik denk dat er goede redenen zijn om aan te nemen dat het in veel gevallen ook symbolisch is en staat voor de heersende wereld in het algemeen, waarbij je aangehaalde vers de toetssteen is @Wouter Philippaerts

Dat is hier niet het geval.
Dit stuk gaat letterlijk wel degelijk over Egypte. Er worden in hoofdstuk 30 plaatsnamen genoemd (Soan, Chanes) zonder enige mogelijkheid om dat overdrachtelijk op te vatten. 

[Wouter Philippaerts 87]

Op 14-1-2021 om 12:35 zei Dat beloof ik:

Nee, daar kun je geenszins van op aan. Niet omdat ik daar nu in wil stoken, maar het staat het gewoon in de Bijbel. Een paar voorbeelden.

(Jeremia 32:42) Want zo zegt de HEERE: Gelijk als Ik over dit volk gebracht heb al dit grote kwaad, alzo zal Ik over hen brengen al het goede, dat Ik over hen spreke.

God kan geheel willekeurig een boze geest doen uitgaan: (1 Samuel 18:10) En het geschiedde des anderen daags, dat de boze geest Gods over Saul vaardig werd,.... (Richteren 9:23) Zo zond God een bozen geest tussen Abimelech en tussen de burgers van Sichem; en de burgers van Sichem handelden trouweloos tegen Abimelech;

Jeremia geeft zelfs aan dat God het volk Israel voorloog toen hij hen vrede  beloofde: (Jeremia 4:10)  Toen zeide ik: Ach, Heere HEERE! waarlijk, Gij hebt dit volk en Jeruzalem grotelijks bedrogen, zeggende: Gijlieden zult vrede hebben; daar het zwaard tot aan de ziel raakt.

 

Dat is hier niet het geval.
Dit stuk gaat letterlijk wel degelijk over Egypte. Er worden in hoofdstuk 30 plaatsnamen genoemd (Soan, Chanes) zonder enige mogelijkheid om dat overdrachtelijk op te vatten. 

2 Tess. 2:

11 En daarom zal God hun een inwerking van dwaling zenden, dat zij de valsheid geloven, 12 opdat allen gericht worden die de waarheid niet geloven, maar welbehagen hebben in de onrechtvaardigheid. NCV

God beloont ieder naar zijn daden. Saul, Abimelech en de joden hadden zich ernstig misdragen. Gelukkig kent God hier ook de weg terug naar verzoening en dat is via Jezus.

Ref. Rom 2:6.