Spring naar bijdragen

Aanbevolen berichten

warningM.pngAdmod note:
Topic afgesplitst van het topic over de zondvloed. Hier verder over Jefta's offer.


De Bijbel geeft aan wat afgodenaanbidders doen. O.a. kinderoffers brengen. Ook maar gedogen?
Je bedoelt zoals Jeftha deed in Richteren 11:30-40? Daar gebeurt het na een belofte aan God. En Abraham wilde het zelfs doen op bevel van God.
Link naar bericht
Deel via andere websites
De Bijbel geeft aan wat afgodenaanbidders doen. O.a. kinderoffers brengen. Ook maar gedogen?
Je bedoelt zoals Jeftha deed in Richteren 11:30-40? Daar gebeurt het na een belofte aan God. En Abraham wilde het zelfs doen op bevel van God.

Jongens... Zie wat een "biblicistische" manier van bijbellezen ons kan opleveren! Dit soort inzinnige "wellus-nietus" discussies.

Een strikt letterlijke lezing doet de mens niet ontkomen aan de conclusie dat Jefta zich aan zijn belofte heeft gehouden en dat brandoffer heeft gebracht... Maar heeft hij dat gedaan? En is de enige conclusie die je hier kan trekken dat ook volgelingen van God hun kinderen desnoods aan het vuur prijsgeven of eigenlijk ook gewoon afgodendienaar zijn??? Dacht het toch niet....

Denk eens na over dit stukje dat ik tegenkwam op "het net", waarin beschreven staat welke nieuwe vragen en antwoorden dit stukje allemaal kan oproepen. En dat is maar informatie uit één bron (de Jewish Encyclopedia): http://www.jewishencyclopedia.com/articles/8584-jephthah

Jephthah is represented by the Rabbis as an insignificant person. That vain men gathered about him (Judges xi. 3) was an illustration of the proverb that a sterile date-palm associates with fruitless trees (B. Ḳ. 92b). His name being mentioned in connection with Samuel's (I Sam. xii. 11) shows that even the most insignificant man, when appointed to a position of importance,must be treated by his contemporaries as if his character were equal to his office (R. H. 25b). He is classed with the fools who do not distinguish between vows (Eccl. R. iv. 7); he was one of the three men (Ta'an. 4a), or according to other authorities one of the four men (Gen. R. lx. 3), who made imprudent vows, but he was the only one who had occasion to deplore his imprudence. According to some commentators, among whom were Ḳimḥi and Levi b. Gershom, Jephthah only kept his daughter in seclusion. But in Targ. Yer. to Judges xi. 39 and the Midrash it is taken for granted that Jephthah immolated his daughter on the altar, which is regarded as a criminal act; for he might have applied to Phinehas to absolve him from his vow. But Jephthah was proud: "I, a judge of Israel, will not humiliate myself to my inferior." Neither was Phinehas, the high priest, willing to go to Jephthah. Both were punished: Jephthah died by an unnatural decaying of his body; fragments of flesh fell from his bones at intervals, and were buried where they fell, so that his body was distributed in many places (comp. Judges xii. 7, Hebr.). Phinehas was abandoned by the Holy Spirit (Gen. R. l.c.).

The Rabbis concluded also that Jephthah was an ignorant man, else he would have known that a vow of that kind is not valid; according to R. Johanan, Jephthah had merely to pay a certain sum to the sacred treasury of the Temple in order to be freed from the vow; according to R. Simeon ben Laḳish, he was free even without such a payment (Gen. R. l.c.; comp. Lev. R. xxxvii. 3). According to Tan., Beḥuḳḳotai, 7, and Midrash Haggadah to Lev. xxvii. 2, even when Jephthah made the vow God was irritated against him: "What will Jephthah do if an unclean animal comes out to meet him?" Later, when he was on the point of immolating his daughter, she inquired, "Is it written in the Torah that human beings should be brought as burnt offerings?" He replied, "My daughter, my vow was, 'whatsoever cometh forth of the doors of my house.'" She answered, "But Jacob, too, vowed that he would give to Yhwh the tenth part of all that Yhwh gave him (Gen. xxviii. 22); did he sacrifice any of his sons?" But Jephthah remained inflexible. His daughter then declared that she would go herself to the Sanhedrin to consult them about the vow, and for this purpose asked her father for a delay of two months (comp. Judges xi. 37). The Sanhedrin, however, could not absolve her father from the vow, for God made them forget the Law in order that Jephthah should be punished for having put to death 42,000 Ephraimites (Judges xii. 6).

Was hij inderdaad maar een onbetekenend man? Of een domkop 1e klas, dat hij niet bedacht om eens met de priester te gaan praten over zijn (stomme) belofte? Was hij inderdaad te trots om hulp te zoeken en heeft hij zijn dochter inderdaad omgebracht?

Het verhaal heeft een open einde: Er stijgt geen rook op van een brandstapel aan het einde van het verhaal maar Jefta krijgt geen nageslacht (maar: Israël treurt jaarlijks om zijn dochter en niet om hem)... Had de schrijver van het boek Rechters met dat alles een bedoeling??

Wat is eigenlijk de kernboodschap van dat boek Rechters? Gaat dat boek over "leiderschap"? Maar wie/Wie zou eigenlijk de leider/Leider van Israël moeten zijn?

Richt 2:6 Toen Jozua de volksvergadering had ontbonden, waren de Israëlieten eropuit getrokken om het land in bezit te nemen, elke stam het gebied dat hun was toegewezen. 7 Zolang Jozua leefde, had het volk de HEER gediend. Ook na zijn dood waren ze de HEER blijven dienen zolang de stammen werden aangevoerd door Jozua’s leeftijdsgenoten, die getuige waren geweest van de grootse daden die de HEER voor Israël had verricht. 8 Jozua, de zoon van Nun, de dienaar van de HEER, was gestorven toen hij honderdtien jaar oud was. 9 Hij was begraven in het gebied dat hem was toegewezen: in Timnat-Cheres in het bergland van Efraïm, ten noorden van de Gaäs. 10 Toen ook zijn leeftijdsgenoten met hun voorouders waren verenigd, kwam er een volgende generatie, die niet vertrouwd was met de HEER en wat hij voor Israël had gedaan.

11 De Israëlieten begonnen te doen wat slecht is in de ogen van de HEER: ze gingen de Baäls dienen. 12 Ze keerden de HEER de rug toe, de God van hun voorouders, die hen uit Egypte had geleid, en begonnen achter andere goden aan te lopen die werden vereerd door de volken waartussen ze woonden.

Godskennis leidt tot trouw, maar een haperende godsrelatie tot goddeloosheid (een "vergeten van God"), lijkt hier de boodschap. De terugkerende boodschap in het hele boek is immers een treurige herhaling van: "De Israëlieten deden wat slecht is in de ogen van de HEER: ze vergaten de HEER, hun God"...

En het hele boek eindigt met alle ellende in/van de stam Benjamin. En de verzuchting (als laatste opmerking):

In die tijd was er geen koning in Israël; iedereen deed wat in zijn eigen ogen goed was.

Is die opmerking bedoeld als "opstap" naar de 4 boeken 'Koningen'? Of moet hier meer aan een ideaal Koningschap gedacht worden? Een Messiaans koningschap? En/of Theocratie??

Want wat zegt 1 Sam 8:7 over het koningschap zoals dat door Israël werd gewenst??

Dat lijken me stuk voor stuk zinniger vragen waar we meer van zouden kunnen leren dan hetgeen nu bediscussieerd wordt... Maar ga jullie gang hoor...!!

Link naar bericht
Deel via andere websites
Ik denk dat een ander topic daar beter voor geschikt is.

Weet ik. Maar ik heb e.e.a. hier toch maar gepost in een lopende discussie (ook al ging het om een zijspoor), om aan te geven dat een andere benadering van de bijbel (ook over het onderwerp 'zondvloed') misschien veel vruchtbaarder is en meer oplevert dan slechts een bevestiging van het eigen gelijk en munitie om de andersdenkende te beschieten...

Ik denk dat het zinvoller is om gezamenlijk de betekenis(sen) van een tekst te achterhalen... Ook al ben je agnost of b.v. aanhanger van een christelijke "splintergroepering" (zoals b.v. ondergetekende :+ )

En dat moet ook kunnen in een "zondvloedtopic" in het forumdeel "geloof algemeen", denk ik dan...

En kan ook aansluiten bij "optie 3" van de topicstarter:

Het verhaal van de zondvloed uit de bijbel lijkt heel erg op het zondvloed verhaal uit het Gilgamesj-epos. Hoe kan dat?

3.beide stammen af van een gemeenschappelijke 'oerbron'

Want: als er een gemeenschappelijke oerbron zou zijn, wat zeggen de overeenkomsten en verschillen ons dan over de boodschap die Genesis ons wil meegeven??

(of dat Gilgamesj-epos natuurlijk... het blijft hier "geloof algemeen"... ;) )

Link naar bericht
Deel via andere websites

Dat lijken me stuk voor stuk zinniger vragen waar we meer van zouden kunnen leren dan hetgeen nu bediscussieerd wordt... Maar ga jullie gang hoor...!!

Het was inderdaad kort door de bocht. Maar een zijstapje naar de wat tweeslachtige houding naar moraal die ik vaststelde kon even geen kwaad. Het is inderdaad iets voor een ander onderwerp.
Link naar bericht
Deel via andere websites
De Bijbel geeft aan wat afgodenaanbidders doen. O.a. kinderoffers brengen. Ook maar gedogen?
Je bedoelt zoals Jeftha deed in Richteren 11:30-40? Daar gebeurt het na een belofte aan God. En Abraham wilde het zelfs doen op bevel van God.
Even nauwkeurig lezen.

Jefta offerde zijn dochter niet, zij ging in de tempeldienst.

Abraham toonde onwetend de voorafschaduwing van het offer van Jezus, de zoon van JHWH.

Hij had een volledig vertrouwen in zijn hemelse vader en wist dat de aan hem gegeven belofte zou doen uitkomen.

Link naar bericht
Deel via andere websites
De Bijbel geeft aan wat afgodenaanbidders doen. O.a. kinderoffers brengen. Ook maar gedogen?
Je bedoelt zoals Jeftha deed in Richteren 11:30-40? Daar gebeurt het na een belofte aan God. En Abraham wilde het zelfs doen op bevel van God.
Even nauwkeurig lezen.

Jefta offerde zijn dochter niet, zij ging in de tempeldienst.

Eh... Welke bijzonder goed overdachte gelofte legde hij af?? Vanuit je eigen Nieuwe Wereldvertaling:

Rechters 11:30 Toen deed Jefta een gelofte aan Jehovah en zei: „Indien gij de zonen van Ammon zonder mankeren in mijn hand geeft, 31 moet het ook geschieden dat degene die naar buiten komt, die mij uit de deuren van mijn huis tegemoet komt wanneer ik in vrede van de zonen van Ammon terugkeer, dan aan Jehovah moet toebehoren, en ik moet diegene ten brandoffer brengen.â€

34 Ten slotte kwam Jefta naar Mizpa, naar zijn huis, en zie! daar kwam zijn dochter hem tegemoet, met tamboerijnspel en dans! Zij nu was werkelijk het enige kind. Buiten haar had hij noch zoon noch dochter. 35 Nu geschiedde het dat zodra hij haar in het oog kreeg, hij voorts zijn kleren scheurde en zei: „Ach, mijn dochter! Gij hebt mij werkelijk nedergebogen, en gíj zijt degene geworden over wie ik de banvloek bracht. En ik — ik heb mijn mond tegenover Jehovah geopend, en ik kan niet meer terug.â€

Vanwaar dan het vertoon van rouw als zijn dochter een eervolle betrekking zou krijgen in de Tempel?? Jefta scheurde zijn kleren...

Link naar bericht
Deel via andere websites
Je bedoelt zoals Jeftha deed in Richteren 11:30-40? Daar gebeurt het na een belofte aan God. En Abraham wilde het zelfs doen op bevel van God.
Even nauwkeurig lezen.

Jefta offerde zijn dochter niet, zij ging in de tempeldienst.

Eh... Welke bijzonder goed overdachte gelofte legde hij af?? Vanuit je eigen Nieuwe Wereldvertaling:

Rechters 11:30 Toen deed Jefta een gelofte aan Jehovah en zei: „Indien gij de zonen van Ammon zonder mankeren in mijn hand geeft, 31 moet het ook geschieden dat degene die naar buiten komt, die mij uit de deuren van mijn huis tegemoet komt wanneer ik in vrede van de zonen van Ammon terugkeer, dan aan Jehovah moet toebehoren, en ik moet diegene ten brandoffer brengen.â€

34 Ten slotte kwam Jefta naar Mizpa, naar zijn huis, en zie! daar kwam zijn dochter hem tegemoet, met tamboerijnspel en dans! Zij nu was werkelijk het enige kind. Buiten haar had hij noch zoon noch dochter. 35 Nu geschiedde het dat zodra hij haar in het oog kreeg, hij voorts zijn kleren scheurde en zei: „Ach, mijn dochter! Gij hebt mij werkelijk nedergebogen, en gíj zijt degene geworden over wie ik de banvloek bracht. En ik — ik heb mijn mond tegenover Jehovah geopend, en ik kan niet meer terug.â€

Vanwaar dan het vertoon van rouw als zijn dochter een eervolle betrekking zou krijgen in de Tempel?? Jefta scheurde zijn kleren...

Er staat nergens dat zij daadwerkelijk geofferd is.

Wanneer je de leer van de gehele Bijbel meeneemt, zie je da mensenoffers een gruwel voor JHWH is.

Vandaar ook de Joodse reactie op Jezus woorden: Joh 6:

55 want mijn vlees is waar voedsel en mijn bloed is ware drank.

60 Toen velen van zijn discipelen dit daarom hoorden, zeiden zij: „Deze rede is aanstootgevend; wie kan ernaar luisteren?â€

Sommige critici en geleerden hebben Jefta wegens zijn gelofte veroordeeld, omdat zij van mening zijn dat Jefta zijn dochter als een mensenoffer heeft verbrand, zoals dat bij andere natiën gebruikelijk was. Maar dat is niet het geval.

Letterlijk een mensenoffer brengen zou een belediging van JHWH zijn, iets walgelijks dat indruiste tegen zijn wet. Hij gebood Israël uitdrukkelijk: „Gij moogt niet leren doen naar de verfoeilijkheden van die natiën. Er dient onder u niemand te worden gevonden die zijn zoon of zijn dochter door het vuur laat gaan. Want iedereen die deze dingen doet, is iets verfoeilijks voor JHWH, en wegens deze verfoeilijkheden verdrijft JHWH, uw God, hen van voor uw aangezicht†(De 18:9-12). Indien iemand zoiets deed, zou hij door JHWH vervloekt en niet gezegend worden. Het waren juist degenen tegen wie Jefta streed, de Ammonieten, die mensenoffers aan hun god Molech brachten.

Toen Jefta zijn dochter naar het heiligdom bracht, dat zich destijds in Silo bevond, en haar daar aanbood, zal hij ongetwijfeld tevens een dierlijk brandoffer hebben gebracht.

Het was zowel van de kant van Jefta als van zijn dochter een echt offer, want hij had geen andere kinderen. Het betekende derhalve dat hij geen nakomeling zou hebben om zijn naam en zijn erfdeel in Israël voort te zetten. Jefta’s dochter was in dit opzicht zijn enige hoop.

Zij weende niet over haar dood maar over haar „maagdelijkheidâ€, want iedere Israëlitische man en vrouw koesterde het verlangen kinderen te krijgen opdat de naam en het erfdeel van de familie in stand gehouden kon worden. Kinderloosheid was een ramp. Maar Jefta’s dochter „heeft nooit betrekkingen gehad met een manâ€.

Als deze woorden uitsluitend van toepassing waren op de tijd voordat de gelofte gestand werd gedaan, zouden ze overbodig zijn geweest, want er wordt uitdrukkelijk van haar gezegd dat zij een maagd was. Dat de uitspraak betrekking heeft op de inlossing van de gelofte, blijkt uit het feit dat ze volgt op de zinsnede: ’Hij vervulde zijn gelofte die hij ten aanzien van haar had gedaan.’ Het verslag laat in feite uitkomen dat zij ook nadat de gelofte vervuld was, haar maagdelijkheid bewaarde.

Link naar bericht
Deel via andere websites
Even nauwkeurig lezen.

Jefta offerde zijn dochter niet, zij ging in de tempeldienst.

Eh... Welke bijzonder goed overdachte gelofte legde hij af?? Vanuit je eigen Nieuwe Wereldvertaling:

Rechters 11:30 Toen deed Jefta een gelofte aan Jehovah en zei: „Indien gij de zonen van Ammon zonder mankeren in mijn hand geeft, 31 moet het ook geschieden dat degene die naar buiten komt, die mij uit de deuren van mijn huis tegemoet komt wanneer ik in vrede van de zonen van Ammon terugkeer, dan aan Jehovah moet toebehoren, en ik moet diegene ten brandoffer brengen.â€

34 Ten slotte kwam Jefta naar Mizpa, naar zijn huis, en zie! daar kwam zijn dochter hem tegemoet, met tamboerijnspel en dans! Zij nu was werkelijk het enige kind. Buiten haar had hij noch zoon noch dochter. 35 Nu geschiedde het dat zodra hij haar in het oog kreeg, hij voorts zijn kleren scheurde en zei: „Ach, mijn dochter! Gij hebt mij werkelijk nedergebogen, en gíj zijt degene geworden over wie ik de banvloek bracht. En ik — ik heb mijn mond tegenover Jehovah geopend, en ik kan niet meer terug.â€

Vanwaar dan het vertoon van rouw als zijn dochter een eervolle betrekking zou krijgen in de Tempel?? Jefta scheurde zijn kleren...

Er staat nergens dat zij daadwerkelijk geofferd is.

Wanneer je de leer van de gehele Bijbel meeneemt, zie je da mensenoffers een gruwel voor JHWH is.

Vandaar ook de Joodse reactie op Jezus woorden: Joh 6:

55 want mijn vlees is waar voedsel en mijn bloed is ware drank.

60 Toen velen van zijn discipelen dit daarom hoorden, zeiden zij: „Deze rede is aanstootgevend; wie kan ernaar luisteren?â€

Sommige critici en geleerden hebben Jefta wegens zijn gelofte veroordeeld, omdat zij van mening zijn dat Jefta zijn dochter als een mensenoffer heeft verbrand, zoals dat bij andere natiën gebruikelijk was. Maar dat is niet het geval.

Letterlijk een mensenoffer brengen zou een belediging van JHWH zijn, iets walgelijks dat indruiste tegen zijn wet. Hij gebood Israël uitdrukkelijk: „Gij moogt niet leren doen naar de verfoeilijkheden van die natiën. Er dient onder u niemand te worden gevonden die zijn zoon of zijn dochter door het vuur laat gaan. Want iedereen die deze dingen doet, is iets verfoeilijks voor JHWH, en wegens deze verfoeilijkheden verdrijft JHWH, uw God, hen van voor uw aangezicht†(De 18:9-12). Indien iemand zoiets deed, zou hij door JHWH vervloekt en niet gezegend worden. Het waren juist degenen tegen wie Jefta streed, de Ammonieten, die mensenoffers aan hun god Molech brachten.

Toen Jefta zijn dochter naar het heiligdom bracht, dat zich destijds in Silo bevond, en haar daar aanbood, zal hij ongetwijfeld tevens een dierlijk brandoffer hebben gebracht.

Het was zowel van de kant van Jefta als van zijn dochter een echt offer, want hij had geen andere kinderen. Het betekende derhalve dat hij geen nakomeling zou hebben om zijn naam en zijn erfdeel in Israël voort te zetten. Jefta’s dochter was in dit opzicht zijn enige hoop.

Ook dan is de rouwreactie van Jefta opmerkelijk... Vergelijk die reactie eens met die van Hanna. Nadat ze haar enige en langgewenste zoon had 'afgestaan' aan God jubelde ze:

Nu juicht mijn hart dankzij de HEER,

fier heft mijn hoofd zich op, dankzij de HEER,

mijn mond spreekt vrijmoedig tegen mijn vijanden,

want dankzij uw hulp beleef ik vreugde. (1 Sam 2)

Maar Jefta scheurde zijn kleren...

Link naar bericht
Deel via andere websites

Ft schreef:

Toen Jefta zijn dochter naar het heiligdom bracht, dat zich destijds in Silo bevond, en haar daar aanbood, zal hij ongetwijfeld tevens een dierlijk brandoffer hebben gebracht.

oh ja? dat wil je misschien zo lezen?

een belofte blijft toch een belofte?

De Nieuwe Bijbelvertaling schrijft dat Jefta zijn dochter daadwerkelijk geofferd heeft.

34 Toen Jefta terugkwam in zijn woonplaats Mispa, werd hij met reidansen en trommelspel verwelkomd. Zijn dochter ging voorop. Zij was zijn enige kind, andere zonen of dochters had hij niet. 35 Meteen toen hij haar zag scheurde hij zijn kleren en riep uit: ‘Ach mijn kind, dat jij me deze slag moet toebrengen, dat juist jij het bent die me in het ongeluk stort! Ik heb de HEER een gelofte gedaan en daar kan ik niet op terugkomen.’ 36 ‘U hebt de HEER een gelofte gedaan, vader,’ antwoordde ze. ‘Nu hij u gewroken heeft op uw vijanden, de Ammonieten, moet u met mij doen zoals u hebt beloofd. 37 Maar dit wil ik nog vragen: gun me voordat u uw gelofte ten uitvoer brengt nog twee maanden tijd, zodat ik met mijn vriendinnen de bergen in kan trekken om erover te treuren dat ik nooit iemands vrouw zal zijn.’ 38 ‘Goed,’ zei Jefta, en hij liet haar voor twee maanden de bergen in gaan om met haar vriendinnen om haar maagdelijkheid te treuren. 39 Toen die twee maanden voorbij waren keerde ze naar haar vader terug, en hij bracht zijn gelofte ten uitvoer. Nooit had ze met een man geslapen. Sindsdien is het in Israël de gewoonte 40 dat de jonge meisjes elk jaar vier dagen lang rouwklagen om Jefta’s dochter.

Link naar bericht
Deel via andere websites
Ft schreef:
Toen Jefta zijn dochter naar het heiligdom bracht, dat zich destijds in Silo bevond, en haar daar aanbood, zal hij ongetwijfeld tevens een dierlijk brandoffer hebben gebracht.

oh ja? dat wil je misschien zo lezen?

een belofte blijft toch een belofte?

De Nieuwe Bijbelvertaling schrijft dat Jefta zijn dochter daadwerkelijk geofferd heeft.

34 Toen Jefta terugkwam in zijn woonplaats Mispa, werd hij met reidansen en trommelspel verwelkomd. Zijn dochter ging voorop. Zij was zijn enige kind, andere zonen of dochters had hij niet. 35 Meteen toen hij haar zag scheurde hij zijn kleren en riep uit: ‘Ach mijn kind, dat jij me deze slag moet toebrengen, dat juist jij het bent die me in het ongeluk stort! Ik heb de HEER een gelofte gedaan en daar kan ik niet op terugkomen.’ 36 ‘U hebt de HEER een gelofte gedaan, vader,’ antwoordde ze. ‘Nu hij u gewroken heeft op uw vijanden, de Ammonieten, moet u met mij doen zoals u hebt beloofd. 37 Maar dit wil ik nog vragen: gun me voordat u uw gelofte ten uitvoer brengt nog twee maanden tijd, zodat ik met mijn vriendinnen de bergen in kan trekken om erover te treuren dat ik nooit iemands vrouw zal zijn.’ 38 ‘Goed,’ zei Jefta, en hij liet haar voor twee maanden de bergen in gaan om met haar vriendinnen om haar maagdelijkheid te treuren. 39 Toen die twee maanden voorbij waren keerde ze naar haar vader terug, en hij bracht zijn gelofte ten uitvoer. Nooit had ze met een man geslapen. Sindsdien is het in Israël de gewoonte 40 dat de jonge meisjes elk jaar vier dagen lang rouwklagen om Jefta’s dochter.

Die laatste zin zou je op kunnen vatten als rouwbetoon... Waarmee de conclusie versterkt wordt dat Jefta inderdaad heeft gedaan wat hij beloofd had: de dochter brandofferen...

Maar het woord "tanah" wat in die zin gebruikt wordt komt (zover ik het kan nagaan) 2x voor in de Schrift. En allebei de keren in dit bijbelboek. En (opnieuw zover ik het kan nagaan) zou ook iets neutralers kunnen betekenen als 'herdenken' (hetzij iets treurigs, hetzij een blije gebeurtenis). In die zin zou de vertaling van het WTG kunnen kloppen ("ze zwaaiden haar jaarlijks lof toe"...)

Punt is alleen: dat deden ze niet met Samuël en het handelen van die dochter (in tempeldienst gaan) was nu ook weer niet zo opmerkelijk, dat men dat jaarlijks zou moeten gedenken... Het was niet haar verdienste dat ze ging (als dat de afloop van het verhaal zou zijn geweest...), maar ze was gebonden aan de belofte van haar vader, en die diende ze te gehoorzamen... Niets meer en niets minder... Als Israël daar jaarlijks de vlag voor moest uitsteken...!!

Nee. Dan dat vertoon van rouw van Jefta... Dat gaat dieper dan "een enige dochter kwijt zijn aan het heiligdom van God om daar te dienen"... Hier wordt gerouwd om een dode. En dat herdenken is het herdenken van een dode... Vandaar de vertaling "dat de jonge meisjes elk jaar vier dagen lang rouwklagen om Jefta’s dochter"...

Maar goed: het verhaal heeft een wat open einde... En eindigt niet met een brandstapel...

De les zit hem hier dus niet in dat offer op zich (waarvan de bijbel elders gewoon zegt dat God geen mensenoffers wil...) Maar in iets anders...

Ik denk dat uiteindelijk Jefta hier ten tonele wordt gevoerd als een 'leider die bepaald niet aan de hoge standaard van een leider voldoet'. Niet meer en niets minder... Israël wordt waarschijnlijk geacht te verzuchten:

"In die tijd was er geen Koning in Israël; iedereen deed wat in zijn eigen ogen goed was". (Richt 21:25)

Dat gold ook voor Jefta. Want die beloofde iets stoms...

Link naar bericht
Deel via andere websites
Maar Jefta scheurde zijn kleren...
Wat anders kon hij doen om zijn rouw uit te drukken over het afzien van nageslacht?

Als teken van ongeloof!!!

Nee, dan Hanna:

"De HEER doet sterven en doet leven" (1 Sam 2 opnieuw)

Zij had het begrepen: jarenlang hopen op een kind en het vervolgens aan God afstaan (voor een zelfde dienst te Silo!!) en dan WETEN dat God doet sterven en leven...

Ofwel: bij het dienen van God past geen rouw. Want God zal ook Hanna laten voortleven...!! Al heeft ze geen nageslacht...

Link naar bericht
Deel via andere websites
Als teken van ongeloof!!!?
Nee. Hij had een vast geloof en kwam getrouw zijn belofte na, zijn dochter ging in de tempeldienst. Getrouwe Israëlieten hebben NOOIT mensenoffers gebracht. Het is een gruwel in Gods ogen.
Link naar bericht
Deel via andere websites
Als teken van ongeloof!!!?
Nee. Hij had een vast geloof en kwam getrouw zijn belofte na, zijn dochter ging in de tempeldienst. Getrouwe Israëlieten hebben NOOIT mensenoffers gebracht. Het is een gruwel in Gods ogen.

Tja... Als je dan echt je zin wil hebben is verder praten zinloos... :D

Maar, eh... Denk je niet dat zijn voorwaardelijke belofte wel eens een ernstige aanwijzing zou kunnen zijn van zijn gebrek aan geloof???

Want zelfs nadat hij was "gegrepen door de geest van de HEER" deed hij een voorwaardelijke belofte:

‘Als u de Ammonieten aan mij uitlevert, 31 dan zal het eerste dat me bij mijn behouden thuiskomst tegemoet komt voor u zijn; dat zal ik als brandoffer aan u opdragen.’

Hij had nota bene kort tevoren een preek gehouden met de koning van Ammon als toehoorder; met als kernboodschap het vetgedrukte deel:

Rechters 11:21 Maar de HEER, de God van Israël, leverde Sichon met zijn hele leger aan Israël uit, zodat ze werden verslagen. Israël nam het hele gebied in bezit dat aan de Amorieten had toebehoord. 22 Ze namen al het land van de Amorieten in bezit: het hele gebied van de Arnon tot aan de Jabbok en van de woestijn tot aan de Jordaan. 23 Welnu, de HEER, de God van Israël, heeft de Amorieten voor zijn eigen volk verdreven. En ú meent aanspraak te kunnen maken op hun bezit? 24 Nee! Wat u dankzij uw god Kemos in bezit hebt gekregen kunt u uw eigendom noemen, maar het bezit van degenen die de HEER, onze God, voor ons verdreven heeft, is ons eigendom!

Hij WEET dat God de Amorieten ooit verdreven heeft, maar toch stelt hij nog voorwaarden... Vanuit "geloofsoogpunt" nogal onnadenkend... En onnadenkend was zijn belofte...

Link naar bericht
Deel via andere websites
Tja... Als je dan echt je zin wil hebben is verder praten zinloos... :D

.

Ik ben er niet op uit om “mijn zin†te krijgen. Ik geloof Jezus uitspraak: “Uw woord is waarheidâ€. En dat is van toepassing op de gehele Bijbelse leer.

Voor God is een mensenoffer een gruwel. Hij offerde zijn dochter op aan de tempeldienst. Dat betekende voor hem een groot offer.

Hij deed inderdaad zijn gelofte onnadenkend, maar hij was consequent.

Link naar bericht
Deel via andere websites
Tja... Als je dan echt je zin wil hebben is verder praten zinloos... :D

.

Ik ben er niet op uit om “mijn zin†te krijgen. Ik geloof Jezus uitspraak: “Uw woord is waarheidâ€. En dat is van toepassing op de gehele Bijbelse leer.

Voor God is een mensenoffer een gruwel. Hij offerde zijn dochter op aan de tempeldienst. Dat betekende voor hem een groot offer.

Hij deed inderdaad zijn gelofte onnadenkend, maar hij was consequent.

Het doelgericht breken van het huwelijk van een ander is God ook een gruwel. En toch weerhield het verbod David niet om het aan te leggen met zijn buurvrouw Batseba...

Het “Uw woord is waarheid†is hier helemaal niet de kwestie...!! En ik stel de waarheid van de Schrift ook helemaal niet ter discussie. Maar in die bijbel staan ook gewoon voorbeelden van hoe het niet moet... Ik haalde al dit voorbeeld van David aan (die op andere momenten in zijn leven voor ons een groot voorbeeld mocht zijn!!). En dat handelen van Jefta is er ook zo een...

Hetzij door zijn letterlijke nakomen van zijn onnadenkend uitgesproken belofte, hetzij via zijn misplaatste rouwbetoon vanuit ongeloof (niet beseffend dat God ook hem een blijvende plaats in het Beloofde Land zou kunnen geven, al zou zijn dochter in dienst zijn getreden van het heiligdom - in dat geval is Hanna ons voorbeeld hoe het wel moet en Jefta hoe het niet moet!)

Link naar bericht
Deel via andere websites
[Het doelgericht breken van het huwelijk van een ander is God ook een gruwel. En toch weerhield het verbod David niet om het aan te leggen met zijn buurvrouw Batseba...
David had haar man laten sneuvelen en trachtte te vergeefs de zaak te verdoezelen. Nathan riep hem te verantwoording (zie het verslag) en liet hem onbewust zichzelf veroordelen. Zijn reactie, oprecht berouw.

2 Sam 12:

13 David zei nu tot Nathan: „Ik heb tegen JHWH gezondigd.†Hierop zei Nathan tot David: „JHWH laat van zijn kant uw zonde werkelijk voorbijgaan. Gij zult niet sterven.

14 Niettegenstaande dat zal, omdat gij door deze zaak JHWH ontegenzeglijk met minachting hebt bejegend, ook de zoon zelf, die u zojuist geboren is, beslist sterven.â€

Het “Uw woord is waarheid†is hier helemaal niet de kwestie...!! En ik stel de waarheid van de Schrift ook helemaal niet ter discussie. Maar in die bijbel staan ook gewoon voorbeelden van hoe het niet moet... Ik haalde al dit voorbeeld van David aan (die op andere momenten in zijn leven voor ons een groot voorbeeld mocht zijn!!). En dat handelen van Jefta is er ook zo een...

Hetzij door zijn letterlijke nakomen van zijn onnadenkend uitgesproken belofte, hetzij via zijn misplaatste rouwbetoon vanuit ongeloof (niet beseffend dat God ook hem een blijvende plaats in het Beloofde Land zou kunnen geven, al zou zijn dochter in dienst zijn getreden van het heiligdom - in dat geval is Hanna ons voorbeeld hoe het wel moet en Jefta hoe het niet moet!)

Jawel, “Uw woord is waarheidâ€. Het punt is, dat Gods woord betrouwbaar is, ook al lijkt het soms niet zo.

In tegenstelling tot pure menselijke geschiedschrijving, laat de Bijbel alle menselijke aspecten zien.

Niet alleen wat er goed gedaan wordt en de gevolgen van het wèl luisteren naar God, maar ook als het fout gaat, met alle gevolgen. Onvolmaakte mensen maken fouten, soms zeer ernstige. Oprecht berouw geeft vergeving.

Link naar bericht
Deel via andere websites
Jawel, “Uw woord is waarheidâ€. Het punt is, dat Gods woord betrouwbaar is, ook al lijkt het soms niet zo.

Heb je mij ooit iets anders horen verkondigen dan??? :?

Ik reageer in algemene termen.

Ik probeer te laten zien, op basis van de gehele Bijbesle leer, wat er gebeurd. Zo is het mij duidelijk, dat Jefta zijn dochter opdraagt voor de tempel dienst, ook al lijkt het, oppervlakkig gezien, anders.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Een aantal post zijn eerder verwijderd, maar zijn hier wel ontopic:

Even nauwkeurig lezen.

Jefta offerde zijn dochter niet, zij ging in de tempeldienst.

Eh... Welke bijzonder goed overdachte gelofte legde hij af?? Vanuit je eigen Nieuwe Wereldvertaling:

Rechters 11:30 Toen deed Jefta een gelofte aan Jehovah en zei: „Indien gij de zonen van Ammon zonder mankeren in mijn hand geeft, 31 moet het ook geschieden dat degene die naar buiten komt, die mij uit de deuren van mijn huis tegemoet komt wanneer ik in vrede van de zonen van Ammon terugkeer, dan aan Jehovah moet toebehoren, en ik moet diegene ten brandoffer brengen.â€

34 Ten slotte kwam Jefta naar Mizpa, naar zijn huis, en zie! daar kwam zijn dochter hem tegemoet, met tamboerijnspel en dans! Zij nu was werkelijk het enige kind. Buiten haar had hij noch zoon noch dochter. 35 Nu geschiedde het dat zodra hij haar in het oog kreeg, hij voorts zijn kleren scheurde en zei: „Ach, mijn dochter! Gij hebt mij werkelijk nedergebogen, en gíj zijt degene geworden over wie ik de banvloek bracht. En ik — ik heb mijn mond tegenover Jehovah geopend, en ik kan niet meer terug.â€

Vanwaar dan het vertoon van rouw als zijn dochter een eervolle betrekking zou krijgen in de Tempel?? Jefta scheurde zijn kleren...

Er staat nergens dat zij daadwerkelijk geofferd is.

Wanneer je de leer van de gehele Bijbel meeneemt, zie je da mensenoffers een gruwel voor JHWH is.

Vandaar ook de Joodse reactie op Jezus woorden: Joh 6:

55 want mijn vlees is waar voedsel en mijn bloed is ware drank.

60 Toen velen van zijn discipelen dit daarom hoorden, zeiden zij: „Deze rede is aanstootgevend; wie kan ernaar luisteren?â€

Sommige critici en geleerden hebben Jefta wegens zijn gelofte veroordeeld, omdat zij van mening zijn dat Jefta zijn dochter als een mensenoffer heeft verbrand, zoals dat bij andere natiën gebruikelijk was. Maar dat is niet het geval.

Letterlijk een mensenoffer brengen zou een belediging van JHWH zijn, iets walgelijks dat indruiste tegen zijn wet. Hij gebood Israël uitdrukkelijk: „Gij moogt niet leren doen naar de verfoeilijkheden van die natiën. Er dient onder u niemand te worden gevonden die zijn zoon of zijn dochter door het vuur laat gaan. Want iedereen die deze dingen doet, is iets verfoeilijks voor JHWH, en wegens deze verfoeilijkheden verdrijft JHWH, uw God, hen van voor uw aangezicht†(De 18:9-12). Indien iemand zoiets deed, zou hij door JHWH vervloekt en niet gezegend worden. Het waren juist degenen tegen wie Jefta streed, de Ammonieten, die mensenoffers aan hun god Molech brachten.

Toen Jefta zijn dochter naar het heiligdom bracht, dat zich destijds in Silo bevond, en haar daar aanbood, zal hij ongetwijfeld tevens een dierlijk brandoffer hebben gebracht.

Het was zowel van de kant van Jefta als van zijn dochter een echt offer, want hij had geen andere kinderen. Het betekende derhalve dat hij geen nakomeling zou hebben om zijn naam en zijn erfdeel in Israël voort te zetten. Jefta’s dochter was in dit opzicht zijn enige hoop.

Zij weende niet over haar dood maar over haar „maagdelijkheidâ€, want iedere Israëlitische man en vrouw koesterde het verlangen kinderen te krijgen opdat de naam en het erfdeel van de familie in stand gehouden kon worden. Kinderloosheid was een ramp. Maar Jefta’s dochter „heeft nooit betrekkingen gehad met een manâ€.

Als deze woorden uitsluitend van toepassing waren op de tijd voordat de gelofte gestand werd gedaan, zouden ze overbodig zijn geweest, want er wordt uitdrukkelijk van haar gezegd dat zij een maagd was. Dat de uitspraak betrekking heeft op de inlossing van de gelofte, blijkt uit het feit dat ze volgt op de zinsnede: ’Hij vervulde zijn gelofte die hij ten aanzien van haar had gedaan.’ Het verslag laat in feite uitkomen dat zij ook nadat de gelofte vervuld was, haar maagdelijkheid bewaarde.

Ook dan is de rouwreactie van Jefta opmerkelijk... Vergelijk die reactie eens met die van Hanna. Nadat ze haar enige en langgewenste zoon had 'afgestaan' aan God jubelde ze:

Nu juicht mijn hart dankzij de HEER,

fier heft mijn hoofd zich op, dankzij de HEER,

mijn mond spreekt vrijmoedig tegen mijn vijanden,

want dankzij uw hulp beleef ik vreugde. (1 Sam 2)

Maar Jefta scheurde zijn kleren...

Ft schreef:
Toen Jefta zijn dochter naar het heiligdom bracht, dat zich destijds in Silo bevond, en haar daar aanbood, zal hij ongetwijfeld tevens een dierlijk brandoffer hebben gebracht.

oh ja? dat wil je misschien zo lezen?

een belofte blijft toch een belofte?

De Nieuwe Bijbelvertaling schrijft dat Jefta zijn dochter daadwerkelijk geofferd heeft.

34 Toen Jefta terugkwam in zijn woonplaats Mispa, werd hij met reidansen en trommelspel verwelkomd. Zijn dochter ging voorop. Zij was zijn enige kind, andere zonen of dochters had hij niet. 35 Meteen toen hij haar zag scheurde hij zijn kleren en riep uit: ‘Ach mijn kind, dat jij me deze slag moet toebrengen, dat juist jij het bent die me in het ongeluk stort! Ik heb de HEER een gelofte gedaan en daar kan ik niet op terugkomen.’ 36 ‘U hebt de HEER een gelofte gedaan, vader,’ antwoordde ze. ‘Nu hij u gewroken heeft op uw vijanden, de Ammonieten, moet u met mij doen zoals u hebt beloofd. 37 Maar dit wil ik nog vragen: gun me voordat u uw gelofte ten uitvoer brengt nog twee maanden tijd, zodat ik met mijn vriendinnen de bergen in kan trekken om erover te treuren dat ik nooit iemands vrouw zal zijn.’ 38 ‘Goed,’ zei Jefta, en hij liet haar voor twee maanden de bergen in gaan om met haar vriendinnen om haar maagdelijkheid te treuren. 39 Toen die twee maanden voorbij waren keerde ze naar haar vader terug, en hij bracht zijn gelofte ten uitvoer. Nooit had ze met een man geslapen. Sindsdien is het in Israël de gewoonte 40 dat de jonge meisjes elk jaar vier dagen lang rouwklagen om Jefta’s dochter.

***

Als teken van ongeloof!!!?
Nee. Hij had een vast geloof en kwam getrouw zijn belofte na, zijn dochter ging in de tempeldienst. Getrouwe Israëlieten hebben NOOIT mensenoffers gebracht. Het is een gruwel in Gods ogen.
Als teken van ongeloof!!!?
Nee. Hij had een vast geloof en kwam getrouw zijn belofte na, zijn dochter ging in de tempeldienst. Getrouwe Israëlieten hebben NOOIT mensenoffers gebracht. Het is een gruwel in Gods ogen.

Tja... Als je dan echt je zin wil hebben is verder praten zinloos... :D

Maar, eh... Denk je niet dat zijn voorwaardelijke belofte wel eens een ernstige aanwijzing zou kunnen zijn van zijn gebrek aan geloof???

Want zelfs nadat hij was "gegrepen door de geest van de HEER" deed hij een voorwaardelijke belofte:

‘Als u de Ammonieten aan mij uitlevert, 31 dan zal het eerste dat me bij mijn behouden thuiskomst tegemoet komt voor u zijn; dat zal ik als brandoffer aan u opdragen.’

Hij had nota bene kort tevoren een preek gehouden met de koning van Ammon als toehoorder; met als kernboodschap het vetgedrukte deel:

Rechters 11:21 Maar de HEER, de God van Israël, leverde Sichon met zijn hele leger aan Israël uit, zodat ze werden verslagen. Israël nam het hele gebied in bezit dat aan de Amorieten had toebehoord. 22 Ze namen al het land van de Amorieten in bezit: het hele gebied van de Arnon tot aan de Jabbok en van de woestijn tot aan de Jordaan. 23 Welnu, de HEER, de God van Israël, heeft de Amorieten voor zijn eigen volk verdreven. En ú meent aanspraak te kunnen maken op hun bezit? 24 Nee! Wat u dankzij uw god Kemos in bezit hebt gekregen kunt u uw eigendom noemen, maar het bezit van degenen die de HEER, onze God, voor ons verdreven heeft, is ons eigendom!

Hij WEET dat God de Amorieten ooit verdreven heeft, maar toch stelt hij nog voorwaarden... Vanuit "geloofsoogpunt" nogal onnadenkend... En onnadenkend was zijn belofte...

Tja... Als je dan echt je zin wil hebben is verder praten zinloos... :D

.

Ik ben er niet op uit om “mijn zin†te krijgen. Ik geloof Jezus uitspraak: “Uw woord is waarheidâ€. En dat is van toepassing op de gehele Bijbelse leer.

Voor God is een mensenoffer een gruwel. Hij offerde zijn dochter op aan de tempeldienst. Dat betekende voor hem een groot offer.

Hij deed inderdaad zijn gelofte onnadenkend, maar hij was consequent.

Tja... Als je dan echt je zin wil hebben is verder praten zinloos... :D

.

Ik ben er niet op uit om “mijn zin†te krijgen. Ik geloof Jezus uitspraak: “Uw woord is waarheidâ€. En dat is van toepassing op de gehele Bijbelse leer.

Voor God is een mensenoffer een gruwel. Hij offerde zijn dochter op aan de tempeldienst. Dat betekende voor hem een groot offer.

Hij deed inderdaad zijn gelofte onnadenkend, maar hij was consequent.

Het doelgericht breken van het huwelijk van een ander is God ook een gruwel. En toch weerhield het verbod David niet om het aan te leggen met zijn buurvrouw Batseba...

Het “Uw woord is waarheid†is hier helemaal niet de kwestie...!! En ik stel de waarheid van de Schrift ook helemaal niet ter discussie. Maar in die bijbel staan ook gewoon voorbeelden van hoe het niet moet... Ik haalde al dit voorbeeld van David aan (die op andere momenten in zijn leven voor ons een groot voorbeeld mocht zijn!!). En dat handelen van Jefta is er ook zo een...

Hetzij door zijn letterlijke nakomen van zijn onnadenkend uitgesproken belofte, hetzij via zijn misplaatste rouwbetoon vanuit ongeloof (niet beseffend dat God ook hem een blijvende plaats in het Beloofde Land zou kunnen geven, al zou zijn dochter in dienst zijn getreden van het heiligdom - in dat geval is Hanna ons voorbeeld hoe het wel moet en Jefta hoe het niet moet!)

[Het doelgericht breken van het huwelijk van een ander is God ook een gruwel. En toch weerhield het verbod David niet om het aan te leggen met zijn buurvrouw Batseba...
David had haar man laten sneuvelen en trachtte te vergeefs de zaak te verdoezelen. Nathan riep hem te verantwoording (zie het verslag) en liet hem onbewust zichzelf veroordelen. Zijn reactie, oprecht berouw.

2 Sam 12:

13 David zei nu tot Nathan: „Ik heb tegen JHWH gezondigd.†Hierop zei Nathan tot David: „JHWH laat van zijn kant uw zonde werkelijk voorbijgaan. Gij zult niet sterven.

14 Niettegenstaande dat zal, omdat gij door deze zaak JHWH ontegenzeglijk met minachting hebt bejegend, ook de zoon zelf, die u zojuist geboren is, beslist sterven.â€

Het “Uw woord is waarheid†is hier helemaal niet de kwestie...!! En ik stel de waarheid van de Schrift ook helemaal niet ter discussie. Maar in die bijbel staan ook gewoon voorbeelden van hoe het niet moet... Ik haalde al dit voorbeeld van David aan (die op andere momenten in zijn leven voor ons een groot voorbeeld mocht zijn!!). En dat handelen van Jefta is er ook zo een...

Hetzij door zijn letterlijke nakomen van zijn onnadenkend uitgesproken belofte, hetzij via zijn misplaatste rouwbetoon vanuit ongeloof (niet beseffend dat God ook hem een blijvende plaats in het Beloofde Land zou kunnen geven, al zou zijn dochter in dienst zijn getreden van het heiligdom - in dat geval is Hanna ons voorbeeld hoe het wel moet en Jefta hoe het niet moet!)

Jawel, “Uw woord is waarheidâ€. Het punt is, dat Gods woord betrouwbaar is, ook al lijkt het soms niet zo.

In tegenstelling tot pure menselijke geschiedschrijving, laat de Bijbel alle menselijke aspecten zien.

Niet alleen wat er goed gedaan wordt en de gevolgen van het wèl luisteren naar God, maar ook als het fout gaat, met alle gevolgen. Onvolmaakte mensen maken fouten, soms zeer ernstige. Oprecht berouw geeft vergeving.

Deze posts sluiten niet zozeer chronologisch aan (de *** geeft een onderbreking aan).

Link naar bericht
Deel via andere websites
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

We hebben cookies op je apparaat geplaatst om de werking van deze website te verbeteren. Je kunt je cookie-instellingen aanpassen. Anders nemen we aan dat je akkoord gaat. Lees ook onze Gebruiksvoorwaarden en Privacybeleid