Spring naar bijdragen

1 Samuël 15


Aanbevolen berichten

Ik heb een vraag over 1 Samuël 15.

In een stuk daarvan staat namelijk dit:

Bijbelcitaat {SIMPLETEXT}:10 Toen kwam het woord des HEREN tot Samuël: 11 Het berouwt Mij, dat Ik Saul tot koning heb aangesteld, want hij heeft zich van Mij afgekeerd en mijn bevelen niet uitgevoerd. Hierop ontroerde Samuël hevig en hij riep tot de HERE de gehele nacht.

Even verderop in hetzelfde bijbelvers staat dit:

Bijbelcitaat {SIMPLETEXT}:27 Toen Samuël zich omkeerde en wilde weggaan, greep Saul de slip van zijn mantel, doch deze scheurde af. 28 Daarop zeide Samuël tot hem: De HERE heeft heden het koningschap over Israël van u afgescheurd en heeft het gegeven aan uw naaste, die beter is dan gij. 29 Ook liegt de Onveranderlijke Israëls niet en Hij kent geen berouw; want Hij is geen mens, dat Hij berouw zou hebben.

En vervolgens staat er dit:

Bijbelcitaat {SIMPLETEXT}:35 Samuël zag Saul niet meer tot de dag van zijn dood, maar Samuël droeg leed over Saul. En de HERE had berouw, dat Hij Saul tot koning over Israël had aangesteld.

Hier is het volledige bijbeldeel te lezen.

Hoe kan het dat God berouw heeft, terwijl Samuël zegt dat dat niet zo is? Kan het ermee te maken hebben met hoe de woorden naar het Nederlands zijn vertaald? In meerdere bijbelvertalingen kom ik dit deel op deze manier tegen.

Iemand die mij wat opheldering kan bieden?

Link naar bericht
Deel via andere websites

Hej,

Ik ben bang dat het niet heel erg gaat helpen. Maar het enige wat ik kan kan vinden is dit. Als ik het goed zie dan staat er twee keer hetzelfde Hebreeuwse werkwoord en dezelfde stam. Het werkwoord betekent dan volgens mij(lees: mijn woordenboek :P): 'zich troosten' of 'berouw hebben'. Het tekst kritisch apparaat zwijgt over eventueel andere lezingen, dus volgens mij is de vertaling wel correct en staat er echt twee keer hetzelfde werkwoord en is de betekenis wel correct weergegeven.

Echt verder helpen kan ik je niet, want ik snap er ook geen snars van :) Dus ik ben benieuwd of dat er mensen zijn die dit wel kunnen "oplossen"...

Link naar bericht
Deel via andere websites

Ik denk dat het als volgt is.

Ik denk dat God er berouw over had dat Hij Saul als koning had aangesteld, maar dat Hij er geen berouw over had dat hij het koningschap aan een beter persoon had gegeven. Hij is niet als mensen. Mensen kunnen heel lang treuren over nare dingen die zijn voorgevallen, maar God begint gewoon een nieuw werk met een nieuw persoon en heeft daar grote verwachtingen van.

In het volgende hoofdstuk zegt Hij tegen Samuël dat hij niet langer moet treuren (berouw moet hebben als een mens), maar dat hij een nieuwe koning moet aanstellen.

Bijbelcitaat {SIMPLETEXT}:1 De HERE zeide tot Samuël: Hoelang zult gij nog leed dragen over Saul, en Ik heb hem toch verworpen, dat hij geen koning meer over Israël zal zijn? Vul uw hoorn met olie en ga heen: Ik zend u naar de Betlehemiet Isaï, want onder zijn zonen heb Ik Mij een koning uitgezocht.

God blijft niet berouw hebben en treuren, maar gaat verder met Zijn heilsplan. Eerst was het de bedoeling dat Saul het heil zou brengen over Israël, maar toen hij tegen Gods plannen inging in plaats van met Hem meewerkte besloot Hij om het heilsplan toch uit te voeren, maar dan maar -helaas- via een ander (David). God gaat altijd door met Zijn heilsplan; als het niet via de ene persoon gaat, dan wel via de andere persoon. Hij wil Zijn heilsplan nooit opgeven, uit liefde voor Zijn volk, dus blijft altijd doorgaan met Zijn plan, door welk persoon dan ook.

Eerst wilde Hij heil brengen via het Joodse volk, maar toen dat volk Hem en Zijn Zoon verworp, koos Hij de heidenen om het heil te verspreiden over de aarde. Hij gaat altijd door met Zijn plan.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Het verschil zit in de context van de tekst, God's "berouw" over het aan de macht brengen van Saul concentreert zich op het feit dat Saul zich van God heeft afgekeerd en Zijn bevelen niet uitgevoerd. Dus iets wat Saul beslist/doet. Maar God's besluit Saul het koningschap af te rukken en aan een ander te geven is onveranderlijk het is iets wat God beslist/doet.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Gods plan was helemaal niet dat ze een mens als koning zouden hebben, maar God als Koning zouden accepteren. (Samuel 8). Omwille van de hardnekigheid van het volk mag Samuel wel die koning aanstellen. De heilslijn loopt niet via Saul, die uit de stam Benjamin kwam.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Maar mensen ik zie berouw als ergens spijt van hebben, je erkend dat je iets fout hebt gedaan en hebt daar berouw over. Als Samuel dan zegt dat is iets wat God vreemd is kan ik daar inkomen, maar als God dan zelf zegt dat het Hem berouwt. En ik snap wel dat God het jammer vond dat Saul zich van Hem afkeerde, maar dan ben je verdrietig of teleurgesteld, dat is toch iets anders als berouw? Overigens vind ik het onderscheid om nu te zeggen God maakte Saul koning, maar hij gehoorzaamde niet, dus was dat een veranderlijk besluit. En anderzijds het was een onveranderlijk besluit om hem het koningschap af te pakken, dus kon God dat niet berouwen ook wel enig sinds vreemd als we het nergens op kunnen baseren.

Ik wil alle uitleg wel geloven, maar ik mis de goede argumentatie denk ik nog een beetje...

Link naar bericht
Deel via andere websites

God had dus berouw over dat Saul zich van Hem had afgekeerd, maar niet van Zijn plan dat Hij een koning had aangesteld omdat de mensen dat zo graag wilden.

Ik vind het best een beetje vreemd dat het dan zo vertaald wordt zoals het er staat, of zou dat er misschien mee te maken hebben met hoe alles vertaald is?

Link naar bericht
Deel via andere websites
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

We hebben cookies op je apparaat geplaatst om de werking van deze website te verbeteren. Je kunt je cookie-instellingen aanpassen. Anders nemen we aan dat je akkoord gaat. Lees ook onze Gebruiksvoorwaarden en Privacybeleid