Spring naar bijdragen

Hebreeen 10:26-27


Aanbevolen berichten

Hallo allemaal, ik had een vraag m.b.t. Hebreeen 10:26-27

\"26 Wanneer we willens en wetens blijven zondigen nadat we de waarheid hebben leren kennen, is er geen enkel offer voor de zonden meer mogelijk, 27 en kunnen we niet anders dan huiverend wachten op het oordeel en op het vuur dat de tegenstanders gretig zal verslinden.\"

Waarom is er geen enkel offer meer mogelijk als men willens en wetens zondigt? Het is toch binnen het christendom zo dat je zelfs bij je 80.000ste zonde nog vergeven kan worden als je spijt ervan hebt of niet soms? Kan iemand mij dan vertellen waar deze verzen betrekking op hebben? Alvast bedankt!

gr. mackie

Link naar bericht
Deel via andere websites
Gast Anon_phpbb

Ik denk dat het gaat om bewuste dingen je WEET dat je KWAAD doet (dus erger dan iets verkeerd doen) en je KIEST voor het kwade en GEEN vergeving vraagt ja dan is er geen offer meer mogelijk-- dat wil zeggen Jezus kruis.

De meeste zonden zijn ingegeven door de duivel. Denk aan een verslaving, homoseksuele ervaringen etc. Maar dat zijn zonden waar je niets aan kunt doen en je staat WEERLOOS tegenover de duivel alleen Jezus kan je daarvan af helpen.

Als iemand doordrongen is (bijv.) van het kwaad van satanisme -- écht doordrongen (wat niemand in feite is) en je kiest dan bewust ervoor dan bega je die zonde waarvan geen offer mogelijk is...

*denk ik*

Link naar bericht
Deel via andere websites

Het gaat erom, dat er maar één offer is, nl dat van Jezus Christus aan het kruis en als je dat willens en wetens afwijst en daar tot op het laatst toe in volhardt, er geen ander offer is dat jou kan redden. Maar het '80.000x' zondigen wat jij noemt, is wel anders, aangezien er altijd vergeving is voor iemand die oprecht berouw heeft en daarin weer een stap richting God zet.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Quote:

Hallo allemaal, ik had een vraag m.b.t. Hebreeen 10:26-27

\"26 Wanneer we willens en wetens blijven zondigen nadat we de waarheid hebben leren kennen, is er geen enkel offer voor de zonden meer mogelijk, 27 en kunnen we niet anders dan huiverend wachten op het oordeel en op het vuur dat de tegenstanders gretig zal verslinden.\"

Waarom is er geen enkel offer meer mogelijk als men willens en wetens zondigt? Het is toch binnen het christendom zo dat je zelfs bij je 80.000ste zonde nog vergeven kan worden als je spijt ervan hebt of niet soms? Kan iemand mij dan vertellen waar deze verzen betrekking op hebben? Alvast bedankt!

gr. mackie

De context gaat hier over de Joden die nadat ze de waarheid hebben leren kennen over Jezus en zijn offer(dat wil dus nog niet zeggen dat ze het ook geloven), toch weer besluiten om dieren te gaan offeren voor hun zonden. De hele offerdienst in het OT was een voorafschaduwing van het enige ware offer, namelijk Jezus Christus. Als dat offer dan nu geweest is en de zonden zijn voor eens en altijd vergeven, waarom dan dat offer feitelijk als onvoldoende beschouwen en weer dieren gaan offeren voor je zonden?

De wet is met het offer van Jezus aan het kruis vervuld, er is geen offerdienst meer en er is dus geen andere manier dan Christus voor de vergeving van je zonden. Dus als je Jezus niet accepteert, dan accepteer je zijn offer niet en dan is er dus ook geen vergeving van je zonden mogelijk.

Jezus zegt niet voor niets 'ik ben de weg, de waarheid en het leven'.

Link naar bericht
Deel via andere websites
  • 4 years later...

Wilde deze tekst ook aanhalen omdat ik daar ook een vraag over had! En ja wel hij staat op Credible! Wanneer ik vragen heb en ze in google intik kom ik meestal bij Credible uit!!

26 Wanneer we willens en wetens blijven zondigen nadat we de waarheid hebben leren kennen, is er geen enkel offer voor de zonden meer mogelijk, 27 en kunnen we niet anders dan huiverend wachten op het oordeel en op het vuur dat de tegenstanders gretig zal verslinden. 28 Voor wie de wet van Mozes naast zich neerlegt is er geen pardon; wanneer er ten minste twee getuigen een verklaring tegen hem afleggen, moet hij sterven. 29 Hoeveel zwaarder zal dan de straf niet zijn, denkt u, voor wie de Zoon van God vertrapt, het bloed van het verbond ontheiligt – terwijl hij erdoor geheiligd is – en de Geest van de genade veracht? 30 We kennen immers degene die gezegd heeft: ‘Het is aan mij om te wreken, ik zal vergelden,’ en ook: ‘De Heer zal oordelen over zijn volk.’ 31 Huiveringwekkend is het te vallen in de handen van de levende God!

In bovenstaande staat dat we de wet van Mozes niet naast ons mogen neerleggen! Maar hierin staat ook dat hij moet gaan sterven! Ik dacht dat Jezus de wet vervuld heeft? Dus doodstraf in het nieuwe testament?

Link naar bericht
Deel via andere websites

Hey, het gaat hier over een specifieke zonde, namelijk het afwijzen van Jezus offer voor je zonden. Hebreeen is geschreven voor fundamentele Joden die nog moesten leren dat Jezus een nieuw verbond had ingesteld. Als ze dit offer zouden afwijzen en weer terug zouden vallen op de wet van Mozes was er geen redding voor hun meer mogelijk. Dit wordt bevestigd in de volgende verzen:

29Hoeveel zwaarder zal dan de straf niet zijn, denkt u, voor wie de Zoon van God vertrapt, het bloed van het verbond ontheiligt – terwijl hij erdoor geheiligd is – en de Geest van de genade veracht?

In Hebreeen staat ook dat elk mens uit elke generatie gered is door het offer van Christus, God was namelijk niet rechtvaardig als de Joden wel met hun eigen werken eeuwig leven konden verkrijgen en christenen door geloof gered worden. Het houden van de wet werd de Joden aangerekend als geloof. Echter nu Christus was gekomen had het oude verbond geen kracht meer.

Link naar bericht
Deel via andere websites
  • 2 weeks later...

Het antwoord ligt eigenlijk al in de verzen daarna.......

Hebr.10:28-29:...."Een ieder die de wet van Mozes heeft geminacht, sterft zonder mededogen op het getuigenis van twee of drie [personen]. 29 Hoeveel zwaarder straf,

dunkt U, zal dan niet hij waardig gerekend worden die de Zoon van God met voeten heeft getreden en die het bloed van het verbond, waardoor hij geheiligd werd, als van gewone waarde heeft geacht en die de geest der onverdiende goedheid met verachting heeft gekrenkt?"

De Bijbel zegt dat als we zondigen Jezus voor ons pleit bij de Vader. Maar dat geldt natuurlijk alleen voor hen die werkelijk berouw hebben en zich omkeren en geen zonde meer beoefen.

Er is een verschil tussen een zonde begaan (dat gebeurt een ieder van ons elke dag , ONOPZETTELIJK!) of zonde "beoefenen".

Jezus pleit voor onopzettelijke, berouwvolle zondaars. Daar is Jezus’ offer, zijn kostbare bloed, ook gebracht.

Opzettelijke zondaars die blijven volharden in het bedrijven van zonden slaan eigenlijk Jezus’ offer af, accepteren dat dus niet of alleen als het hun uitkomt.

De Bijbel zegt over deze mensen dat zij Jezus (spreekwoordelijk) opnieuw aan de paal hangen om te sterven. DAT GAAT NOOIT MEER GEBEUREN!!!

Jezus offer is , zoals de Bijbel het brengt, “eens en voor altijd gebrachtâ€, het volmaakte offer van Jezus is afdoende om de onopzettelijke zonden van alle mensen weg te wissen.

Dus deze opzettelijke zondaars zullen Gods oordeel over zich krijgen en vergaan in het eeuwige vuur dat voor de Duivel is opgespaard.

Link naar bericht
Deel via andere websites
  • 2 years later...

Onzin want de brieven van Hebreeën gaan niet over de gemeente van Jezus maar over de joden.Hebr. 10 : 26 – 27, waar staat: “Want zo wij willens zondigen, nadat wij de kennis der waarheid ontvangen hebben, zo blijft er geen slachtoffer meer over voor de zonden; maar een schrikkelijke verwachting des oordeels, en hitte des vuurs dat de tegenstanders zal verslinden.†Nogmaals, wederom geboren kinderen van God in deze Gemeente-bedeling zullen worden opgenomen vóór de Grote Verdrukking. De tweede dood heeft over hen geen macht, zegt Openb. 20 : 4 – 6. Dit laatste geldt ook voor degenen die uit de Grote Verdrukking komen en volhard hebben. De gelovigen uit de Grote Verdrukking zijn echter niet voor de Rechterstoel van Christus geweest, waar de Gemeente geoordeeld is (2 Kor. 5 : 10; 1 Kor. 3 : 11 – 15). Zij zullen alsnog voor de Grote Witte Troon verschijnen, en aldaar beloond (!) worden, of anders zelf in de poel des vuurs geworpen worden, wanneer zij het merkteken van het beest aangenomen hebben.

Openb. 11 : 18 gaat ook over dat laatste oordeel, en zegt: “En de volken waren toornig geworden [= aan het eind van het Duizendjarig Vrederijk, Openb. 20 : 7 – 9], en Uw toorn is gekomen, en de tijd der doden om geoordeeld te worden [Openb. 20 : 11, 12], en om het loon te geven aan Uw dienstknechten, en hun die Uw Naam vrezen, de kleinen en de groten; en om te verderven degenen, die de aarde verdiervenâ€. Vandaar dat in Matth. 25 gesproken wordt over de gelijkenis van de vijf wijze en de vijf dwaze maagden. Zij moesten zelf olie kopen: zij moesten WERKEN voor hun behoud! En wat blijkt? De vijf dwaze maagden blijven achter! Bij de Opname van de Gemeente zal een ieder, die wederom geboren is, aanwezig zijn! Maar hoe kan het zijn, dat hier dan over maagden gesproken wordt, die achterblijven. Omdat de Gemeente in de Bijbel vergeleken wordt met EEN REINE MAAGD (2 Kor. 11 : 2, enkelvoud), terwijl hier in Matthéüs sprake is van MAAGDEN (meervoud). Weet u waar opnieuw van MAAGDEN gesproken wordt? In de Grote Verdrukking: de gelovige Joden, de 144.000 Joodse getuigen worden maagden genoemd (Openb. 14 : 4). Wanneer de Heere terugkomt van de bruiloft (na de Grote Verdrukking), zullen andere gasten de Bruidegom tegemoet gaan en samen met Hem en de bruid feest vieren! Dat staat letterlijk in Luk. 12 : 36: “En weest gij de mensen gelijk, die op hun heer wachten, wanneer hij weerkomen zal van de bruiloft, opdat, als hij komt en klopt, zij hem terstond mogen opendoenâ€. Met andere woorden: zij die IN DE GROTE VERDRUKKING VOLHARD HEBBEN TOT HET EINDE zullen er ook bij zijn! Zij hebben trouwens ook deel aan die eerste opstanding! De anderen wacht het oordeel! Dat is wat Hebreeën zegt.

Aan de hand van teksten uit Matthéüs 24 en 25, Hebreeën 3, Hebreeën 6, Hebreeën 8 en Hebreeën 10, hebben we gezien dat de Hebreeën-brief leerstellig gericht is aan de Joden in de Grote Verdrukking. Wil dat zeggen dat wij niets uit Hebreeën kunnen leren? Nee, natuurlijk niet! Hebreeën leert ons dingen over God en Jezus Christus, dat Jezus de engelen, Mozes en Aäron overtreft, het leert ons dingen over Zijn Hogepriesterschap, en nog andere dingen. Maar: leg uw medebroeder of -zuster niet een juk op aan de hand van teksten die losstaan van de Gemeente-bedeling! Leg mensen geen juk op: bijvoorbeeld dat hij of zij het risico loopt om niet vergeven te worden, dat hij of zij verloren kan gaan, dat hij of zij door middel van werken moet bewijzen behouden te zijn. Allemaal dingen die on-Bijbels zijn, wanneer het een wederom geboren kind van God in de Gemeente-bedeling (de tijd waar wij in leven) betreft. De boodschap aan de Gemeente, aan ons: IEMAND DIE VERTROUWT OP HET VOLBRACHTE WERK VAN JEZUS CHRISTUS ÃS BEHOUDEN, en mag met vallen en opstaan in dit leven de Heere dienen (Rom. 7 : 13 – 26).

Allereerst spreken de eerste verzen van Hebreeën 6, vers 1 t/m 3, over “het beginsel van de leer van Christusâ€. En waar spreekt dat gedeelte dan over? ‘Bekering van dode werken’; ‘Geloof in God’; ‘Leer der dopen’; ‘Oplegging der handen’; ‘De opstanding der doden’ en van ‘Het eeuwig oordeel’. Mag ik u een vraag stellen? Spreekt dit gedeelte over ‘wedergeboorte’? Over ‘de nieuwe natuur’? Over ‘het Lichaam van Christus’? Over ‘De verzegeling met de Heilige Geest?’ Over ‘rechtvaardigmaking’? Allemaal begrippen die te maken hebben met de boodschap aan de Gemeente van Jezus Christus, begrippen die centraal staan in de brieven van de apostel der heidenen – Paulus – aan de Gemeente (Rom. 11 : 13; 1 Tim. 2 : 7; Gal. 2 : 7 – 9). U vindt ze hier in Hebreeën niet! Met Hebreeën zijn we dan ook weg uit de bedeling van de Gemeente en de verkondiging van het Evangelie der genade Gods, en we zijn beland bij de boodschap die de 144.000 Joodse getuigen zullen verkondigen in de Grote Verdrukking: Het Evangelie van het Koninkrijk (Matth. 24 : 14). Ook dit bevestigt dat we de Hebreeën-brief niet maar zo klakkeloos op de Gemeente van Jezus Christus kunnen toepassen.

Link naar bericht
Deel via andere websites
Onzin want de brieven van Hebreeën gaan niet over de gemeente van Jezus maar over de joden.Hebr. 10 : 26 – 27, waar staat: “Want zo wij willens zondigen, nadat wij de kennis der waarheid ontvangen hebben, zo blijft er geen slachtoffer meer over voor de zonden; maar een schrikkelijke verwachting des oordeels, en hitte des vuurs dat de tegenstanders zal verslinden.†Nogmaals, wederom geboren kinderen van God in deze Gemeente-bedeling zullen worden opgenomen vóór de Grote Verdrukking. De tweede dood heeft over hen geen macht, zegt Openb. 20 : 4 – 6. Dit laatste geldt ook voor degenen die uit de Grote Verdrukking komen en volhard hebben. De gelovigen uit de Grote Verdrukking zijn echter niet voor de Rechterstoel van Christus geweest, waar de Gemeente geoordeeld is (2 Kor. 5 : 10; 1 Kor. 3 : 11 – 15). Zij zullen alsnog voor de Grote Witte Troon verschijnen, en aldaar beloond (!) worden, of anders zelf in de poel des vuurs geworpen worden, wanneer zij het merkteken van het beest aangenomen hebben.

Openb. 11 : 18 gaat ook over dat laatste oordeel, en zegt: “En de volken waren toornig geworden [= aan het eind van het Duizendjarig Vrederijk, Openb. 20 : 7 – 9], en Uw toorn is gekomen, en de tijd der doden om geoordeeld te worden [Openb. 20 : 11, 12], en om het loon te geven aan Uw dienstknechten, en hun die Uw Naam vrezen, de kleinen en de groten; en om te verderven degenen, die de aarde verdiervenâ€. Vandaar dat in Matth. 25 gesproken wordt over de gelijkenis van de vijf wijze en de vijf dwaze maagden. Zij moesten zelf olie kopen: zij moesten WERKEN voor hun behoud! En wat blijkt? De vijf dwaze maagden blijven achter! Bij de Opname van de Gemeente zal een ieder, die wederom geboren is, aanwezig zijn! Maar hoe kan het zijn, dat hier dan over maagden gesproken wordt, die achterblijven. Omdat de Gemeente in de Bijbel vergeleken wordt met EEN REINE MAAGD (2 Kor. 11 : 2, enkelvoud), terwijl hier in Matthéüs sprake is van MAAGDEN (meervoud). Weet u waar opnieuw van MAAGDEN gesproken wordt? In de Grote Verdrukking: de gelovige Joden, de 144.000 Joodse getuigen worden maagden genoemd (Openb. 14 : 4). Wanneer de Heere terugkomt van de bruiloft (na de Grote Verdrukking), zullen andere gasten de Bruidegom tegemoet gaan en samen met Hem en de bruid feest vieren! Dat staat letterlijk in Luk. 12 : 36: “En weest gij de mensen gelijk, die op hun heer wachten, wanneer hij weerkomen zal van de bruiloft, opdat, als hij komt en klopt, zij hem terstond mogen opendoenâ€. Met andere woorden: zij die IN DE GROTE VERDRUKKING VOLHARD HEBBEN TOT HET EINDE zullen er ook bij zijn! Zij hebben trouwens ook deel aan die eerste opstanding! De anderen wacht het oordeel! Dat is wat Hebreeën zegt.

Aan de hand van teksten uit Matthéüs 24 en 25, Hebreeën 3, Hebreeën 6, Hebreeën 8 en Hebreeën 10, hebben we gezien dat de Hebreeën-brief leerstellig gericht is aan de Joden in de Grote Verdrukking. Wil dat zeggen dat wij niets uit Hebreeën kunnen leren? Nee, natuurlijk niet! Hebreeën leert ons dingen over God en Jezus Christus, dat Jezus de engelen, Mozes en Aäron overtreft, het leert ons dingen over Zijn Hogepriesterschap, en nog andere dingen. Maar: leg uw medebroeder of -zuster niet een juk op aan de hand van teksten die losstaan van de Gemeente-bedeling! Leg mensen geen juk op: bijvoorbeeld dat hij of zij het risico loopt om niet vergeven te worden, dat hij of zij verloren kan gaan, dat hij of zij door middel van werken moet bewijzen behouden te zijn. Allemaal dingen die on-Bijbels zijn, wanneer het een wederom geboren kind van God in de Gemeente-bedeling (de tijd waar wij in leven) betreft. De boodschap aan de Gemeente, aan ons: IEMAND DIE VERTROUWT OP HET VOLBRACHTE WERK VAN JEZUS CHRISTUS ÃS BEHOUDEN, en mag met vallen en opstaan in dit leven de Heere dienen (Rom. 7 : 13 – 26).

Allereerst spreken de eerste verzen van Hebreeën 6, vers 1 t/m 3, over “het beginsel van de leer van Christusâ€. En waar spreekt dat gedeelte dan over? ‘Bekering van dode werken’; ‘Geloof in God’; ‘Leer der dopen’; ‘Oplegging der handen’; ‘De opstanding der doden’ en van ‘Het eeuwig oordeel’. Mag ik u een vraag stellen? Spreekt dit gedeelte over ‘wedergeboorte’? Over ‘de nieuwe natuur’? Over ‘het Lichaam van Christus’? Over ‘De verzegeling met de Heilige Geest?’ Over ‘rechtvaardigmaking’? Allemaal begrippen die te maken hebben met de boodschap aan de Gemeente van Jezus Christus, begrippen die centraal staan in de brieven van de apostel der heidenen – Paulus – aan de Gemeente (Rom. 11 : 13; 1 Tim. 2 : 7; Gal. 2 : 7 – 9). U vindt ze hier in Hebreeën niet! Met Hebreeën zijn we dan ook weg uit de bedeling van de Gemeente en de verkondiging van het Evangelie der genade Gods, en we zijn beland bij de boodschap die de 144.000 Joodse getuigen zullen verkondigen in de Grote Verdrukking: Het Evangelie van het Koninkrijk (Matth. 24 : 14). Ook dit bevestigt dat we de Hebreeën-brief niet maar zo klakkeloos op de Gemeente van Jezus Christus kunnen toepassen.

Het gaat helemaal niet aan Joden, maar aan christenen. Je hele verhaaltje klopt dus niks van.

Link naar bericht
Deel via andere websites
Onzin want de brieven van Hebreeën gaan niet over de gemeente van Jezus maar over de joden.Hebr. 10 : 26 – 27, waar staat: “Want zo wij willens zondigen, nadat wij de kennis der waarheid ontvangen hebben, zo blijft er geen slachtoffer meer over voor de zonden; maar een schrikkelijke verwachting des oordeels, en hitte des vuurs dat de tegenstanders zal verslinden.†Nogmaals, wederom geboren kinderen van God in deze Gemeente-bedeling zullen worden opgenomen vóór de Grote Verdrukking. De tweede dood heeft over hen geen macht, zegt Openb. 20 : 4 – 6. Dit laatste geldt ook voor degenen die uit de Grote Verdrukking komen en volhard hebben. De gelovigen uit de Grote Verdrukking zijn echter niet voor de Rechterstoel van Christus geweest, waar de Gemeente geoordeeld is (2 Kor. 5 : 10; 1 Kor. 3 : 11 – 15). Zij zullen alsnog voor de Grote Witte Troon verschijnen, en aldaar beloond (!) worden, of anders zelf in de poel des vuurs geworpen worden, wanneer zij het merkteken van het beest aangenomen hebben.

Openb. 11 : 18 gaat ook over dat laatste oordeel, en zegt: “En de volken waren toornig geworden [= aan het eind van het Duizendjarig Vrederijk, Openb. 20 : 7 – 9], en Uw toorn is gekomen, en de tijd der doden om geoordeeld te worden [Openb. 20 : 11, 12], en om het loon te geven aan Uw dienstknechten, en hun die Uw Naam vrezen, de kleinen en de groten; en om te verderven degenen, die de aarde verdiervenâ€. Vandaar dat in Matth. 25 gesproken wordt over de gelijkenis van de vijf wijze en de vijf dwaze maagden. Zij moesten zelf olie kopen: zij moesten WERKEN voor hun behoud! En wat blijkt? De vijf dwaze maagden blijven achter! Bij de Opname van de Gemeente zal een ieder, die wederom geboren is, aanwezig zijn! Maar hoe kan het zijn, dat hier dan over maagden gesproken wordt, die achterblijven. Omdat de Gemeente in de Bijbel vergeleken wordt met EEN REINE MAAGD (2 Kor. 11 : 2, enkelvoud), terwijl hier in Matthéüs sprake is van MAAGDEN (meervoud). Weet u waar opnieuw van MAAGDEN gesproken wordt? In de Grote Verdrukking: de gelovige Joden, de 144.000 Joodse getuigen worden maagden genoemd (Openb. 14 : 4). Wanneer de Heere terugkomt van de bruiloft (na de Grote Verdrukking), zullen andere gasten de Bruidegom tegemoet gaan en samen met Hem en de bruid feest vieren! Dat staat letterlijk in Luk. 12 : 36: “En weest gij de mensen gelijk, die op hun heer wachten, wanneer hij weerkomen zal van de bruiloft, opdat, als hij komt en klopt, zij hem terstond mogen opendoenâ€. Met andere woorden: zij die IN DE GROTE VERDRUKKING VOLHARD HEBBEN TOT HET EINDE zullen er ook bij zijn! Zij hebben trouwens ook deel aan die eerste opstanding! De anderen wacht het oordeel! Dat is wat Hebreeën zegt.

Aan de hand van teksten uit Matthéüs 24 en 25, Hebreeën 3, Hebreeën 6, Hebreeën 8 en Hebreeën 10, hebben we gezien dat de Hebreeën-brief leerstellig gericht is aan de Joden in de Grote Verdrukking. Wil dat zeggen dat wij niets uit Hebreeën kunnen leren? Nee, natuurlijk niet! Hebreeën leert ons dingen over God en Jezus Christus, dat Jezus de engelen, Mozes en Aäron overtreft, het leert ons dingen over Zijn Hogepriesterschap, en nog andere dingen. Maar: leg uw medebroeder of -zuster niet een juk op aan de hand van teksten die losstaan van de Gemeente-bedeling! Leg mensen geen juk op: bijvoorbeeld dat hij of zij het risico loopt om niet vergeven te worden, dat hij of zij verloren kan gaan, dat hij of zij door middel van werken moet bewijzen behouden te zijn. Allemaal dingen die on-Bijbels zijn, wanneer het een wederom geboren kind van God in de Gemeente-bedeling (de tijd waar wij in leven) betreft. De boodschap aan de Gemeente, aan ons: IEMAND DIE VERTROUWT OP HET VOLBRACHTE WERK VAN JEZUS CHRISTUS ÃS BEHOUDEN, en mag met vallen en opstaan in dit leven de Heere dienen (Rom. 7 : 13 – 26).

Allereerst spreken de eerste verzen van Hebreeën 6, vers 1 t/m 3, over “het beginsel van de leer van Christusâ€. En waar spreekt dat gedeelte dan over? ‘Bekering van dode werken’; ‘Geloof in God’; ‘Leer der dopen’; ‘Oplegging der handen’; ‘De opstanding der doden’ en van ‘Het eeuwig oordeel’. Mag ik u een vraag stellen? Spreekt dit gedeelte over ‘wedergeboorte’? Over ‘de nieuwe natuur’? Over ‘het Lichaam van Christus’? Over ‘De verzegeling met de Heilige Geest?’ Over ‘rechtvaardigmaking’? Allemaal begrippen die te maken hebben met de boodschap aan de Gemeente van Jezus Christus, begrippen die centraal staan in de brieven van de apostel der heidenen – Paulus – aan de Gemeente (Rom. 11 : 13; 1 Tim. 2 : 7; Gal. 2 : 7 – 9). U vindt ze hier in Hebreeën niet! Met Hebreeën zijn we dan ook weg uit de bedeling van de Gemeente en de verkondiging van het Evangelie der genade Gods, en we zijn beland bij de boodschap die de 144.000 Joodse getuigen zullen verkondigen in de Grote Verdrukking: Het Evangelie van het Koninkrijk (Matth. 24 : 14). Ook dit bevestigt dat we de Hebreeën-brief niet maar zo klakkeloos op de Gemeente van Jezus Christus kunnen toepassen.

Het gaat helemaal niet aan Joden, maar aan christenen. Je hele verhaaltje klopt dus niks van.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Hebr 6

4. Want het is onmogelijk, degenen, die eens verlicht geweest zijn, en de hemelse gave gesmaakt hebben, en des Heiligen Geestes deelachtig geworden zijn,

5. En gesmaakt hebben het goede woord Gods, en de krachten der toekomende eeuw,

6. En afvallig worden, die, zeg ik, wederom te vernieuwen tot bekering, als welke zichzelven den Zoon van God wederom kruisigen en openlijk te schande maken.

Men kan er allerlei uitleggingen aan verspillen, maar het lijkt me duidelijk: een afvallige kan niet opnieuw tot bekering komen, volgens de verder onbekende Hebreeën schrijver. Jezus dacht daar m.i. heel anders over.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Dat is geen onzin niet alles is voor ons bedoeld,de teksten die jullie aanhalen gaan over de Hebreeuwse joden die terug willen naar het Judaïsme en dan is er geen offer meer voor de zonde er staat toch ook duidelijk offer,want dat doen de joden ieder jaar weer offers brengen om hun zonden te bedekken,terwijl Jezus het perfecte offerlam is die hun dus gaan weigeren en terug gaan gaan hun oude rituelen en dan is er geen weg meer terug voor ze.Want God belooft dat ieder die in Hem gelooft eeuwig leven heeft en niet meer kan kwijtraken,de Heilige Geest zal ons nooit meer verlaten en God zal het niet toestaan dat we uit zijn handen worden weggenomen,dus dan slaat het sowieso niet op ons want we kunnen wel onze beloning kwijtraken en door het vuur gaan als we voor Jezus staan maar eeuwig leven kunnen we niet dus niet kwijtraken...We moeten onszelf beproeven om zeker te zijn dat Jezus werkelijk onze Verlosser is, en dat de Heilige Geest werkelijk in ons is. Als Hij dat is, kunnen we op geen enkele wijze de verlossing kwijtraken die Christus voor ons heeft verworven (Romeinen 8:38-39).Maar als je Jezus afwijst dan bega je de zonde van ongeloof en als je 1 zonde breekt breek je ze allemaal en zonder Jezus is er dus geen offer meer voor de zonde...Iedereen die Jezus heeft aangenomen is DOOD voor de zonde en kan er niet meer door veroordeeld worden,alleen door Jezus te weigeren kan je door de zonde veroordeeld worden en dat betekent niet dat we kunnen doen wat we willen want je haat de zonde en wil het het liefst nooit meer doen,maar het vlees is zwak en met vallen en opstaan volgen we Hem.

1.Want de wet, hebbende een schaduw der toekomende goederen, niet het beeld zelf der zaken, kan met dezelfde offeranden, die zij alle jaren geduriglijk opofferen, nimmermeer heiligen degenen, die daar toegaan.

2.Anderszins zouden zij opgehouden hebben, geofferd te worden, omdat degenen, die den dienst pleegden, geen geweten meer zouden hebben der zonden, eenmaal gereinigd geweest zijnde;

3.Maar nu geschiedt in dezelve alle jaren weder gedachtenis der zonden.

4.Want het is onmogelijk, dat het bloed van stieren en bokken de zonden wegneme.

5.Daarom, komende in de wereld, zegt Hij: Slachtoffer en offerande hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt Mij het lichaam toebereid;

6.Brandofferen en offer voor de zonde hebben U niet behaagd.

7.Toen sprak Ik: Zie, Ik kom (in het begin des boeks is van Mij geschreven), om Uw wil te doen, o God!

8.Als Hij te voren gezegd had: Slachtoffer, en offerande, en brandoffers, en offer voor de zonde hebt Gij niet gewild, noch hebben U behaagd (dewelke naar de wet geofferd worden);

9.Toen sprak Hij: Zie, Ik kom, om Uw wil te doen, o God! Hij neemt het eerste weg, om het tweede te stellen.

10.In welken wil wij geheiligd zijn, door de offerande des lichaams van Jezus Christus, eenmaal geschied.

11.En een iegelijk priester stond wel alle dagen dienende, en dezelfde slachtofferen dikmaals offerende, die de zonden nimmermeer kunnen wegnemen;

12.Maar Deze, een slachtoffer voor de zonden geofferd hebbende, is in eeuwigheid gezeten aan de rechter hand Gods;

13.Voorts verwachtende, totdat Zijn vijanden gesteld worden tot een voetbank Zijner voeten.

14.Want met een offerande heeft Hij in eeuwigheid volmaakt degenen, die geheiligd worden.

15.En de Heilige Geest getuigt het ons ook;

16.Want nadat Hij te voren gezegd had: Dit is het verbond, dat Ik met hen maken zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten geven in hun harten, en Ik zal die inschrijven in hun verstanden;

17.En hun zonden en hun ongerechtigheden zal Ik geenszins meer gedenken.

18.Waar nu vergeving derzelve is, daar is geen offerande meer voor de zonde.

27.Maar een schrikkelijke verwachting des oordeels, en hitte des vuurs, dat de TEGENSTANDERS zal verslinden.

29.Hoeveel te zwaarder straf, meent gij, zal hij waardig geacht worden, die den Zoon van God VERTREDEN heeft, en het bloed des testaments onrein geacht heeft, waardoor hij geheiligd was, en den Geest der genade smaadheid heeft aangedaan?

Dus waar gaat het steeds over offers en wie deden daaraan de Joden!!!

Link naar bericht
Deel via andere websites

Prachtige brief aan de Hebreeën geschreven, schrijver niet bekend, maar velen menen dat het de apostel Paulus was. De brief spreekt over hogere dingen, over een beter verbond en voornamelijk over de Here Jezus als de Hogepriester naar de ordening van Melchizédek en dat er teruggegrepen wordt naar OT gewoonten in de tabernakel is heel logisch want het hele OT spreekt over de toekomende goederen en over de wijze waarop God sprak tot de vaderen , maar nu spreekt door de Zoon.

Al in Hebr. 3 zie je dat de geadresseerden de heilige broeders zijn die de hemelse roeping deelachtig zijn, dat is nog nooit over Israël gezegd, integendeel, zij hebben een aardse roeping en zullen straks op aarde vanuit het koninkrijk in Jeruzalem met Christus regeren.

Dat wij als gelovigen daar deel aan hebben leert de Bijbel ook, maar wel vanuit een hemelse positie, de gelovigen van nu uit deze genade tijd zijn de uitzondering op de regel.

Daarom ook vaak een vergelijk met Mozes en Christus, met de Sinai en met Sion, met de trouw van Mozes over Zijn huis en met Christus de Zoon over Zijn Eigen huis namelijk het gebouw wat wij zijn als gelovigen van het nieuwe verbond.

Dan ook het onderscheid tussen Aäron en Melchizédek, en het onderscheid tussen de scheiding die er ooit was en nu is weggenomen waardoor wij vrijelijke toegang hebben tot de troon der genade dat was onder het oude verbond onmogelijk.

De brief is dus geschreven aan gelovigen en of ze uit de Joden zijn of uit de heidenen speelt helemaal geen rol. Het bloed van de dieren is ondergeschikt aan het bloed van de Here Jezus, overigens spreekt het bloed niet over dood, maar over leven, dus over de opstanding en niet over het kruis want dat bloed stroomde weg, Hij ging met het bloed des nieuwe testaments de hemelen door.

Mozes was Middelaar voor de Joden en Christus is Middelaar van alle mensen, even kort gezegd en iemand die afvallig is geworden, is òf nooit echt tot geloof gekomen en was het uiterlijke schijn en dus is hij of zijn niet wedergeboren, of als hij of zij dat wel is dan kan dat zelfs door een zondige levenswandel niet ongedaan gemaakt worden, maar zal zo iemand wel loon derven ( missen) .

Niet voor niets staan juist in Hebr. 11 de geloofshelden van onder het oude verbond. Toch hebben zij de belofte niet verkregen : " En deze allen hebbende door het geloof getuigenis gehad, hebben de belofte niet verkregen: alzo God wat beters over ons voorzien had, opdat zij zonder ons niet zouden volmaakt worden".

Link naar bericht
Deel via andere websites

Nu lezen we dus in Hebreeën 6 over iemand die afvalt en die deel heeft gehad aan de Heilige Geest (vers 4). Dan is òf Gods Woord in Hebreeën in tegenspraak met Gods Woord in de brieven van de apostel der heidenen aan de Gemeente; òf dit gedeelte heeft géén betrekking op de Gemeente van Jezus Christus in de Gemeente-bedeling. Numeri 23 : 19 zegt: “God is geen man, dat Hij liegen zou, noch een mensenkind, dat het Hem berouwen zou; zou Hij het zeggen, en niet doen, of spreken, en niet bestendig maken?†De Heere liegt niet. De Heere spreekt Zichzelf niet tegen. Hieruit mag blijken dat Hebreeën niet gericht is aan de Gemeente van Jezus Christus!

Als deze verzen zouden leren dat bekeerde zondaren weer verloren kunnen gaan, dan leren ze eveneens, dat zulke personen nimmer opnieuw bekeerd kunnen worden, “omdat zij voor zichzelf de Zoon van God opnieuw kruisigen en openlijk te schande makenâ€[Hb 6:6].

Laten we nu deze teksten plaatsen in hun verband en in het licht van de hele brief beschouwen en daarbij nagaan over wie gesproken wordt. Zoals gezegd richt de apostel zich tot de joden, die het christelijk geloof beleden. Zij kenden het Oude Testament en waren ervan overtuigd dat Jezus de Messias was. Zelfs al waren ze hierin niet oprecht dan hadden ze toch zijn autoriteit gevoeld in de wonderen die werden gewerkt. Als zulke mensen zouden terugkeren tot het jodendom om aan de vervolgingen te ontkomen dan moesten ze Jezus Christus afzweren. Door dit te doen maakten ze zich weer één met het joodse volk dat zijn Messias had gekruisigd. Daardoor kruisigden ze Hem voor zichzelf. Welnu, zegt de schrijver, voor zulken is er geen weg terug. Ze zijn te ver gegaan.

Dat hij deze mogelijkheid niet voor ware kinderen van God openzet blijkt uit vers 9.

“Ook al spreken wij zo, geliefden, wat u betreft zijn wij echter verzekerd van betere dingen, die met de zaligheid samenhangen†(Hb 6:9).

Het is dus mogelijk al de bovengenoemde voorrechten bezeten te hebben en toch niet behouden te zijn. Let wel, er staat niet: het is onmogelijk hen die éénmaal wedergeboren waren, en die afgevallen zijn te vernieuwen tot bekering. Er worden andere kenmerken opgenoemd en die houden niet noodzakelijkerwijs wedergeboorte in.

We doen de Bijbel geen enkel geweld aan door te stellen dat de Hebreeën-brief gericht is aan de Joodse gelovigen in de Grote Verdrukking, die overgaan in het Koninkrijk.Het enige wat wij horen te doen is LETTERLIJK GELOVEN wat God zegt in Zijn Woord. Maar daar stond Paulus in zijn tijd ook al voor terecht bij de geestelijkheid van zijn dagen, men noemde hem een pest(Hand 24:5.Weet u wat Paulus antwoordde: “Maar dit beken ik u, dat ik naar die weg, welke zij sekte noemen,de God der vaderen alzo dien,GELOVENDE ALLES,wat in de wet en in de profeten [de toenmalige Bijbel, wij hebben nu het Oude en het Nieuwe Testament] geschreven is†(Hand. 24 : 14). Laten wij met Paulus niet letten op wat de geestelijkheid ons te vertellen heeft, maar op wat Gods Woord ons te vertellen heeft.

De Gemeente van Jezus Christus, de wederom geboren gelovigen, mogen zeker zijn van hun behoud:

Want ik ben verzekerd, dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige, noch toekomende dingen, noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze Heere†(Rom. 8 : 38 – 39).

Zo iemands werk zal verbrand worden, die zal schade lijden, maar zelf zal hij behouden worden, doch alzo als door vuur†(1 Kor. 3 : 15).

Vertrouwende dit, dat Hij, die in u een goed werk begonnen heeft, dat voleindigen zal tot op de dag van Jezus Christus†(Filip. 1 : 6).

De teksten, die men aanhaalt,zijn gericht aan een groep gelovigen in een andere bedeling, onder hele andere omstandigheden.Laat u niet onder een theologisch juk brengen, en laten wij elkaar dan niet meer onder een juk brengen, van: ‘doet dit’ of: ‘doet dat’; of van: ‘Pas op, want je kruisigt Christus weer’. Degene die IN CHRISTUS is (1 Kor. 12 : 13), die wederom geboren is, die IS VRIJGEMAAKT (Rom. 7 : 6), en IS BEHOUDEN! En Jezus Christus zal ons verlossen van het “lichaam dezes doodsâ€, waarin nog steeds “de wet der zonde†is (Rom. 7 : 23 – 25). Bij de Opname van de Gemeente zullen we een VOLMAAKT opstandingslichaam krijgen en dan zullen we voor altijd bij de Heere wezen!

Link naar bericht
Deel via andere websites

Dit is een boodschap gericht aan de joden om hen de waarachtigheid van het Messiasschap van Christus te laten zien en aan te tonen dat Hij de vervulling is van al de schaduwen van de oude bedeling. Deze twee soorten grond zijn twee mensen, het zijn de harten van deze twee.

Door het als volgt te stellen, maken we het des te sprekender: Ze groeiden in elkaars omgeving op. Beiden werden onderwezen in de Schrift. Samen gingen ze naar dezelfde synagoge. Alle twee verwachtten ze de komst van de Messias. Ze luisterden naar Johannes de Doper en lieten zich door hem dopen. Beiden hoorden de prediking van Jezus en zagen de krachten die Hij deed. Beiden stonden temidden van de mensenmassa, die zijn kruisdood aanschouwde. Beiden hebben zich begeven onder hen die het open graf gingen bezien. Beiden hebben gehoord van de hemelvaart. Beiden waren getuige van het machtige werk van de Heilige Geest op de Pinksterdag en daarna. Beiden bewogen zich onder de kring van de discipelen en hoorden de apostelen. Uiterlijk zag je geen onderscheid. Maar nu kwam de vervolging. De één wordt gearresteerd en de eis luidt: “Zweer Christus af, of je sterftâ€. Hij zegt: “Ik kan hem niet afzweren, want hij is mijn Heilandâ€.

“Dan zul je gedood wordenâ€.

“Ik ben bereid om te sterven, maar Hem afzweren kan ik nietâ€.

De ander wordt ook aangehouden en hem wordt dezelfde eis gesteld.

Hij zegt: “Ik wil hem liever afzweren dan sterven. Ik ga terug en zal me weer een echte jood betonenâ€.

“Kom hier danâ€.

Ze volgden een verschrikkelijke methode om zo iemand weer in het jodendom op te nemen. Ik herinner me eens gelezen te hebben dat ze in dat geval de afvallige meenamen naar een onreine plaats, waar men een varken slachtte. Daar moest hij op het bloed spuwen en zeggen: “Zo beschouw ik het bloed van Jezus Christusâ€. Daarna reinigden ze hem en namen hem weer in het jodendom op. Wat is nu het onderscheid tussen de twee? Deze twee soorten grond ontvingen dezelfde regen, dezelfde zonneschijn, maar de vrucht verschilde. De eerste bracht vruchten voort die aan de bekering beantwoordden, de ander doornen en distels.

Dat is de zin van het voor zich kruisigen van Christus en Hem te schande maken. Zo ernstig is het als iemand willens en wetens Christus afzweert.

Veronderstel dat een jood die tot het christendom is overgegaan en dus geheiligd is door het bloed van het nieuwe verbond, het kruis de rug toedraait, terugkeert tot de tempeldienst en daar weer gaat offeren voor zijn zonde. Was dit dan nog wel een slachtoffer voor de zonde? Nee, want hij had HET slachtoffer voor de zonde afgewezen. Alle offers in de tempel konden hem niet meer baten. Integendeel ze getuigden luid tegen hem, dat hij de Zoon van God vertreden (men liet een afvallige christen op het kruis trappen) en het bloed van het verbond onrein achtte. Nog een enkel woord over de uitdrukking “moedwillig zondigenâ€. De wet maakte onderscheid tussen het vallen in een zonde en het moedwillig overtreden van de wet van God. Voor het eerste bestond vergeving, voor het tweede niet. In het verband hier slaat het dan ook niet op het zondigen van de christen door struikeling, maar op het willens en wetens verwerpen van het kruis. Iemand die dat doet betoont zich een “tegenstander†(Hb 10:27). Zo iemand onttrekt zich ten verderve (Hb 10:39). Hij heeft niet volhard en draagt dus de belofte Gods niet weg (Hb 10:35). Hij toont door zijn afval, dat hij geen ware gelovige is. Maar, zo eindigt de schrijver dit gedeelte: “Maar wij zijn geen mensen die zich onttrekken en verloren gaan, maar mensen die geloven tot behoud van hun ziel†(Hb 10:39).

De heiligheid zonder welke niemand de Heer zien zal

De volgende tegenwerping wordt gegrond op Hb 12:14-15:

“Jaag de vrede na met allen en de heiligmaking, zonder welke niemand de Heere zien zal. 15 Zie erop toe, dat niemand achterop raakt in de genade van God, en dat er geen enkele wortel van bitterheid opschiet en moeite veroorzaakt zodat daardoor velen verontreinigd wordenâ€.

Vaak leest men deze tekst zo, dat je een bepaalde staat van heiligheid moet hebben bereikt om de hemel te kunnen binnengaan. Als je zondigt val je van de hoogte af die je bereikt hebt en dan moet je weer opnieuw beginnen. Vergelijking met de voorafgaande uitdrukking: “Jaag de vrede na met allenâ€, maakt al duidelijk dat deze uitleg onjuist is. Hier wordt niet gedoeld op een bepaalde staat of hoogte van vrede waarnaar we moeten streven.

Het gaat om een gezindheid die bij de gelovige moet worden gevonden. Zo is het ook met jagen naar heiligheid. Als iemand zegt een christen te zijn maar hij jaagt niet naar vrede met allen en naar heiliging wat zijn levenspraktijk betreft, dan geeft hij daarmee aan de vrede die God schenkt en de heiligheid van God niet te kennen. Zo iemand is een huichelaar. En zulke zullen God niet zien!

Link naar bericht
Deel via andere websites

Lang verhaal: feit is gewoon die boodschap over dat zondigen is voor iedereen, anders had het niet zo in de Bijbel gestaan.

Ik snap dat het een beetje botst met de het concept van bekering-redding-sola fide enzo, maar dat is sowieso een merkwaardig onbijbels dogma, en dat wordt overal in de Bijbel ontkent, dus niet alleen hier.

Het is dus simpel: als je bekeerd bent en je blijft consequent doorzondigen zonder vergeving te vragen had je beter niet bekeerd kunnen zijn.. het is je meer aan te rekenen.

Link naar bericht
Deel via andere websites
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

We hebben cookies op je apparaat geplaatst om de werking van deze website te verbeteren. Je kunt je cookie-instellingen aanpassen. Anders nemen we aan dat je akkoord gaat. Lees ook onze Gebruiksvoorwaarden en Privacybeleid