Robert Frans 1.653 Geplaatst 21 november 2014 Rapport Share Geplaatst 21 november 2014 Een topic van mij, da's alweer lang geleden. Velen zullen het boek Hooglied wel kennen. Een prachtige en zinneprikkelende verzameling liefdesteksten tussen bruid en bruidegom. Bijbelse erotiek, zo u wilt. Een belangrijk geschrift in zowel de joodse als de christelijke mystiek, waarin ook de intense liefde tussen God en Israël of Christus en zijn Kerk wordt bezongen. In vrijwel alle vertalingen zijn er dan ook twee hoofdpersonen aan het woord, de bruid en de bruidegom. Maar tot mijn grote (en aangename) verrassing introduceert de Petrus Canisiusvertaling (PC) een tweede mededinger in het verhaal, namelijk koning Salomo zelf. Bepaalde teksten die normaal aan de bruidegom worden toegeschreven, worden daar aan Salomo toegeschreven. Hoe ziet het er dan uit? In 1,9-2,9 zijn de bruid en koning Salomo afwisselend aan het woord. Hij probeert haar te verleiden met zijn rijkdommen en met aanlokkelijke woorden, maar de bruid, levende op het platteland, wil niet met hem mee en blijft liever thuis in de wijngaard, bij haar beminde, dus de bruidegom. Uiteindelijk komt de bruidegom aan het woord in 2,10-14, waarin hij haar vraagt met hem mee te gaan en vraagt de bruid het koor (de meisjes van Jeruzalem volgens PC) om "de geniepige vossen te vangen," ofwel om de verleiding van Salomo, die hun liefde bijna vernielde, van haar weg te houden. In 3,1-6 verklaart ze weer uitgebreid haar liefde en trouw aan de bruidegom en laat weten dat ze hem altijd zal zoeken als hij even weg zou zijn. En hem dan ook zal vinden. Maar Salomo geeft niet zomaar op. In een heuse draagkoets, zo lezen we in 3,7-22, nadert hij haar weer en in 4,1-7 probeert hij haar weer te verleiden. Merk ook dat Salomo altijd over zijn geliefde of vriendin spreekt en de bruidegom over zijn bruid. De bruidegom antwoordt in 4,8-15 daarop door haar weer de liefde te verklaren, haar te herinneren aan haar landelijke afkomst en te verklaren dat ze van hem is ("een gegrendelde hof is mijn zuster, bruid...). Het hoofdstuk eindigt met de bruid en bruidegom die tot elkaar komen en elkaar beminnen. Vanaf hoofdstuk 5 ontvouwt zich echter een groot drama: de bruidegom is weg! Ze hoopte op zijn nabijheid, maar hij lijkt haar te hebben verlaten. Ze meende hem te horen, maar als ze open doet, staat er niemand... De wachters keren zich ook nog eens tegen haar en alles lijkt verloren. Toch blijft ze hoop houden en verklaart ze vanaf 5,10 nog altijd haar onvoorwaardelijke liefde aan haar bruidegom. Koning Salomo komt er echter weer aan en probeert haar nogmaals te verleiden. En niet alleen dat, zo staat er in 6,11-12, nog altijd volgens de PC: Naar de notenhof wilde ik gaan, om de bloemen in het dal te aanschouwen, om te zien, of de wijnstok al uitbot. En zonder dat ik het wist, hebt gij mij in de vorstelijke draagkoets gezet... Kortom, hij schaakt haar, neemt haar mee naar zijn paleis. Niet elke vertaling vertaalt het zo direct, zo staat er in de Willibrord: "Door de wagen van Amminadab herkende ik mezelf niet meer." Maar in de PC en ook bijvoorbeeld in de NBV is vrij duidelijk sprake van een ontvoering en houdt Salomo haar goed vast. Het koor, volgens de PC de hofhouding van Salomo, prijst uitvoerig haar schoonheid in 7,1-8 en wil dat ze terugkomt. Blijkbaar weet ze dus al snel te ontsnappen, brandend van liefde voor haar bruidegom. Als Salomo in 7,8-10a wederom verleidelijke woorden spreekt, wijst ze hem resoluut af in 7,11b: Salomo: Uw mond is als de edelste wijn... Bruid: ...Die rechtens naar mijn beminde stroomt, maar afgeleefde lippen ontvliedt! Neen, ik blijf van mijn beminde, en zijn verlangen gaat uit naar mij! Het zal je maar gezegd worden als koning ("afgeleefde lippen..."). Ook dit wordt niet zo vertaald in alle vertalingen; de meesten laten haar enkel spreken over de lippen van haar bruidegom die de wijn ontvangen. Maar met of zonder afgeleefde lippen, ze geeft duidelijk aan dat de lippen haar bruidegom toebehoren en ze verklaart nogmaals haar liefde en hartstocht voor hem. In hoofdstuk 8 is de vereniging tussen bruid en bruidegom definitief en kan niets meer tussen hun beide komen. Ze geeft nog een sneer aan Salomo door te zeggen dat als iemand de liefde wil kopen met de rijkste schatten, diegene dan smadelijk afgewezen wordt. De liefde overwint dus, is sterker dan de dood, en het koor bezingt nog haar sterke verdediging tegen de verleidingen. Ze vroegen zich af hoe ze haar konden beschermen, maar zij bleek zichzelf al een "hoge muur" te hebben gebouwd. [pauze] Nee, zo had ik het Hooglied tot nu toe niet gelezen. En het moet ook gezegd worden dat niet alle vertalingen daar gemakkelijk toe lenen. Natuurlijk omdat ze de teksten meestal enkel aan bruidegom en bruid toewijzen (waarbij de Naardense Bijbel zelfs helemaal niets toewijst), maar ook omdat enkele kernteksten, zoals hier omschreven, niet altijd even duidelijk zijn. Ik vind dit echter wel heel erg boeiend, want door koning Salomo toe te voegen wordt het ineens een prachtig liefdesdrama over trouw, verleiding en echte liefde en niet enkel meer een liefdesduet tussen bruid en bruidegom. Ik ben dan ook heel nieuwsgierig wat jullie hiervan vinden. Is het inderdaad mogelijk om, zoals de PC dat doet, over drie personen te spreken, of zijn er toch nieuwe ontwikkelingen (de PC is al een oudje) die deze lezing onmogelijk maken? Mogelijk of niet mogelijk, ik vind deze lezing in elk geval prachtig en fascinerend. Link naar bericht Deel via andere websites
Ursa 1 Geplaatst 21 november 2014 Rapport Share Geplaatst 21 november 2014 Haha, met die titel dacht ik dat je de liefde tussen twee mannen dacht te zien in Hooglied. Ik vind het een interessante theorie maar ik weet er te weinig van af om er iets zinnigs over te zeggen. Link naar bericht Deel via andere websites
Aanbevolen berichten