Chealder 1 Geplaatst 31 mei 2014 Rapport Share Geplaatst 31 mei 2014 We weten wat zaaien en oogsten is (blog van maart), we hebben het over akkers gehad en wat over het Hemelse Koninkrijk tonen in je daden (blog van april). Hoog tijd om het over taal en spraakverwarringen te hebben! Als ik voor een paar maanden naar Frankrijk ga en ik wil kunnen communiceren met de mensen daar dan is het handig als ik Frans spreek. Nu is mijn Frans zeer beperkt en kan ik wel goed Engels of Nederlands tegen ze praten, maar als zij die talen niet spreken, dan houdt het op. We zullen elkaar niet begrijpen. Mensen die allemaal dezelfde moedertaal hebben kunnen ook communicatieproblemen krijgen, al is de kans wat kleiner. In het noorden van Nederland klinkt het Nederlands heel anders dan in het zuiden. Ieder mens heeft zijn of haar eigen taal. Wil je mensen iets vertellen, bijvoorbeeld waarom je een bepaalde overtuiging hebt, zul je de taal die je gebruikt wat af moeten stemmen op wat de ander kan begrijpen. Ik heb een overtuiging. Ik geloof in God en dat Hij Zich over ons ontfermt. Deze overtuiging heeft mij veel verder geholpen in mijn leven, ik ben blij dat ik me een aantal jaren geleden heb bekeerd. Hierdoor ben ik enthousiast geworden om anderen erover te vertellen. De grote vraag is dan, hoe doe ik dit? Ik heb geen pasklaar antwoord op deze vraag, omdat elke situatie en elk mens anders is. Ik wil echter wel delen wat ik erover heb ontdekt. (En ik hoor ook graag van anderen wat zij hebben ontdekt!) Als je een overtuiging wilt delen met iemand, zul je, zoals eerder genoemd, je taal moeten afstemmen op die van de ander. Daarvoor moet je eerst weten welke taal iemand spreekt. Een atheïst spreekt bijvoorbeeld een andere taal dan iemand die veel met new age bezig is. Verdiep je in de ander, stel vragen en luister naar de antwoorden. Ga eens mee naar de moskee als een vriend van je praktiserend moslim is. Let wel dat als je vragen stelt of ergens mee naartoe gaat, je dit in eerste instantie doet uit oprechte interesse, niet om iemand je eigen overtuigingen bij te brengen! Ik denk dat het voor jezelf ook hele goede ervaringen kunnen zijn en weer nieuwe dingen kunt leren als je open staat voor andermans overtuigingen en belevingswereld. Als je anderen van je overtuigingen wilt vertellen, zul je zelf eerst moeten weten wat jouw overtuigingen nou precies zijn. Vragen die je kunnen helpen zijn: Wie is God voor jou? Hoe zou je Hem omschrijven? Waarom geloof je? Waarom ben je overtuigd christen? Wat betekent voor jou het christen-zijn? Hoe uit je dit? Wat betekenen de woorden en daden van Jezus voor jou? Wat betekent voor jou het Hemelse Koninkrijk waar Jezus van spreekt? Probeer de vragen voor jezelf te beantwoorden en probeer hier duidelijk in te zijn. Schrijf ze eventueel op en laat ze door anderen lezen. Ik ben daarin het liefst kort maar krachtig. Geef persoonlijke antwoorden, niet omdat ze christelijk correct zijn. Als je God als ‘Vader’ zou omschrijven is daar niets mis mee als dit ook echt voor jou is, maar geef het niet als antwoord omdat binnen het christendom het beeld van God als Vader veel voorkomt. Een omschrijving van God die mij het meest aanspreekt is ‘Ontfermer’. Zodra je weet waar je zelf staat en wat tot de verbeelding van de ander spreekt kun je proberen je overtuiging aan de ander uit te leggen, mits hij of zij daar wel open voor staat. Ik laat mensen zelf liever met vragen komen. Zo heb ik een tijdje een ketting met een kruisje gedragen waar mensen wel eens naar vroegen. Een keer had ik op een fiets van mij een Bijbeltekst geschilderd (Spreuken 3:3) en die fiets gebruikte ik als stationsfiets van en naar mijn stageadres. Iemand vroeg mij een keer wat voor een tekst er op mijn fiets stond. Maar ook door niet alles gelijk in mijn antwoorden weg te geven kijk ik ook of mensen echt geïnteresseerd zijn om te luisteren. Als men niet wil luisteren heeft het voor mij ook weinig zin ergens over te vertellen. Daarnaast probeer ik wedervragen te stellen om mensen zelf na te laten denken. In de gesprekken die soms groeien stem ik mijn woordgebruik af op de ander. Iedereen heeft wel een bepaalde associatie met het woord ‘God’. Deze associaties zijn in veel gevallen negatief en komen voort uit ooit in aanraking te zijn geweest met het christendom, wat niet bevallen was. Met name bij atheïsten vermijd ik zo veel mogelijk het woord ‘God’. Als je totaal niet in een hogere macht gelooft kan ik me voorstellen dat dit een wat vage term is. In de gesprekken die ik wel eens met atheïsten heb gehad, heb ik vooral verteld over mijn persoonlijke ervaringen en wat er over Jezus is geschreven in de Bijbel. Zelf heb ik een achtergrond met new age. In die tijd geloofde ik in een hogere macht geloofde, een soort goddelijke kracht. Echter zag ik deze kracht niet als een Persoon waarmee je persoonlijk contact kon maken en ik noemde het liever ‘Bron’ of ‘Kosmos’ dan dat ik ‘God’ zou zeggen. Jezus zag ik enkel als een profeet en de Bijbel als een inspirerend boek. Aan de woorden van Jezus hechtte ik toen wel waarde, maar lang niet zo veel als ik nu als christen doe. Met een jood of moslim kun je weer andere gesprekken voeren. Net als christenen hebben zij een redelijk beeld van God en zien ze Hem als Iemand met wie je een persoonlijk contact aan kan gaan. Ikzelf vind het altijd heel interessant om naar hun persoonlijke ervaringen te vragen. Maar je kunt ook op een wat meer theologische manier met hen in gesprek gaan en bijvoorbeeld schriften naast elkaar leggen of elkaars schriften (deels) lezen. Met name in de Islam hebben de evangeliën enige waarde. In je taalgebruik is het mijn advies om zo veel mogelijk christelijke termen te gebruiken. Zo was ik eens bij een lezing met als onderwerp het Hemelse Koninkrijk. Toen iemand in mijn familie vroeg hoe het was geweest, die geen christen is, moest ik toch wel even nadenken over hoe ik het uit ging leggen. Christenen weten over het algemeen wel wat er bedoeld wordt met het Hemelse Koninkrijk, maar mensen met andere overtuigingen vaak niet! Zo zie je dat er dus verschillende manieren zijn van gesprekken. Maar het belangrijkste vind ik nog dat je gewoon menselijk bent en dat je eerlijk en open spreekt. Als je iets niet weet, wees daar niet bang voor. Wij christenen zijn ook gewoon mensen met onze vruchtbare en onze zondige kanten en hebben Gods genade nodig. Je kunt beter eerlijk zijn over de dingen die je niet weet of je onkunde dan dat je het probeert te verbloemen, al denken we soms God daar een plezier mee te kunnen doen. Je bent echter veel menselijker en oprechter als je gewoon eerlijk bent. Houd ook in gedachten dat je geen vrienden met iemand wordt om te evangeliseren. In eerste instantie wordt je vrienden met iemand om vrienden te zijn en elkaar te steunen. Als christen kun je echter wel altijd bidden voor een vriend, een zegen over de ander uitspreken en bidden om zelf een zegen te mogen zijn. Gods zegen! Chealder Terug naar blog Link naar bericht Deel via andere websites
Sanne69 28 Geplaatst 3 juni 2014 Rapport Share Geplaatst 3 juni 2014 In je taalgebruik is het mijn advies om zo veel mogelijk christelijke termen te gebruiken. Zo was ik eens bij een lezing met als onderwerp het Hemelse Koninkrijk. Toen iemand in mijn familie vroeg hoe het was geweest, die geen christen is, moest ik toch wel even nadenken over hoe ik het uit ging leggen. Christenen weten over het algemeen wel wat er bedoeld wordt met het Hemelse Koninkrijk, maar mensen met andere overtuigingen vaak niet! Zo zie je dat er dus verschillende manieren zijn van gesprekken. We kunnen leren van Jezus voorbeeld; hoe hij gesprekken voerde met mensen. Om diepere waarheden over zijn Vader en het Koninkrijk duidelijk te maken, gebruikte hij vaak illustraties. En deze illustraties gingen dan vaak over zaken waarmee zijn luisteraars vertrouwd waren, bijvoorbeeld over zaaien en oogsten en vissen. Dit vroeg wel inspanning van zijn luisteraars. Degenen die niet echt belangstelling hadden voor geestelijke zaken, haakten af. Maar degenen die daar wel liefde voor hadden, vroegen om een uitleg. - Zie Mattheus 13:36. Maar om zelf illustraties te gebruiken, zullen we inderdaad zelf ook goed op de hoogte moeten zijn met Bijbelse waarheden en moeten we ook interesse hebben voor degenen met wie we spreken. Zonder die belangstelling zouden we geen illustratie kunnen verzinnen. Link naar bericht Deel via andere websites
Dannyr 37 Geplaatst 3 juni 2014 Rapport Share Geplaatst 3 juni 2014 Dit vroeg wel inspanning van zijn luisteraars. Degenen die niet echt belangstelling hadden voor geestelijke zaken, haakten af. Maar degenen die daar wel liefde voor hadden, vroegen om een uitleg. - Zie Mattheus 13:36. In dit gedeelte van math 13 vroegen de discipelen om uitleg van een gelijkenis. Jezus stuurde de menigte mensen die naar Hem waren toegekomen weg. Misschien omdat een deel van die menigte mensen niet echt belangstelling had naar wat Jezus te vertellen had, maar alleen kwamen om de spectaculaire wonderen van Jezus te zien. Dat is wat er bij mij door mijn gedachte gaat als ik dit gedeelte uit math 13 lees. Uiteraard is dat iets wat ik me zo kan voorstellen en dit kan 1 vd redenen geweest zijn waarom Jezus de menigte wegstuurde. Vermoeidheid kan een andere reden zijn geweest waarom Jezus die grote groep mensen wegstuurde. Jezus was zo intensief met prediking bezig voor grote aantallen mensen dat dit ook veel vergde van Hem. Link naar bericht Deel via andere websites
Aanbevolen berichten