mackie 0 Geplaatst 22 november 2009 Rapport Share Geplaatst 22 november 2009 Hallo allemaal, zou iemand mij de volgende vergelijking kunnen uitleggen? \"36 Ook zei Hij tegen hen, in beeldspraak: ‘Niemand scheurt een lap van een nieuwe jas om een oude op te lappen. Anders scheur je niet alleen de nieuwe jas, maar zal bovendien blijken dat de lap van de nieuwe niet bij de oude jas past. 37 Ook doet niemand jonge wijn in oude zakken. Anders doet de jonge wijn de zakken barsten, loopt de wijn weg en zijn de zakken kapot. 38 Nee, jonge wijn doe je in nieuwe zakken. 39 En niemand die oude wijn gedronken heeft vraagt om jonge. Hij zegt natuurlijk: “De oude is lekker.†’ \" Alvast bedankt! gr. mackie Link naar bericht Deel via andere websites
EulogÃa 0 Geplaatst 22 november 2009 Rapport Share Geplaatst 22 november 2009 Ik denk dat de verzen ervóór er ook bij horen. 33 Doch zij zeiden tot Hem: De discipelen van Johannes vasten dikwijls en doen hun gebeden, en zo ook die der Farizeeën, maar die van U eten en drinken. 34 Jezus zeide tot hen: Kunt gij soms de bruiloftsgasten laten vasten, terwijl de bruidegom bij hen is? 35 Doch er zullen (andere) dagen komen, en wanneer de bruidegom van hen weggenomen is, dan zullen zij vasten, in die dagen. Ik denk dat de juiste dingen in de juiste tijd moeten gebeuren en de juiste dingen bij de juiste situaties horen. Als de bruidegom er is, is het niet de juiste tijd om te vasten. Zoals vasten ongepast is bij de aanwezigheid van de bruidegom, zo is jonge wijn ongepast in oude zakken enz. . In oude tijden horen oude dingen, in nieuwe tijden horen nieuwe dingen. Bij het nieuwe verbond horen niet meer de dingen van het oude verbond. De joodse traditie is op dat moment bijna verouderd en er komt een beter verbond aan wat van kracht wordt bij het sterven, opstaan en de hemelvaart van Jezus en de uitstorting van de Heilige Geest. Na deze dingen was de tijd van zonde, dood, ziekte, armoede, ellende, verdriet, angst, gebondenheid enz. voorbij en was er een nieuwe tijd aangebroken van genezing, gezondheid, voorspoed, rust, vrede, blijdschap, vrijheid, bescherming enz. voor gelovigen onder de joden en heidenen. De tijd van ellende en de oude dingen was voorbij. Oudtestamentische wetten, vloeken en (gevolgen van) zonden horen niet meer bij de tijd van de totale verlossing van Jezus Christus waar gelovigen nu in leven. Link naar bericht Deel via andere websites
Michiel 14 Geplaatst 23 november 2009 Rapport Share Geplaatst 23 november 2009 Ik vond de volgende preek hierover: Gemeente, gasten in ons midden, In de tekst die vanmorgen centraal stond in de preek –Lucas 5:32 – hoorden we Jezus zeggen, dat hij gekomen is om zondaars aan te sporen een nieuw leven te beginnen. Die woorden laten op een bijzondere manier zien, wat de genade inhoudt die Jezus ons wil schenken. Het gaat daar om twee kanten van die genade. Allereerst gaat het om aanvaardende genade. Jezus zegt namelijk dat hij zóndaars roept. Mensen die het dus niet verdienen, dat hij naar ze omkijkt. En toch roept hij ze bij zich, zoekt ze op waar ze zijn en betoont hen zijn liefde en belooft vergeving. Dat is de ene kant van de genade. De andere kant zou je de vernieuwende genade van Jezus kunnen noemen. Want als Jezus zondaars aanneemt doet hij dat niet om ze te onveranderd te laten. Nee, hij roept ze om ze aan te sporen een nieuw leven te beginnen. Jezus spoort zondaars aan om een nieuw leven te beginnen. Zo vertaalt de NBV de woorden van die in oudere vertalingen luiden: ‘zondaars te roepen tot bekering’. In het Grieks staat er een woord –‘metanoia’- wat te maken heeft met nieuwe gedachten en een nieuwe gezindheid. Bekering is dus niet alleen omkeer, maar het is vooral een nieuwe richting van denken en willen. Ik vind het dus wel een mooi vertaling, die de NBV biedt. Zeker ook, omdat dat nieuwe leven geen geschenk is wat wij passief in ontvangst nemen. Nee, dat nieuwe leven is iets, waar wij ook actief in betrokken zijn, met onze keuzes en beslissingen. Vandaar ‘aansporen om’. Langs die weg gaat het. Hij spoort zondaars aan een nieuw leven te beginnen en als ze er gehoor aan geven schenkt hij dat nieuwe leven al gaande de weg. Maar juist dáár – in die betrokkenheid, die participatie van ons- zit ook een valkuil. De valkuil dat we ná het ontvangen van genade gaan proberen het nieuwe leven met behulp van oude vormen op te tuigen en te realiseren. En over die valkuil gaat het in het gedeelte van vanavond. *Laten we eens kijken wat er zoal gezegd wordt. Jezus zit inmiddels aan tafel bij Levi, de tollenaar, die zojuist leerling van hem is geworden. Tijdens die maaltijd wordt Jezus (via zijn leerlingen) stevig bevraagd door de Farizeeën en schriftgeleerden. Eerst over zijn vrijmoedige omgang met tollenaars en zondaars (daarover ging het vorige week) en nu over de geestelijke staat van zijn discipelen. De vraag die ze hem stellen is: ‘De leerlingen van Johannes (de Doper) vasten dikwijls en zeggen hun gebeden, maar die van u eten en drinken maar.’ Het is duidelijk wat er achter deze vraag zit. Als Jezus nu echt meent, dat hij zo’n verdiepende boodschap te brengen heeft, is deze oppervlakkige levensstijl van zijn discipelen daar dan de vrucht van? Als het Jezus werkelijk ernst was met de wil van God dan mogen zijn leerlingen toch ook wel een beetje meer ernst vertonen. En dat vasten is voor hen een duidelijk voorbeeld, want vóór hen was vasten een belangrijke uiting van serieuze omgang met de wet van God. Sinds de ballingschap was vasten een belangrijke godsdienstige plicht geworden en voor de Farizeeën en schriftgeleerden was het bovendien een verdienstelijk werk voor God. Welnu gemeente, deze vraag zet ons als lezer meteen voor de vraag waar ik mijn preek mee begon, namelijk: als het volgen van Jezus betekent dat je een nieuw leven gaat beginnen, hoe ziet zo’n leven er dan uit? De Farizeeën en schriftgeleerden hadden daar blijkbaar een heel helder beeld van: een nieuw leven houdt in, dat je heel serieus met de wet en de overgeleverde interpretaties houdt, om zodoende een echt heilig leven te gaan leiden. Een leven dus, waarin oude vormen als vasten zo veel mogelijk beoefend moeten worden. Een leven van serieuze wetsbetrachting dus. En laten we eerlijk zijn, gemeente: ook leerlingen van Jezus lopen het gevaar dat nieuwe leven op zo’n wettische of moralistische manier in te vullen. Wel heel serieus, maar ondertussen toch niet wat Jezus voor ogen heeft. *Het is heel duidelijk, dat Jezus bij dat nieuwe leven iets heel anders voor ogen heeft. En dat maakt hij duidelijk met een beeld en met twee gelijkenissen. Een beeld en twee gelijkenissen die duidelijk maken dat de vastenpraktijk die zÃj blijkbaar zo belangrijk vinden een volstrekt ongepaste vorm is om het nieuwe leven vorm te geven. Eerst dat beeld. Zeg nu zelf, zegt Jezus tegen zijn opponenten, ‘U kunt toch niet verlangen dat de bruiloftsgasten vasten zolang de bruidegom bij hen is?’ Nee, dat kun je inderdaad niet verlangen. Zolang de bruidegom erbij is, is het feest en daar hoort eten en drinken bij, terwijl vasten toch vooral een vorm van treuren is. Zo’n moment zal láter nog wel een keer komen, als de bruidegom bij hen wordt weggehaald. Aan welke tijd denkt Jezus hier? Niet aan de tijd na zijn hemelvaart (wat sommige zeer behoudende broeders en zusters met hun gebrek aan vreugde wel eens lijken te geloven), maar aan de tijd van zijn lijden en sterven tot aan de opstanding. Een tijdelijke periode dus, rond crisis van het kruis. Maar zolang en wanneer Jezus erbij is en je als discipel in zijn gemeenschap leeft mag er sprake zijn van (zoals een uitlegger het uitdrukte) ‘een feestelijke levensstijl’. Het nieuwe leven met Jezus heeft een feestelijk karakter en dat mag merkbaar zijn, dwars door alles heen. En dan twee gelijkenisjes. De eerste: ‘Niemand scheurt een lap van een nieuwe mantel om daarmee een oude mantel te verstellen, want dan scheurt hij de nieuwe, terwijl de lap niet bij de oude past.’ Oftewel: het nieuwe leven is niet geen lapmiddel, maar een totaal nieuwe mantel. De tweede: ‘En niemand giet jonge wijn in oude leren zakken, want dan scheuren de zakken door de jonge wijn en wordt de wijn verspild, terwijl de zakken verloren gaan.’ Oftewel: het nieuwe leven is zo gistend en werkend, dat het echt om een nieuwe vorm vraagt.’ Een aansprekend beeld dus en twee krachtige gelijkenissen. Zullen we maar gewoon proberen daar wat op door te denken? Eerst over dat beeld van de bruidegom dus. Het beeld van Jezus als bruidegom van zijn gemeente komen we op andere plekken in het Nieuwe Testament (bij Johannes en bij Paulus) ook tegen. En we kunnen niet anders zeggen dan: het is een prachtig en veelzeggend beeld! Veelzeggend allereerst over Jezus. Juist dat beeld van de bruidegom laat ons iets voelen en proeven van de het nieuwe leven dat Jezus komt brengen. Want wat is een bruidegom? Een bruidegom is een man die het vaste voornemen heeft voor zijn vrouw te gaan zorgen en zijn vrouw gelukkig te maken. En heel in de Bijbel waar ons een bruidegom wordt getekend blijkt deze bruidegom bereid te zijn tot opofferende liefde. Hij gáát voor zijn vrouw, staat voor haar in en verlangt niets liever dan haar te laten stralen! En dat is toch precies hoe we Jezus leren kennen in het Evangelie? Zijn liefde blijkt zo groot, dat hij zijn leven offert om ons gelukkig te maken. Is dÃe liefde en de daarbij behorende vreugde van het nieuwe levensgeluk ook de liefde waarvan wÃj leven? Het is misschien geen overbodige vraag om te stellen, want laten wij het leven met Jezus vaak niet versloffen tot een plichtmatig en weinig vreugdevol leven? Zo’n leven als helaas in sommigen gevallen ontstaat na 20 jaar huwelijk: de spanning is er af en de vreugde van het begin onvindbaar. Of het is een verstandshuwelijk: keurig, verantwoord ook wel nuttig, maar vonken doet het niet. Maar zo wil Jezus niet met zijn kerk getrouwd zijn! Hij wil dat wij, die zijn bruid zijn, een vreugdevolle, feestelijke levensstijl ontwikkelen. Een leven van vreugde, te midden van gebrokenheid, tekortkomingen en vermoeienissen. ‘Verrast door de vreugde’ heet de autobiografie van C.S. Lewis. Die vreugde, die komt als bij de ontmoeting met je liefde, die wil Jezus geven. En daar mogen wij van leven. *En dan die twee kleine gelijkenissen. Wat betekenen die voor het nieuwe leven waartoe Jezus ons wil aansporen. Ik hoop dat de kern van de twee verhalen duidelijk is. Waar het Jezus om gaat is, dat de nieuwe realiteit van het Koninkrijk van God en de aangename tijd van genade niet te verbinden zijn met oude, verstarde en versleten vormen. Versleten en verstard zeg ik. Dat zijn wel twee veelzeggende woorden. Twee woorden, die allebei iets duidelijk maken over wat er met vormen en met traditie kan gebeuren. In de eerste gelijkenis worden die vormen, die tradities vergeleken met een oude mantel waarop een slijtplek is ontstaan. Dat is dus wat er was gebeurd met de joodse traditie in Jezus’ dagen. Ooit begonnen als een nieuwe ontdekking (in de tijd van de ballingschap bijvoorbeeld, toen de tempel in puin lag en er nieuwe vormen van dienst aan God ontstonden), maar inmiddels zit de sleet er in. En als je dan gaat proberen, om die sleetse plek te reparen met een stevig, vitaal stuk nieuwe stof (die ook nog eens wordt afgescheurd van een nieuwe mantel), dan kun je raden dat niet werkt. Kan dit ook in ons leven gebeuren? Persoonlijk en kerkelijk? Ik denk het zeker. Ik denk dat we –zeker in Amsterdam- in een periode zitten waarin we ontdekken dat allerlei ooit waardevolle vormen en gebruiken deels of helemaal versleten zijn. Dat merken we bijvoorbeeld met allerlei kerkordeartikelen over lidmaatschap, over geografische wijkkerken en zoveel meer. Maar we zien het ook in ons persoonlijke geloof: dingen die van huis uit belangrijk waren passen niet meer. Is dat erg? Volgens Jezus niet. Tenminste: wanneer we dat bezien vanuit de levende werkelijkheid van het Koninkrijk van God en zijn genade. Want in dat licht mogen we er blijkbaar op vertrouwen, dat hijzelf zijn kerk, zijn leerlingen, steeds weer een nieuwe mantel zal geven. Krampachtig proberen dat oude kleed te herstellen helpt niet en is zelfs schadelijk voor de weg van het Konininkrijk. *Vormen en tradities die ooit waardevol waren kunnen dus slijten. Maar ze kunnen ook verstarren. Dat is de les van de tweede gelijkenis, over de nieuwe wijn en de oude zakken. Tussen haakjes: is het u wel eens opgevallen, dat deze gelijkenis in de wereld tot een spreekwoord is geworden, maar dat het beeld daar precies andersom wordt gebruikt? Zo las ik in een recensie van een vernieuwd computerprogramma dat het toch een beetje ‘oude wijn in nieuwe zakken was’. Dat wil zeggen: een leuke nieuwe buitenkant, maar wezenlijk niets nieuws. Jezus gebruikt het beeld precies andersom. Hij heeft het over nieuwe wijn, die niet in een oude zak mag. Waarom niet? Omdat zo’n oude wijnzak (in het oude oosten werd die gemaakt van dierenhuid) door lang gebruik zijn rek verliest. En het is dus duidelijk wat Jezus bedoelt: als we de nieuwe werkelijkheid van het Koninkrijk van God vergelijken met jonge wijn, die nog gist en werkt, dan hoort daar een nieuwe, soepele en rekbare vorm bij. Als je die nieuwe wijn van het Koninkrijk in oude vormen stopt, dan gaat het mis. De vormen breken stuk en de wijn gaat verloren. Wat ik mooi vind aan dit beeld is, dat er wel een vorm nódig blijft. Het nieuwe leven in Christus betekent dat we in de vrijheid worden gesteld maar die vrijheid is niet grenzeloos en vormloos. Uiteindelijk moet het wel vorm krijgen, in ons eigen leven en in onze gemeente. En voor die geestelijke uitdaging staan we, persoonlijk en als Jeruzalemkerkgemeente. De aanleiding ligt natuurlijk veelal bij culturele veranderingen om ons heen. De wereld beweegt en de kerk moet meebewegen. Maar Jezus laat ons hier zien, dat het Koninkrijk Gods daar prima op berekend is. En sterker nog: wanneer we ons telkens weer op Jezus en zijn Koninkrijk richten zullen we merken we als vanzelf ook vormen vinden die passen. Vormen die vrijheid schenken, meebewegen, maar toch niet grenzeloos maken. Dat is een geweldig perspectief. Ik merk dat ik de consequenties van dit stukje onderwijs van Jezus maar een beetje kan aanstippen. Ik had ze graag verder uitwerkt, maar tegelijk denk ik: misschien ook maar beter niet. Laat deze woorden hun werk doen, in ons leven en in onze gemeente. Niet alles van te voren vastleggen, niet krampachtig vasthouden, niet vertrouwen op vormen. Nee, op weg gaan met Jezus. Jezus, die onze bruidegom is en ons uitnodigd voor een levensstijl van vreugde en feestvieren. Jezus, in wie het Koninkrijk Gods onder ons is gekomen als een nieuw kleed en nieuwe wijn. Dat moet genoeg zijn voor een nieuw leven. Meer dan genoeg zelfs. Amen Bron Link naar bericht Deel via andere websites
Gast Anon_phpbb Geplaatst 23 november 2009 Rapport Share Geplaatst 23 november 2009 Quote: Op zondag 22 november 2009 22:44:23 schreef mackie het volgende: Hallo allemaal, zou iemand mij de volgende vergelijking kunnen uitleggen? jonge. Hij zegt natuurlijk: “De oude is lekker.†’ \" Alvast bedankt! gr. mackie Dit is ongeveer gelijk aan het spreekwoord: "Een oude boom moet je niet verzetten." Bij de mensen is dit ook zo, vaak zijn conservatieve krachten zo groot, dat het heel moeilijk is een denkstroming of denkwijze te veranderen. Link naar bericht Deel via andere websites
Aimé 0 Geplaatst 23 november 2009 Rapport Share Geplaatst 23 november 2009 Quote: Op zondag 22 november 2009 22:44:23 schreef mackie het volgende: Hallo allemaal, zou iemand mij de volgende vergelijking kunnen uitleggen? "36 Ook zei Hij tegen hen, in beeldspraak: ‘Niemand scheurt een lap van een nieuwe jas om een oude op te lappen. Anders scheur je niet alleen de nieuwe jas, maar zal bovendien blijken dat de lap van de nieuwe niet bij de oude jas past. 37 Ook doet niemand jonge wijn in oude zakken. Anders doet de jonge wijn de zakken barsten, loopt de wijn weg en zijn de zakken kapot. 38 Nee, jonge wijn doe je in nieuwe zakken. 39 En niemand die oude wijn gedronken heeft vraagt om jonge. Hij zegt natuurlijk: “De oude is lekker.†’ " Alvast bedankt! gr. mackie Strikt genomen bedoelde hij dat het christendom niet in overeenstemming gebracht zou en kon worden met het judaïsme van zijn dagen, en de daarbij behorende menselijke overleveringen die zich hadden ontwikkeld. Men had Jezus juist gevraagd waarom zijn discipelen niet net als de religieuze leiders, de Farizeeën, vastten. Christus antwoordde dat het in de tijd dat hij bij zijn volgelingen was, niet passend was als een teken van rouw te vasten. Daarna sprak hij de hierboven aangehaalde woorden. Als u een nieuwe lap op een oud kleed naait, zal het nieuwe materiaal in de was krimpen en losscheuren. Of wanneer u nieuwe wijn in een oude wijnzak doet, die zijn elasticiteit heeft verloren, zal de zak barsten wanneer de nieuwe wijn gist en er kooldioxyde vrijkomt. Jezus hielp zijn toehoorders inzien dat niemand van zijn volgelingen mocht verwachten dat zij zich naar de oude praktijken van het judaïsme, zoals ritueel vasten, zouden richten. Ook kon zijn krachtige nieuwe leer niet in het systeem van de joodse religie worden ingepast. Degenen die Jezus hoorden en volgden konden zich daarentegen verheugen in de vitaliteit van zijn onderwijzingen, zonder te trachten ze zo af te zwakken dat ze zich met de farizeese manieren van de joodse leiders zouden laten mengen. Link naar bericht Deel via andere websites
Piebe 84 Geplaatst 23 november 2009 Rapport Share Geplaatst 23 november 2009 Quote: Op maandag 23 november 2009 18:01:33 schreef Aimé het volgende: [...] Strikt genomen bedoelde hij dat het christendom niet in overeenstemming gebracht zou en kon worden met het judaïsme van zijn dagen, en de daarbij behorende menselijke overleveringen die zich hadden ontwikkeld. Men had Jezus juist gevraagd waarom zijn discipelen niet net als de religieuze leiders, de Farizeeën, vastten. Christus antwoordde dat het in de tijd dat hij bij zijn volgelingen was, niet passend was als een teken van rouw te vasten. Daarna sprak hij de hierboven aangehaalde woorden. Als u een nieuwe lap op een oud kleed naait, zal het nieuwe materiaal in de was krimpen en losscheuren. Of wanneer u nieuwe wijn in een oude wijnzak doet, die zijn elasticiteit heeft verloren, zal de zak barsten wanneer de nieuwe wijn gist en er kooldioxyde vrijkomt. Jezus hielp zijn toehoorders inzien dat niemand van zijn volgelingen mocht verwachten dat zij zich naar de oude praktijken van het judaïsme, zoals ritueel vasten, zouden richten. Ook kon zijn krachtige nieuwe leer niet in het systeem van de joodse religie worden ingepast. Degenen die Jezus hoorden en volgden konden zich daarentegen verheugen in de vitaliteit van zijn onderwijzingen, zonder te trachten ze zo af te zwakken dat ze zich met de farizeese manieren van de joodse leiders zouden laten mengen. Als ik zo vrij mag zijn een poging te doen om uw betoog samen te vatten: de oude lap staat voor het oude verbond en de nieuwe lap voor het nieuwe verbond. Link naar bericht Deel via andere websites
Aanbevolen berichten