Spring naar bijdragen

Renaldo

Members
  • Aantal bijdragen

    1.386
  • Geregistreerd

  • Laatst bezocht

    Nooit

Berichten geplaatst door Renaldo

  1. Ronaldo,

    Je weet toch dat de meeste Joden nog steeds wachten op de komst van de Messias, hoe zie jij dat dan. Hebben ze volgens jou de Messias die in het jaar 29 door Johannes de Doper in de Jordaan is gedoopt en door God is gezalfd aanvaardt of niet.

    Ik vroeg eerst wat ;)

  2. Sterker nog als mensen de Wet houden dan accepteren ze Jezus' offer niet of hebben er geen kennis van of hebben er geen waardering voor.

    Bedoel je hiermee te zeggen dat (bijvoorbeeld) messiaanse Joden die koosjer eten, de sabbat houden, de Feesten vieren, talliet en kippa dragen etc. Jezus' offer niet accepteren, daar geen kennis van hebben en er geen waardering voor hebben?

  3. Dat heb ik al gedaan door je er op te wijzen dat het grote gebod het hart van de wet en de profeten is.

    Daarmee toon je niet aan dat de Thora en de Profeten niet een tweedeling is.

    Jawel.

    Kun je mij aantonen dat in de eerste eeuw van het christendom men de Thora en Profeten als één geheel zagen en daar tussen geen onderscheid maakte. Dat wil ik graag van je zien. Kun je dat?

    Mozes en de profeten spreken allen over dezelfde God (Luk 24,44) en aangezien God één is zijn de wet en de profeten dat dus ook.

    Hiermee ga je niet inhoudelijk in op mijn vraag. Je blijft een welles nietus spelletje spelen. Als je dat wil, prima, maar daar heb ik geen zin in. :*

  4. Absoluut. Maar voor mezelf zou ik dan denken dat het hier nog steeds om de geboden gaat waar de apostel op doelde, omdat je het anders lijkt me juist als argument zou kunnen gebruiken dat de heidenen zich juist aan alle Joodse voorschriften moeten houden.

    Toch is er voldoende bewijs dat het hier juist gaat om de lezing van de gehele Thora (en de Haftara). Je kan dit bijvoorbeeld zien aan de boekrol van Jesaja die Jezus gegeven werd om te lezen.

    Een nog duidelijker voorbeeld is Handelingen zelf die laat zien dat hier om de voorlezing van de Wet en de Profeten gaat:

    Handelingen 13,15

    Na de voorlezing uit de Wet en de Profeten werd hun namens de leiders van de synagoge gezegd: ‘Broeders, als u voor de mensen een bemoedigend woord hebt, ga dan uw gang.’

    Het lijkt mij er meer op dat ze toelichten van: 'dit dien je in ieder geval te doen, en de rest hoor je wel op sabbat in de synagoge'. Wat dan ook weer meer in overstemming is met Mat. 5:19 waarbij Jezus zegt dat niemand mag leren dat er ook meer één klein stukje verloren is gegaan of niet meer nodig is.

  5. Even een kleine aanvulling, wellicht interessant. "In haast elke stad werdt de Wet van Mozes immers als inds mensenheigenis verkondigd en op iedere sabbat in de synagogen voorgelezen". Dit (hoeft) niet de gehele Wet te zijn die daar op die dag werd voorgelezen. Het kan ook de Thoralezing zijn (dat gebruikelijk was en is). Op deze wijze werd de Thora (jaarlijks of 3 jaarlijks) in zijn geheel voorgelezen.

  6. Renaldo

    Die onderverdeling was er toen nog niet en al helemaal niet bij christenen. Dus dat weet je niet.

    Kun je dat aantonen.

    Dat heb ik al gedaan door je er op te wijzen dat het grote gebod het hart van de wet en de profeten is.

    Daarmee toon je niet aan dat de Thora en de Profeten niet een tweedeling is. Kun je mij aantonen dat in de eerste eeuw van het christendom men de Thora en Profeten als één geheel zagen en daar tussen geen onderscheid maakte. Dat wil ik graag van je zien. Kun je dat?

  7. Renaldo
    Wat ik zeg is dat Judas' het geschrift van Henoch niet op gelijke voet stelde met de Thora, profeten en geschriften.

    Die onderverdeling was er toen nog niet en al helemaal niet bij christenen. Dus dat weet je niet.

    Kun je dat aantonen. Ik heb je namelijk aangetoond dat vanuit een aantal bronnen, zowel Bijbels als buitenbijbels (o.a. Jezus Sirach) deze onderverdeling er al wel was. Kun jij mij, met een aantal bronnen, aantonen dat dit niet zo is? Want een opmerking plaatsen van welles, niettus doet een inhoudelijk discusie geen recht.

  8. Dan had Jezus moeten zeggen de harten (meervoud) van de wet en de profeten.
    Voorbeeld: dat mijn kinderen opgroeien in geloof is het hart van mij en vrouw. Het zou raar zijn wanneer ik zou schrijven ...dat zijn de harten van mijn en mijn vrouw.

    Jezus zei dat de wet en de profeten terug te herleiden zijn tot het grote gebod, dus één hart één gebod. Maar als jij daar anders over wilt denken moet je helemaal zelf weten, dus let's agree to disagree,

    dank je.

    Als je twijfelt over Judas' oordeel over Henoch, waarom zou je dan wel van hem aannemen wat hij schreef over Jezus?

    Ik heb nergens gezegd dat ik twijfel over Judas' oordeel over Henoch. Dus hoe je daar bij komt, is mij een raadsel. Wat ik zeg is dat Judas' het geschrift van Henoch niet op gelijke voet stelde met de Thora, profeten en geschriften.

    Nee hoor, hij verwijst naar Ex 17:6, Num 20:11 en Ps 78:15.

    Wat hij schreef was niet onbekend en kwam uit een Midrasj. Een midrasj is gebaseerd op het OT.

    Interessante info maar in deze niet relevant, want Henoch wandelde met God (Gen 5,22-24) en was dus volstrekt geen heiden noch een Egyptische tovenaar. Zijn geschrift had gewoon in de canon thuisgehoord als het niet verloren was geraakt.

    Het geeft aan dat er wel vaker uit een buiten-bijbelse bron geciteerd werd, zonder daarmee die bron enige mate van canoniciteit toe te willen dichten.

    Het geschrift Henoch is niet voor niets niet opgenomen in de canon. Daar zijn betere argumenten voor dan 'dat het verloren' is geraakt.

  9. Dan had Jezus moeten zeggen de harten (meervoud) van de wet en de profeten.
    Voorbeeld: dat mijn kinderen opgroeien in geloof is het hart van mij en vrouw. Het zou raar zijn wanneer ik zou schrijven ...dat zijn de harten van mijn en mijn vrouw.

    En hoezo is het niet waar wat ik zeg? Nogmaals, lees Judas 1,14 en vertel me uit welk geschrift hij citeerde!

    In vers 14 haalt Judas het eerste boek van Henoch aan. De reden is vermoedelijk omdat dit werk bij zijn doelgroep bekend is en aldaar gerespecteerd wordt. De manier waarop dit gedeelte geïntroduceerd wordt, namelijk met het woord "profeteuoo", maakt het minder waarschijnlijk dat Judas dit boek als Schrift beschouwde. Het woord wordt namelijk in het NT niet gebruikt om iets uit het OT te citeren (op 1 uitzondering na). Omdat Henoch in vers 14 wordt beschreven als ‘zevende van Adam’ zou hieruit afgeleid kunnen worden dat Judas er vanuit is gegaan dat Henoch dit werk inderdaad zelf heeft geschreven. Echter, dit hoeft niet zo te zijn, aangezien deze woorden ook in Henoch 2 x voorkomen en heeft Judas om die reden deze woorden opgetekend. Uit het gedeelte blijkt dat Judas het gedeelte heeft aangehaald om naar gezaghebbende woorden uit het verleden te refereren ter ondersteuning van zijn hoofdgedachte. Dit op zich is niet vreemd, aangezien we bij Paulus hetzelfde terugvinden; deze refereert naar een midrasj in 1 Cor.10:4, heidense dichter in Hand. 17:28 en noemt in 2Tim. 3:8 de tovenaars bij de Egyptische farao bij hun naam, hierbij puttend uit niet-canonieke informatie.

  10. Hij bedoelt namelijk niet alleen de wetten die in de eerste 5 boeken van Mozes stonden, maar de gehele 5 boeken van Mozes. De Thora. Het is derhalve ook beter om het in deze tekst te vertalen met Thora, aangezien dit meer inhoudt dan alleen de wetten.

    Ik ben bang dat je je vergist, want het woord Thora kan onterechte associaties oproepen bij de nietsvermoedende lezer. Ook kon ik geen enkele vertaling vinden zelfs niet één waarin nomos is overgezet naar wet. Waar citeerde jij uit als ik vragen mag?

    Uit de CJB.

    Vergelijk daarnaast Exodus 16:4 de Hebreeuwse tekst met de LXX. Daar zie je dat Thora is overgezet naar Nomos. In veel gevallen in Thora een verbetere vertaling dan Wet, aangezien Thora meer betekent dat alleen wet. De Thora bevat wetgeving, maar is zelf meer dan wet.

    Daarnaast geeft je aan dat Thora vandaag de dag een andere betekenis heeft dan toen. Ik vraag me af wat je daarmee bedoeld? Wat betekent het volgens jou vandaag en wat betekende het toen?

    Omdat de uiteindelijke lijst van geschriften die door joden als heilig en gezagvol worden erkend pas in de tweede eeuw na Christus is afgesloten. De apostel Judas citeert bijvoorbeeld uit het boek Henoch (Jud 1,14) terwijl wat we helaas niet terugvinden in de joodse canon. Als dat oude boek niet verloren was gegaan, dan had het zeker in de uiteindelijke lijst van heilige geschriften thuisgehoord en was het waarschijnlijk zelfs in de Thora belandt.

    Dat is niet waar wat je zegt. De canon was al gesloten zoals we deze kennen. Dit zien wij bijvoorbeeld al terug in het boek Jezus Sirach. De kleinzoon heeft dit uit het Hebreeuws vertaald in het Grieks en hij schrijft daar over de Wet (Thora) en de profeten(Nehibim) (200 v.Chr.). Ook tijdens de Synode van Jabne was de canon al gesloten (90 n. Chr.). En Josefus schrijft hier ook over in zijn "Boek tegen de Grieken" Boek 1, paragraaf 38-40.

    Bij orthodoxe joden onderscheidt men de Thora van de Tenach, maar nergens leerde Jezus ons om onderscheid te maken tussen de wet en de profeten. Sterker nog, hij noemde de wet en de profeten samen in een adem zoals in Mattheus 7,12:

    Behandel anderen dus steeds zoals je zou willen dat ze jullie behandelen. Dat is het hart van de Wet en de Profeten.

    Volgens Jezus hebben de wet en de profeten dus hetzelfde kloppende hart en als we het hart in tweeën rukken treedt de dood onmiddellijk in. Niet doen dus. Elk geïnspireerd geschrift is van belang en WELK geschrift geïnspireerd is moet ieder voor zichzelf bepalen. De redactie is namelijk gedaan door mensen en pas na het optreden van Jezus. Daarom betekende Thora in die tijd wat anders als nu en daarom moeten we dergelijke woorden niet in de geïnspireerde teksten willen hebben om verwarring te voorkomen.

    Niet allleen de orthodoxe Joden maken onderscheid tussen de Wet en de Profeten, dat doet (bijna) iedereen. Het is een geheel andere strekking. Het zijn juist de profeten die telkens terug grijpen op de Wet (Thora).

    Juist doordát Jezus ze samen benoemd geeft het al aan dat het niet hetzelfde is. Hij maakt juist onderscheid door ze beide te benoemen.

    Johannes 1,45

    Hij kwam Natanaël tegen en zei tegen hem: ‘We hebben de man gevonden over wie Mozes in de wet geschreven heeft en over wie ook de profeten spreken: Jezus, de zoon van Jozef, uit Nazaret!’

    Bovenstaand geeft ook dezelfde tweedeling aan. Wet en profeten.

    Handelingen 13,15

    Na de voorlezing uit de Wet en de Profeten werd hun namens de leiders van de synagoge gezegd: ‘Broeders, als u voor de mensen een bemoedigend woord hebt, ga dan uw gang.’

    Hierboven zien we Lucas die een onderscheid maakt. De voorlezing in de synagoge. De Thora en de haftara lezing. Wederom een onderscheid.

    De Bijbel zelf maakt het onderscheid. En zoals aangetoond door middel van Jezus Sirach (voor de tijd van Jezus) was dit al algemeen bekend.

  11. In de grondtekst staat daar nomos hoe kom jij bij Thora?

    Dat had ik al toegelicht in mijn reactie, maar vooruit. We doen het gewoon nog een keer. ;)

    "Het Hebreeuwse woord Thora, letterlijk “onderwijzingâ€, wordt zowel in de Septuaginta als in het Nieuwe Testament vertaald met het Griekse woord Nomos, dat wet betekend."

    Het is niet bewezen of de Septuaginta van de Masoretische tekst is overgezet, dus we moeten enige scepsis betrachten. Bovendien zie ik geen noemenswaardige reden om een Hebreeuws woord te gebruiken in een Nederlandse tekst, wat nota bene een hele andere betekenis heeft als toen en de lezer zomaar op het verkeerde been zou kunnen zetten. Nee, dan denk ik meteen aan wat Paulus heeft geschreven in keurig Koine Grieks:

    Î¿á½ Î³Î¬Ï á¼ÏƒÏ„ιν ἀκαταστασίας ὠθεὸς ἀλλ᾽ εἰÏήνης Ὡς á¼Î½ πάσαις ταῖς á¼ÎºÎºÎ»Î·ÏƒÎ¯Î±Î¹Ï‚ τῶν á¼Î³Î¯Ï‰Î½

    Sterker nog, het is veelal aannemelijker dat de Septuaginta (LXX) een andere Grondtekst heeft dan de Masoretische tekst (MT). Bij de vondst van de Dode Zeerollen zijn naast Griekse fragmenten van de LXX ook aan de LXX verwante Hebreeuwse fragmenten van het OT gevonden. Echter, dit doet niets af dat Thora in de LXX vertaald wordt met Nomos, dat wij weer vertalen met Wet. Punt is in deze tekst dat Jezus de Wet en de Profeten aanhaalt. Een logische redenering is dat hij met Wet de Thora bedoelt.

    Hij bedoelt namelijk niet alleen de wetten die in de eerste 5 boeken van Mozes stonden, maar de gehele 5 boeken van Mozes. De Thora. Het is derhalve ook beter om het in deze tekst te vertalen met Thora, aangezien dit meer inhoudt dan alleen de wetten.

    Daarnaast geeft je aan dat Thora vandaag de dag een andere betekenis heeft dan toen. Ik vraag me af wat je daarmee bedoeld? Wat betekent het volgens jou vandaag en wat betekende het toen?

    Daarnaast zijn er meerdere Hebreeuwse woorden onvertaalt gelaten, zoals bijvoorbeeld Haleluja en Hosanna. Zo vreemd is het dus niet.

  12. Voor een opdracht van mijn opleiding heb ik hier al eens een stuk over geschreven gebruik makend van het commentaar van David Stern.

    Mattheus 5:17 “Denk niet dat ik gekomen ben om de Thora en de profeten te ontbinden. Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om ze compleet te maken…â€

    In de grondtekst staat daar nomos hoe kom jij bij Thora?

    Dat had ik al toegelicht in mijn reactie, maar vooruit. We doen het gewoon nog een keer. ;)

    "Het Hebreeuwse woord Thora, letterlijk “onderwijzingâ€, wordt zowel in de Septuaginta als in het Nieuwe Testament vertaald met het Griekse woord Nomos, dat wet betekend."

  13. Voor een opdracht van mijn opleiding heb ik hier al eens een stuk over geschreven gebruik makend van het commentaar van David Stern.

    Mattheus 5:17 “Denk niet dat ik gekomen ben om de Thora en de profeten te ontbinden. Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om ze compleet te maken…â€

    …om ze haar ware betekenis te geven. Het Hebreeuwse woord Thora, letterlijk “onderwijzingâ€, wordt zowel in de Septuaginta als in het Nieuwe Testament vertaald met het Griekse woord Nomos, dat wet betekend. Het Grieks heeft een directere en grotere invloed gehad op de meeste moderne talen dan het Hebreeuws en daarom wordt er in de meeste talen gesproken over de Wet van Mozes in plaats van de onderwijzing van Mozes. Dit is ook deels de reden dat de Thora door de christenen gezien wordt als een wetboek. In het Judaisme kan Thora het volgende betekenen:

    1. Chumash (de Pentateuch, de vijf boeken van Mozes);

    2. Bovenstaand plus de Profeten en de Geschriften (de Tanach);

    3. Bovenstaand plus de mondelinge Thora (Talmoed en andere geschriften);

    4. Bovenstaand plus alle religieuze instructies van de rabbijnen.

    Hier betekend wet/Thora de eerste optie, aangezien de 'profeten' apart worden vermeld.

    Het Griekse woord voor compleet maken is “plerosaiâ€, letterlijk vullen. De meeste vertalingen geven het weer als “vervullenâ€. Het is waar dat Jezus de Thora perfect onderhield en de voorspellingen van de profeten heeft vervuld, maar dat is niet het punt hier. Jezus kwam niet om af te schaffen maar om ‘compleet te maken’; Om de juiste uitleg te geven aan de bedoeling van de Thora en de Profeten. Hij kwam om ons begrip van de Thora en de Profeten te vervullen, zodat we effectiever worden in het worden en zijn van wat zij zeggen om te worden en zijn. De verzen 18-20 verwoorden drie manieren waarop de Thora en de Profeten noodzakelijk blijven, van toepassing en van kracht zijn. De rest van hoofdstuk 5 geeft zes specifieke situaties waarin Jezus de vollere betekenis van de Thora uitlegt. In feite geeft vers 17 de agenda en het thema weer van de gehele bergrede, waarin Jezus zijn leerlingen het volledige begrip bijbrengt met betrekking tot de strekking van Thora en de profeten, zodat ze ten diepste kunnen beleven waar het om draait om Gods volk te zijn.

  14. Wat RobertF dus aangeeft:

    -In de Bijbel is niet terug te vinden dat reine dieren onrein worden indien ze met elkaar in contact komen.

    -Dat Petrus dat dacht of geloofde staat er ook niet in.

    Ik zie geen beantwoording op deze twee opmerkingen/vragen. Wellicht kunnen die nog komen?

    Punt 1. Dat staat ook inderdaad niet in de Bijbel. Dit is wel te vinden in de Joodse leer. Alles het reine dat met iets onreins in aanraking komt wordt daardoor ontheiligd. Dit zie je bijvoorbeeld bij de tempel in de tijd van Judas de Makabeeër, dat de reine tempel ontheiligd wordt doordat er heidenen binnenkomen. Daar zie je deze aanwijzing.

    Punt 2. Dat Petrus dat dacht staat er wel degelijk, letterlijk zelfs.

    Hand. 10:14

    Maar Petrus zei: Beslist niet, Heere, want ik heb nooit iets gegeten wat onheilig of onrein is.

    Zoals er eerder opgemerkt, had Petrus met gemak het kalfje kunnen slachten op het kleed, maar hij zegt bovenstaande. Hij zag, doordat de reine dieren met onreine samenwaren, het reine voor onheilig aan.

    Robert, de gedachtegang van Petrus staat er dus wel degelijk, en het heeft inderdaad geen grondslag in de Thora (iets dat ik ook niet gezegd hebt). Niet alles wat Petrus en de discipelen deden kwam voort uit de Thora. Er is ook nog een cultuur waar ze in opgroeiden die vat op hen had.

    Tenslotte, zoals al eerder opgemerkt. Het doel van dit visioen is niet om Petrus te laten zien dat hij onreine dieren mag eten, maar om hem te laten zien dat alle mensen rein zijn. Het is een beeldspraak, een visioen, niet iets om letterlijk te nemen. Daar leent dit tekstgedeelte zich niet voor.

  15. Renaldo, de door jou omschreven gedachtengang van Petrus kan ik nergens in de Schrift terugvinden. Er staat ook nergens in de Schrift dat reine dieren onrein werden door onreine dieren aan te raken en dat Petrus dat dacht of geloofde. Mijns inziens is de meest voor de hand liggende verklaring toch echt dat Petrus werd opgedragen om (ook) onreine dieren te eten, daar hij onmiddelijk tegenwerpt dat nooit te doen.

    Dag Robbert,

    Je hoeft slechts een paar verzen verder te lezen en dat je hebt antwoord op je vraag en de conclusie die Petrus zelf trekt uit het visioen.

    Hand. 10:28

    En hij zei tegen hen: U weet dat het een Joodse man niet toegestaan is om met iemand van een ander volk om te gaan of bij hem binnen te gaan; maar God heeft mij laten zien dat ik geen mens onheilig of onrein mag noemen.

  16. Inderdaad, precies wat je zegt. Dit hele stuk is namelijk geen les over rein of onrein voedsel, maar over hetgeen wat de mens onrein maakt, namelijk de overleggingen van zijn hart.

    Ja, dus in tegenstelling tot de regels van het OT, waar je onrein was door de verkeerde dieren te eten.

    Men was of werd niet onrein (in het OT) door het eten van onreine dieren. Men at het niet, omdat God het zei. Men werd wel onrein door het aanraken van onreine (dode) dieren. En ook dat was een tijdelijke onreinheid, totdat men zich gewassen had en de dag voorbij was (hygienisch oogpunt)

    Is die vraag relevant? Ik denk het niet (dat Jezus onreine dieren heeft gegeten).

    De vraag is relevant in het kader van dit onderwerp. Het antwoord nog meer.

    Petrus mocht ze wel verorberen (zie Hand. 10).

    Ook Petrus mocht ze niet eten. Ook dit een vaak verkeerd geinterpreteerd stuk. Zowel de context als het onderwerp gaat niet over het eten van onreine dieren. God gebruikte een vergelijking van reine en onreine dieren. Petrus zag een kleed waarop verschillende dieren stonden, zowel de onreine als de reine. Petrus had met gemak de reine dieren kunnen slachten, maar hij dacht dat de reine dieren onrein waren geworden doordat ze samen met onreine dieren stonden. God zegt, je zal niet onheilig (anders dan onrein) houden wat God gereinigd heeft. Met andere woorden, je kan makkelijk naar de heidenen gaan aangezien ik ze gereinigd hebt. Je zal daardoor niet onrein worden. Dit stuk gaat er niet over dat Petrus vanaf toen onreine dieren heeft gegeten. Dit was nog steeds voor hem ondenkbaar.

    Waarom zou je jezelf (en anderen!) opnieuw een slavenjuk willen opleggen?

    Waarom is het eten van slechts reine dieren een slavenjuk?

    Ik vind het belangrijk om te kijken wat er nu precies wordt gezegd in een tekst. Het gedeelte van Petrus is een vergelijking, een beeldspraak, en de context gaat niet over eten.

  17. Inderdaad, precies wat je zegt. Dit hele stuk is namelijk geen les over rein of onrein voedsel, maar over hetgeen wat de mens onrein maakt, namelijk de overleggingen van zijn hart.

    Een andere vraag die je misschien jezelf kan stellen: Heeft Jezus onreine dieren gegeten?

  18. Marcus hoofdstuk 7 vers 19 wordt wel degelijk anders vertaald door bv. de Statenvertaling.

    Allereerst is het van belang om te kijken tegen wie Jezus spreekt. Hij spreekt daar tegen Joden en het gaat daar in dat vers niet om reine of onreine dieren eten. Dat is helemaal niet onderwerp. Dit vers kun je simpelweg niet van toepassing laten zijn op onreine dieren, dit zou voorbij gaan aan de context van het hele gedeelte.

    Het probleem wordt aangeduidt in vers 2: En toen zij zagen dat sommigen van Zijn discipelen met onreine, dat is met ongewassen handen brood aten, berispten zij hen.

    En de conclusie is vers 19: Want het komt niet in zijn hart maar in zijn buik en gaat in de afzondering naar buiten. Zo wordt al het voedsel gereinigd.

    Het probleem was het eten met ongewassen handen, en niet het eten van onrein voedsel.

  19. Uiteraard is het goed dat de gelovigen uit de heidenen de Thora leest en leeft, het is tenslotte God's Thora. Het zou goed voor deze aarde en voor de mensheid zijn als iedereen zich aan de leefregels zou houden zoals God deze aan Mozes kenbaar heeft gemaakt. Ook Jezus hield zich 100% aan deze Thora en week daar geen strobreed vanaf. Hij onderwees zijn leerlingen de perfecte uitleg van de Thora zoals God deze bedoelt heeft en droeg hen op iedereen te onderwijzen wat Jezus' hen onderwezen heeft.

    Ook Paulus hield van deze Thora en leefde haar te volle, evenals Jacobus en Petrus. Waar iedereen tegenin gaat is de manier waarop destijds de Fariezeeërs omgingen met hun wetten om de Thora heen. Nergens gaat Paulus in tegen het houden van de Wet. Wel tegen het wettisisme met betrekking tot wetten die de mens zelf heeft gemaakt.

    Zelf vier ik al jaren de sabbat, de Feesten, eet ik alleen reine dieren etc.. In de loop der jaren heb ik geleerd dat dit onderwerpen zijn waar je niet over moet discusieëren, maar je moet ze doen. Bijna iedereen weet dat de sabbat de zaterdag is en niet de zondag. Iedereen weet dat de zevende dag de zaterdag is en niet de zondag. Er zijn veel christenen die best de Feesten en de sabbat willen vieren, maar het om praktische redenen niet doen. Als je dat wil vieren, dan kost je dat namelijk iets. Het vraagt een andere indeling van je leven. Als je in Israel zou wonen is het makkelijk om te doen, maar in onze cultuur betekend dat keuzes maken. En dat heeft niet iedereen er voor over.

    Eens zal uit elk volk afgevaardigden naar Jeruzalem trekken om zich daar voor de Heer te buigen tijdens het Loofhuttenfeest. Een belofte en toekomstige gebeurtenis.

    Genade kan niet zonder de Wet. Als er geen Wet is, is genade overbodig. De Wet echter kan ons niet behouden en is er ook niet voor ons behoud. De Wet houden draagt niet bij aan ons behoud en is wat dat betreft zinloos. De Wet houden omdat zij door God is gegeven en Heilig, Puur en Goed is heeft wel zin. God is de Schepper van alles en heeft bij Zijn Schepping een gebruiksaanwijzing achtergelaten. Als je doet wat daar in staat mag je zegen verwachten.

  20. Een interessant commentaar op het nieuwe testament is "Jewish New Testament Commentary" door Dr. David H. Stern. Een messiaanse Jood die in dit commentaar ook veelvuldig gebruikt maakt dan bijvoorbeeld de Talmoet en andere op schrift gestelde mondelinge overlevering.

×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

We hebben cookies op je apparaat geplaatst om de werking van deze website te verbeteren. Je kunt je cookie-instellingen aanpassen. Anders nemen we aan dat je akkoord gaat. Lees ook onze Gebruiksvoorwaarden en Privacybeleid