Deborah en de vrouw uit spreuken 31

[Barnabas 177]

Richteren 4 spreekt over de enige vrouwelijke richter. Zij is richter over Israël, zij spreekt recht en geeft leiding aan Israël. De Israëlieten, ook mannen, kwamen naar haar toe voor een rechterlijke uitspraak. Ook was zij profetes en sprak Barak er op aan dat de Heer tegen hem gezegd had om de overheerser te verslaan.
Zoals Deborah model staat voor een rechtvaardige koning in de Heer, zo staat Deborah model voor een leidinggevende vrouw, ook een staatsvrouw, namens de Heer. Dat betekent dat Deborah recht sprak vogens de wet van Mozes, de wet van Israël.
Ize bel echter week af van het woord Gods en pleegd moord tegen de profeten van de Heer en weigerde het woord te gehoorzamen.
Ook Saul, die door God uitgekozen was, viel van Hem af en was gedurig ongehoorzaam aan het woord dat God tot hem sprak door de mond van Samuël. Ten laatste antwoordde God hem niet meer omdat hij weigerde te gehoorzmane. Het gevolg was zijn dood.

Wat is de wet van Mozes? Aan het leven van Jezus kunnen we zien wat dat inhoudt. Want Jezus was de vervulling van de wet van Mozes. Hij gaf vrouwen hun overledenen teug en Hij genas de mensen van hun ziekten. Het is maar één zin maar er staat dat de veelheid van Zijn werken zo groot was dat Johannes schrijft dat hij meent dat wanneer alle werken opgeschreven zouden worden alle bibliotheken ter wereld te klein zouden zijn om die te bevatten. Hij leerde de mensen goed te doen opdat hun leven succesvol zou zijn. Hij bouwde daarmee aan een maatschappij waarin liefde, zorg en duurzaamheid basisbegrippen waren. Hij leerde barmhartigheid door het verhaal van de barmhartige Samaritaan te vertellen.
Jezus ging met hoeren en tollenaars om zonder veroordeling en leidde hen uit hun ellende. Hij zorgde voor de vrijspraak van een overspelige vrouw en verleende haar genade.
Zo zien we bijvoorbeeld ook de uitspraak van Salomo over twee vrouwen die onenigheid hadden over een kind. Zij waren hoeren en de één was haar kind verloren en claimde dat het kind van de ander vrouw haar kind was. Salomo besteedde geen aandacht aan het feit dat zij hoeren waren maar gebruikte zijn wijsheid om de vrouw die in haar recht stond haar kind terug te geven. Zo ook is Jezus en dat is wat de wet van Mozes inhoudt.
 
In het verhaal van Spreuken 31;10-31 wordt een vrouw beschreven die de Heere vreest, wijs is in de Heere en onderricht geeft vanuit een geweldige motivatie. Spr 31;26 en 30: "Met wijsheid opent zij haar mond, vriendelijke onderwijzing ligt op haar tong." en "Bedrieglijk is de bevalligheid en ijdel de schoonheid, maar een vrouw die de Here vreest, die is te prijzen."
Zo was de vrouw in Spreuken 31: Een vrouw die beschikte over wijsheid en verstand. De schrift spreekt hierbij niet over "een" vrouw maar het is een les in het algemeen. Dat betekent dat dit verstand en deze wijsheid van Godswege aan ieder vrouw gegund wordt.
Wanneer we deze tekst lezen zien we waartoe een vrouw in staat is en wat haar gegund wordt (Hierbij de gehele tekst omdat deze zo goed als voor zichzelf spreekt):

10 Een degelijke huisvrouw, wie zal haar vinden?
haar waarde gaat koralen ver te boven.
11 Op haar vertrouwt het hart van haar man,
het zal hem aan voordeel niet ontbreken.
12 Zij doet hem goed en geen kwaad,
al de dagen van haar leven.
13 Zij is bezig met wol en vlas
en werkt met vaardige handen.
14 Zij is als de schepen van de koopman
en haalt van verre haar spijs.
15 Zij staat op, als het nog nacht is,
zij geeft haar huis het voedsel, haar dienstmaagden haar deel.
16 Zint zij op een akker, dan verwerft zij die,
van de verdienste van haar handen plant zij een wijngaard.
17 Zij omgordt haar lendenen met kracht
en versterkt haar armen.
18 Zij bemerkt, dat haar koophandel gedijt,
des nachts gaat haar lamp niet uit.
19 Zij grijpt met haar handen het spinrokken
en haar handen houden de weefspoel.
20 Haar hand breidt zij uit naar de ellendige,
haar handen strekt zij uit naar de nooddruftige.
21 Zij vreest de sneeuw niet voor haar gezin,
want haar ganse gezin is in scharlaken gekleed.
22 Zij maakt voor zich tapijten;
van fijn linnen en rood purper is haar gewaad.
23 Haar man is bekend in de poorten,
als hij neerzit te midden van de oudsten des lands.
24 Zij vervaardigt linnen kleding en verkoopt die;
aan de koopman levert zij gordels.
25 Kracht en luister is haar gewaad,
de komende dag lacht zij toe.
26 Met wijsheid opent zij haar mond,
vriendelijke onderwijzing ligt op haar tong.
27 Zij houdt toezicht op de gang van haar huishouding,
het brood der traagheid eet zij niet.
28 Haar zonen staan op en prijzen haar gelukkig,
ook haar man roemt haar:
29 Vele dochters gedragen zich wakker,
maar gij overtreft haar alle!
30 Bedrieglijk is de bevalligheid en ijdel de schoonheid,
maar een vrouw die de Here vreest, die is te prijzen.
31 Geeft haar van de vrucht harer handen,
dat haar daden haar roemen in de poorten!

De laatste zin is dat haar daden haar roemen in de poorten. Dat betekent dat haar goede werken vermaard zijn want de poorten zijn de plaatsen waar iedereen komt en gaat en het nieuws over haar daden verspreidt zich overal waar men gaat. Ook haar man roemt haar en spreekt haar lof toe.

[Barnabas 177]

Op 13-8-2022 om 21:31 zei Barnabas:

Richteren 4 spreekt over de enige vrouwelijke richter. Zij is richter over Israël, zij spreekt recht en geeft leiding aan Israël. De Israëlieten, ook mannen, kwamen naar haar toe voor een rechterlijke uitspraak. Ook was zij profetes en sprak Barak er op aan dat de Heer tegen hem gezegd had om de overheerser te verslaan.
Zoals Deborah model staat voor een rechtvaardige koning in de Heer, zo staat Deborah model voor een leidinggevende vrouw, ook een staatsvrouw, namens de Heer. 

Rectificatie:

Hoewel Debora wel als juriste aangemerkt mag worden blijkt de betiteling "staasvrouw" onterecht.

Richt 4:4-6: "En Debora, een vrouw die een profetes was, de vrouw van Lappidoth, die gaf in die tijd als richter leiding aan Israël. Zij woonde onder de palmboom van Debora, tussen Rama en Bethel, in het bergland van Efraïm, en de Israëlieten gingen voor de rechtspraak naar haar toe. Zij stuurde een ..... "

UIt dit tekstgedeelte blijkt dat Debora rechtspraak verschaft aan hen die naar haar toekomen. Er staat er dus dat Debora rechtspreekt voor hen die naar haar toekomen. Daaruit mag men concluderen dat zij niet actief leiding gaf aan mannen, dit is niet in overeenstemming met de rest van de schrift, er zijn geen teksten waarin een vrouw namens God leiding geeft aan mannen. Ook staat in de vertaling  dat Debora "als rechter leiding gaf", waaruit mag blijken dat de vertaling niet geheel recht doet aan de grondtekst. Deze zegt namelijk dat Debora rechtsprak over Israël. Het woord leidng geven ontbreekt dus.
Ook staat er dat zij zond (stuurde), maar de grondtekst zegt slechts dat zij zond. De HSV vult in dat zij een "bode" zond, maar dat is niet gerechtvaardigd door het Hebreeuws. Er staat: Zij zond ... en liet Barak roepen. Wie zij zond wordt niet vermeld. Dat stemt overeen met de trekst in Spreuken 31 over de deugdelijke vrouw die gezag voert over een huishouding met dienstmeisjes, maar niet aan mannen. Het is dus mogelijk dat Debora een vrouw zond.

Daarnaast spreekt Richt 5 er over dat de leiders van Israël de leidng genomen hebben: vers 1-2: "Toen zong Debora met Barak, de zoon van Abinoam, op die dag: Nu de leiders in Israël de leiding hebben genomen, nu het volk zich vrijwillig gegeven heeft, loof de HEERE!"
De geschiedenis is dat Debora Barak herinnert aan een boodschap die God hem gegeven heeft om de leiding te nemen en Israël te bevrijden van de onderdrukker (Jabin). Hij reageert er op door alsnog aan de slag te gaan met het woord dat Hij van Jehova ontvangen heeft en monstert de manenn van Israël en behaalt de overwinning op het leger van Jabin. Daarna zingen Debora en Barak het lied waarin zij er van spreken dat de leiders de leiding op zich genomen hebben, zie Richt 4 en 5 daarin staat de hele geschiedenis met het lied.
De leiding werd dus niet door Debora op zich genomen maar door Barak en andere mannen die het gevecht aangingen. Barak heeft Debora wel gevraagd om mee te gaan en zij heeft daarmee ingestemd, maar meer dan meegaan doet zij niet.

Debora mag dus met recht juriste en rechter genoemd worden (in een passieve rol). De conclusie dat zij staatsvrouw was trek ik dus in.