student 45 Geplaatst 12 december 2014 Rapport Share Geplaatst 12 december 2014 Dit keer 5 argumenten die voor het impactmodel pleiten en niet zozeer voor een wereldwijde overstroming: 1. Meteorieteninslag op de Precambrium-Cambriumgrens Op de grens van het Precambrium naar het Cambrium zijn veel sporen van meteorietinslagen gevonden. Op de grens zijn minstens 10 impactkraters op het vasteland gevonden (1), wat nog ongeveer 20 inslagen in de oceaanbodem betekent. De enkele tientallen kraters verder in het Paleozoïcum maken dit getal tot wel 70. Natuurlijk zijn er veel meer meteorieten geweest, omdat de meeste kraters geërodeerd zijn. Verder is er een iridiumlaag gevonden op de P/C-grens (2). Als laatste wijzen inslagsporen als geshockte kwarts op een meteorieteninslag aan het einde van het Precambrium (3). 2. Kometen van aardse oorsprong (niet zeker!) Bekend is dat wanneer een meteoriet inslaat, er een enorme pluim van water met een hoge snelheid de lucht in wordt geschoten (4, 5). Tijdens de meteorietinslag aan het begin van de zondvloed zouden er waterejecta kunnen zijn geweest die zo’n hoge snelheid hadden dat ze buiten de aantrekkingskracht van de aarde raakten. Hier was de temperatuur onder nul en het water vormde zich tot bollen ijs, die kometen vormden. Er zijn aanwijzingen dat sommige kometen een aardse oorsprong hebben. Zo is bekend dat de komeet Hartley-2 dezelfde samenstelling heeft als aards water (6). In de komeet Halley zijn aardse elementen gevonden, zoals koolstofmonoxide, methaan en ammoniak, en sporen van koolwaterstoffen, ijzer en natrium, stoffen die verder nauwelijks in het heelal voorkomen (7). Ook in de komeet Wild-2 werden aardse mineralen gevonden zoals klei, die bij hoge temperatuur gevormd moeten zijn (8). 3. Aardschollen in de mantel Toen de meteorietenregen aan het begin van de zondvloed de oceaanbodem scheurde, doken de stukken oceaanbodem onder de continenten de mantel in. Ten eerste doordat ze door de scheuring in beweging werden gebracht en ten tweede omdat de stukken oceaanbodem stuk voor stuk een grotere dichtheid hadden dan de mantel. Deze stukken oceaanbodems zijn teruggevonden op de grens van de kern en de mantel (9). Het is nog niet bekend wat deze stukken oceaanbodem betekenen (9). 4. Verhouding van chemische isotopen De verhouding van varianten van isotopen blijft door de eeuwen heen meestal gelijk. Als geologen ontdekken dat in het verleden de verhoudingen heel anders waren, is dat vaak een probleem. De verhouding S32/S34 is tegenwoordig zo, dat 4% van alle zwavelatomen S34 is. Nu blijkt dat in het verleden de verhouding helemaal niet hetzelfde is gebleven. In het Precambrium was de verhouding ongeveer hetzelfde als nu, maar in het Cambrium stijgt het percentage S34 enorm. Pas aan het eind van het Trias daalt het percentage weer tot normaal niveau (10). Het impactmodel verklaart dit verschijnsel. Aan het begin van de zondvloed ontstond er een nieuwe oceaanbodem. Doordat deze nog heel heet was, gaf deze veel mineralen af aan het zeewater. Daardoor kwam er veel sulfaat in het zeewater, en sulfaat bevat een hoge concentratie S34 (11). 5. Uiteenscheuren van Rodinia Aan het begin van het Cambrium brak het supercontinent Rodinia uiteen (12). Dit komt goed overeen met de meteorietenregen, die het supercontinent uiteen deed breken. The history of evolutionary thought meldt (13): ‘Voor de eerste twee miljard jaar van de geschiedenis van de aarde bestond plaattektoniek niet zoals we dat vandaag kennen.’ Er moet dus iets in het verleden zijn geweest wat de plaattektoniek in gang heeft gezet. 1. Impact structures sorted by age, http://www.passc.net/EarthImpactDatabase/Agesort.html 2. M.A. Nazarov, et al., Iridium Abundances in the Precambrian-Cambrian Boundary Deposits and Sedimentary Rocks of Russian Platform, Lunar and planetary science XIV 3. P.G. Eriksson, e.a., The Precambrian earth, tempos and events, p. 47 4. C. Emiliani, et al., Sudden death at the and of the Mesozoic, Earth and planetary science letters, 1981, p. 325 5. R.G. Prinn en B. Fegley, Bolide impacts, acid rain, and biospheric traumas at the Cretaceous-Tertiary boundary, Earth and planetary science letters, 1987, p. 2 6. http://sci.esa.int/herschel/49386-hersc ... n-a-comet/ 7. http://sci.esa.int/giotto/31878-halley/ 8. http://www.washington.edu/news/2006/03/ ... st-places/ 9. A.R. Hutko, et al., Seismic detection of folded, subducted lithosphere at the core–mantle boundary, Nature 441 10. Corliss, W.R., 1989, Anomalies in Geology: Physical, Chemical, Biological, p.17, Chicago University Press 11. Nuclear processes in geologic settings, Proceedings of the second conference, p. 47 http://books.google.nl/books?id=LWMrAAA ... 34&f=false 12. Z.X. Li, et al., Assembly, configuration, and break-up history of Rodinia: A synthesis, Precambrian research 160 13. http://evolution.berkeley.edu/evolibrar ... history_12 Link naar bericht Deel via andere websites
Aanbevolen berichten