Sarena 0 Geplaatst 8 februari 2014 Rapport Share Geplaatst 8 februari 2014 Veel gelovigen gaan helaas nogal gebukt door het leven. Ze denken dat van alles en nog wat niet meer mag omdat er nu ze eenmaal tot geloof zijn gekomen een norm zou zijn waaraan voldaan moet worden. Die wordt nooit bereikt en dus voelen ze zich schuldig. Meestal gaan ze met hun schuld naar de Heer, vragen om vergeving en voelen zich daarna even iets minder schuldig. De volgende dag herhaalt zich precies hetzelfde ritueel. Weer tekortgeschoten en weer vergeving gevraagd. Zou dat de bedoeling zijn? Het lijkt zo oprecht, maar het is ongeloof. Twijfel over het verlossingswerk van de Heer. Kennelijk wordt niet aanvaard wat de Bijbel onder andere zegt in: Romeinen 6 : 7 Want die gestorven is, die is gerechtvaardigd van de zonde. God rekent ons rechtvaardig. De bedoeling is nu niet meer: onszelf te rechtvaardigen. De straf op de zonde is immers juridisch gezien voltrokken en onze oude mens is met Hem gestorven (Romeinen 6 : 4: "Wij zijn dan met Hem begraven, door den doop in den dood, …"). In ons rechtssysteem geven we iedereen die ooit is veroordeeld een strafblad, zodat zo iemand ook als hij zijn straf heeft uitgezeten, altijd met zijn verleden wordt geconfronteerd. Bij God werkt dat anders. Hij komt er niet meer op terug. Nooit. Als jij gelooft dat de Heer is opgestaan en je daarmee het nieuwe leven hebt gekregen, is het de bedoeling daaruit te leven (Romeinen 6 : 4 "… opdat, gelijkerwijs Christus uit de doden opgewekt is tot de heerlijkheid des Vaders, alzo ook wij in nieuwigheid des levens wandelen zouden".). Je bent vrijgekocht en daarmee ook vrij om te doen en laten wat jij wilt. Geloof je dat niet? Lees dan maar eens in 1 Korinthe 10 : 23 : "Alle dingen zijn mij geoorloofd…". Natuurlijk is dit slechts het eerste deel van dit vers, maar ik stop hier met opzet. Leef jij al met de wetenschap dat alle dingen ook jou geoorloofd zijn? Of ben je stiekem bezig met het opknappen van die oude mens, die al gestorven was? Link naar bericht Deel via andere websites
eclammers 0 Geplaatst 10 februari 2014 Rapport Share Geplaatst 10 februari 2014 Ja maar daar staat wel iets bij, namelijk dat wij niet meer voor onszelf leven maar voor Jezus en ook voor God..... (2 Korinthiërs 5:14, 15) . . .Want de liefde die de Christus heeft, dringt ons, want wij hebben zó geoordeeld, dat één mens voor allen is gestorven; allen waren dus gestorven; 15 en hij is voor allen gestorven, opdat zij die leven, niet langer voor zichzelf zouden leven, maar voor hem die voor hen gestorven is en werd opgewekt. Voor Jezus leven is geen sinecure het is een leven van opoffering en strijd tegen de duivel en zijn demonen (zij beheersen namelijk deze wereld) en tegen ons eigen onvolmaaktheid, want christenen moeten Christus voortdurend volgen....... (Mattheüs 16:24, 25) . . .Toen zei Jezus tot zijn discipelen: „Wil iemand achter mij komen, dan moet hij zichzelf verloochenen en zijn martelpaal opnemen en mij voortdurend volgen. 25 Want wie zijn ziel wil redden, zal ze verliezen; maar wie zijn ziel verliest ter wille van mij, zal ze vinden.  Het leven van een christen moet zich dus rond de aanbidding van de ware God scharen.... (1 Korinthiërs 10:31) . . .Hetzij GIJ daarom eet of drinkt of iets anders doet, doet alle dingen tot Gods heerlijkheid.  Maar het maakt ons gelukkig de ware God te aanbidden..... (1 Johannes 5:3, 4) . . .Want dit betekent de liefde tot God, dat wij zijn geboden onderhouden; en toch zijn zijn geboden geen drukkende last, 4 want alles wat uit God geboren is, overwint de wereld. En dit is de overwinning die de wereld heeft overwonnen: ons geloof. fijne dag, Ed Link naar bericht Deel via andere websites
broer konijn 0 Geplaatst 10 februari 2014 Rapport Share Geplaatst 10 februari 2014 Je bent vrijgekocht en daarmee ook vrij om te doen en laten wat jij wilt. Geloof je dat niet? Lees dan maar eens in 1 Korinthe 10 : 23 : "Alle dingen zijn mij geoorloofd…". Natuurlijk is dit slechts het eerste deel van dit vers, maar ik stop hier met opzet. Leef jij al met de wetenschap dat alle dingen ook jou geoorloofd zijn? Of ben je stiekem bezig met het opknappen van die oude mens, die al gestorven was? In Psalm 19 staat: 14 Bescherm mij, uw dienaar, en laat hoogmoed niet over mij heersen, dan zal ik volmaakt zijn en bevrijd van grote zonde. Dat wordt in de leer van de moderne kerk zo uitgelegd, dat het hoogmoedig is om te denken dat je zelf iets goed kunt doen, en dat het genade is waardoor je voldoet aan het ideaalbeeld van Gods schepping. Het doen van zonde wordt gezien als erkenning van je menszijn, en het streven van nalaten van zonde wordt gezien als de hoogmoedigheid waar David over spreekt. Als jij zegt "Je bent vrijgekocht en daarmee ook vrij om te doen en laten wat jij wilt. ", dan bedien je je van dezelfde leer. Het is ook een algemene leer van zowel sommige evangelische kerken als van de moderne gereformeerde kerken. En zij groeit snel in aanhangers omdat het niet wordt onderkend als een dwaalleer, maar wordt gebracht als de tegenhanger en de verbeterde versie van de oude zwaarmoedige en wettische leer. Maar de kern van de genade is dat er geen last meer is, maar slechts de gezindheid om God te willen dienen zoals God het graag wil. De zonde die je dan tegen je wil doet, die telt niet meer en die wordt van jouw verwijderd zover het oosten is verwijderd van het westen. Maar de zonde waar je vrijwillig voor kiest om die te doen, die zonde is een rechtstreeks veroordelen van Gods goedheid en een directe vloek op de genade die je hebt gekregen. De vrijheid van het geweten is dat je geheel vrij bent om je eigen wegen te kiezen. God wil echt geen slaven, maar kinderen. Dat is het jongere kind dat we steeds minder zien, dat in blind geloof volledig aan zijn vader hangt. Kinderen zijn van aardse natuur soms dwars en eigenwillig en niet in staat om het goede wat vader voorheeft te zien of te willen accepteren. Maar wie gegroeid is, wordt geen kind meer genoemd, maar volwassen, en hem wordt gevraagd hoe hij zich tegenover God stelt: Is dat in volwassenheid een keuze om als eenvoudig kind te vragen: Heer wat wilt Gij dat ik doen zal? Of is dat in volwassenheid menen als koning op eigen benen te kunnen staan en Gods beterwetende leiding niet meer nodig te hebben? Daarvoor hebben we dan twee argumenten: 1. We weten het al beter; 2. God redt ons toch al, dat was al beloofd en in genade gegeven. Het is de dwaalleer van de gearriveerdheid. De leer van het volgen van de weg van Jezus Christus wordt daarin beschouwd als primitief en de Olympische renbaan van Paulus wordt ingeruild voor luie strandstoelen en feesten van gearriveerdheid. Zelfs op onze grootste afgod staat gedrukt: God zij met ons. De mens verheft zich om als God te zijn. Het is geen nieuwe leer, want het is de leer van de satan in het paradijs: God weet, dat als u die vrijheid voor uzelf gebruikt, u als God zult zijn. En de parallel loopt ook in bredere zin door tot in het paradijs: De regels van het paradijs gelden nog steeds. Er is een boom van leven en we eten reeds dagelijks overvloedig van de boom van kennis van goed en kwaad. Met de keuze voor de vruchten van de boom des levens is de dood overwonnen, en wie leeft van het ware brood, eet en zal eten tot in eeuwigheid, en zal voorzeker de dood niet sterven, maar opstaan en een eeuwig leven hebben. Je hoeft alleen maar voor de liefde en het het goede van de liefde van God te kiezen. Steeds weer. Van harte. Ons leven op aarde is vanuit het paradijs gerekend een leven in de hel, namelijk verlaten van Gods Heerlijkheid. Maar gerekend vanuit de zekerheid van de hel is het leven op aarde een leven in een grotere heerlijkheid dan in het paradijs, want we mogen onze liefde in vrijheid aan God bewijzen, op een wijze als in het paradijs niet mogelijk was. Wie dus vanuit de hel teruggeplaatst zou worden in ons leven, die zal graag en van harte God dienen in alles wat hij doet, want hij weet wat hij had verloren, en heeft teruggewonnen. Wij weten dat ook, maar dat is ons nog niet heet genoeg onder de voeten. Het is echt heel raar dat wij het niet voelen, want de ellende van deze wereld is reeds zeer groot. Kennelijk moet het op aarde letterlijk net zo branden als in de hel, voordat er een algeheel gevoel komt waarin wij méér smachten naar een beter leven en uitredding door God, dan naar onze eigen rust en genot op deze aarde. En die toekomst is ons ook voorzegd. En de bijbel zegt daarover: dan zal het zo zijn dat de kennis over het lot van de aarde voor iedereen duidelijk is, en men (die het oordeel ziet komen) zal zich het eigen leven willen benemen, maar daarin niet slagen. Dat klinkt al precies als in de hel. Met de keuze voor de vruchten van de boom des levens is de dood overwonnen, en wie leeft van het ware brood, eet en zal eten tot in eeuwigheid, en zal voorzeker de dood niet sterven, maar opstaan en een eeuwig leven hebben. Je hoeft alleen maar voor de liefde en het het goede van de liefde van God te kiezen. Steeds weer. Van harte. En ook wij kunnen wat wij mogen bewijzen aan liefde, niet volbrengen, en daarom is Christus tussen ons en God gekomen om te doen waartoe wij in dit leven waren bestemd vanaf de zonde in de eerste Adam. Wat is dan nog ons nut in dit leven, als Christus onze kindplichten reeds heeft vervuld? Dit namelijk dat wij in vrijheid mogen kiezen voor God. Onze bijdrage die ook hoog wordt gewaardeerd door de hemelse legermachten, is dat wij ons hullen in de gezindheid om Gods wil te doen uit liefde voor God. Gods wil doen klinkt als domweg gehoorzaam zijn, en daar is dan het bruggetje hoe je vanuit een negatieve visie op gewoon gereformeerd op jouw dwaalweg komt: wat je moet, telt niet. Wat je doet tegen je hartelijke gesteldheid in, dat telt niet voor God. Uw offergaven heb ik niet begeerd zegt God al tegen de oude joden, maar uw liefde !! En waar vanuit liefde het goede gedaan wordt, daar is het goede als een lieflijk geurend offer, zoals Noach offerde en Abel, en daar verblijden zich hemel en aarde over Gods macht en majesteit, en over Gods wonderlijke genade en heerlijkheid. Lees Psalm 19, en nogmaals, en probeer te begrijpen waar het fout gaat. Als jij gelooft dat de Heer is opgestaan en je daarmee het nieuwe leven hebt gekregen, is het de bedoeling daaruit te leven (Romeinen 6 : 4 "… opdat, gelijkerwijs Christus uit de doden opgewekt is tot de heerlijkheid des Vaders, alzo ook wij in nieuwigheid des levens wandelen zouden".). Je hebt voldoende kennis om mij niet nodig te hebben hier een scherp beeld op te krijgen. Is de nieuwigheid des levens een zaak van eenwording van ons vlees met God, of een zaak van eenwording van onze geest met God? Ook Christus kreeg vrijheid van Zijn Vader. En wel zoveel dat de satan kennelijk gelijk had toen hij zei: U gaat nu een weg van de wil van God zonder aardse macht en majesteit, maar ik kan U de heerschappij over deze wereld geven; onderwerp U alleen eerst aan mij. Christus volgde de wil van de Vader in een zodanige mate dat HIj zegt: ik ben in de Vader gelijk de Vader is in mij. En tot ons, de vrije geestelijke kinderen van God, zegt Christus: gelijk de Vader is in Mij, ben Ik in u. Om onze vrijheid goed te verstaan dienen wij dus na te denken over de vraag of Christus deed wat hijzelf wilde, of dat Hij deed wat God wilde. Mat.26:39 En een weinig voortgegaan zijnde, viel Hij op Zijn aangezicht, biddende en zeggende: Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat dezen drinkbeker van Mij voorbijgaan! doch niet, gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt. Mar.10:15 Voorwaar zeg Ik u: Zo wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt, gelijk een kindeken, die zal in hetzelve geenszins ingaan. Luk 3:22en dat er een stem geschiedde uit den hemel, zeggende: Gij zijt Mijn geliefde Zoon, in U heb Ik Mijn welbehagen! Joh.17:11 En Ik ben niet meer in de wereld, maar deze zijn in de wereld, en Ik kome tot U, Heilige Vader, bewaar ze in Uw Naam, die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn, gelijk als Wij. Joh.17:14 Ik heb hun Uw woord gegeven; en de wereld heeft ze gehaat, omdat zij van de wereld niet zijn, gelijk als Ik van de wereld niet ben. Joh 17:22 En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven, die Gij Mij gegeven hebt; opdat zij één zijn, gelijk als Wij Eén zijn; Joh.17:23 Ik in hen, en Gij in Mij; opdat zij volmaakt zijn in één, en opdat de wereld bekenne, dat Gij Mij gezonden hebt, en hen liefgehad hebt, gelijk Gij Mij liefgehad hebt. Link naar bericht Deel via andere websites
Aanbevolen berichten