Daniël 4 en de rechtvaardige heerser

[Ursa 1]

In Daniël 4 heeft Nebukadnezar nog een visioen, wat minder bekend dan die van het standbeeld (Daniël 3). Het visioen wordt als volgt beschreven:

Bijbelcitaat {SIMPLETEXT}:7 Dit zijn de beelden die tijdens mijn slaap door mijn hoofd gingen: Ik zag een hoge boom in het midden van de aarde staan. 8 De boom werd groter en sterker, zijn kruin reikte tot aan de hemel en zijn kroon overspande de hele aarde. 9 Zijn bladeren waren prachtig, zijn vruchten overvloedig en hij bood voedsel aan allen. De dieren van het veld zochten zijn schaduw op, de vogels van de hemel nestelden in zijn takken, alles wat leeft werd door hem gevoed.

(NBV)

Sowieso al een bijzonder gedeelte, want in eerste persoon (maar dat terzijde). Ik dacht eerst dat de beschrijving van de boom zou gaan over de berg in hfst. 3; namelijk een beschrijving van Gods koninkrijk. Tot mijn verbazing gaat het echter over Nebukadnezar zelf. Ik vond het een zeer positieve beschrijving (zie ook Psalm 1), misschien deels hagiografisch (maar dat zou niet kloppen met het gegeven dat N. in hetzelfde tekstgedeelte behoorlijk op zijn kop krijgt). Wat me opvalt is dat de Bijbel zeer positief spreekt over het koningschap. Het biedt voorziening en bescherming, orde en welvaart. Terwijl je juist zou denken, zeker vanuit een Joods perspectief, dat men minder positief zou zijn wegens de veroveringsoorlogen van N. en de onderwerping van vele volken.

Wat denken jullie?

[Hendrik-NG 220]

Tja. Die beschrijving van "de opbrengsten van de boom" kan natuurlijk ook slaan op al datgene wat het koningschap van Nebukadnezar hemzelf + zijn directe "ondergeschikten" oplevert (= iedereen die bij hem in de gunst probeert te komen)... Geld = aanzien, lijkt de tekst te suggereren...

Want er zit ook een duidelijke negatieve kant aan dat koningschap van Nebukadnezar:

Dan 3:21-22 dat alles, majesteit, is het vonnis dat de hoogste God over mijn heer en koning heeft geveld. Het betekent dat u zult worden verstoten door de mensen en zult leven onder de dieren van het veld. U zult gras eten als de runderen en vochtig worden van de dauw van de hemel. Zeven jaren zullen zo voorbijgaan, totdat u erkent dat de hoogste God boven het koningschap van de mensen staat en dat hij bepaalt aan wie hij het verleent.

De boom denkt op eigen kracht te groeien... Maar hij moet leren om God boven zich te erkennen...

Het is niet de koning die voorziening en bescherming, orde en welvaart biedt, maar God. Nebukadnezar krijgt immers het advies:

Doe uw zonden teniet door vrijgevig te zijn en maak uw onrechtvaardigheid goed door u te ontfermen over de armen – misschien dat uw welzijn dan mag voortduren. (vers 24)

Ofwel: streef actief naar herstel van bescherming, orde en welvaart... Bekeer je!! "Opdat uw eigen welzijn mag voortduren" (de boom niet wordt omgehakt...)