Gast Anon_phpbb Geplaatst 22 mei 2008 Rapport Share Geplaatst 22 mei 2008 "Filosofie over kennis en onmacht" KENNIS EN VERTROUWEN Voor de mens is er tenminste één ding zeker en dat is dat hij erop moet vertrouwen dat er een werkelijkheid is. De mens weet namelijk niet zeker dat er een werkelijkheid is, omdat hij deze nog nooit heeft opgemerkt zoals hij werkelijk is. De mens maakt daarom een keuze, namelijk of vóór het verklaarbare en daarmee vóór de wetenschap, of vóór het onverklaarbare. Het verklaarbare en het onverklaarbare gaan namelijk niet hand in hand. Kiest de mens voor de wetenschap dan kunnen we stellen dat we niet zeker weten dat we alles zeker weten. Kiest de mens voor het onverklaarbare dan weet hij zeker dat hij niet alles zeker weet en daardoor zich moet beroepen op zijn vertrouwen. De weg splitst zich dus hier. Daarbij komen we bij de volgende vraagstelling: Hoe komt het dat de mens, die altijd alles wil weten en zeker weet dat hij niet alles kan weten, tóch alles wil weten? M.a.w. waarom zijn we in een tijd als deze meer geneigd om de weg te begaan van het verklaarbare en in mindere mate de weg van het onverklaarbare? Ik heb met heel mijn hart elke vorm van wijsheid onderzocht, want ik wilde alles wat onder de hemel gebeurt doorgronden. Het is een trieste bezigheid. Een kwelling is het, die de mens door God wordt opgelegd Prediker 1: 13 Wat is jullie mening/opvatting? Link naar bericht Deel via andere websites
Raido 0 Geplaatst 22 mei 2008 Rapport Share Geplaatst 22 mei 2008 Quote: De mens weet namelijk niet zeker dat er een werkelijkheid is, omdat hij deze nog nooit heeft opgemerkt zoals hij werkelijk is. Ik kan achter het eerste deel van deze formulering staan, alleen het tweede vind ik veel te grote stelligheid. Wij mensen weten inderdaad niet zeker of er een werkelijkheid is (in hoeverre het 'zinvol' is om te 'weten' of er een 'werkelijkheid' is is overigens ook nog te betwijfelen. Uit het eerste van je formulering (wij weten niet zeker of) naar het tweede deel van je formulering (omdat hij niet heeft opgemerkt zoals hij werkelijk is). Als wij niet zeker weten of er een werkelijkheid is, hoe weten wij dan zeker dat wij hem in ieder geval nog nooit hebben opgemerkt zoals hij werkelijk is? Quote: Hoe komt het dat de mens, die altijd alles wil weten en zeker weet dat hij niet alles kan weten, tóch alles wil weten? M.a.w. waarom zijn we in een tijd als deze meer geneigd om de weg te begaan van het verklaarbare en in mindere mate de weg van het onverklaarbare? Allereerst dit (wat denk ik sinds de Verlichting/het rationalisme nog steeds niet vast staat).. wat Ãs weten überhaupt? Ik heb laatst nog een debat bijgewoond waar die vraag ook terecht werd opgeworpen.. de meneren (en mevrouwen) filosofen zijn het daar nog helemaal niet over eens.. De grote waarom vraag.. 'waarom zijn we in een tijd als deze meer geneigd om de weg te begaan van het verklaarbare en in mindere mate de weg van het onverklaarbare?'. Omdat de mens is gaan denken dat de ratio bij uitstek geschikt is om bepaalde dingen te leren, te onderzoeken, te toetsen en dan op basis van (vooral) aannemelijkheid bepaalde dingen 'voor waar aan te nemen'. Het grootste verschil zit hem denk ik ook niet zozeer in 'achter het verklaarbare aanlopen' (of 'vroeger liepen we achter het onverklaarbare aan') maar veel meer wat we accepteren, die weg is er niet zomaar gekomen. Heel kort door de bocht, vroeger hadden minder mensen tijd om over die dingen na te denken. Een boer stond niet op zijn akkertje te denken hoe het nou toch eigenlijk kon dat die planten groeiden (of niet).. Men leefde veel meer op hoop van zegen, je had niet zoveel levensjaren als later het geval was. Het is ook niet voor niets dat filosofie (en aanverwante zaken) werden bedreven door mensen uit de hogere kringen. Die mensen hadden niet zoveel zorgen over 'of de koeien wel op tijd melk gaven', dat werd door de 'lagere klassen' wel gedaan. Op het moment dat culturen overgaan van het meer 'nomadische' naar een meer 'statische' manier van leven komt er meer tijd voor hele andere zaken. Dat zie je bijvoorbeeld al gebeuren in Griekenland, later de Romeinen en nog weer later in de christelijke samenlevingen aangezien daar geestelijken waren die (zei het binnen hun religieuze kaders) na dachten over allerhande zaken. In onze moderne samenleving is er nog veel meer tijd, geld, kennis (en wat dies meer zij) om hier überhaupt mee bezig te zijn. Ik denk echter niet dat dat automatisch een probleem hoeft te zijn. Ik zie eigenlijk niet in waarom je moet vertrekken vanuit 'we zullen nooit alles weten' dus moeten we daar eigenlijk maar helemaal niet mee bezig zijn. De mens is gericht op progressie, op ontwikkeling en gaat niet zo graag bij de pakken neer zitten. Prediker 1 gaat dan ook helemaal niet over 'je moet er maar helemaal niet mee bezig zijn, we zullen het toch nooit allemaal weten', Prediker 1 gaat er over dat wij niet alleen met die dingen bezig moeten zijn.. Het zet slechts het menselijke bestaan in het perspectief van de Eeuwigheid. Link naar bericht Deel via andere websites
Aanbevolen berichten