Spring naar bijdragen

Eva en haar zaad


Aanbevolen berichten

Na het lezen van de volgende vers realiseerde ik mij dat Eva de aardse moeder van de christenen is.

Op 12,14       

En aan de vrouw zijn gegeven twee vleugels van een grote arend, opdat zij zou vliegen in de woestijn, in haar plaats, alwaar zij gevoed wordt een tijd, en tijden, en een halve tijd, buiten het gezicht der slang.

Tijdens het scheppingsverhaal verkeerde de slang in het gezichtsveld (Gen 3,1) van de vrouw. Nadat Adam en de vrouw van de boom hadden gegeten noemde hij haar Eva (Gen 3,20) omdat zij de moeder van alle levenden is.

Wie zijn de levenden?

'opdat de levenden bekennen, dat de Allerhoogste heerschappij heeft over de koninkrijken der mensen (Dan 4,17)'

Met de levenden worden de gelovigen bedoelt die het eeuwige leven vekregen hebben. Dat blijkt wel uit de volgende vers:

Mat 22,32       

Ik ben de God van Abraham, en de God van Izak, en de God van Jakob! God is niet een God der doden, maar der levenden.

Ze zijn allemaal overleden zoals ons bekend is en tevens allemaal nakomelingen van Eva.

Luk 20,38       

God nu is niet een God der doden, maar der levenden; want zij leven Hem allen.

Paulus vergelijkt de christenen met Eva en geeft daarmee dus aan dat de vrouw niet alleen de moeder van de christenen is, maar ook een voorafbeelding.

2 Kor 11,3       

Doch ik vrees, dat enigszins, gelijk de slang Eva door haar arglistigheid bedrogen heeft, alzo uw zinnen bedorven worden, om af te wijken van de eenvoudigheid, die in Christus is.

Jezus noemt Zichzelf DE VADER van de vrouw en dus tevens van haar zaad:

Mat 9,22       

En Jezus, Zich omkerende, en haar ziende, zeide Wees welgemoed, dochter! uw geloof heeft u behouden. En de vrouw werd gezond van die ure af.)

Ook noemt God zich de Bruidegom (Jes 62,5) en de vrouw laat merken dat ze beschikbaar is.

Joh 4,17       

De vrouw antwoordde en zeide: Ik heb geen man. Jezus zeide tot haar: Gij hebt terecht gezegd: Ik heb geen man.

Bovenstaande is overigens letterlijk terug te vinden in openbaring:

Op 12,17       

En de draak vergrimde op de vrouw, en ging heen om krijg te voeren tegen de overigen van haar zaad, die de geboden Gods bewaren, en het getuigenis van Jezus Christus hebben.

De vrouw is dus de moeder en een afbeelding van het Christendom.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Paulus vergelijk Jezus' met de man van de vrouw en noemt Hem de laatste Adam:

1 Kor 15,45       

Alzo is er ook geschreven: De eerste mens Adam is geworden tot een levende ziel; de laatste Adam tot een levendmakende Geest.

Maar er is nog een andere vrouw:

Op 17,6       

En ik zag, dat de vrouw dronken was van het bloed der heiligen, en van het bloed der getuigen van Jezus. En ik verwonderde mij, toen ik haar zag, met grote verwondering.

Wie weet wie deze vrouw is?

Ezechiël 23

Ohola en Oholiba

1 Het woord des HEREN kwam tot mij: 2 Mensenkind, er waren eens twee vrouwen, dochters van één moeder. 3 Zij pleegden ontucht in Egypte; in haar jeugd pleegden zij ontucht; daar werd haar boezem betast en streelde men haar maagdelijke borsten. 4 De naam van de oudste was Ohola en die van haar zuster Oholiba. Zij werden de mijne en baarden zonen en dochters. Wat haar namen betreft, Ohola is Samaria en Oholiba is Jeruzalem.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Merk op dat de zieke vrouw, die Jezus' kleren van achteren aanraakte om genezen te worden, de enige vrouw is die Hij expliciet 'dochter' (Mat 9,22+Mar 5,34+Luk 8,48) noemt in de hele Bijbel.


Samengevoegd:

Ontegenzeggelijk is Jezus automatisch 'de Vader' door de term 'dochter' te gebruiken, of Hij moet een kind hebben gehad.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Quote:

Maar er is nog een andere vrouw:

Op 17,6
      

En ik zag, dat de vrouw dronken was van het bloed der heiligen, en van het bloed der getuigen van Jezus. En ik verwonderde mij, toen ik haar zag, met grote verwondering.

Wie weet wie deze vrouw is?

Babylon -> de Grote Hoer -> de Satan die iedereen probeert te verleiden.

zie ook:

Spreuken

6 Ik stond eens bij het raam van mijn huis,

en keek uit het venster naar buiten.

7 Ik zag daar onervaren jongens;

een van hen, ontdekte ik, was zonder verstand.

8 Hij liep door de straat,

kwam bij de hoek waar zo’n vrouw woont,

hij was vlak bij haar huis.

9 Het was in de schemering, de avond viel,

de nacht brak aan, duisternis verspreidde zich.

10 En kijk, daar komt die vrouw op hem af,

gekleed als een hoer, een listig karakter.

11 Ongedurig en losbandig,

als iemand die in huis geen rust vindt,

12 loopt ze nu eens in de straten, dan weer op de pleinen,

op elke straathoek staat ze op de loer.

13 Ze grijpt de jongen vast en kust hem,

schaamteloos kijkt ze hem aan.

14 Ze zegt: ‘Ik moest een vredeoffer brengen,

vandaag heb ik mijn geloften ingelost.

15 Daarom ben ik de deur uit gegaan,

ik ging op zoek naar jou, nu heb ik je gevonden.

16 Ik heb mijn bed al opgemaakt met kostbaar linnen,

met bontgekleurde dekens uit Egypte.

17 Ik heb het besprenkeld met mirre,

met aloë en kaneel.

18 Kom, laten we dronken worden van de liefde,

laten we genieten van het minnespel tot in de morgen.

19 Mijn man is niet thuis,

hij is ver weg, hij is op reis

20 en heeft meer dan voldoende geld bij zich.

Hij komt pas terug wanneer het vollemaan is.’

21 Zo wist ze hem te paaien met haar vleierij,

ze haalde hem over met allerlei lokkende woorden,

22 en zonder na te denken liep hij achter haar aan.

Zoals een os die naar de slachtbank gaat

bleef die dwaas aan haar geketend –

23 totdat een pijl zijn lever doorboorde,

zoals een vogel in het net vliegt

en niet merkt dat het hem zijn leven kost.

24 Nu dan, mijn zonen, luister naar mij,

schenk aandacht aan mijn woorden.

25 Volg de wegen van zo’n vrouw niet,

dwaal niet op haar paden.

26 Veel slachtoffers heeft zij gemaakt,

talloos velen zijn door haar geveld.

27 Haar woning is de toegang tot het dodenrijk,

van daar daal je af tot in de kamers van de dood.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Quote:

[...]

Babylon -> de Grote Hoer -> de Satan die iedereen probeert te verleiden.

zie ook:

Spreuken

6 Ik stond eens bij het raam van mijn huis,

en keek uit het venster naar buiten.

7 Ik zag daar onervaren jongens;

een van hen, ontdekte ik, was zonder verstand.

8 Hij liep door de straat,

kwam bij de hoek waar zo’n vrouw woont,

hij was vlak bij haar huis.

9 Het was in de schemering, de avond viel,

de nacht brak aan, duisternis verspreidde zich.

10 En kijk, daar komt die vrouw op hem af,

gekleed als een hoer, een listig karakter.

11 Ongedurig en losbandig,

als iemand die in huis geen rust vindt,

12 loopt ze nu eens in de straten, dan weer op de pleinen,

op elke straathoek staat ze op de loer.

13 Ze grijpt de jongen vast en kust hem,

schaamteloos kijkt ze hem aan.

14 Ze zegt: ‘Ik moest een vredeoffer brengen,

vandaag heb ik mijn geloften ingelost.

15 Daarom ben ik de deur uit gegaan,

ik ging op zoek naar jou, nu heb ik je gevonden.

16 Ik heb mijn bed al opgemaakt met kostbaar linnen,

met bontgekleurde dekens uit Egypte.

17 Ik heb het besprenkeld met mirre,

met aloë en kaneel.

18 Kom, laten we dronken worden van de liefde,

laten we genieten van het minnespel tot in de morgen.

19 Mijn man is niet thuis,

hij is ver weg, hij is op reis

20 en heeft meer dan voldoende geld bij zich.

Hij komt pas terug wanneer het vollemaan is.’

21 Zo wist ze hem te paaien met haar vleierij,

ze haalde hem over met allerlei lokkende woorden,

22 en zonder na te denken liep hij achter haar aan.

Zoals een os die naar de slachtbank gaat

bleef die dwaas aan haar geketend –

23 totdat een pijl zijn lever doorboorde,

zoals een vogel in het net vliegt

en niet merkt dat het hem zijn leven kost.

24 Nu dan, mijn zonen, luister naar mij,

schenk aandacht aan mijn woorden.

25 Volg de wegen van zo’n vrouw niet,

dwaal niet op haar paden.

26 Veel slachtoffers heeft zij gemaakt,

talloos velen zijn door haar geveld.

27 Haar woning is de toegang tot het dodenrijk,

van daar daal je af tot in de kamers van de dood.

Is de grote hoer inderdaad satan?

We lezen dus dat de vrouw dronken is van het bloed der profeten (Op 18,24) en heiligen Op 17,6) hetgeen een belangrijke clue blijkt:

'Jeruzalem, Jeruzalem! gij, die de profeten doodt (Mat 23,37)'

Luk 11,50       

Opdat van dit geslacht afgeëist wordt het bloed van al de profeten, dat vergoten is van de grondlegging der wereld af;

Mat 23,30       

En zegt: Indien wij in de tijden van onze vaderen waren geweest, wij zouden met hen geen gemeenschap gehad hebben aan het bloed van de profeten.

Dus nee, de grote hoer is niet satan, maar een van de twee vrouwen waar God symbolisch mee gehuwd was, te weten Oholiba oftewel Jeruzalem en de joden waren haar zonen en dochters.

'...zij werden de Mijne, en baarden zonen en dochters; dit waren hun namen: Samaria is Ohola, en Jeruzalem Oholiba.(Ez 23,4)'

Link naar bericht
Deel via andere websites

Quote:

Na het lezen van de volgende vers realiseerde ik mij dat Eva de aardse moeder van de christenen is.

Op 12,14
      

En aan de vrouw zijn gegeven twee vleugels van een grote arend, opdat zij zou vliegen in de woestijn, in haar plaats, alwaar zij gevoed wordt een tijd, en tijden, en een halve tijd,
buiten het gezicht der slang.

Tijdens het scheppingsverhaal verkeerde de slang
in
het gezichtsveld (Gen 3,1) van de vrouw.
Nadat
Adam en de vrouw van de boom hadden gegeten noemde hij haar Eva (Gen 3,20) omdat zij de moeder van alle
levenden
is.

Wie zijn de levenden?

'opdat
de levenden
bekennen, dat de Allerhoogste heerschappij heeft over de koninkrijken der mensen (Dan 4,17)'

Met
de levenden
worden de gelovigen bedoelt die het eeuwige leven vekregen hebben. Dat blijkt wel uit de volgende vers:

Mat 22,32
      

Ik ben de God van Abraham, en de God van Izak, en de God van Jakob! God is niet een God der doden, maar der
levenden
.

Ze zijn allemaal overleden zoals ons bekend is en tevens allemaal nakomelingen van Eva.

Luk 20,38
      

God nu is niet een God der doden, maar der levenden; want zij leven Hem allen.

Paulus vergelijkt de christenen met Eva en geeft daarmee dus aan dat de vrouw niet alleen de moeder van de christenen is, maar ook een voorafbeelding.

2 Kor 11,3
      

Doch ik vrees, dat enigszins, gelijk de slang Eva door haar arglistigheid bedrogen heeft, alzo uw zinnen bedorven worden, om af te wijken van de eenvoudigheid, die in Christus is.

Jezus noemt Zichzelf
DE VADER
van de vrouw en dus tevens van haar zaad:

Mat 9,22
      

En Jezus, Zich omkerende, en haar ziende, zeide Wees welgemoed,
dochter!
uw geloof heeft u behouden.
En de vrouw werd gezond van die ure af.
)

Ook noemt God zich de Bruidegom (Jes 62,5) en de vrouw laat merken dat ze beschikbaar is.

Joh 4,17
      

De vrouw antwoordde en zeide: Ik heb geen man. Jezus zeide tot haar:
Gij hebt terecht gezegd: Ik heb geen man.

Bovenstaande is overigens letterlijk terug te vinden in openbaring:

Op 12,17
      

En de draak vergrimde op de vrouw, en ging heen om krijg te voeren tegen de overigen van haar zaad, die de geboden Gods bewaren, en het getuigenis van Jezus Christus hebben.

De vrouw is dus de moeder en een afbeelding van het Christendom.

Dat gaat niet over Eva.

Wel over Gods hemelse organisatie van engelen.

Ook beschreven in (Jesaja 54:1) . . . gij onvruchtbare vrouw die niet gebaard hebt . . .

Link naar bericht
Deel via andere websites

Quote:

[...]

Dat gaat niet over Eva.

Wel over Gods hemelse organisatie van engelen.

Ook beschreven in (Jesaja 54:1) . . . gij onvruchtbare vrouw die niet gebaard hebt . . .

Het citaat wat je hier aanhaalt verwijst naar Sara, die een voorafbeelding van het hemelse Jeruzalem was.

Galaten 4

22 Er staat immers geschreven, dat Abraham twee zonen had, één bij de slavin en één bij de vrije. 23 Maar die van de slavin was naar het vlees verwekt, doch die van de vrije door de belofte. 24 Dit is iets, waarin een diepere zin ligt. Want dit zijn twee bedelingen: de ene van de berg Sinai, die slaven baart, dit is Hagar. 25 Het (woord) Hagar betekent de berg Sinai in Arabië. Het staat op één lijn met het tegenwoordige Jeruzalem, want dat is met zijn kinderen in slavernij. 26 Maar het hemelse Jeruzalem is vrij; en dat is onze moeder. 27 Want er staat geschreven:

Verheug u, gij onvruchtbare, die niet baart, breek uit en roep, gij die geen weeën kent; want talrijker zijn de kinderen der eenzame dan van haar, die een man heeft.

Ik vraag uw aandacht voor het volgende. Wellicht weet u dat de zonden van het huis Israels Samaria (Mi 1,5) zijn (en de zonden van Juda Jeruzalem). Ik heb u al eerder gewezen op het feit dat God van het huis Israels is gescheiden (Jer 3,8) welke met Samaria (Am 6,1) geassocieerd wordt.

Johannes 4

7 Er kwam een vrouw uit Samaria om water te putten. Jezus zeide tot haar: Geef Mij te drinken. 8 Want zijn discipelen waren naar de stad gegaan om voedsel te kopen. 9 De Samaritaanse vrouw dan zeide tot Hem: Hoe kunt Gij, als Jood, van mij, een Samaritaanse vrouw, te drinken vragen? [Want Joden gaan niet om met Samaritanen.] 10 Jezus antwoordde en zeide tot haar: Indien gij wist van de gave Gods en wie het is, die tot u zegt: Geef Mij te drinken, gij zoudt het Hem gevraagd hebben en Hij zou u levend water hebben gegeven. 11 Zij zeide tot Hem: Here, Gij hebt geen emmer en de put is diep; hoe komt Gij dan aan het levende water? 12 Zijt Gij soms meer dan onze vader Jakob, die ons de put gegeven en zelf eruit gedronken heeft met zijn zonen en zijn kudden? 13 Jezus antwoordde en zeide tot haar: Een ieder, die van dit water drinkt, zal weder dorst krijgen; 14 maar wie gedronken heeft van het water, dat Ik hem zal geven, zal geen dorst krijgen in eeuwigheid, maar het water, dat Ik hem zal geven, zal in hem worden tot een fontein van water, dat springt ten eeuwigen leven. 15 De vrouw zeide tot Hem: Here, geef mij dit water, opdat ik geen dorst heb en niet hierheen behoef te gaan om te putten. 16 Hij zeide tot haar: Ga heen, roep uw man en kom hier. 17 De vrouw antwoordde en zeide: Ik heb geen man. Jezus zeide tot haar: Terecht zegt gij: ik heb geen man;

Ez 23,4       

De naam van de oudste was Ohola en die van haar zuster Oholiba. Zij werden de mijne en baarden zonen en dochters. Wat haar namen betreft, Ohola is Samaria en Oholiba is Jeruzalem.

Denkt u niet dat de Samaritaanse vrouw waar Jezus mee sprak een nakomeling of afbeelding was van Zijn voormalige echtgenote, Ohola, aka Samaria?

Jeremia 3

8 Maar Ik zag, toen Ik Afkerigheid, Israël, ter oorzake van haar echtbreuk, verstoten en haar de scheidbrief gegeven had, dat haar zuster, Trouweloze, Juda, zich niet liet afschrikken, maar heenging en eveneens ontucht pleegde; 9 en door haar lichtvaardig gepleegde ontucht ontwijdde zij het land; ja, zij bedreef overspel met steen en met hout. 10 En boven dit alles bekeerde haar zuster, Trouweloze, Juda, zich niet tot Mij met haar gehele hart, maar alleen in schijn, luidt het woord des HEREN.

God had aanvankelijk twee vrouwen, maar in Jezus tijd was Hij alleen nog gehuwd met Juda. De Jehova's geven geen goede verklaring waarom God niet van Juda gescheiden is. Denk er maar eens goed over na, hoe kan de rechtvaardige God wel van Israel zijn gescheiden maar niet van Juda?

Link naar bericht
Deel via andere websites

Op vrijdag 09 mei 2008 18:07:28 schreef mohamed het volgende:

[...]

Is de grote hoer inderdaad satan?

We lezen dus dat de vrouw dronken is van het bloed der profeten (Op 18,24) en heiligen Op 17,6) hetgeen een belangrijke clue blijkt:

'Jeruzalem, Jeruzalem! gij, die de profeten doodt (Mat 23,37)'

Dus nee, de grote hoer is niet satan, maar een van de twee vrouwen waar God symbolisch mee gehuwd was, te weten Oholiba oftewel Jeruzalem en de joden waren haar zonen en dochters.

------------------------------------------------------------- --------------

Dit is opmerkelijk. Je vraagt aan ons wie de vrouw is, dan krijg je een antwoord en dan denk je het toch zelf beter te weten...Waarom vraag het dan?

Ik denk dat discipel wel een punt heeft. Want in het stuk wat jij aanhaalde (openbaring 17) wordt meerdere malen verwezen naar Babylon. Babylon staat symbool voor het kwaad wat mensen doen. Dit kwaad wordt gevoed door de Satan die ons verleidt.

Als jij zegt dat het Jeruzalem is, wat opzich niet gek gedacht is hoor, dan is het Jeruzalem van na Jezus een Babylon geworden. Jezus zegt dat ook min of meer:

Joh 4,21

‘Geloof me,’ zei Jezus, ‘er komt een tijd dat jullie noch op deze berg, noch in Jeruzalem de Vader zullen aanbidden.

Dus misschien hebben jullie beide gelijk. knipoog_dicht.gif

Link naar bericht
Deel via andere websites

Ik bedoelde ook niet letterlijk de Satan, maar inderdaad de stad Babylon; waar de mensen niet meer naar God luisteren, en zich verzetten tegen zijn wetten. Dit is de stad waar de Satan woont. Deze stad moet dus ook vernieuwd worden zoals de bijbel ook voorspelt. Zo bedoelde ik het.

Dat deze stad nu, in deze tijd, Jeruzalem is kan ik indenken. Als je ziet hoeveel gezeik er is nu Israël 60 jaar is en er de afgelopen 60 jaar enkel gedonder is geweest, ja dan kan je gelijk hebben.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Quote:

Dit is opmerkelijk. Je vraagt aan ons wie de vrouw is, dan krijg je een antwoord en dan denk je het toch zelf beter te weten...Waarom vraag het dan?

Nou misschien wel omdat dit een discussieforum is en ik open sta voor reacties? En bovendien als ik niks vraag reageert er niemand knipoog_dicht.gif

Quote:

Ik denk dat discipel wel een punt heeft. Want in het stuk wat jij aanhaalde (openbaring 17) wordt meerdere malen verwezen naar Babylon. Babylon staat symbool voor het kwaad wat mensen doen. Dit kwaad wordt gevoed door de Satan die ons verleidt.

Als jij zegt dat het Jeruzalem is, wat opzich niet gek gedacht is hoor, dan is het Jeruzalem van na Jezus een Babylon geworden. Jezus zegt dat ook min of meer:

Joh 4,21

‘Geloof me,’ zei Jezus, ‘er komt een tijd dat jullie noch op deze berg, noch in Jeruzalem de Vader zullen aanbidden.

Dus misschien hebben jullie beide gelijk.
knipoog_dicht.gif

Ik ontken ook niet dat het Babylon is, alleen dat het satan is, maar misschien is het dat inderdaad allemaal wel.

Op 2,9       

Ik weet uw werken, en verdrukking, en armoede (doch gij zijt rijk), en de lastering van hen, die zeggen, dat zij Joden zijn, en zijn het niet, maar zijn een synagoge des satans.

Op 3,9       

Zie, Ik geef u enigen uit de synagoge des satans, van hen, die zeggen, dat zij Joden zijn, en zijn het niet, maar liegen; zie, Ik zal maken, dat zij zullen komen, en aanbidden voor uw voeten, en bekennen, dat Ik u liefheb.


Samengevoegd:

Quote:

Ik bedoelde ook niet letterlijk de Satan, maar inderdaad de stad Babylon; waar de mensen niet meer naar God luisteren, en zich verzetten tegen zijn wetten. Dit is de stad waar de Satan woont. Deze stad moet dus ook vernieuwd worden zoals de bijbel ook voorspelt. Zo bedoelde ik het.

Dat deze stad nu, in deze tijd, Jeruzalem is kan ik indenken. Als je ziet hoeveel gezeik er is nu Israël 60 jaar is en er de afgelopen 60 jaar enkel gedonder is geweest, ja dan kan je gelijk hebben.

Misschien een symbolische satan, want Jezus werd door de joden niet geaccepteerd tot op de dag van vandaag. Hij voldeed niet aan de voorwaarden, het oude Jeruzalem was ingericht voor een monotheistisch geloof en moest van het toneel verdijnen nadat Jezus Zichzelf en Zijn nieuwe wettten geopenbaard had. En de satan is niks anders dan de antichrist. Een ieder die tegen Christus is, voldoet volgens mij aan de voorwaarde. Dan konden we misschien toch allebei wel gelijk hebben! knipoog_dicht.gif

Link naar bericht
Deel via andere websites

Paulus gaf te kennen dat Sara, de „onvruchtbare vrouwâ€, een symbool was van Gods vrouw, het hemelse deel van zijn organisatie.

Deze hemelse vrouw was onvruchtbaar doordat ze voor de komst van Jezus geen met de geest gezalfde „kinderen†op aarde had .

Maar met Pinksteren 33 G.T. werd er heilige geest uitgestort op een groep mannen en vrouwen die zo als kinderen van deze hemelse vrouw wedergeboren werden.

De door deze organisatie voortgebrachte kinderen werden als zonen van God aangenomen en werden mede-erfgenamen met Christus in een nieuwe verbondsverhouding

Een van die kinderen, de apostel Paulus, kon schrijven: „Het Jeruzalem dat boven is, is vrij, en dat is onze moeder.â€

Link naar bericht
Deel via andere websites

Quote:

Paulus gaf te kennen dat Sara, de „onvruchtbare vrouwâ€, een symbool was van Gods vrouw, het hemelse deel van zijn organisatie.

Deze hemelse vrouw was onvruchtbaar doordat ze voor de komst van Jezus geen met de geest gezalfde „kinderen†op aarde had .

Maar met Pinksteren 33 G.T. werd er heilige geest uitgestort op een groep mannen en vrouwen die zo als kinderen van deze hemelse vrouw wedergeboren werden.

De door deze organisatie voortgebrachte kinderen werden als zonen van God aangenomen en werden mede-erfgenamen met Christus in een nieuwe verbondsverhouding

Een van die kinderen, de apostel Paulus, kon schrijven: „Het Jeruzalem dat boven is, is vrij, en dat is onze moeder.â€

Juist ja, Sara werd ook door God bevrucht, maar ik zei al in de openingspost dat Eva ons aller aardse moeder was!

Link naar bericht
Deel via andere websites
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

We hebben cookies op je apparaat geplaatst om de werking van deze website te verbeteren. Je kunt je cookie-instellingen aanpassen. Anders nemen we aan dat je akkoord gaat. Lees ook onze Gebruiksvoorwaarden en Privacybeleid