Spring naar bijdragen

Mattheus 10:16


Bevinden de wolven zich in het huis van de Heer?  

  1. 1. Bevinden de wolven zich in het huis van de Heer?

    • Nee joh deze zijn daarbuiten in de wereld
      4
    • Het zijn gelovigen om je heen
      2
    • Het zijn sommige leiders in de gemeente
      1
    • Het is de regering
      0
    • Weet ik veel
      0


Aanbevolen berichten

\"Zie, Ik zend u als schapen midden onder wolven; weest dan voorzichtig als slangen en argeloos als duiven\".

Dit is een bijbel gedeelte waar ik binnenkort over moet spreken in de gemeente. Mijn vraag aan jullie is wat jullie kijk is op deze tekst.

Wat is nou de diepere betekenis achter deze tekst?

Link naar bericht
Deel via andere websites

De slang werd overal in het Oosten gebruikt als symbool van het kwaad als beginsel, van de geest der ongehoorzaamheid.

"Duif†was daarentegen een uitdrukking van genegenheid (Hooglied 5:2).

Jezus gaf instructies voor het prediken en onderwijzen. Zijn discipelen konden verschillende reacties verwachten. Enkelen zouden belangstelling tonen, terwijl anderen het goede nieuws zouden verwerpen. Sommigen zouden deze ware dienstknechten van God zelfs vervolgen (Mattheüs 10:17-23). Hoe moesten de discipelen op vervolging reageren?

Wel „Schranderheid moet . . . gepaard gaan met zuiverheid, oprechtheid en eerlijkheid, opdat er niets gebeurt wat vijanden een geldige reden tot klagen geeft.

De gezanten van Jezus bevinden zich te midden van meedogenloze tegenstanders, die geen pardon kennen en zich genadeloos en bij de eerste de beste gelegenheid op de apostelen storten. Daarom moeten zij net als een slang de tegenstander scherp in de gaten houden, de situatie met een waakzaam oog en een nuchter verstand overzien en dan zonder list en bedrog, zuiver en waarachtig in woord en daad, de situatie de baas blijven en zich aldus met duiven te vergelijken personen betonen.â€

In deze tijd reageren de mensen veelal op dezelfde manier op het goede nieuws als in de eerste eeuw. Wanneer ware christenen met vervolging te maken krijgen, dienen zij de schranderheid van de slang te combineren met de zuiverheid van de duif. Christenen maken nooit gebruik van bedrog of oneerlijkheid maar zijn onbedorven, oprecht en eerlijk in het bekendmaken van de Koninkrijksboodschap aan anderen.

Bv. Men komt in gesprek met iemand van een andere geloofsovertuiging en hij begint je direct zware beledigingen naar het hoofd te slingeren,zoals hier in sommige topics wel eens gebeurt.

Ware christenen zullen dan niet met gelijke munt terugbetalen door net zo scherp te zijn over hun geloof.

Maar is dat onschuldig? Beslist niet. Als u degenen die kritiek op u hebben, toont dat hun opmerkingen geen invloed hebben op uw vriendelijke manier van doen, zouden zij wel eens ten goede kunnen veranderen. U zou dan zowel schrander als onberispelijk zijn — ’zo omzichtig als een slang en toch zo onschuldig als een duif’.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Even voor de context:

Mattheüs 10

16 Zie, Ik zend u als schapen midden onder wolven; weest dan voorzichtig als slangen en argeloos als duiven.

17 Maar wacht u voor de mensen; want zij zullen u overleveren aan de gerechtshoven en zij zullen u geselen in hun synagogen; 18 gij zult ook geleid worden voor stadhouders en koningen om Mijnentwil, tot een getuigenis voor hen en voor de volken. 19 Wanneer zij u overleveren, maakt u dan niet bezorgd, hoe of wat gij spreken zult; want het zal u in die ure gegeven worden wat gij spreken moet; 20 want gij zijt het niet, die spreekt, doch het is de Geest uws Vaders, die in u spreekt. 21 Een broeder zal zijn broeder overleveren ten dode en een vader zijn kind, en kinderen zullen opstaan tegen hun ouders en hen ter dood brengen. 22 En gij zult door allen gehaat worden om mijns naams wil; maar wie volhardt tot het einde, die zal behouden worden. 23 Wanneer men u vervolgt in deze stad, vlucht naar de andere; want voorwaar, Ik zeg u, gij zult niet alle steden van Israël zijn rondgekomen, voordat de Zoon des mensen komt.

Als ik dit zo lees, staan schapen voor de gelovigen en staan de wolven voor iedereen die zich tegen God verzet en Zijn kinderen ze vervolgt. Hier in deze context gaat het om het idee dat de gelovigen letterlijk voor het gerecht gebracht zullen worden door alles en iedereen, van het volk tot de mensen die hen dicht na staan. Zij zijn hier de wolven.

Maar je kunt in mijn ogen ook denken aan wolven in de zin van dat het mensen zijn die ons op andere wijzen van God af willen brengen. Het idee dat de wolven dan staan voor iedereen die gebruikt wordt door de boze om ons bij God vandaan te willen halen en dat kan in elke context weer verschillend zijn. Het kunnen de mensen om je heen zijn, mensen in de kerk, in de regering of waar dan ook.

Link naar bericht
Deel via andere websites

@Nechemia

Misschien kan je een ander topic openen om te weten te komen wie door de geschiedenis heen de wolven zijn geweest waar u blijkbaar op doelt,maar dit is dan een andere tekst:

(Handelingen 20:29-30) Ik weet dat er na mijn heengaan onderdrukkende wolven bij U zullen binnendringen, die de kudde niet teder zullen behandelen, 30 en uit UW eigen midden zullen mannen opstaan die verdraaide dingen zullen spreken om de discipelen achter zich aan te trekken.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Quote:

\"Zie, Ik zend u als schapen midden onder wolven; weest dan voorzichtig als slangen en argeloos als duiven\".

Dit is een bijbel gedeelte waar ik binnenkort over moet spreken in de gemeente. Mijn vraag aan jullie is wat jullie kijk is op deze tekst.

Wat is nou de diepere betekenis achter deze tekst?

Je zou eens kunnen kijken bij eventuele voetnoten in het stukje tekst. Dat geeft veelal de context van het stuk aan. Hoe kan je nu over 1 enkel vers een overdenking maken, zonder oog voor de context?

Link naar bericht
Deel via andere websites

Ik citeer even twee (engelstalige) Bijbelverklaringen, de eerste is van Gills (beknopt) de tweede van de bekend Matthew Henry.

Quote:
Mat 10:16 - Behold, I send you forth, as sheep among wolves,.... This, and the following verses, chiefly respect the troubles, afflictions, persecutions, and sufferings which should befall the apostles after the death and resurrection of Christ; when their commission was enlarged, and they afresh sent out by Christ to preach his Gospel; of which he gives a faithful account before hand, that they might be prepared for them, and not be surprised when they came upon them. He compares them to "sheep", because they were meek and humble in their spirits, harmless, and inoffensive, in their lives and conversations; were weak, and unable to protect themselves, and were sent out by him unarmed and defenceless; and their oppressors and persecutors to "wolves", because fierce and furious, voracious and ravenous, cruel and hurtful, as these creatures are, especially to sheep; wherefore Christ gives them this wholesome advice,

be ye therefore wise as serpents, and harmless as doves. Much such an expression as this God is represented as saying of Israel (a):

"Says R. Judah, in the name of R. Simon, the holy blessed God said, concerning Israel, with me they are ×ª×ž×™×ž×™× ×›×™×•× ×™×, "harmless as doves"; but among the nations of the world, they are ×¢×¨×•×ž×™× ×›× ×—×©×™×, "subtle as serpents".''

The serpent is a very sharp sighted, cunning creature, and uses various arts and stratagems for its own preservation, and especially of its head; and is so far to be imitated by the followers of Christ, as to make use of all proper methods to preserve themselves from the insults and rage of men, and not expose themselves to unnecessary dangers: and, as much as in them lies, they should be careful to give no just occasion of offence, or irritate, and provoke them to use them ill, and to avoid all snares and traps that are laid for them; and, at the same time, maintain the innocence and harmlessness of the dove, being free from all wicked cunning and craftiness, without rancour, malice, and wrath; not meditating and seeking revenge, but meek and humble in their deportment, leading inoffensive lives, and proceeding in the course of their calling, though liable to many insults, and much oppression.

(a) Shirhashirim Rabba, c. 2. 14. fol. 12. 1.

Quote:
Mat 10:16-42 -

All these verses relate to the sufferings of Christ's ministers in their work, which they are here taught to expect, and prepare for; they are directed also how to bear them, and how to go on with their work in the midst of them. This part of the sermon looks further than to their present mission; for we find not that they met with any great hardships or persecutions while Christ was with them, nor were they well able to bear them; but they are here forewarned of the troubles they should meet with, when after Christ's resurrection, their commission should be enlarged, and the kingdom of heaven, which was not at hand, should be actually set up; they dreamed of nothing then, but outward pomp and power; but Christ tells them, they must expect greater sufferings than they were yet called to; that they should then be made prisoners, when they expected to be made princes. It is good to be told what troubles we may hereafter meet with, that we may provide accordingly, and may not boast, as if we had put off the harness, when we are yet but girding it on.

We have here intermixed, I. Predictions of trouble: and, II. Prescriptions of counsel and comfort, with reference to it.

I. We have here predictions of trouble; which the disciples should meet with in their work: Christ foresaw their sufferings as well as his own, and yet will have them go on, as he went on himself; and he foretold them, not only that the troubles might not be a surprise to them, and so a shock to their faith, but that, being the accomplishment of a prediction, they might be a confirmation to their faith.

He tells them what they should suffer, and from whom.

1. What they should suffer: hard things to be sure; for, Behold, I send you forth as sheep in the midst of wolves, Mat_10:16. And what may a flock of poor, helpless, unguarded sheep expect, in the midst of a herd of ravenous wolves, but to be worried and torn? Note, Wicked men are like wolves, in whose nature it is to devour and destroy. God's people, and especially his ministers, are like sheep among them, of a contrary nature and disposition, exposed to them, and commonly an easy prey to them. It looked unkind in Christ to expose them to so much danger, who had left all to follow him; but he knew that the glory reserved for his sheep, when in the great day they shall be set on his right hand, would be a recompence sufficient for sufferings as well as services. They are as sheep among wolves, that is frightful; but Christ sends them forth, that is comfortable; for he that sends them forth will protect them, and bear them out. But that they might know the worst, he tells them particularly what they must expect.

(1.) They must expect to be hated, Mat_10:22. Ye shall be hated for my name's sake: that is the root of all the rest, and a bitter root it is. Note, Those whom Christ loves, the world hates; as whom the court blesses the country curses. If the world hated Christ without a cause (Joh_15:25), no marvel if it hated those that bore his image and served his interests. We hate what is nauseous, and they are counted as the offscouring of all things, 1Co_4:13. We hate what is noxious, and they are counted the troublers of the land (1Ki_18:17), and the tormentors of their neighbours, Rev_11:10. It is grievous to be hated, and to be the object of so much ill-will, but it is for thy name's sake; which, as it speaks the true reason of the hatred, whatever is pretended, so it speaks comfort to them who are thus hated; it is for a good cause, and they have a good friend that shares with them in it, and takes it to himself.

(2.) They must expect to be apprehended and arraigned as malefactors. Their restless malice is resistless malice, and they will not only attempt, but will prevail, to deliver you up to the councils (Mat_10:17, Mat_10:18), to the bench of aldermen or justices, that take care of the public peace. Note, A deal of mischief is often done to good men, under colour of law and justice. In the place of judgment there is wickedness, persecuting wickedness, Ecc_3:16. They must look for trouble, not only from inferior magistrates in the councils, but from governors and kings, the supreme magistrates. To be brought before them, under such black representations as were commonly made of Christ's disciples, was dreadful and dangerous; for the wrath of a king is as the roaring of a lion. We find this often fulfilled in the acts of the apostles.

(3.) They must expect to be put to death (Mat_10:21); They shall deliver them to death, to death in state, with pomp and solemnity, when it shows itself most as the king of terrors. The malice of the enemies rages so high as to inflict this; it is the blood of the saints that they thirst after: the faith and patience of the saints stand so firm as to expect this; Neither count I my life dear to myself: the wisdom of Christ permits it, knowing how to make the blood of the martyrs the seal of the truth, and the seed of the church. By this noble army's not loving their lives to the death, Satan has been vanquished, and the kingdom of Christ and its interests greatly advanced, Rev_11:11. They were put to death as criminals, so the enemies meant it, but really as sacrifices (Phi_2:17; 2Ti_4:6); as burnt offerings, sacrifices of acknowledgement to the honour of God, and in his truth and cause.

(4.) They must expect, in the midst of these sufferings, to be branded with the most odious and ignominious names and characters that could be. Persecutors would be ashamed in this world, if they did not first dress up those in bear-skins whom they thus bait, and represent them in such colours as may serve to justify such cruelties. The blackest of all the ill characters they give them is here stated; they call them Beelzebub, the name of the prince of the devils, Mat_10:25. They represent them as ringleaders of the interest of the kingdom of darkness, and since every one thinks he hates the devil, thus they endeavour to make them odious to all mankind. See, and be amazed to see, how this world is imposed upon: [1.] Satan's sworn enemies are represented as his friends; the apostles, who pulled down the devil's kingdom, were called devils. Thus men laid to their charge, not only things which they knew not, but things which they abhorred, and were directly contrary to, and the reverse of. [2.] Satan's sworn servants would be thought to be his enemies, and they never more effectually do his work, than when they pretend to be fighting against him. Many times they who themselves are nearest akin to the devil, are most apt to father others upon him; and those that paint him on others' clothes have him reigning in their own hearts. It is well there is a day coming, when (as it follows here, Mat_10:26) that which is hid will be brought to light.

(5.) These sufferings are here represented by a sword and division, Mat_10:34, Mat_10:35. Think not that I am come to send peace, temporal peace and outward prosperity; they thought Christ came to give all his followers wealth and power in the world; “no,†says Christ, “I did not come with a view to give them peace; peace in heaven they may be sure of, but not peace on earth.†Christ came to give us peace with God, peace in our consciences, peace with our brethren, but in the world ye shall have tribulation. Note, They mistake the design of the gospel, who think their profession of it will secure them fRom. for it will certainly expose them to, trouble in this world. If all the world would receive Christ, there would then follow a universal peace, but while there are and will be so many that reject him (and those not only the children of this world, but the seed of the serpent), the children of God, that are called out of the world, must expect to feel the fruits of their enmity.

[1.] Look not for peace, but a sword, Christ came to give the sword of the word, with which his disciples fight against the world, and conquering work this sword has made (Rev_6:4; Rev_19:21), and the sword of persecution, with which the world fights against the disciples, being cut to the heart with the sword of the word (Act_7:54), and tormented by the testimony of Christ's witnesses (Rev_11:10), and cruel work this sword made. Christ sent that gospel, which gives occasion for the drawing of this sword, and so may be said to send this sword; he orders his church into a suffering state for the trial and praise of his people's graces, and the filling up of the measure of their enemies' sins.

[2.] Look not for peace, but division (Mat_10:35), I am come to set men at variance. This effect of the preaching of the gospel is not the fault of the gospel, but of those who do not receive it. When some believe the things that are spoken, and others believe them not, the faith of those that believe condemns those that believe not, and, therefore, they have an enmity against them that believe. Note, the most violent and implacable feuds have ever been those that have arisen from difference in religion; no enmity like that of the persecutors, no resolution like that of the persecuted. Thus Christ tells his disciples what they should suffer, and these were hard sayings; if they could bear these, they could bear any thing. Note, Christ has dealt fairly and faithfully with us, in telling us the worst we can meet with in his service; and he would have us deal so with ourselves, in sitting down and counting the cost.

2. They are here told from whom, and by whom, they should suffer these hard things. Surely hell itself must be let loose, and devils, those desperate and despairing spirits, that have no part nor lot in the great salvation, must become incarnate, ere such spiteful enemies could be found to a doctrine, the substance of which was good will toward men, and the reconciling of the world to God; no, would you think it? all this mischief arises to the preachers of the gospel, from those to whom they came to preach salvation. Thus the blood-thirsty hate the upright, but the just seek his soul (Pro_29:10), and therefore heaven is so much opposed on earth, because earth is so much under the power of hell, Eph_2:2.

These hard things Christ's disciples must suffer,

(1.) From men (Mat_10:17). “Beware of men; you will have need to stand upon your guard, even against those who are of the same nature with you†- such is the depravity and degeneracy of that nature (homo homini lupus, - man is a wolf to man), crafty and politic as men, but cruel and barbarous as beasts, and wholly divested of the thing called humanity. Note, Persecuting rage and enmity turn men into brutes, into devils. Paul at Ephesus fought with beasts in the shape of men, 1Co_15:32. It is a sad pass that the world is come to, when the best friends it has, have need to beware of men. It aggravates the troubles of Christ's suffering servants, that they arise from those who are bone of their bone, made of the same blood. Persecutors are, in this respect, worse than beasts, that they prey upon those of their own kind: Saevis inter se convenit ursis - Even savage bears agree among themselves. It is very grievous to have men rise up against us (Psa_124:1-8), from whom we might expect protection and sympathy; men, and no more: mere men; men, and not saints; natural men (1Co_2:14); men of this world, Psa_17:14. Saints are more than men, and are redeemed from among men, and therefore are hated by them. The nature of man, if it be not sanctified, is the worst nature in the world next to that of devils. They are men, and therefore subordinate, dependent, dying creatures; they are men, but they are but men (Psa_9:20), and who art thou, that thou shouldst be afraid of a man that shall die? Isa_51:12. Beware of the men, so Dr. Hammond; those you are acquainted with, the men of the Jewish sanhedrim, which disallowed Christ, 1Pe_2:4.

(2.) From professing men, men that have a form of godliness, and make a show of religion. They will scourge you in their synagogues, their places of meeting for the worship of God, and for the exercise of their church-discipline: so that they looked upon the scourging of Christ's ministers to be a branch of their religion. Paul was five times scourged in the synagogues, 2Co_11:24. The Jews, under colour of zeal for Moses, were the most bitter persecutors of Christ and Christianity, and placed those outrages to the score of their religion. Note, Christ's disciples have suffered much from conscientious persecutors, that scourge them in their synagogues, cast them out and kill them, and think they do God good service (Joh_16:2), and say, Let the Lord be glorified, Isa_66:5; Zec_11:4, Zec_11:5. But the synagogue will be so far from consecrating the persecution, that the persecution, doubtless, profanes and desecrates the synagogue.

(3.) From great men, and men in authority. The Jews did not only scourge them, which was the utmost their remaining power extended to, but when they could go no further themselves, they delivered them up to the Roman powers, as they did Christ, Joh_18:30. Ye shall be brought before governors and kings (Mat_10:18), who, having more power, are in a capacity of doing the more mischief. Governors and kings receive their power from Christ (Pro_8:15), and should be his servants, and his church's protectors and nursing-fathers, but they often use their power against him, and are rebels to Christ, and oppressors of his church. The kings of the earth set themselves against his kingdom, Psa_2:1, Psa_2:2; Act_4:25, Act_4:26. Note, It has often been the lot of good men to have great men for their enemies.

(4.) From all men (Mat_10:22). Ye shall be hated of all men, of all wicked men, and these are the generality of men, for the whole world lies in wickedness. So few are there that love, and own, and countenance Christ's righteous cause, that we may say, the friends of it are hated of all men; they are all gone astray, and, therefore, eat up my people, Psa_14:3. As far as the apostasy from God goes, so far the enmity against the saints goes; sometimes it appears more general than at other times, but there is something of this poison lurking in the hearts of all the children of disobedience. The world hates you, for it wonders after the beast, Rev_13:3. Every man is a liar, and therefore a hater of truth.

(5.) From those of their own kindred. The brother shall deliver up the brother to death, Mat_10:21. A man shall be, upon this account, at variance with his own father; nay, and those of the weaker and tenderer sex too shall become persecutors and persecuted; the persecuting daughter will be against the believing mother, where natural affection and filial duty, one would think, should prevent or soon extinguish the quarrel; and then, no marvel if the daughter-in-law be against the mother-in-law; where, too often, the coldness of love seeks occasion of contention, Mat_10:35. In general, a man's foes shall be they of his own household (Mat_10:36). They who should be his friends will be incensed against him for embracing Christianity, and especially for adhering to it when it comes to be persecuted, and will join with his persecutors against him. Note, The strongest bonds of relative love and duty have often been broken through, by an enmity against Christ and his doctrine. Such has been the power of prejudice against the true religion, and zeal for a false one, that all other regards, the most natural and sacred, the most engaging and endearing, have been sacrificed to these Molochs. They who rage against the Lord, and his anointed ones, break even these bonds in sunder, and cast away even these cords from them, Psa_2:2, Psa_2:3. Christ's spouse suffers hard things from the anger of her own mother's children, Son_1:6. Sufferings from such are more grievous; nothing cuts more than this, It was thou, a man, mine equal (Psa_55:12, Psa_55:13); and the enmity of such is commonly most implacable; a brother offended is harder to be won than a strong city, Pro_18:19. The martyrologies, both ancient and modern, are full of instances of this. Upon the whole matter, it appears, that all that will live godly in Christ Jesus, must suffer persecution; and through many tribulations we must expect to enter into the kingdom of God.

II. With these predictions of trouble, we have here prescriptions of counsels and comforts for a time of trial. He sends them out exposed to danger indeed, and expecting it, but well armed with instructions and encouragements, sufficient to bear them up, and bear them out, in all these trials. Let us gather up what he says,

1. By way of counsel and direction in several things.

(1.) Be ye wise as serpents, Mat_10:16. “You may be so†(so some take it, only as a permission); “you may be as wary as you please, provided you be harmless as doves.†But it is rather to be taken as a precept, recommending to us that wisdom of the prudent, which is to understand his way, as useful at all times, but especially in suffering times. “Therefore, because you are exposed, as sheep among wolves; be ye wise as serpents; not wise as foxes, whose cunning is to deceive others; but as serpents, whose policy is only to defend themselves, and to shift for their own safety.†The disciples of Christ are hated and persecuted as serpents, and their ruin is sought, and, therefore, they need the serpent's wisdom. Note, It is the will of Christ that his people and ministers, being so much exposed to troubles in this world, as they usually are, should not needlessly expose themselves, but use all fair and lawful means for their own preservation. Christ gave us an example of this wisdom, Mat_21:24, Mat_21:25; Mat_22:17, Mat_22:18, Mat_22:19; Joh_7:6, Joh_7:7; besides the many escapes he made out of the hands of his enemies, till his hour was come. See an instance of Paul's wisdom, Act_23:6, Act_23:7. In the cause of Christ we must sit loose to life and all its comforts, but must not be prodigal of them. It is the wisdom of the serpent to secure his head, that it may not be broken, to stop his ear to the voice of the charmer (Psa_58:4, Psa_58:5), and to take shelter in the clefts of the rocks; and herein we may be wise as serpents. We must be wise, not to pull trouble upon our own heads; wise to keep silence in an evil time, and not to give offence, if we can help it.

(2.) Be ye harmless as doves. “Be mild, and meek, and dispassionate; not only do nobody any hurt, but bear nobody any ill will; be without gall, as doves are; this must always go along with the former.†They are sent forth among wolves, therefore must be as wise as serpents, but they are sent forth as sheep, therefore must be harmless as doves. We must be wise, not to wrong ourselves, but rather so than wrong any one else; must use the harmlessness of the dove to bear twenty injuries, rather than the subtlety of the serpent to offer or to return one. Note, It must be the continual care of all Christ's disciples, to be innocent and inoffensive in word and deed, especially in consideration of the enemies they are in the midst of. We have need of a dove-like spirit, when we are beset with birds of prey, that we may neither provoke them nor be provoked by them: David coveted the wings of a dove, on which to fly away and be at rest, rather than the wings of a hawk. The Spirit descended on Christ as a dove, and all believers partake of the Spirit of Christ, a dove-like spirit, made for love, not for war.

(3.) Beware of men, Mat_10:17. “Be always upon your guard, and avoid dangerous company; take heed what you say and do, and presume not too far upon any man's fidelity; be jealous of the most plausible pretensions; trust not in a friend, no, not in the wife of thy bosom,†Mic_7:5. Note, It becomes those who are gracious to be cautious, for we are taught to cease from man. Such a wretched world do we live in, that we know not whom to trust. Ever since our Master was betrayed with a kiss, by one of his own disciples, we have need to beware of men, of false brethren.

Nee ik ga ze niet vertalen dat is me wat teveel werk. Deze tekst gaat eigenlijk over dat wij veel verdrukking kunnen verwachten in de wereld (denk aan de zaligsprekingen en verschillende bemoedigingen van Paulus aan de gemeenten in klein Azië). We kunnen echter niet zeggen dat er geen wolven en slangen zijn in de Kerk, ze zijn er absoluut.

Alleen zou ik dat persoonlijk niet op basis van deze tekst doen, ik zou dan (volgens mij is het Johannes) over de opstand van de antichristen in de gemeente, ook het stuk over 'ik ben van Apollos, en ik ben van Paulus' (brieven van Paulus).

Link naar bericht
Deel via andere websites
Gast Anon_phpbb

Quote:

[...]Je zou eens kunnen kijken bij eventuele voetnoten in het stukje tekst. Dat geeft veelal de context van het stuk aan. Hoe kan je nu over 1 enkel vers een overdenking maken, zonder oog voor de context?

Snap je het niet ofzo???

Hij zal waarschijnlijk moeten gaan bouwen vanuit deze text. Maar hij vraagt gewoon wat onze zicht is op deze tekst en wat ons beeld hierover is.

Link naar bericht
Deel via andere websites

De "wolven in schaapskleren" zijn wolven die je niet gemakkelijk als zodanig herkent. Anders zouden het wel "wolven met grote tanden en een hongerige blik" zijn geweest. Dat soort mensen kun je in de kerk tegenkomen. Een gecamoufleerde wolf kan schade aanrichten als hij tussen de echte schaapjes rondwandelt, zonder dat de schaapjes het doorhebben.

Link naar bericht
Deel via andere websites
  • 4 weeks later...

Quote:

"Zie, Ik zend u als schapen midden onder wolven; weest dan voorzichtig als slangen en argeloos als duiven".

Dit is een bijbel gedeelte waar ik binnenkort over moet spreken in de gemeente. Mijn vraag aan jullie is wat jullie kijk is op deze tekst.

Wat is nou de diepere betekenis achter deze tekst?

Met de interpretaties uit de poll heb ik niets.

Dit gezegde wordt door John Kloppenborg en Leif Vaage (maar niet door Burton Mack) in de alleroudste laag van het door de schrijvers van Lucas en Mattheus gebruikte Q-evangelie geplaatst.

Voor mij betekent het dat deze spreuk geen christelijke toevoeging is, maar direct terug gaat op de uitspraken van de historische Jezus.

De schrijver van Lucas lijkt het tweede deel van de spreuk weg te laten. Minder waarschijnlijk lijkt mij dat de schrijver van Mattheus het tweede deel heeft toegevoegd.

De betekenis ligt nogal voor de hand. Jezus stuurt zijn discipelen 2 aan 2 op pad om anderen te onderwijzen in de technieken om de Heerschappij van God te realiseren. Als een goede leraar of goeroe bereidt Jezus ze ook voor op wat ze wachten kan staan en hoe ze zich moeten opstellen en gedragen.

Door hun aanleg en meditaties zijn de discipelen subtieler dan de meeste mensen in de dorpen en steden die ze gaan bezoeken. Veel mensen kunnen vijandig of aggressief zijn als ze met iets in aanraking komen dat ze nog niet kennen (vooral in die tijd en in die cultuur).

Jezus zegt dus dat ze als subtielere personen ("schapen") onder minder subtiele ("wolven") zullen komen te verkeren en dat ze op hun hoede moeten zijn (zoals slangen dat zijn), maar dat ze zich toch niet wantrouwend of negatief moeten opstellen ("argeloos als duiven").

Het zou handiger zijn om het gebruik van de Griekse woorden te kennen die hier als "voorzichtig" en "argeloos" zijn vertaald. Omdat de schrijver van Lucas waarschijnlijk het tweede deel heeft geschrapt, is het helaas iets minder zeker dat deze twee woorden ook letterlijk zo in Q hebben gestaan.

Ik zou het woordgebruik en de "hang-ups" van Mattheus beter moeten kennen om over dat laatste iets zinnigs te zeggen, maar omdat het gezegde niet is ingebed in zelf gemaakte teksten van de schrijver van Matteus denk ik toch dat hij er niet in heeft zitten "knoeien" en de woorden letterlijk zal hebben overgenomen uit Q.

Link naar bericht
Deel via andere websites
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

We hebben cookies op je apparaat geplaatst om de werking van deze website te verbeteren. Je kunt je cookie-instellingen aanpassen. Anders nemen we aan dat je akkoord gaat. Lees ook onze Gebruiksvoorwaarden en Privacybeleid