Het probleem "maar wat als mijn familie niet gelooft, kan ik dan nog wel gelukkig zijn in de hemel" werd door de schrijver van Lucas ook al voorzien. Hij schreef dan ook :
(Lucas 14:26)
Uiteraard heeft dat niets meer te maken met liefde, maar als je eenmaal zo ver weg bent dat je bereid bent je familie ondergeschikt te maken aan iemand anders, is het aanvaarden van zo'n gebod nog slechts een kleine stap. Dit is een gebod waarmee nogal wat gelovigen veel moeite hebben, en gelukkig maar dat ze er moeite mee hebben.