Spring naar bijdragen

Marcus Tullius

Members
  • Aantal bijdragen

    9
  • Geregistreerd

  • Laatst bezocht

Berichten geplaatst door Marcus Tullius

  1. De uitleg van Hendrik-NG van 1 Tess. 4:15 klopt in elk geval niet, omdat de conjunctivus hier het gevolg is van een sterk ontkennende uitspraak over de toekomst (ou mê + conjunctivus).

    Verder is er helemaal niet zo'n verwarring over de goede uitleg van dit gedeelte. De gangbare moderne vertalingen zijn bij mijn weten allemaal geschikt op dit punt. De uitleg is dat de Tessalonicenzen verward zijn omdat sommige gemeenteleden stierven nog voor de wederkomst. Paulus reageert hierop door de opstanding uit te leggen. De enig mogelijke conclusie is dat de Tessalonicenzen de wederkomst op zéér korte termijn verwachtten en dat Paulus ze niet corrigeert. "Wij, die in leven zijn" betreft dus Paulus en zijn lezers in hun aardse leven.

    Alle andere uitleggingen zijn evident het resultaat van het toedekken van de inmiddels gebleken vergissing van Paulus.

    Overigens worden Paulus en de zijnen al in het Nieuwe Testament gecorrigeerd, zoals hierboven in de discussie al is gebleken. Dat betekent dat de Bijbel zelf een vrijbrief geeft om het niet met Paulus eens te zijn op dit punt. :) Je zou die gespannen toekomstverwachting kunnen uitleggen als een tijdgebonden fenomeen, net zoals je in de Bijbel wel meer achterhaalde voorstellingen vindt. De functie van die gespannen verwachting is dat het om iets van zeer grote urgentie gaat. En dat laatste is nog altijd het geval.

  2. Er is geen sprake van een drie-eenheid, maar van een eensluidend getuigenis (zo reeds Calvijn).

    in 1 Joh. 5:6 is het water en het bloed de doop en de dood waar Jezus doorheen moest, en waarvan de Geest getuigt. Er zijn drie getuigen in het heden: de Geest dus, en het water (= de doop) en het bloed (= het avondmaal). Het is mogelijk te zeggen dat de Geest het getuigenis van doop en avondmaal mogelijk maakt. Het getuigenis luidt dat Jezus vlees is geworden en dat God ons zo eeuwig leven heeft geschonken (zie 1 Joh. 5:11).

  3. brengt de Vader iedereen bij de Zoon?

    Zo ja, word dan iedereen gered, aangezien hij die gene allemaal op zal wekken op de laatste dag.

    Nee, de vader brengt niet iedereen bij de Zoon (vgl. Joh. 10:22vv).

    Tegelijk geldt dat de Vader wil dat iedereen in de Zoon gelooft (6:40).

    In die tijd was het in het jodendom niet ongewoon om zowel alles aan God toe te schrijven, als de mens verantwoordelijk stellen. (Zie bijvoorbeeld Josefus, Bellum 2.162-163: De farizeeën schrijven alles toe aan het Lot en aan God. Zij menen dat het voor het grootste deel aan de mensen zelf ligt of zij goed of slecht handelen, maar in alles speelt het Lot mee.)

  4. Volgens mij is het niet de meest respectvolle manier om een tekst te begrijpen om die als losse tekst te behandelen en dan met allerlei andere losse teksten ertegenaan te gaan smijten. Een tekst dient begrepen te worden in de context. Een tekst bevat bovendien geen complete dogmatiek.

    Johannes 3:13 lees ik zonder de woorden "die in de hemel is." Naast het hierboven al genoemde argument dat de kortere lezing de waarschijnlijkere is, past deze toevoeging helemaal niet bij de theologie van Johannes, want in Johannes is de Mensenzoon juist uit de hemel neergedaald en is dus even niet meer in de hemel. "Die in de hemel is" lijkt mij ontstaan te zijn als een toevoeging in de marge van een kopiist, die bij deze lastige tekst wilde verduidelijken dat de Mensenzoon weer opgestegen is, en dus in de hemel is.

    Het lijkt mij ook geen goede oplossing om vers 13 (gedeeltelijk) te zien als de vertellerstekst van Johannes. Daar is te weinig aanwijzing voor en het is enigszins gewrongen (zeker als je dus de kortere versie kiest van vers 13 zoals ik doe).

    Hoe gaat de redenering van dit gedeelte nu? Volgens mij als volgt: Jezus zegt dat hij getuigt van hemels zaken, maar dat men hem niet gelooft.

    "11 Waarachtig, ik verzeker u: wij spreken over wat we weten en we getuigen van wat we gezien hebben, maar jullie accepteren ons getuigenis niet. 12 Wanneer jullie me niet geloven als ik over aardse dingen spreek, hoe zouden jullie me dan geloven als ik over hemelse dingen spreek?"

    De strekking van de volgende argumentatie is dat niemand ooit opgestegen is naar de hemel om over de hemelse zaken te kunnen getuigen. Alleen de Mensenzoon, die uit de hemel is gekomen, kan dat.

×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

We hebben cookies op je apparaat geplaatst om de werking van deze website te verbeteren. Je kunt je cookie-instellingen aanpassen. Anders nemen we aan dat je akkoord gaat. Lees ook onze Gebruiksvoorwaarden en Privacybeleid