Spring naar bijdragen

Hertje

Members
  • Aantal bijdragen

    10
  • Geregistreerd

  • Laatst bezocht

    Nooit

Berichten geplaatst door Hertje

  1. tja, ik vroeg me ook niet zozeer af of het zou gebeuren.. meer of het mogelijk was. ik lag na te denk over maria.. het is zo fasinerend.. dat je zonder gemeenschap zwanger kan raken. ergens is het ook logisch.. God heeft tenslotte alles gemaakt. maar toch...

  2. Maria werdt zwanger van de Heilige Geest, toch?

    als God toen een vrouw zwanger kon maken... kan Hij dat nog steeds, toch? als je het aan God vraagt... of Hij je wil bevruchten.. maar dan zonder man.. is dat dan mogelijk? want bij God is toch alles mogelijk?

    hoe denken jullie daar over?

  3. Wat een fantastisch forum! zoveel getuigenissen =o erg indrukwekkend! ik heb daarom besloten mijn getuigenis ook maar hier te delen... het is nogal een verhaal... excuses daarvoor!

    Ik denk dat vele van jullie mij niet zullen kennen, ik zal me daarom eerst even voorstellen. Mijn naam is Michelle, ik ben 17 jaar oud en mijn ouders komen in de kerk van de Nazarener hoekse waard. Zelf ben ik geen lid van een kerk. Ik ben recentelijk tot geloof gekomen.

    ik wil jullie graag vertellen over mijn dwalen van en het hervinden van het geloof, vandaar dus mijn getuigenis.

    Als kind ben ik christelijk opgevoed. Dat wil zeggen, we moesten iedere week me naar de kerk, daar 2 uur lang ons mond houden, koffie drinken en weer naar huis. Meer was het geloof niet voor mij, meer werd er ook niet van gemaakt. Op mijn 12e begon ik het vervelend te vinden. De mensen in de kerk waren in mijn ogen niet erg aardig, en de dienst was lang en saai. Ik wilde niet meer mee, en iedere zondagochtend was het ruzie. Toen ik 14 werd was ik het zat. Ik weigerde ‘christen’ te zijn. Ik wilde niet meer naar de kerk gaan, mijzelf een goed mens noemen, maar teglijkertijd ruzie maken en schelden. Hoe konden mijn ouders zichzelf goede christenen noemen als ze dat normaal vonden? Het christelijk geloof was voor mij niet meer dan een illusie. Iets wat mensen bedachten om alles was ze deden goed te praten.

    In die periode ontmoette ik Marcus. Een jongen die er precies zo over dacht. Een jongen die ik later mijn beste vriend zou noemen. We hadden discussies over het geloof en we wisten allebei dat God er was, maar we vonden de christenen maar niets. Ik begon te dwalen, op zoek naar andere geloven. Interessantre dingen, leukere dingen, dingen die wel zouden werken. Ik bezocht kerken, ontmoette mensen. Zowel christenen als anti-christenen. Marcus zei me keer op keer dat ik dom bezig was, maar ik was nogal eigenwijs, en raakte geinteresseerd in wicca. Een godsdienst die beloofde alles te geven wat je maar wenste. Nu, dat was interessant. Een jonge priesteres ontving me met open armen, en ik voelde me welkom en gewaardeerd. In tegenstelling tot in de kerk. Ze vertelde me een hoop, en ik nam alles voor de waarheid aan. ze vertelde over de god en de godin over het begin en het einde de zon en de maan en alle kracht die van het uitging. Ondertussen plukte ze kruiden en leerde mij hun naam, werking en toepassing. Binnen een aantal maanden, wist ik al hoe ik kleine kwalen kon behandelen en genezen. En het meest wonderlijke. Het werkte.

    Natuurlijk werkte het, het was niets dan slecht. In het begin ging het prima, de kruidenverzameling groeide en ik leerde alles toepassen, mensen kwamen naar me toe wanneer ze zich slecht voelde, met vraag om ‘medicijnen’ ik had overal een remedie voor, van griep tot hartklachten. Alhoewel ik de laatste niet durfde te behandelen. Ik had ergens nog wel enig gevoel voor redelijkheid. Op dat moment werd een vriendin van mij ziek, en ik wist dat er rituelen bestonden om genezing af te dwingen. Proberen kon altijd, toch? Ik verzamelde, met wat hulp van mijn satanistische vrienden, alles wat ik nodig had. Kaarsen, voorwerpen, een tweesnijdende dolk. Ten slotte stelde ik een spreuk op, en riep de goden aan. Zo moeilijk kon het niet zijn. Zo moeilijk was het ook niet. In het begin.

    Het deed wat ik gehoopt had. Het meisje werd beter. En mijn intresse was gewekt. Nieuwe experimentjes met rituelen namen toe in aantal en hevigheid. Alles ging per ritueel, en alles ging volgens plan.

    Ondertussen werd ik steeds depressiever. Evenals Marcus. Hij bleef aan me trekken, me smeken te bidden, terug te keren naar God. Maar ik was koppig en werd kwaad wanneer hij het over Jezus had. De priesteres vond het tijd worden dat ik me ging mengen in de ‘groep’ iets wat te verglijken is met een kerk voor christenen. Het enige verschil, je moet ingewijd worden. je word gebonden door bloed, daarna is er geen weg meer terug. Tenminste, dat is wat ze beweren.

    Marcus werd ondertussen een steeds belangrijker deel van mijn leven. Ik begon hem te zien als mijn beste vriend, later zelfs als een soort broer. Toen werd hij ziek. Erg ziek. Met de ziekte kwam ook depressie, zowel in zijn leven als in dat van mij. We wilden niet meer, en de dood kwam steeds vaker ter sprake. Evenals onze wens om uit het leven te stappen. Het enige wat ons nog tegenhield was angst. Angst om alleen te zijn, angst voor het onbekende. De dag kwam waarop het echt niet meer ging. We waren op, en hadden nergens meer plezier in. De gesprekken die we hadden waren onze enige houvast. En we besloten, we zouden gaan, samen. Hij had een geweer, ik kon kogels regelen. Hij zou het doen. Nooit eerder heb ik zoveel van iemand gehouden. Maar dat is voor de meeste mensen moeilijk voor te stellen. hij zou mij vermoorden, uit liefde. hij zou mij geven wat ik het liefste wilde, met het risico zijn eigen ziel te vervloeken. dat was een daad van pure liefde. zeker toen...

    Het plan was er, nu nog een datum. We stelden het nog even uit, zodat we er goed over na konden denken, en eventueel afscheid konden nemen. Achteraf ben ik daar onwijs dankbaar voor. In die dagen speelde het lot een ironisch spelletje. ‘ons’ geweer werd gestolen, door mijn wicca priesteres. En ze maakte er een einde aan. we waren er kapot van, maar deden geen moeite om een ander geweer te zoeken, en lieten het rusten.

    Ik had me vaak voorgesteld hoe het zou zijn als iemand dood zou gaan, in alle gevallen zag ik mijzelf huilen, schreeuwen, ziek worden of ten minste half dood gaan. Vreemd genoeg gebeurd er helemaal niets. Je voelt het niet eens. Ik herinner me nog die ene nacht, hij zou sterven. Hij wist het, ik wist het. En het zou niet door zijn ziekte komen, maar ik had er vrede mee. ik hield van hem. ik wilde dat hij gelukkig zou zijn.

    De dagen na zijn dood vielen mij zwaar, heel zwaar. Maar voor het eerst sinds tijden voelde ik God’s aanwezigheid. Ik besloot te bidden en vroeg om steun en kracht. Ik ben daarna maandenlang gedragen, niet beseffend wat er gebeurd was. Overal overheen zwevend samen met God. Ik kon dit aan, ik kon het verwerken. Maar ik kon het niet alleen. Ik besefte dat ik een heel verkeerde weg was ingeslagen, dat de hekserij niet minder duivels was dan openlijk satanisme.

    Ik verkoos God boven de duivel. Dát ging echter niet vanzelf… het heeft me vele slapeloze nachten bezorgd, vechtend tegen het kwaad, in de naam van Jezus. Samen met Hem ging ik de strijd aan, en zwoor ten eerste mijn rituelen, symbolen en kruiden af. Daarna ook mijn muziek en films, en tenslotte moest mijn niet christelijke partner er aan geloven. Samen met Jezus kon ik alles aan. Maar ik bleef in de greep van wicca. Het had macht over mij, ik kon er niet meer uit komen. En ik wist het. De priesteres had me immers verteld dat ik een punt was genaderd, waarvan er geen terugkeren was. En ik had het gepasseerd.

    Ik had destijds een vriendin, ze was christelijk en stond erg sterk in haar geloof. We waren een soort buurmeisjes en daardoor vlak bij, toen ik op een nacht vrij ernstig werd aangevallen. Spullen veranderden van plaats en ik zag en hoorde dingen die er niet konden zijn. Angst overviel me en ik begon te smeken om hulp. Voor ik besefte wat er gebeurde voelde in haar handen om mijn schouders sluiten en haar stem in mijn oor fluisteren. “In Jezus’ naam verdwijn, je hebt geen enkele macht meer over michelle, alles wat niet van God is, maak dat je wegkomt en kom nooit meer terug. Duivelse macht, ik wijs je terecht in de naam van Jezus Christus, die voor de mensen is gestorven en opgestaan uit de dood. Je hebt geen enkele macht of autoriteit, verlaat dit lichaam in Jezus’ naam†en zo nog wel meer, ik wist niet of ik het beangstigend moest vinden, of juist niet. Mijn benen begonnen te trillen, te zwak om erop te staan liet ik me op de grond vallen. Mathildes stem doorklonk in mijn hoofd, zwarte vlekken dansten voor mijn ogen. Mijn lichaam schokte en beefde, ik had geen enkele controle meer over mijn spieren. Ik hoorde mijzelf grommen en schreeuwen, later hard huilen. Benauwdheid overviel me en alles dreigde zwart te worden. het enige wat me nog verbond met de buitenwereld was haar stem. Ver weg en onecht. Ik verloor alle gevoel van tijd en ruimte, en begon pas weer te beseffen wat er gebeurde toen de ochtend naderde. Mijn zicht kwam terug, en haar stem, nog altijd fluisterend werd helderder en dichterbij. Mijn spieren hielden op met schokken, en het trillen werd minder. Langzaam werd ik rustig, en voelde me leeg en zweverig. Het was weg.. of tenminste voor een groot deel.

    Later heeft Michel mij verder bevrijd, me verlost occulte van banden met voorouders. Ik ben nu Christen, en heb besloten tot de doop om zo een nieuw leven te beginnen met God.

×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

We hebben cookies op je apparaat geplaatst om de werking van deze website te verbeteren. Je kunt je cookie-instellingen aanpassen. Anders nemen we aan dat je akkoord gaat. Lees ook onze Gebruiksvoorwaarden en Privacybeleid