Michiel 14 Geplaatst 1 maart 2010 Rapport Share Geplaatst 1 maart 2010 ‘Predik tegen haar, want haar boosheid is opgestegen voor Mijn aangezicht.’ Zo’n 2800 jaar geleden kreeg de profeet Jona van God deze opdracht om naar Ninevé te gaan, om tegen haar te prediken vanwege haar boosheid (Jona 1:2). Het zijn woorden, die ook vandaag gesproken kunnen worden en wellicht ook moeten worden. Jona werd door God geroepen naar Ninevé te gaan, de hoofdstad van Assyrië. Het was op dat moment Israels meest gevreesde vijand. Moreel was dat rijk door en door slecht. Stel je voor dat God je roept om naar je meest gevreesde vijanden te gaan, naar degenen die in jouw ogen de grootste zondaren zijn, en dat je hun Gods oordeel moet aankondigen. Laten we maar niet te snel met de vinger naar deze profeet wijzen, die vluchtte voor Gods opdracht. Wat zouden wij gedaan hebben? Ja, wat doen wij nu? Jona sloeg op de vlucht voor God. Waarom eigenlijk? Hij zal bang geweest zijn voor de reactie van de Ninevieten. Wie weet, zouden ze hem oppakken. Het kon hem zijn leven wel kosten. Dat zal meegespeeld hebben, maar de echte reden vinden we in hoofdstuk 4. Daar zegt Jona, nadat de mensen in Nineve zich verootmoedigden en berouw hadden over hun zonden, waarop God afzag van het oordeel: ‘Daarom heb ik het willen voorkomen door naar Tarsis te vluchten, want ik wist, dat Gij een genadig en barmhartig God zijt, lankmoedig, groot van goedertierenheid en berouw hebbend over het kwaad’. Jona was bang geweest dat hij af zou gaan. Dat God het oordeel niet zou voltrekken en dat de mensen zouden zeggen: ‘Jona roept maar wat, het gebeurt toch niet…’ Het zou zijn prestige niet ten goede komen. Anno 2010 Zit ik er ver naast wanneer ik stel dat wij middenin Ninevé leven? Zeker, er zijn nog rechtvaardigen, en – ik geloof - meer dan destijds in Ninevé. Maar roepen ook hier de zonden niet tot God in de hemel? Je hoeft maar een poosje naar de tv te kijken, of het internet op te gaan. Kijk om je heen. Zonden op seksueel en materieel gebied. Denk eens aan de echtscheidingen, ook onder christenen, terwijl het huwelijk voor de Here heilig is. Hij haat de echtscheiding (Maleachi 2:16). En vraagt u zich wel eens af hoe God zal toornen over abortus, het bewust doden van leven, misschien wel het grootste kwaad in onze tijd? Ook de kritische houding tegenover Israel staat haaks op Gods oproep om Israel en het Joodse volk te zegenen. En hoe staat het ervoor in ons eigen leven? Moeten ook wij wellicht beschaamd het hoofd buigen? Hoe is de situatie in onze kerk, onze gemeente? De onderlinge verdeeldheid is volkomen in strijd met het gebed van de Here Jezus om eenheid onder degenen die in Hem geloven (Johannes 17). Houden we nog vast aan de HELE Bijbel, van het eerste tot het laatste woord, als het absoluut betrouwbare en gezaghebbende Woord van de levende God? Of worden er misschien leringen verkondigd die de toets van het Woord van God niet kunnen doorstaan? 1 Johannes 4:1 roept ons op alle geesten te toetsen aan Gods Woord. Doen we dat? Wanneer bij voorbeeld wordt verkondigd dat in Gods gemeente geen ziekte voorkomt, is dat een dwaalleer. En wie de mensen materiële voorspoed belooft als ze geloven en maar grote giften overmaken, is een valse prediker. En wel heel gemakkelijk worden al jaren grote opwekkingen en doorbraken van Gods Koninkrijk op aarde aangekondigd – ook in Nederland en West-Europa - door mensen die zich profeten noemen, terwijl de vervulling uitblijft… Wees hier voorzichtig mee. Dat iemand zich profeet noemt, wil nog niet zeggen dat diegene ook werkelijk een profeet is… Sommigen hebben het steeds maar weer over gebedslegers die de overwinning gaan behalen. Zij lijken uitsluitend oog te hebben voor de satan en de demonen en verliezen uit het oog dat de mens die zondigt daarvoor door God verantwoordelijk gehouden zal worden. Ook zij wijken af van de waarheid. Aangekondigd Terug naar de opdracht van Jona. Het oordeel dat Jona aankondigde tegen Ninevé, wordt ons ook aangekondigd. De valse profeten zeggen: ‘Leef maar rustig door, het is vrede, vrede en geen gevaar. God zal ons Zijn zegen geven en grote geestelijke doorbraken zijn al zichtbaar aan de horizon.’ De Bijbel kondigt Gods oordelen aan als we doorleven in onze zonden. Maar nooit - en ik zeg dit met grote nadruk – mag de aankondiging van Gods oordelen ons laatste woord zijn. Je komt ze wel tegen, zogenaamde profeten die altijd maar weer alleen de oordelen aankondigen. Overstromingen, hongersnoden, verwoestingen en ga zo maar door. In die zin zat ook Jona fout. Dat blijkt wel uit zijn al geciteerde reactie in Jona 4:2. Jona had dolgraag gezien dat God Ninevé totaal had verwoest, inclusief al haar inwoners. En zelf zou hij natuurlijk de oordelen ontlopen zijn. God zou hem gespaard hebben. Allerlei ‘hedendaagse’ profeten kondigen – soms al jarenlang - de oordelen aan, maar – zo stellen zij vaak – de gelovigen zullen de dans ontspringen. Ik las het onlangs nog in een recent boek van een bekende voorganger: ‘Het goud en het zilver van de zondaars zal God geven aan de gelovigen’. Ja, ja, ga dat maar eens verkondigen in Noord-Korea, of in Saoedi-Arabië. En zeker, God zal voor de Zijnen zorgen als de tijden moeilijker gaan worden. Op Hem kunnen we aan. Te veel christenen laten zich van alles wijsmaken, omdat ze de Bijbel onvoldoende kennen. Lees de Bijbel, neem tijd om samen met de Here te zijn, laat je leiden door de Heilige Geest. De aanzegging van Gods oordeel over onze zonden moet altijd gepaard gaan met de oproep tot bekering, tot verootmoediging. God is rechtvaardig, jazeker. En eenmaal is Zijn maat vol. Maar tegelijk is Hij vol van genade en barmhartigheid. Ook al geloof ik dat Zijn wederkomst dichtbij is, die vooraf gegaan zal worden door de laatste grote en verschrikkelijke oordelen die over de aarde zullen gaan, weten wij niet hoe laat het exact op Gods klok is. Wie teveel gericht is op het oordeel en te weinig op de genade, wijkt af van de waarheid. Wederkomst De Here wil niet dat sommigen verloren gaan, maar dat allen tot bekering komen, zegt 2 Petrus 3:9 met grote nadruk. Daarom heeft de wederkomst nog niet plaatsgevonden. Die boodschap moet vandaag met kracht worden gebracht. Zolang de Here Jezus nog niet is teruggekomen, mag nooit de aanzegging van de oordelen ons laatste woord zijn. Omdat we weten dat God genadig en barmhartig is, lankmoedig en groot van goedertierenheid en berouw hebbend over het kwaad (Jona 4:2). ‘Toen God zag wat zij deden, hoe zij zich bekeerden van hun boze weg, berouwde het God over het kwaad dat Hij gedreigd had hun te zullen aandoen, en Hij deed het niet’ (Jona 3:10). Ruim honderd jaar later kwam het oordeel alsnog over Ninevé. Ten tijde van Jona hadden de Ninevieten zich van het kwaad afgekeerd en was de Here hun genadig geweest. Maar het ging weer mis met Ninevé. Lees het boek Nahum er maar op na. Vele jaren had de Here de Ninevieten nog de kans gegeven, maar ze kozen toch weer voor het kwaad, voor de zonden. En opnieuw riep het kwaad van de stad tot God in de hemel. In Nahum lezen we niet dat het volk zich nogmaals bekeerde. Nu komt het oordeel definitief over de stad, die wordt veroverd en verwoest (Nahum 3:7). Deze geschiedenis bepaalt ons ook bij de ernst van de huidige situatie, anno 2010. Nederland bevindt zich in een grote crisis: politiek, moreel en economisch. Juist nu is het belangrijk te bidden voor de huidige politieke situatie. We hebben een grote verantwoordelijkheid om bij de komende verkiezingen onze stem uit te brengen voor Gods aangezicht. Speciaal gebed wil ik u vragen voor allen die in hun politieke werk de Here willen dienen en zich willen laten leiden door Hem en door Zijn Woord. En laten we ons volk dringend oproepen tot bekering, tot terugkeer naar God. Verzwijg daarbij Gods oordelen niet, die zullen komen als we ons niet bekeren. En laat Gods volk zich verootmoedigen en hun zonden en de zonden van land en volk belijden en de Here smeken ons genadig te zijn. Opdat nog velen tot geloof in Hem zullen komen en gered zullen worden. God verlangt ernaar ons genadig te zijn (Jesaja 30:18). Bron: Dirk van Genderen Link naar bericht Deel via andere websites
Aanbevolen berichten