Spring naar bijdragen

In welk boek ben je nu bezig? [2]


Aanbevolen berichten

  • Antwoorden 447
  • Created
  • Laatste antwoord

Top Posters In This Topic

  • 1 month later...

Fin de siecle van Seldon Edwards is uit. Kent iemand dit? Ik vond het een erg slim in elkaar gezette roman.

Hadrianus VIII van Frederick Rolfe alias baron Corvo is ook uit. Wat een heerlijke depressie en toch humoristische roman. yes.gif

Nu bezig in een begeleidend schrijven bij de Pénsees van Pascal:

link

Link naar bericht
Deel via andere websites

Quote:

The Christmas Mystery - Jostein Gaarder

Een sprookje, echt mooi en lief
smile.gif
gekregen op onze trouwdag.

Is de Nederlandse titel 'Het Mysterie'? Ik heb iig een boek dat zo heet in mijn kast staan, van Jostein Gaarder, en dat is ook een kerstverhaal.

Het is jaren mijn lievelingsverhaal geweest, ik heb er op de basisschool nog een boekverslag over geschreven. smile.gif

Link naar bericht
Deel via andere websites

Groepswerk als uitdaging - Jan Remmerswaal (bijna uit)

Schiffbruch mit Tiger - Yann Martell (bijna blz. 300)

selbstbverständlich Katholisch! - Bischof Walter Mixa (hoofdstuk 4)

Evangelie - Johannes (hoofdstuk 1 gelezen)

Der einarmige Pianist - Oliver Sacks (ergens na blz. 60)

Hoezo; mannen kunnen maar één ding tegelijk?!

Link naar bericht
Deel via andere websites

Ik vond het niet zo'n leuk grapje, een 'beetje' flauw knipoog_dicht.gif. Niet dat ik er boos om werd ofzo.

Ik vind het geen vreselijk boek, best mooi eigenlijk. Een boek hoeft van mij niet de beste literatuur te zijn om te kunnen raken, prestige maakt mij niet zoveel uit. Ikv ind het altijd wel jammer om te zien dat als je Goethe of Mann zegt iedereen je lijkt te bejubelen, maar als je een keer een iets minder hoogstaand boek leest waar het onderwerp dichtbij je interesses ligt het weer afgedaan wordt als geschikt voor vrouwen van 45 + en ik me meteen toch een soort van beledig voel omdat er dan zo flauw mee omgegaan wordt.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Quote:

Ik vond het niet zo'n leuk grapje, een 'beetje' flauw
knipoog_dicht.gif
. Niet dat ik er boos om werd ofzo.

Ik vind het geen vreselijk boek, best mooi eigenlijk. Een boek hoeft van mij niet de beste literatuur te zijn om te kunnen raken, prestige maakt mij niet zoveel uit. Ikv ind het altijd wel jammer om te zien dat als je Goethe of Mann zegt iedereen je lijkt te bejubelen, maar als je een keer een iets minder hoogstaand boek leest waar het onderwerp dichtbij je interesses ligt het weer afgedaan wordt als geschikt voor vrouwen van 45 + en ik me meteen toch een soort van beledig voel omdat er dan zo flauw mee omgegaan wordt.

Ok, ik zal een ontboezeming doen, ik lees nog geregeld de Donald Duck en nog erger; ik heb ook het één en ander aan 'vullis van Mullis' gelezen. flower.gif


Samengevoegd:

Oh! En zelfs Geert Mak!

Link naar bericht
Deel via andere websites

Quote:

Komt een vrouw bij de dokter..

Heb ik net voor de tweede keer uit... Blijft een heerlijk boek om te lezen. Zo eentje waar je in begint en pas als je em uithebt kom je erachter dat je misschien toch ook nog even had moeten gaan slapen knipoog_dicht.gif

Link naar bericht
Deel via andere websites
  • 2 weeks later...

Uit het boek 'Eindelijk thuis' van Henri Nouwen over het schilderij 'De terugkeer van de verloren zoon' van Rembrandt. Ik vind dit zó mooi. big-smile.gif

DE JONGSTE ZOON GAAT WEG

De jongste van hen zei tot zijn vader: 'Vader, geef mij het deel van ons vermogen, dat mij toekomt.' En hij verdeelde het bezit onder hen. En weinige dagen later maakte de jongste zoon alles te gelde en ging op reis naar een ver land.

Een radicale verwerping

De volledige titel van Rembrandts schilderij is, zoals gezegd, De terugkeer van de verloren zoon. Het woord 'terugkeer' impliceert een vertrek. Terugkeren is thuiskomen nadat je eerst het huis verlaten hebt; terugkomen nadat je eerst bent weggegaan. De vader die zijn zoon thuis verwelkomt, is blij omdat zijn zoon 'dood was maar weer levend geworden is; verloren was maar weer teruggevonden is'. Achter de enorme vreugde waarmee hij de verloren zoon welkom heet, gaat echter het enorme verdriet schuil dat eraan voorafging. De achtergrond van het terugvinden is het verliezen. Onder de dekmantel van de terugkeer ligt het vertrek. Terwijl ik kijk naar deze liefdevolle en vreugdevolle terugkeer, moet ik de moed opbrengen om tastend op zoek te gaan naar het verdriet dat eraan voorafging. Alleen als ik eerlijk onder ogen durf te zien wat het betekent om je thuis te verlaten, kan ik volledig begrijpen wat het betekent naar huis terug te keren. Het zachte oker van het onderkleed van de zoon harmonieert prachtig met het rood in de mantel van de vader. Maar de waarheid is dat de zoon in lompen is gekleed; een tastbaar teken van de grote ellende waarin hij terechtkwam. Het lijkt zo mooi; een gebroken mens die vol erbarmen wordt omhelsd, maar de enige schoonheid die onze gebrokenheid heeft, is de schoonheid van de erbarming die haar omsluit.

Om een dieper inzicht te krijgen in het mysterie van het mededogen moet ik onbevooroordeeld kijken naar de werkelijkheid die het oproept. Feit is dat de zoon vertrok, lang voor hij omkeert en teruggaat. Hij zei tot zijn vader: 'Geef mij mijn deel van de erfenis.' Daarna vertrok hij met al zijn bezit. De evangelist Lucas vertelt het verhaal zo nuchter en eenvoudig, dat je bijna ontgaat hoe ongehoord het is, wat hier gebeurt. Wat deze zoon doet is grievend, beledigend en volkomen in tegenspraak met alles wat in die tijd fatsoenlijk en respectabel heette. Kenneth Bailey laat in zijn indringende interpretatie van het Lucasverhaal zien, dat de manier waarop de zoon vertrekt, neerkomt op het dood wensen van zijn vader.

Bailey schrijft: 'Gedurende meer dan vijftien jaar heb ik van Marokko tot India en van Turkije tot Soedan mensen van alle rangen en standen ondervraagd over wat het betekent als een zoon zijn erfdeel opeist terwijl zijn vader nog leeft. Het antwoord was altijd, heel nadrukkelijk, hetzelfde. Het gesprek verliep als volgt: Heeft iemand in uw dorp ooit zo'n verzoek gedaan? Nooit! Zou iemand ooit zo'n verzoek kunnen doen? Onmogelijk! Als iemand het ooit zou doen, wat zou er dan gebeuren? Zijn vader zou hem natuurlijk slaan! Waarom? Het verzoek betekent dat hij de dood van zijn vader wil.'2 Bailey legt uit dat de zoon niet alleen om de verdeling van de erfenis vraagt, maar ook om het recht om over zijn deel te kunnen beschikken. 'Nadat de vader schriftelijk afstand van zijn bezittingen heeft gedaan ten gunste van zijn zoon, heeft hij nog altijd het recht om van de opbrengst ervan te leven... zolang hij leeft. Maar

hier krijgt de jongste zoon de beschikking, zeer waarschijnlijk omdat hij daar uitdrukkelijk om heeft gevraagd, over iets waarop hij pas recht heeft na de dood van zijn vader. In feite zegt hij onomwonden: "Vader, ik kan niet wachten tot je dood bent" .' Het vertrek van de zoon is dus veel kwetsender dan de lezer op het eerste gezicht zou denken. Het is een hardvochtige verwerping van het vaderhuis waarin de zoon was geboren en opgegroeid; een breuk met alle mooie tradities van de gemeenschap waartoe hij behoorde. Wanneer Lucas schrijft 'en hij vertrok naar een ver land', houdt dat veel meer in dan het verlangen van een jongeman om wat van de wereld te zien. Hij maakt hier duidelijk dat de zoon zichzelf op drastische wijze afsnijdt van de manier van leven, denken en handelen, die als een heilige erfenis van generatie op generatie was overgeleverd. Zijn vertrek getuigt niet alleen van een stuitend gebrek aan respect, maar is in feite verraad aan alle waarden en normen van de familie en de gemeenschap. Het 'verre land' is de wereld, waar alles wat thuis als heilig wordt beschouwd, geminacht wordt.

Deze commentaar is belangrijk voor mij, niet alleen omdat hij me helpt de gelijkenis in haar historische context te begrijpen, maar ook en vooral omdat ik zo gedwongen word om in de jongste zoon mijzelf te herkennen. Aanvankelijk kon ik in mijn eigen levensreis maar moeilijk iets van een dergelijke provocerende opstandigheid ontdekken. Het was verre van mij om de waarden die mij door vorige generaties werden aangereikt, te verwerpen. Maar als ik eerlijk ben, dan had ik zo mijn subtiele manieren om het verre land te verkiezen boven het huis waarin ik was opgegroeid. Ik leek meer op de jongste zoon dan ik wel had gedacht of gewild.

Let wel, ik heb het hier over een geestelijk 'van huis weggaan'.

Nergens in het evangelie komt het grenzeloze van Gods erbarmende liefde zo sterk tot uitdrukking als in de gelijkenis van de verloren zoon. Wanneer ik mijn eigen leven in het licht van die liefde plaats, word ik mij er pijnlijk van bewust dat ook ik uit huis ben weggegaan, op mijn manier dan wel te verstaan.

Rembrandts schilderij van de vader die zijn zoon verwelkomt, verraadt weinig uiterlijke beweging. Zijn ets van de verloren zoon uit 1636 is daarentegen vol actie: de vader snelt naar de zoon toe en de zoon werpt zich op zijn knieën aan de voeten van de vader. Het schilderij in de Hermitage is ongeveer dertig jaar ouder en kenmerkt zich door een haast absolute stilte. Het aanraken van de zoon door de vader is als een eeuwigdurende zegen; het rusten van de zoon tegen de borst van de vader is als een eeuwigdurende vrede. Christian Tümpel schrijft: 'Het ogenblik van ontvangen en vergeven in de stilte van zijn compositie kent geen einde. De beweging van de vader en de zoon spreekt van iets dat niet voorbijgaat, maar eeuwig duurt.'Jakob Rosenberg vat deze visie prachtig samen: 'De eenheid van de vader en de zoon is aan de buitenkant bijna bewegingloos, maar van binnen is alles in beweging... Het verhaal laat zich niet in met de menselijke liefde van een aardse vader... Wat hier wordt bedoeld en uitgebeeld, is de goddelijke liefde en de goddelijke barmhartigheid, met hun vermogen dood tot leven te herscheppen'.

Doof voor de stem van de liefde

Zo bezien betekent het verlaten van het vaderhuis meer dan een historische gebeurtenis, gebonden aan een bepaalde tijd en plaats.

Het is een ontkenning van de geestelijke werkelijkheid dat ik met elke vezel van mijn bestaan aan God toebehoor; dat God mij veilig vasthoudt in een eeuwige omhelzing; dat mijn naam in Gods handpalm is gegrift; dat ik veilig ben in de schaduw van de Allerhoogste. Het huis verlaten, dat is de waarheid loochenen dat God 'mij in het verborgene heeft gemaakt, mij in de diepten van de aarde heeft gewrocht, mij in de schoot van mijn moeder geweven heeft'. Het huis verlaten, dat is doen alsof ik nog geen echt thuis heb en ver weg op zoek moet gaan om er een te vinden.

Thuis, dat is het centrum van mijn wezen, waar ik de stem kan horen die zegt: 'Jij bent mijn liefste zoon, in wie Ik mijn welbehagen heb.' Dat is dezelfde stem die de eerste Adam tot leven riep; dezelfde stem die tot Jezus, de tweede Adam, sprak; dezelfde stem die spreekt tot alle kinderen van God, die hun de vrijheid schenkt om te leven in een duistere wereld en toch in het licht te blijven. Ik ken die stem. Hij heeft in het verleden tot mij gesproken en spreekt ook nu tot mij. Het is de nooit onderbroken stem van de liefde, die spreekt over de eeuwigheid, die leven schenkt. Wanneer ik die stem hoor, weet ik dat ik thuis ben bij God en niets te vrezen heb.

Als de geliefde zoon van mijn hemelse Vader kan ik dan zeggen:

'Zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis, ik vrees geen kwaad.' Als de geliefde zoon kan ik 'zieken genezen, doden opwekken, melaatsen rein maken, demonen uitdrijven'. Omdat ik alles 'om niet gekregen heb', moet ik alles ook 'om niet geven'. Als de geliefde zoon hoef ik niet bang te zijn om te worden afgewezen, hoef ik niet zo nodig door andere mensen te worden bevestigd, hoef ik voor geen enkele confrontatie uit de weg te gaan en kan ik troosten, waarschuwen en bemoedigen. Als de geliefde zoon kan ik vervolging ondergaan zonder wraak te koesteren en lof ontvangen zonder daarin een bewijs van mijn eigen goedheid te zien. Als de geliefde zoon kan ik gemarteld en gedood worden zonder er ooit aan te twijfelen dat de liefde die mij geschonken wordt, sterker is dan de dood. Als de geliefde zoon ben ik vrij om te leven, vrij om mijn leven te delen, vrij om te sterven.

Jezus heeft mij duidelijk gemaakt dat dezelfde stem die Hij bij de Jordaan en op de berg Tabor heeft gehoord, ook door mij kan worden gehoord. Hij heeft mij duidelijk gemaakt dat ik, net als Hij, mijn thuis bij de Vader heb. Als Hij bij zijn Vader voorbede doet voor zijn leerlingen, dan zegt hij: 'Zij zijn niet van de wereld, evenals Ik niet van de wereld ben. Heilig hen (zonder hen af) in de waarheid... Zoals Gij Mij in de wereld hebt gezonden, zo heb Ik ook hen in de wereld gezonden. Heilig hen in uw waarheid; uw woord is de waarheid. En Ik heilig Mijzelf voor hen, opdat ook zij geheiligd mogen zijn in waarheid.'Deze woorden zeggen mij waar ik in feite woon, wat mijn echte thuis is. Geloven is radikaal vertrouwen, dat dat altijd mijn thuis is geweest en dat dat ook altijd mijn thuis zal zijn. De wat stijve handen van de vader rusten op de schouders van de verloren zoon en maken zo de eeuwige goddelijke zegen tastbaar: 'Jij bent mijn geliefde zoon, in wie Ik mijn welbehagen heb.' Maar telkens ging ik weg van huis. Ik ontvluchtte de zegenende handen en liep weg naar verafgelegen plaatsen; op zoek naar liefde! Dat is de grote tragedie van mijn leven en van het leven van zovelen die ik op mijn reis heb ontmoet. Op de een of andere manier ben ik doof geworden voor de stem die mij de geliefde zoon noemt en heb ik de enige plek verlaten waar ik die stem kan horen.

Ik ben weggegaan, in de hoop elders te vinden wat ik thuis niet langer vinden kon.

Als ik dat zo zeg, dan klinkt dat heel ongeloofwaardig. Waarom zou ik de plek verlaten, waar alles wat een mens horen moet, ook gehoord kan worden? Hoe meer ik over deze vraag nadenk, hoe meer ik mij realiseer dat de ware stem van de liefde een heel zachte en vriendelijke stem is, die alleen in het verborgene van mijn hart tot mij spreekt. Het is geen luidruchtige stem, die zich aan mij opdringt en aandacht opeist. Het is de zachte, trillende stem van een bijna blinde vader, die veel tranen vergoten heeft en duizend keer gestorven is. Die stem kan ik alleen maar horen wanneer ik door Gods handen aangeraakt wil worden.

De aanraking van Gods zegenende handen voelen en de stem horen die mij de geliefde zoon noemt, is eigenlijk een en hetzelfde.

Dat werd de profeet Elia duidelijk. Elia stond op de berg om God te ontmoeten. Eerst kwam er een zeer zware storm, maar God was niet in de storm. Na de storm kwam er een aardbeving, maar ook in de aardbeving was God niet. Op de aardbeving volgde vuur. Maar ook in het vuur was God niet. Toen, na het vuur, kwam er iets heel teers, in sommige vertalingen 'het suizen van een zachte bries' genoemd, in andere een 'klein stemgeluid'. Zodra Elia dit voelde, bedekte hij zijn gelaat, want hij wist dat God dichtbij was gekomen.

In Gods tederheid werd de stem aanraking en werd de aanraking stem. Maar er zijn heel wat andere stemmen, luide stemmen, stemmen vol beloften, verleidelijke stemmen. Die stemmen zeggen: 'Verlaat je huis en laat zien wat je waard bent.' Direct nadat Jezus de stem had gehoord die Hem de geliefde zoon had genoemd, werd hij naar de woestijn gedreven om daar die andere stemmen te horen.

Zij vertelden hem dat hij succesvol, populair en machtig kon worden, als Hij liet zien dat Hij de roem en de liefde van anderen waard was. Deze stemmen zijn mij niet onbekend. Ze zijn er altijd en altijd dringen ze door tot die plaats diep in mij waar ik vragen stel over mijn eigen goedheid en waar ik twijfel aan mijn eigen waarde. Zij wekken de suggestie, dat ik pas zal worden bemind als ik dat door veel inspanningen en door hard te werken heb verdiend. Telkens wanneer ik twijfel aan de stem die mij de geliefde zoon noemt, telkens wanneer ik gehoor geef aan de stemmen die mij allerlei manieren voorhouden om de liefde, waarnaar ik zo hevig verlang, te verdienen, te winnen, verlaat ik mijn huis.

Vanaf mijn prilste jeugd hoor ik deze stemmen al. Ze hebben mij nooit verlaten. Zij hebben mij toegesproken via mijn ouders, mijn vrienden, mijn leraren, mijn collega's, maar vooral via de massamedia die zich voortdurend in mijn leven mengen. Je moet beter zijn dan je vriend! Welke cijfers heb je? Natuurlijk red je het als je je best doet op school! Ik verwacht zeker dat je het in je eentje wel zult redden! Welke relaties heb je? Weet je zeker dat je met deze mensen bevriend wilt zijn? Deze medailles bewijzen hoe goed je als speler was! Laat je zwakke kanten niet zien, mensen zullen er alleen maar misbruik van maken! Heb je wel de nodige voorzieningen getroffen voor de oude dag? Als je niet meer produktief bent, dan verliezen de mensen hun belangstelling voor jou! Als je dood bent, dan ben je ook helemaal dood!

Zolang ik maar in contact blijf met de stem die mij de geliefde zoon noemt, blijven al deze vragen en raadgevingen vrij onschuldig. Ouders, vrienden en leraren en de velen die zich via de media tot mij richten, hebben meestal de oprechtste bedoelingen. Hun waarschuwingen en adviezen zijn welgemeend. Maar in het beste geval zijn zij nog maar een beperkte, zwakke, menselijke uitdrukking van Gods onbeperkte liefde. Als ik te midden van al die geluiden om mij heen de stem van de eerste, onvoorwaardelijke liefde vergeet, dan kunnen deze onschuldige suggesties gemakkelijk mijn leven gaan beheersen en mij meenemen naar 'een ver land'. Het is niet moeilijk om na te gaan op welke momenten dit gebeurt. Als er sprake is van boosheid, wrok, jaloezie, wraakgevoelens, wellust, hebzucht, vijandschap en rivaliteit, dan zijn dat duidelijke tekenen dat ik mijn thuis verlaten heb. En dat komt maar al te vaak voor!

Als ik eerlijk ben en goed nadenk over wat er allemaal in mij omgaat, dan kom ik tot de onthutsende ontdekking, dat er maar weinig ogenblikken zijn waarop ik werkelijk vrij ben van deze duistere emoties, hartstochten en gevoelens. Voortdurend loop ik, meestal onbewust, in die oude valkuil en dan vraag ik mezelf verbaasd af waarom die ander mij kwetste, waarom die ander mij afwees, waarom die ander geen aandacht aan mij schonk. Zonder me te realiseren waarmee ik bezig ben, zit ik maar te tobben over andermans succes, mijn eigen eenzaamheid en de manier waarop de wereld misbruik van mij maakt. Ondanks mijn goede voornemens betrap ik er mezelf vaak op, dat ik aan het dagdromen ben over rijkdom, macht en roem. Het zijn maar gedachtenspelletjes, maar ze laten zien hoe breekbaar mijn geloof is dat ik werkelijk de geliefde zoon ben, een man naar Gods hart. Ik ben zo bang om niet bemind te worden, zo bang om bekritiseerd, genegeerd, over het hoofd gezien, veronachtzaamd, vervolgd en gedood te worden, dat ik voortdurend strategieën aan het ontwikkelen ben om mijzelf te verdedigen en mijzelf te verzekeren van die liefde die ik nodig heb en die me toekomt. Maar terwijl ik daarmee bezig ben, verwijder ik me steeds verder van het huis van mijn Vader en zet ik mijn zinnen op een 'ver land'.

Zoeken waar het niet gevonden kan worden

Hier is de vraag aan de orde: 'Waar hoor ik thuis? Bij God of in de wereld?' Veel van mijn dagelijkse bezigheden wekken de suggestie dat ik meer bij de wereld hoor dan bij God. Een kritische opmerking maakt me kwaad en als ik me ook maar even gepasseerd voet dan raak ik ontmoedigd. Als me lof wordt toegezwaaid, dan montert me dat meteen op en een beetje succes maakt me opgetogen. Er is maar weinig nodig om me op te beuren of neerslachtig te maken. Vaak lijk ik op een bootje op de oceaan, helemaal overgeleverd aan de willekeur van de golven. De tijd en de energie die ik besteed aan het bewaren van mijn evenwicht, zodat ik niet overboord sla en verdrink, maken duidelijk dat mijn leven in de eerste plaats een strijd is om te overleven. Mijn leven lijkt wel een heilige oorlog, gebaseerd op het vooroordeel dat de wereld mijn hele doen en laten bepaalt.

Zolang ik blijf rondlopen met de vraag: 'Houd je van me, houd je echt van me?', geef ik mij gewonnen aan de stemmen van de wereld en word ik hun slaaf. De wereld komt altijd weer met als op de proppen: 'Ja, ik houd van je als je goed opgevoed bent, een goede baan hebt en goede relaties. Ik houd van je als je veel produceert, veel verkoopt en veel koopt.' Achter de liefde van de wereld gaat altijd wel een of ander als schuil. Deze voorwaarden maken van mij een hopeloos geval, want wat ik probeer, nooit zal ik volledig aan alle voorwaarden voldoen. De liefde van de wereld is een voorwaardelijke liefde en zal dat ook altijd blijven. Zolang ik mijn ware

identiteit zoek in de wereld van de voorwaardelijke liefde, blijf ik de slaaf van de wereld, gevangen in de cirkel van proberen en falen. De wereld bevestigt mij voortdurend in mijn verslaafdheid, want wat zij te bieden heeft, kan nooit de diepste hunkering van mijn hart bevredigen. 'Verslaving' is waarschijnlijk het beste woord om het gevoel van verloren zijn, dat in onze hedendaagse maatschappij zo vaak voorkomt, duidelijk te maken. Door onze verslaving klampen we ons vast aan dingen die we beschouwen als middelen tot zelfontplooiing: rijkdom en macht, status en aanzien, overvloedige consumptie, eten en drinken, seksueel genot, waarbij het eerder gaat om lust dan om liefde.

We verwachten van deze dingen dat zij onze diepste behoeften zullen bevredigen, maar dat kunnen ze nooit. Zolang we echter in deze waan leven, zijn we verslaafd en dolen we rond in 'het verre land', op zoek naar iets wat daar nooit te vinden zal zijn. Wij krijgen een eindeloze reeks teleurstellingen te verwerken en ons verlangen naar zelfontplooiing blijft onvervuld. In deze tijd, waarin het aantal verslavingen steeds toeneemt, zijn we ver afgedwaald van ons vaderhuis. Leven in een 'ver land', dat is leven als een slaaf van de dingen van de wereld, met altijd die innerlijke hunkering naar vrijheid.

Telkens wanneer ik de onvoorwaardelijke liefde zoek waar ze niet gevonden kan worden, ben ik de verloren zoon. Waarom ga ik de plaats van de echte liefde uit de weg? Waarom blijf ik die liefde hardnekkig elders zoeken? Waarom verlaat ik voortdurend mijn thuis, waar God de Vader mij zijn kind noemt, zijn geliefde zoon?

Ik sta er telkens weer versteld van dat ik de gaven die God mij gegeven heeft - mijn gezondheid, mijn intellectuele en emotionele gaven - niet ontplooi voor zijn glorie, maar voortdurend gebruik om mensen te imponeren, om bevestigd en geprezen te worden, om te wedijveren voor beloningen. Ja, vaak neem ik ze mee naar een 'ver' land, waar ik ze ter beschikking stel van een wereld die ze uitbuit en de echte waarde ervan niet kent. Het lijkt er bijna op, alsof ik mijzelf en de wereld wil bewijzen dat ik Gods liefde niet nodig heb, dat ik mijzelf wel weet te redden, dat ik volledig baas in eigen leven kan zijn. Daarachter gaat de grote rebellie schuil: 'Ik wilde dat je dood was.' Het 'nee' van de verloren zoon is een echo van Adams opstandige verwerping van de God wiens liefde ons leven geschapen heeft en bewaart. Het is de rebellie waardoor ik buiten het paradijs kom te staan, buiten het bereik van de levensboom. Het is de rebellie die mij ertoe aanzet mijn leven te verkwisten in een 'ver' land.

Wanneer ik nu opnieuw Rembrandts uitbeelding van de terugkeer van de jongste zoon bekijk, zie ik dat het gebeuren veel grootser is dan een louter erbarmend gebaar van een vader ten opzichte van zijn eigenzinnige zoon. Wat ik hier zie gebeuren is dat er een einde komt aan de grote rebellie en dat is werkelijk groots. De rebellie van Adam en al zijn nakomelingen wordt vergeven. De zegen van het eeuwige leven, die eens over Adam werd uitgesproken, wordt hier herhaald. Ik heb de indruk dat deze vaderhanden altijd al uitgestrekt zijn geweest, ook toen de zoon nog ver weg was en er geen schouders waren waarop zij konden rusten. God heeft zijn armen nooit teruggetrokken, zijn zegen nooit onthouden, zijn mededogen nooit afgekeerd van zijn kind, zijn geliefde. Maar de Vader kon zijn kind niet dwingen thuis te blijven. Hij kon zijn geliefde zoon zijn liefde niet opdringen. Hij moest hem in vrijheid laten gaan, ook al voelde Hij de pijn die dat bij zijn zoon en bij Hemzelf zou veroorzaken. Juist deze liefde verhinderde dat Hij zijn zoon het koste wat het wil thuis zou houden. Juist deze liefde maakte het zijn zoon mogelijk zijn eigen leven te zoeken, te verliezen en terug te vinden.

Hier wordt het mysterie van mijn leven onthuld. Ik word zo intens bemind dat mij de vrijheid wordt gegund mijn thuis te verlaten. De zegen van het begin blijft over mij uitgesproken, ook als ik mijn thuis verlaat en telkens opnieuw verlaat. De Vader ziet altijd naar mij uit, wacht mij op, met uitgestrekte armen, om mij te ontvangen, en als ik kom, fluistert Hij me opnieuw in het oor:

'Jij bent mijn geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb.'

Link naar bericht
Deel via andere websites

Yo, dat is nog eens een citaat. Qua lengte dan, ik heb het niet gelezen. Ik heb het boek wel gelezen, toen ik nog geloofde en vond het inderdaad ook een indrukwekkend en troostend boek.

Ben nu, helemaal niet origineel, bezig in "a short history of everything van Bill Bryson". Zo'n boekje dat je nachtrust flink uitstelt als je het voor het slapen gaan nog pakt - leest als een trein. Al gaat het meer over wetenschappers, dan over wetenschappelijke bevindingen, wat ik dacht toen ik het kocht.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Quote:

Ben nu, helemaal niet origineel, bezig in "a short history of everything van Bill Bryson". Zo'n boekje dat je nachtrust flink uitstelt als je het voor het slapen gaan nog pakt - leest als een trein. Al gaat het meer over wetenschappers, dan over wetenschappelijke bevindingen, wat ik dacht toen ik het kocht.

Het is A Short History Of Nearly Everything, geschreven door Bill Bryson inderdaad. knipoog_dicht.gif En het is absoluut een fascinerend boek! Ik heb een erg mooie uitvoering: groot, met harde kaft en schitterende platen. smile.gif

Link naar bericht
Deel via andere websites

×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

We hebben cookies op je apparaat geplaatst om de werking van deze website te verbeteren. Je kunt je cookie-instellingen aanpassen. Anders nemen we aan dat je akkoord gaat. Lees ook onze Gebruiksvoorwaarden en Privacybeleid