Spring naar bijdragen

Chealder

Members
  • Aantal bijdragen

    955
  • Geregistreerd

  • Laatst bezocht

Berichten geplaatst door Chealder

  1. Is moord ooit gerechtvaardigd?

    Goede vraag, want er kunnen veel beweegredenen zijn waarom iemand een ander vermoordt.

    Als je het puur zwart-wit wegzet, nee, dan niet.

    Maar situaties zijn vaak niet zwart-wit. Ik weet nog dat de EO eens een fictieve situatie schetste: je loopt ergens alleen in de natuur en je komt een man tegen die al meerdere mensen heeft vermoordt en jou ook zal vermoorden. Echter heb je de kans hem te doden voordat hij jou doodt. Doe je dat?

    Dergelijke situaties zijn lastig, want het is vrijwel zeker dat als jij de man niet vermoordt hij na jou wellicht meerdere mensen zal vermoorden. Maar dan moet je wel iemand doden.

    Misschien heb ik nu niet echt antwoord gegeven op je vraag, maar dat wil en kan ik niet, dus hier laat ik het bij.

  2. Maar waar is de foto?
    Goede vraag. Ik dacht dat hij op de frontpage stond. :P

    Haha, nee, Ursa. :P

    Ik heb de foto er niet bij geplaatst of ernaar gelinkt omdat het in eerste instantie niet relevant is voor het statement wat ik wilde maken in dit blog.

    Maar voor wie interesse heeft: Klik.

  3. Even wat achtergrondinformatie over de foto: Deze komt niet uit de media, maar is van iemand die zelf besloot foto's van allerlei mensen op straat te maken (met hun goedkeuring natuurlijk) en hen vragen te stellen, vaak over een moment in hun leven om bij de foto te plaatsen (en voor hem vast ook om in gesprek mee te gaan).

  4. De man op de foto is in het zwart gekleed. Zijn hoofd is gladgeschoren op een flinke hanenkam na. Enkele tatoeages zijn zichtbaar op zijn mouwloze armen en hij kijkt langs de camera heen: Niet op een agressieve manier, maar wel alsof niemand hem iets kan deren.

    De tekst bij de foto geeft een fragment van zijn verhaal weer: Voor 8,5 jaar heeft hij in de gevangenis gezeten vanwege een poging tot moord. Hij vertelt ook waarom: Een volwassen man viel zijn toen twaalfjarige zusje lastig en daarom probeerde hij hem te doden. De reacties die ik toen las waren overweldigend. Van: ‘de verkeerde is naar de gevangenis gestuurd’ tot: ‘wat een goede broer!’
    Maar eigenlijk werd ik er vooral stil van, juist vanwege die reacties. Is dit de wereld waarin we leven?

    Men leest het verhaal van deze man en weegt twee zonden tegen elkaar af, waarbij de “minste†zonde gerechtvaardigd wordt. Men keurt een poging tot moord goed en wordt sommigen moedigen hem er zelfs in aan! Natuurlijk ben ik het (ook) niet eens met het gedrag van de oudere man, maar ik sta verbaasd hoe makkelijk men het handelen van de man op de foto rechtvaardigt!

    Zelf was ik niet bij de beschreven situatie en de enige informatie die ik er over heb is het kleine beetje wat bij de foto is geschreven. Daarnaast heb ik ook niet in de schoenen van de jongeman gestaan die zijn zusje wilde beschermen. Maar is het dan wel aan ons, al helemaal als we zo weinig informatie hebben, om de ene zonde te rechtvaardigen door een andere zonde sterker af te keuren?

    Gods zegen,
    Chealder

  5. Ik denk dat Robert Frans bedoelt dat je je identiteit niet laat beïnvloeden door andere mensen: Wat anderen van jou vinden doet niet af aan jouw waarde als mens. Dat is heel iets anders dan je niets aantrekken van anderen om je eigen gewin te zoeken, wat wél egocentrisch is.

    Je gedrag kun je wel laten beïnvloeden door de mensen om je heen om zo rekening met hen te houden. In die zin zou ik zeggen dat het je kan beïnvloeden. Maar het raakt niet je identiteit, wie je als mens bent.

    Is dat wat je bedoelt?

    Ik zou het jammer vinden als een gesprekswisseling al zo snel afgelopen zou zijn...

  6. Ik denk dat het ook een kwestie is van je eigen grenzen kennen. Als je je ervan bewust bent wanneer iemand over je grens heen gaat, kun je ook een bewuste keuze maken of je het toe laat of niet.

    Soms kan ruzie ook veel duidelijkheid geven over jezelf en de ander. Hoe reageer jij en de ander in zo'n situatie? Hoe kun je in het vervolg in eenzelfde situatie handelen?

    Daarbij geef je door het ruzie maken je emotie ook erkenning en ruimte zodat het niet blijft woekeren.

  7. Wie heeft de wedstrijd Brazilië tegen Nederland gezien afgelopen zaterdag?

    Ik heb gekeken en ik vond dat de scheidsrechter wel wat beter had mogen fluiten. Dat vond Arjen Robben kennelijk ook, want hij heeft zich af en toe flink boos gemaakt. Als er dan een overtreding komt tegen Robben waarbij er niet gefloten werd en er eigenlijk (volgens de commentator in elk geval) een penalty had moeten komen, ligt Robben op zijn rug in het gras te lachen van ongeloof. Hij weet dat hij het niet meer hoeft te proberen om de discussie aan te gaan.

    Ik ga er vanuit dat de commentator gelijk had over de penalty (ik heb niet de beste voetbalkennis). De scheidsrechter heeft Robben dan onrechtvaardig behandeld. Soms wordt ons ook onrecht aangedaan, hoe groot of klein het is. Wat doen we dan? Maken we ons boos? Laten we het over ons heen komen en voegen we ons ernaar?
    Ik merk dat veel christenen vaak voor de laatste optie kiezen. Het is toch immers christelijk om de lieve vrede te bewaren?
    Is dat werkelijk zo?

    We nemen een concreet voorbeeld wat bij iedereen ongetwijfeld wel eens voorkomt: Je maakt een afspraak met iemand, maar de ander komt deze niet na. Hoe groot of klein de gevolgen daarvan ook zijn, in mijn ogen dient een afspraak gewoon nagekomen te worden, of op z’n minst heroverlegd te worden als het niet haalbaar is. Punt.
    Wat is jouw reactie in zo'n situatie?

    Vaak liet ik de gevolgen maar over me heen komen en stond ik de rommel op te ruimen. Een huisgenoot zou bijvoorbeeld de afwas doen en heeft dit niet gedaan. Ik bewaar de lieve vrede en doe het zelf. Immers ben ik toch degene die zich er aan stoort?
    Maar naarmate het vaker voorkomt (en ik er niets van zeg) groeit de irritatie stukje bij beetje.

    Er komt eens een moment dat je het zat bent dat een afspraak niet nagekomen wordt. Dan besluit je er toch maar eens wat van te zeggen. Maar daar zit dan al die opgebouwde irritatie van de afgelopen tijd! En... Boem! Als één explosie komt die eruit als je met de ander in gesprek bent. Je zegt dingen die je niet wil zeggen en waarvan je achteraf spijt hebt. Is dat de lieve vrede bewaren?

    De laatste tijd probeer ik het steeds vaker uit te spreken als iets me irriteert: Mijn huisgenoot zou afwassen, maar deze staat nog op de aanrecht. Ik klop op haar deur en vraag of ze het wil doen. Haar reactie: ‘Oh sorry, goed dat je het zegt! Ik was het vergeten!’ Resultaat: Huisgenoot doet die dag de afwas, mijn irritatie bouwt niet op en de lieve vrede is bewaard.
    Dan denk ik bij mezelf: Was het nou zo erg om het even te zeggen? Nee, eigenlijk niet.

    Wat als je het wél vaak zegt, maar er geen resultaat is?
    Daar zie ik het weer voor me: Robben ligt lachend van ongeloof in het gras. Hij heeft al meerdere keren met de scheidsrechter gesproken maar het baat niet en laat het nu over zich heen komen. In plaats van het iedere keer er wat van te zeggen en heisa te maken, bewaart hij de lieve vrede.

    Onze identiteit in God is géén vrijbrief om anderen over ons heen te laten lopen, zoals het soms wel voor doet komen. We mogen ons best boos maken over dergelijk onrecht en er op een respectvolle manier wat van zeggen. Pas als het niet baat en je merkt dat iemand toch niet wil luisteren, wat voor een nut heeft het om dan iedere keer opnieuw heisa te blijven maken?

    Gods zegen,
    Chealder

  8. ‘…Gaaaaap…! … Ohja, stille tijd!’

    Het is al avond, bijna tijd om te slapen. Ik ga zitten en leg mijn Bijbel naast me. “Heere God…†begin ik mijn gebed. Ik vertel God alles wat er in me opkomt. Over hoe mijn dag was, mijn zorgen, mijn vrienden of familie… Over van alles. Dan ben ik uitgepraat en uitgebeden.
    Tijd voor de Bijbel. Ik pak ‘m op en sla ‘m open. Hardop lees ik een passage, want dan blijft het me beter bij. Zodra ik klaar ben lees ik het geheel in stilte nog eens door. En daarna nog een keer. Geluidloos spreek ik de woorden nog eens uit. Ik word er rustig van, dat wel, maar echt begrijpen doe ik ze niet. Ik sla mijn Bijbel dicht en ga mijn bed in om te slapen. Zo. Ik heb mijn stille tijd gehouden.

    Zo ging ongeveer een jaar lang mijn stille tijd. Misschien krijg je de indruk dat ik het alleen maar uit gewoonte deed of dat het alleen routine was. Dat is niet waar. Ik hield deze gewoonte, deze routine vol uit liefde. Meestal vond ik het heel fijn om stille tijd te houden. Stille tijd die eigenlijk niet heel stil was, want ik praatte aldoor tegen God.

    Een poosje geleden heb ik mij een weekje teruggetrokken en een retraite gehouden. Daar hielden ze drie keer op een dag een gebed: ’s ochtends, ’s middags en ’s avonds.
    Het eerste wat we deden in zo’n gebed was ons hart openen voor God. In de stilte.
    We zongen wat liederen en lazen wat uit de Bijbel, die we daarna overdachten. In de stilte.
    Op het einde was er gelegenheid om je persoonlijke gebed bij God neer te leggen. In de stilte.

    Stilte is confronterend. Stilte brengt gedachten als draaikolken en wervelwinden in je hoofd. Stilte kan emoties ophalen uit de diepte. Maar in de stilte kan God spreken omdat Hij er dan de ruimte voor krijgt. Eindelijk kon God mij vertellen waar ik al lang naar op zoek was: Wie ik werkelijk in Hem ben.
    Ik kon dichter bij God komen, bij Hem komen zitten en even tot rust komen. In de stilte kon ik écht bij God zijn.

    Persoonlijk gebed, zegen uitspreken, lezen uit de Bijbel, God aanbidden door zang, het is niet onbelangrijk. Ik denk dat het een vreugde is voor God als je het voor Hem doet. Maar ik denk dat het ook een vreugde voor Hem is om Hem de ruimte te geven te spreken. Want toen ging ik de Bijbel ook wat beter begrijpen, toen ik leerde ik hoe kostbaar een zegen is, toen ontdekte ik wat liederen werkelijk kunnen betekenen.

    Het belangrijkste is nog altijd om gewoon bij God te zijn.

    Gods zegen,
    Chealder

  9. We weten wat zaaien en oogsten is (blog van maart), we hebben het over akkers gehad en wat over het Hemelse Koninkrijk tonen in je daden (blog van april). Hoog tijd om het over taal en spraakverwarringen te hebben!

    Als ik voor een paar maanden naar Frankrijk ga en ik wil kunnen communiceren met de mensen daar dan is het handig als ik Frans spreek. Nu is mijn Frans zeer beperkt en kan ik wel goed Engels of Nederlands tegen ze praten, maar als zij die talen niet spreken, dan houdt het op. We zullen elkaar niet begrijpen.
    Mensen die allemaal dezelfde moedertaal hebben kunnen ook communicatieproblemen krijgen, al is de kans wat kleiner. In het noorden van Nederland klinkt het Nederlands heel anders dan in het zuiden. Ieder mens heeft zijn of haar eigen taal. Wil je mensen iets vertellen, bijvoorbeeld waarom je een bepaalde overtuiging hebt, zul je de taal die je gebruikt wat af moeten stemmen op wat de ander kan begrijpen.

    Ik heb een overtuiging. Ik geloof in God en dat Hij Zich over ons ontfermt. Deze overtuiging heeft mij veel verder geholpen in mijn leven, ik ben blij dat ik me een aantal jaren geleden heb bekeerd. Hierdoor ben ik enthousiast geworden om anderen erover te vertellen. De grote vraag is dan, hoe doe ik dit? Ik heb geen pasklaar antwoord op deze vraag, omdat elke situatie en elk mens anders is. Ik wil echter wel delen wat ik erover heb ontdekt. (En ik hoor ook graag van anderen wat zij hebben ontdekt!)

    Als je een overtuiging wilt delen met iemand, zul je, zoals eerder genoemd, je taal moeten afstemmen op die van de ander. Daarvoor moet je eerst weten welke taal iemand spreekt. Een atheïst spreekt bijvoorbeeld een andere taal dan iemand die veel met new age bezig is. Verdiep je in de ander, stel vragen en luister naar de antwoorden. Ga eens mee naar de moskee als een vriend van je praktiserend moslim is.
    Let wel dat als je vragen stelt of ergens mee naartoe gaat, je dit in eerste instantie doet uit oprechte interesse, niet om iemand je eigen overtuigingen bij te brengen! Ik denk dat het voor jezelf ook hele goede ervaringen kunnen zijn en weer nieuwe dingen kunt leren als je open staat voor andermans overtuigingen en belevingswereld.

    Als je anderen van je overtuigingen wilt vertellen, zul je zelf eerst moeten weten wat jouw  overtuigingen nou precies zijn. Vragen die je kunnen helpen zijn:
    Wie is God voor jou? Hoe zou je Hem omschrijven?
    Waarom geloof je? Waarom ben je overtuigd christen?
    Wat betekent voor jou het christen-zijn? Hoe uit je dit?
    Wat betekenen de woorden en daden van Jezus voor jou?
    Wat betekent voor jou het Hemelse Koninkrijk waar Jezus van spreekt?
    Probeer de vragen voor jezelf te beantwoorden en probeer hier duidelijk in te zijn. Schrijf ze eventueel op en laat ze door anderen lezen. Ik ben daarin het liefst kort maar krachtig. Geef persoonlijke antwoorden, niet omdat ze christelijk correct zijn. Als je God als ‘Vader’ zou omschrijven is daar niets mis mee als dit ook echt voor jou is, maar geef het niet als antwoord omdat binnen het christendom het beeld van God als Vader veel voorkomt. Een omschrijving van God die mij het meest aanspreekt is ‘Ontfermer’.

    Zodra je weet waar je zelf staat en wat tot de verbeelding van de ander spreekt kun je proberen je overtuiging aan de ander uit te leggen, mits hij of zij daar wel open voor staat. Ik laat mensen zelf liever met vragen komen. Zo heb ik een tijdje een ketting met een kruisje gedragen waar mensen wel eens naar vroegen. Een keer had ik op een fiets van mij een Bijbeltekst geschilderd (Spreuken 3:3) en die fiets gebruikte ik als stationsfiets van en naar mijn stageadres. Iemand vroeg mij een keer wat voor een tekst er op mijn fiets stond.
    Maar ook door niet alles gelijk in mijn antwoorden weg te geven kijk ik ook of mensen echt geïnteresseerd zijn om te luisteren. Als men niet wil luisteren heeft het voor mij ook weinig zin ergens over te vertellen. Daarnaast probeer ik wedervragen te stellen om mensen zelf na te laten denken.

    In de gesprekken die soms groeien stem ik mijn woordgebruik af op de ander. Iedereen heeft wel een bepaalde associatie met het woord ‘God’. Deze associaties zijn in veel gevallen negatief en komen voort uit ooit in aanraking te zijn geweest met het christendom, wat niet bevallen was. Met name bij atheïsten vermijd ik zo veel mogelijk het woord ‘God’. Als je totaal niet in een hogere macht gelooft kan ik me voorstellen dat dit een wat vage term is. In de gesprekken die ik wel eens met atheïsten heb gehad, heb ik vooral verteld over mijn persoonlijke ervaringen en wat er over Jezus is geschreven in de Bijbel.
    Zelf heb ik een achtergrond met new age. In die tijd geloofde ik in een hogere macht geloofde, een soort goddelijke kracht. Echter zag ik deze kracht niet als een Persoon waarmee je persoonlijk contact kon maken en ik noemde het liever ‘Bron’ of ‘Kosmos’ dan dat ik ‘God’ zou zeggen. Jezus zag ik enkel als een profeet en de Bijbel als een inspirerend boek. Aan de woorden van Jezus hechtte ik toen wel waarde, maar lang niet zo veel als ik nu als christen doe.
    Met een jood of moslim kun je weer andere gesprekken voeren. Net als christenen hebben zij een redelijk beeld van God en zien ze Hem als Iemand met wie je een persoonlijk contact aan kan gaan. Ikzelf vind het altijd heel interessant om naar hun persoonlijke ervaringen te vragen. Maar je kunt ook op een wat meer theologische manier met hen in gesprek gaan en bijvoorbeeld schriften naast elkaar leggen of elkaars schriften (deels) lezen. Met name in de Islam hebben de evangeliën enige waarde.

    In je taalgebruik is het mijn advies om zo veel mogelijk christelijke termen te gebruiken. Zo was ik eens bij een lezing met als onderwerp het Hemelse Koninkrijk. Toen iemand in mijn familie vroeg hoe het was geweest, die geen christen is, moest ik toch wel even nadenken over hoe ik het uit ging leggen. Christenen weten over het algemeen wel wat er bedoeld wordt met het Hemelse Koninkrijk, maar mensen met andere overtuigingen vaak niet!

    Zo zie je dat er dus verschillende manieren zijn van gesprekken. Maar het belangrijkste vind ik nog dat je gewoon menselijk bent en dat je eerlijk en open spreekt. Als je iets niet weet, wees daar niet bang voor. Wij christenen zijn ook gewoon mensen met onze vruchtbare en onze zondige kanten en hebben Gods genade nodig. Je kunt beter eerlijk zijn over de dingen die je niet weet of je onkunde dan dat je het probeert te verbloemen, al denken we soms God daar een plezier mee te kunnen doen. Je bent echter veel menselijker en oprechter als je gewoon eerlijk bent.

    Houd ook in gedachten dat je geen vrienden met iemand wordt om te evangeliseren. In eerste instantie wordt je vrienden met iemand om vrienden te zijn en elkaar te steunen. Als christen kun je echter wel altijd bidden voor een vriend, een zegen over de ander uitspreken en bidden om zelf een zegen te mogen zijn.

    Gods zegen!
    Chealder

  10. Bedankt voor alle reacties!

    Klopt, de ene zaait, de ander oogst! In mijn voorgaande blog had ik daar wat meer over geschreven. ;)

    @MysticNetherlands: Bij mij is het andersom. Toen ik me net had bekeerd vond ik het juist heel spannend. Toen ik echt net christen was had ik zelfs ontkend dat ik religieus was, al had ik dat later weer rechtgezet.

    Hoe ik er nu mee omga is dat ik er niet mee te koop loop, maar het niet verberg. Als mensen vragen wat ik in het weekend doe dan noem ik vaak ook 'ik ga naar de kerk' in het rijtje. Of als men vraagt wat ik naast mijn studie doe dan noem ik mijn studentenvereniging. Meeste mensen kennen die niet en dan zeg ik dat het een christelijke is. Dat geeft vaak wel mooie openingen.

    Ik vertel uit mezelf dus alleen als het ter sprake komt. Het liefst probeer ik de ander zo veel mogelijk te laten vragen. Als ze zelf immers een vraag stellen dan ligt het initiatief om iets te willen weten bij hen en dan staan ze vaak meer open voor wat je zegt dan wanneer je gewoon maar wat vertelt. Ook probeer ik vragen terug te stellen waar ze over na kunnen denken.

    Je kunt ook kijken naar je bezittingen. Zouden mensen daaraan kunnen zien of je christen bent? Ik heb bijvoorbeeld een tijd lang een ketting met een kruisje gedragen en soms riep dat ook vragen op bij mensen. Nu draag ik die ketting nauwelijks meer, want aan de andere kant als mensen alléén daaraan kunnen zien dat je christen bent dan wil ik dat ook niet.

    Wat mij ook eens een gesprek heeft opgeleverd is mijn fiets, die ik had overgespoten en met verf een Bijbeltekst op had geschreven, spreuken 3:3. Iemand vroeg mij toen eens wat voor een tekst dat op mijn fiets was.

    Tot slot waar ik christenen vaak de mist in zie gaan is taalgebruik. Je raakt na een tijdje zo gewend aan de woorden die christenen veel gebruiken, maar bij niet-christenen niet of nauwelijks bekend zijn. 'Hemelse Koninkrijk' zal een atheïst bijvoorbeeld niet zo veel zeggen. Maar hierover wil ik nog een volgend blog wijden. :)

  11. Hoe zaai ik nu eigenlijk? Dat was de vraag die in mij op kwam, na het plaatsen van mijn vorige blog. (Klik hier als je deze nog eens wilt lezen.) Nu, een poosje verder, wil ik met jullie delen wat ik over dit onderwerp ontdekt heb toen ik me er wat meer mee bezig ging houden.

    Wat bedoel ik nu eigenlijk met ‘zaaien’? Eigenlijk gebruik ik het gewoon als fancy woord voor ‘evangeliseren’, zoals ik het ook gewoon zou kunnen noemen. Maar omdat we daar allemaal veel te veel associaties mee hebben (zoals mensen die op straat staan en roepen: ‘Bekeert u!’) noem ik het ‘zaaien’. En ook omdat ik het wel fancy vind klinken. (Overigens is er niets mis met straatevangelisatie!)

    We hebben nu dus het zaad, het evangelie, maar waar zaaien we dan? Natuurlijk op een akker! Je zaait op de akker die God je gegeven heeft. Oftewel: Je zaait bij de mensen die God jou geeft. Dit kan een bepaalde doelgroep zijn waar je affiniteit mee hebt, maar ook gewoon de mensen in je omgeving. Kijk eens om je heen! Jezus kwam in eerste instantie ook voor de Joden (met hier en daar een uitzondering). Daarna is het evangelie over de hele wereld verspreid geraakt!

    Zaad en akker zijn nu bijeen, dan nu het zaaien zelf.
    Wat is nou dat zaaien? Het betekent investeren in mensen; inspanning en tijd steken in iets wat je niet direct ziet, zoals in mijn vorige stukje naar voren is gekomen. Zaaien kost je dus wat en het is vooral iets doen: Naar mensen toe gaan en hulp aanbieden waar nodig is.
    Zaaien is stilstaan waar anderen mensen voorbij lopen. Het is kijken en werkelijk zien, luisteren en werkelijk horen om zo te ontdekken wat iemand het meeste nodig heeft.
    Laten we dat even wat concreter maken. Hulp bieden aan mensen kan heel klein zijn (soms alleen al een glimlach!) of heel groot, net wat iemand nodig heeft. Kijk eens of je wat tijd vrij kan maken om te ontdekken wie jouw hulp nodig kunnen hebben en daar wat mee te doen. Mijn inziens is ook dat aanbidding. Stel je prioriteiten: hoe belangrijk is het als je ergens wat later komt als dat betekent dat je een mens in nood kan helpen?

    Een aantal weken geleden was ik bij een trainingsdag van Royal Mission die in mijn kerk gegeven werd en daar werd een mooi voorbeeld gegeven. Iemand vertelde dat hij op de snelweg reed en eigenlijk al laat was. Op de rechter rijbaan zag hij een auto stilstaan, twee mensen voorin, met de alarmlichten aan en twee huilende kinderen achter de vangrail in de berm. Hij vertelde dat hij wat chagrijnig was en laat voor een afspraak en dus reed hij door. Maar dat begon bij hem te knagen. Hij besloot om de eerstvolgende afslag te nemen en terug te rijden op een parallelweg (wat eigenlijk meer een fietspad was). Daar aangekomen ontfermde hij zich over de kinderen en vroeg wat er aan de hand was. De bestuurder van de auto bleek een beroerte te hebben gehad. Het begon te regenen, dus hij bood de kinderen zijn paraplu aan. De persoon in de bijrijderstoel zei dat de ambulance gebeld was, maar nog niet gekomen. Echter was het een hele lange weg en wist de bijrijder niet precies waar ze waren, maar hij (degene die te hulp kwam) wist dat wel en belde opnieuw. De hulpdiensten kwamen en namen het over. De kinderen waren hem zeer dankbaar voor zijn hulp. Het enige wat hij gedaan had was zijn paraplu afstaan, de hulpdiensten nogmaals inlichten en het belangrijkste nog: hij was er. Hij had tijd en moeite genomen om hulp te bieden.

    Zijn ervaring heeft mij geïnspireerd. Toen hem gevraagd werd waaróm hij in hemelsnaam de moeite nam om te stoppen zei hij slechts: ‘Ik help u omdat Iemand mij geholpen heeft.’ Door anderen te helpen kun je hen een stukje van het hemelse Koninkrijk laten zien. Dat is onder andere ook waar Jezus voor kwam: Om het hemelse Koninkrijk op aarde te openbaren.

    Nu heb ik een stukje geschreven waarvan je misschien denkt: ‘Wat mooi!’ Of: ‘Fijn dat het nog een keertje wordt besproken!’ Maar nu rest alleen nog het doen. Eerlijk gezegd denk ik bij mezelf: ‘Nu ik hier een stuk over geschreven heb, zou ik er ook eigenlijk meer mee moeten doen.’ Want ja, ook ik moet hierin eerlijk zijn: Het is makkelijker gezegd dan gedaan. We mogen hiermee doen wat God ons op het hart legt, hoe groot of klein het ook is.

    Als je leeft met de overtuiging dat iets goed is om te doen, zou je het dan niet doen, ook al kost het je wat? Gelukkig mogen we hierin ook elkaar aansporen en bemoedigen!

    Tot slot ga ik nu, heel cliché (maar misschien toch ook weer niet!), de tekst noemen waarin beschreven wordt dat Jezus Zijn discipelen de wereld in zendt. Ja die ene, op het einde van het Mattheüs evangelie. Die ken je vast wel en dan ga ik er natuurlijk bij zetten dat dat ook voor ons geldt, want ook dat is waar. Daar is het namelijk een cliché voor want die zijn altijd pijnlijk waar. Alleen ga ik dit dus allemaal niet doen, het is toch niet meer nodig. Indirect heb ik die Bijbeltekst al genoemd en mijn punt bij die tekst al gemaakt en weet je toch al wat ik bedoel.

    Gods zegen,
    Chealder

  12. Het is maart, het is bijna lente. Voor iedereen die van tuinieren houdt is het nu tijd om de tuin onder handen te nemen. Zelf houd ik ook wel van tuinieren en ga samen met een aantal anderen in mijn buurt een moestuin aanleggen in één van onze tuinen. Al heel wat planten hebben we eruit getrokken -allemaal onkruid- en de aarde woelen we om. Na al deze inspanning doen we de zaadjes in de grond en bedekken we ze weer met wat aarde. Tot slot besproeien we ze met wat water.

    Zo, de zaadjes zitten in de aarde. En nu?

    Daar sta ik dan, te kijken naar de pas gezaaide bloemen en planten. Maar de aarde is nog kaal, er is nog helemaal niets te zien! Is al onze inspanning dan voor niets geweest?!

    ‘Natuurlijk niet!’, denk je misschien. ‘Je moet alleen wat geduld hebben en de planten de tijd geven om te groeien! Logisch toch?!’
    Ja, eigenlijk is dat wel logisch. Mijn gezaaide planten komen niet in één keer op. Dat heeft tijd en aandacht nodig; het opkomende onkruid moet ik eruit trekken, ik moet opletten dat de planten genoeg water krijgen als het niet voldoende regent en als er dieren komen die de planten willen vernielen moet ik die op afstand weten te houden. Langzaamaan, stukje bij beetje, zullen de bloemen en planten dan groeien.

    …
    Zeg christen, als je dit zo goed weet, handel je er dan ook naar? Als jij je ergens inspant om te zaaien verwacht je dan gelijk een bloem? Als jij je ergens inspant om onkruid te wieden, water te geven of vogels weg te houden, draagt de plant dan al gelijk een vrucht?

    Misschien verhuis ik deze zomer, maar die moestuin blijft daar. Anderen zullen dan genieten van de groenten uit de tuin en de bloemen die daar zullen bloeien. Zelf zal ik dat niet zien. Is mijn werk in de moestuin dan ook voor niets geweest als ik het resultaat niet zal zien?

    Zegt u niet: Nog vier maanden, en dan komt de oogst? Zie, Ik zeg u: Sla uw ogen op en kijk naar de velden, want zij zijn al wit om te oogsten. En wie oogst, ontvangt loon en verzamelt vrucht voor het eeuwige leven, opdat zich samen verblijden zowel wie zaait als wie oogst.
    Want hierin is de spreuk waar: De één zaait, de ander oogst. Ik heb u uitgezonden om te oogsten waarvoor u zich niet hebt ingespannen; anderen hebben zich ingespannen en u hebt de vrucht van hun inspanning binnengehaald.
    (Johannes 4:35-38)

    Gods zegen,
    Chealder

  13. Ik weet dat ik in mijn blogpost vooral de nadelen van onze cultuur heb belicht en de mooie dingen ervan niet noem. Door het zo zwart-wit weg te zetten heb ik het idee dat mijn punt wat duidelijker over komt.

    Natuurlijk is niet alles in onze cultuur kommer en kwel. Integendeel, er zijn ook hele goede dingen. Toch zijn er ook genoeg punten die missen, die in andere culturen meer naar voren komen.

    Ik wil mensen hierover aan het denken zetten, niet vertellen hoe ze erover moeten denken.

  14. Veel dingen zijn toegestaan. Althans, in Nederland. Ieder mens heeft stemrecht, iedereen mag een eigen mening hebben –en laat die dan ook vaak stellig, luid en duidelijk horen. Velen zijn druk met een studie of baan waar ze voor hebben gekozen. Men kiest ervoor om een gezin te willen vormen. We spelen wat met de kinderen, gaan af en toe bij een vriendin op de koffie of met vrienden de kroeg in en we kiezen voor een leuke hobby of sport. Zo vullen we de tijd in ons leven en houden we onszelf steeds bezig. In onze westerse cultuur zijn er weinig keuzes die je niet kan maken.

    We hebben het goed, vinden de meesten hier en daar ben ik ook niet per definitie mee oneens. Maar soms denk ik aan andere culturen, in andere landen. Alle onenigheid in het Midden-Oosten heeft mij hier nog meer over aan het denken gezet. Dan vraag ik mij af of de landen die daar ingrijpen niet het liefst hun eigen (vaak westerse) cultuur in dat land zouden willen zien. Of alle ontwikkelingshulp die geleverd wordt aan derde wereld landen, zal hun cultuur daar wel behouden blijven? Misschien ben ik nu wat kort door de bocht, maar soms heb ik ook het idee dat onze westerse cultuur geïdealiseerd wordt.

    We hebben het allemaal zo goed, maar als de buurman even onze hulp nodig heeft zijn we ineens “niet thuisâ€. Als we een dakloze zien, lopen we er straal aan voorbij en de straatkrantverkoper kijken we ook niet aan. (En als we al eens een straatkrant kopen verdwijnt die thuis gelijk in de bak met oud papier. Want niemand leest die, toch?)

    We hebben het allemaal zo goed, maar allemaal hebben we geen tijd. Allemaal vragen we uit beleefdheid hoe het met iemand gaat, maar kan het ons geen donder schelen hoe het écht met iemand gaat. Wordt er aan jou gevraagd hoe het met je gaat dan antwoord je standaard  ‘goed’ en als het eigenlijk wat minder goed gaat dan antwoorden we ‘druk’. Want allemaal hebben we het druk en durf eens te antwoorden dat het niet goed gaat! Doorvragen over het waarom of hoezo is uit den boze (want we moeten snel weer verder met ons leven).

    We hebben het allemaal zo goed, maar we moeten wel presteren op ons werk waardoor er zo weinig tijd over blijft. Men raakt gestrest en een burn-out komt ook steeds meer bij mensen in de twintig voor. Ons gezinsleven vinden we allemaal zo leuk en fijn, maar toch hebben we buiten ons huwelijk nog een liefje nodig om wat extra behoeften te vervullen. Snapt de huwelijkspartner dat niet? Nou, dan gaan we toch uit elkaar in plaats van een gesprek  aan te gaan over wat er niet goed zit in het huwelijk!

    We hebben het allemaal zo goed, maar gaan we een discussie met iemand aan dan willen we vooral onze eigen mening geven! Aan open gesprekken waar je iets van verschillende kanten bekijkt wordt niet gedaan. Van mening veranderen is werkelijk uit den boze, dan ben je een slappeling! En leren van een ander uit zo’n gesprek? Natuurlijk niet, je weet het zelf allemaal toch zo goed?!

    Misschien zet ik het een beetje zwart-wit neer, maar is onze cultuur echt zo ideaal?
    Hebben wij in Nederland veel vrijheid, of hebben we juist veel verleidingen?

    Gods zegen,
    Chealder

  15. Ja, want vaak ga je dan te hard en als je te hard gaat, ga je vaak ook aan belangrijke dingen voorbij. Maar het hoeft niet altijd, je kan ook te veel dingen op je nemen. Bijvoorbeeld door geen 'nee' te zeggen. Als je het dan ook nog eens allemaal lekker zelf wil doen, zonder God erbij te betrekken, dan raken je handen al snel vol met de dingen om je heen. En dan kan je niet je handen gebruiken om Gods werk te doen.

  16. Je hebt het druk. Er zijn vrienden op bezoek en die wil je allemaal zo goed mogelijk bedienen. Tegelijkertijd denk je aan de klusjes die nog gedaan moeten worden: wat werk afmaken, schoonmaken, strijken, koken… Iemand komt plotseling de keuken binnen en van schrik laat je alles uit je handen vallen. Met een liefdevolle glimlach hurkt Hij neer om de scherven op te ruimen terwijl jij beteuterd ernaar kijkt.

    Soms moeten we dat gewoon maar eens laten gebeuren: alles uit je handen laten vallen. Veel dingen die je laat vallen zullen stuk vallen. Je kan het dan niet meer oppakken en opnieuw vasthouden, de scherven zullen dan gewoon maar bij elkaar geveegd moeten worden. Als je iets laat vallen wordt je vaak even stil gezet, al is het maar voor een momentje, en kijk je van een afstandje naar wat er is gebeurd. En wat misschien wel het belangrijkste is van alles uit je handen laten vallen: Je handen zullen nu leeg zijn.
    De volgende keer dat je iets laat vallen, doe dan eens een stapje terug. Bekijk het eens vanuit een breder perspectief. Observeer wat er gebeurt of is gebeurd in plaats van meteen verder te participeren. Ging je te hard? Ben je over je eigen grens heen gegaan? Waarschijnlijk wel, anders had je het niet uit je handen hoeven laten vallen. Dat betekent dus dat je het wat rustiger aan moet gaan doen. Soms wordt je daar bijna toe gedwongen. Maar als je de volgende keer op tijd een stapje terug doet, het even wat rustiger aan doet, dan voorkom je wellicht dat je wat laat vallen. Leg het regelmatig eens rustig neer, dan breek je ook niets.

    Eigenlijk is iets laten vallen ook een manier om iets neer te leggen. Hetgeen dat valt, ligt dan aan je voeten, aan Zijn voeten. En je handen zijn leeg, ze zijn eindelijk eens leeg!

    Gods zegen,
    Chealder

  17. Leuk, reacties! :)

    Bij het schrijven van dit blog heb ik ook steeds Johannes 14:6 in mijn achterhoofd gehouden ('Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij). Ik heb het altijd wel bijzonder gevonden dat Jezus niet zei dat Hij de Waarheid kent, maar dat Hij de Waarheid is.

    Wat mij betreft kan waarheid een geloof doen maken of breken. Stel dat Jezus niet bestaan zou hebben, dan haalt dat wat mij betreft het Christendom onderuit omdat het dan nergens op gefundeerd is. Het moreel van het Christendom, bijvoorbeeld betreft naastenliefde, zou ik dan wel heel mooi vinden, maar zou zijn oorsprong in dat geval niet bij Jezus Christus hebben.

    Ik denk dat waarheid inderdaad iets is wat werkelijk gebeurd is. Dat heeft dan niet of nauwelijks met interpretatie te maken. Of Jezus bestaan heeft of niet, doet niet af aan hoe ik dat interpreteer en of ik dat wel of niet geloof.

    Wat is de naam van God?

    Hoe kan je de ware discipelen herkennen?

    Wil God dat we van deur tot deur prediken?

    Bestaat er een hel?

    Komt er ooit een paradijs op aarde?

    Waarom laat God lijden toe?

    Tja, de exacte antwoorden heb ik daar natuurlijk ook niet op. In hoeverre is het belangrijk om dat te weten? Moeten wij, als mensen, de ware discipelen kunnen herkennen of is het niet genoeg als (alleen) God dat weet?

    En je vraag, moeten we van deur tot deur prediken? Jezus gaf wel de opdracht de wereld in te trekken, maar dat kan op vele manieren en vele plekken. Als je het fijn vindt om van deur tot deur te gaan kun je dat doen. Persoonlijk laat ik het liever zien door gewoon mijn (christelijke) zelf te zijn en open te staan voor vragen. Juist op deze manier kan ik tot hele leuke gesprekken komen en spreek je ook mensen die het werkelijk leuk vinden om te horen wat je wel of niet gelooft.

    Wat betreft je vraag over het lijden, ik heb hier een blog erover geschreven.

    Maar ehm... wil de je de waarheid weten zodat je niet meer hoeft te hopen en te geloven?

    of is dit een impertinente vraag?

    Nee hoor, mag je van mij best vragen. Het is altijd nog aan mij om er antwoord op te geven. ;)

    Ik heb ontdekt dat er genoeg dingen zijn die voor ons mensen niet te bevatten zijn. Vooral voor deze dingen heb je geloof nodig, immers Jezus deed geen of weinig wonderen op plekken waar mensen geen geloof hadden. Hoop is voor mij een heel mooi iets, het biedt een uitzicht. Ik zou dit nooit overboord willen gooien.

    Daarnaast zijn er echter wel dingen werkelijk gebeurd, of juist niet. Een religie als het Christendom is op een aantal van die feiten gebouwd. Immers als Jezus niet bestaan heeft, zie ik geen reden om christen te zijn. Ik ben er ook gewoon heel nieuwsgierig naar om te weten wat waar is en wat niet, ik vind het belangrijk, ik wil niet mijn kop in het zand steken.

    Stel dat ik over een tijdje voor God kom te staan en Hij stelt mij vragen. Als ik dan alleen maar 'weet ik niet' of 'het interesseerde me niet' zou kunnen antwoorden, zou ik dat zelf verschrikkelijk vinden.

    En stel dat er géén God is, een kans die ik zeer, zeer klein acht. Dan heb ik er in elk geval wel naar gestreefd om goed te leven en oog te hebben voor mijn medemens.

  18. Wat klopt er nou? Wat is nou waarheid? Vragen die bij mensen kunnen spelen in situaties of (levens)vragen. Want ja, wat is nou waarheid? Dat wil ik eigenlijk ook wel eens weten.

    Sommigen zeggen dat de waarheid relatief is. Ik heb (nog) nooit iemand gevraagd naar de argumenten achter deze uitspraak, maar tot dusver ben ik het er niet mee eens. Sowieso is die uitspraak al absoluut, maar kan dat wel als je van mening bent dat alles relatief is? Daarnaast geloof ik dat de waarheid absoluut en objectief is. Immers iets is, of iets is niet.  Om dat wat duidelijker te maken zal ik een voorbeeld geven: Jezus heeft bestaan, of niet, het kan niet allebei zo zijn. Echter onze visie op die waarheid en op die feiten, is natuurlijk wel subjectief. Voor een mens is het onmogelijk om iets niet te interpreteren. Desondanks zijn er nog wel die feiten: Iets is er, iets is gebeurd of gezegd, of niet. Hoe wij over die waarheid denken of wat we ervan geloven doet niet af aan of iets er wel of niet is geweest of gebeurd.

    Tegelijk realiseer ik me wel dat waarheid afhankelijk is van tijd. Als ik nu de uitspraak doe dat ik achter mijn computer dit blog zit te typen, dan klopt dat, dat is de waarheid. Maar op het moment dat jij dit blog leest, klopt het natuurlijk niet meer. Als ik gister deze uitspraak gistermiddag had gedaan, klopte het ook niet. Als ik de uitspraak in de verleden tijd zet, klopt het voor jou als lezer op het moment dat je dit blog leest wel, maar nu ik dit blog typ niet. De waarheid kan door de tijd heen dus een beetje veranderen, maar natuurlijk niet met terugwerkende kracht: Als iets in het verleden is gebeurd, kan dat natuurlijk niet opeens niet gebeurd zijn.
    Tevens kan waarheid ook afhankelijk zijn van de plaats. Als ik zeg dat mijn pen rechts ligt van mijn papier dan klopt dat mits ik aan een bepaalde kant van de tafel sta. Maar loop ik om de tafel heen en ga ik aan de andere kant staan, dan ligt vanuit mijn oogpunt de pen links van mijn papier. (Of dat het probleem op te lossen moet ik mijn uitspraak aanpassen en zeggen: Vanaf de plek waar ik sta ligt de pen rechts van het papier.)

    Ik geloof dat God boven de tijd staat. God is zowel het begin als het einde, Hij is. Daarnaast geloof ik dat God alomtegenwoordig is en dus niet afhankelijk van een plaats. Als God dan alomtegenwoordig is en boven de tijd staat, kunnen er voor Hem meerdere waarheden naast elkaar bestaan. Is dat dan niet tegenstrijdig, een dualisme? Naar mijn idee niet, want wij zijn mensen, geen God.

    Als de waarheid -in elk geval voor mensen- absoluut is, dan kan niet iedereen op de wereld gelijk hebben en dan kunnen ook niet alle religies waar zijn. Er is dan één religie die waar is, of alle (huidige) religies zijn allemaal onwaar. Misschien denk je nu: ‘dan zal ze nu wel zeggen dat het Christendom waar is.’ Verassing! Dat doe ik dus juist niet. Ik vind tot dusver wel de meeste redenen om aan te nemen dat het Christendom van alle (non)religies het dichts bij de waarheid ligt. Maar ik blijf door zoeken, want ik ben niet op zoek naar het Christendom, maar naar de waarheid, ongeacht waar deze ligt of wat deze is. En als de waarheid samengaat met een bepaalde religie -wat naar mijn idee best mogelijk is- dan ben ik bereid die religie aan te nemen.
    Zal ik ooit de waarheid in pacht hebben? Geen idee, ik vind dat hoogmoedig om te denken. Maar ik denk wel dat ik, zoals ieder mens, wel een deel van de waarheid ken.

    Gods zegen,
    Chealder

  19. Toen ik de Bijbelstudie over het lijden in elkaar zette, hanteerde ik de volgende definitie voor het lijden: Het ondergaan van pijn, smart en/of ellende. Lijden kan fysiek zijn of geestelijk/mentaal en is altijd subjectief.

    @MysticNetherlands: Misschien heb ik daar inderdaad wel een beetje te snel een conclusie weggezet. Ik vind het mij dan ook erg moeilijk voorstellen om niet in (een) God te geloven. Ik ben dan niet altijd christelijk geweest, maar ik heb wel altijd in een hogere macht geloofd.

    Er is veel leed waarvan ik niet kan beseffen hoe erg het is. Er zijn ook veel dingen die ik niet heb meegemaakt. Ik vraag me ook dikwijls af waarom de ene mens meer lijdt (of in elk geval meer lijkt te lijden aangezien het subjectief is) dan de andere. Overigens doet het (misschien wel) ergere lijden van andere mensen niet het lijden van een ander. Hoe je ermee omgaat is wel erg belangrijk.

    @Maria K.: Lijden zie ik als deel van deze wereld en wil/probeer het dus ook te accepteren bij het leven op deze wereld. Het zou nogal raar zijn te denken dat ik niet zou hoeven lijden en andere mensen (en zelfs Jezus!) wel. Waarom het er precies is weet ik niet, maar ik zie wel dat het er is. Het hoort dus kennelijk bij dit leven, maar je kan natuurlijk wel zo goed mogelijk proberen mensen die lijden bij te staan.

    @Lobke: Interessante link. De schrijver stelt de keuze tussen God de Almachtige en God de Barmhartige: Een dualisme, Grieks denken. Ik heb het boek niet gelezen en ik vind het ook erg naar wat die man is overkomen. Maar zou het toch niet allebei kunnen? God is nog zoveel meer dan alleen Almachtig en Barmhartig.

    Ik zie veel factoren van het lijden ook niet als een les of straf van God die Hij letterlijk op je legt, maar meer als een gevolg van je eigen keuzes en handelen die verkeerd uitpakken en waar je van kan leren. Maar sommige dingen, zoals bij deze man, overkomen je gewoon.

    Ik heb ook wel eens gehoord van mensen die situaties in hun leven hadden waar ze niet adequaat mee om konden gaan en daardoor lichamelijk ziek werden, soms zelfs kanker kregen. Hadden ze de situaties verwerkt, nam ook de ziekte weer af. Overigens geloof ik niet dat dat voor alle gevallen van ziekte zo is!

    Ik zie overigens net een typefout in mijn blog. -O- Die ga ik er maar even uithalen.

  20. @Michiel: Daarom vind ik het juist ook wel een interessant onderwerp, omdat het een moeilijker onderwerp is. Ik heb ook eens een Bijbelstudie in elkaar gezet over het lijden. En lijden herinnert ons er ook aan wat Christus voor ons heeft ondergaan en we mogen inderdaad uitzien naar Zijn komst.

    @MysticNetherlands: Dat 'waarom dan niet?' wat je aanhaalt gaat vooral over waarom iemand niet zou moeten lijden als God niet zou bestaan (of enige andere vorm van een hogere macht). In dat geval heb je namelijk niets om op te wijzen hoe het wel zou moeten zijn.

    De enige reden die ik dan zou kunnen bedenken voor het lijden is dat het voortkomt uit 'survival of the fittest'.

    Heb ik mij zo wat verduidelijkt?

  21. ‘Een mens lijdt nog het meest door het lijden dat hij vreest’, luidt een spreekwoord. Ik weet niet of dat zo is, het zou goed kunnen kloppen. Ik vond het in elk geval een mooie openingszin voor mijn blog.

    Lijden dus. Een groot onderwerp in deze wereld, want als we zelf niet lijden, zien we het wel om ons heen. Een onderwerp dat in elke religie, levensbeschouwing of geloofsvorm wel ergens terugkomt. Sommige mensen weigeren in (een goede) God te geloven vanwege het lijden in de wereld, sommigen vinden juist de meeste steun bij God als ze lijden.

    Ondanks het lijden ben ik ervan overtuigd dat God er is. Misschien wel juist door het lijden. Als God er niet zou zijn, zou het lijden geen enkele betekenis hebben, er zou geen enkele erkenning voor zijn.
    Alles wat ik tot noch toe over het lijden van andere mensen heb gehoord (zowel christen als niet-christen), gaat gepaard met een gevoel of idee dat mensen niet zouden moeten lijden. Maar als God er niet zou zijn, waarom dan niet? Dan zou dood, geweld en lijden toch gewoon bij deze wereld horen? Waar komt überhaupt het idee vandaan dat een mens niet zou moeten lijden? Als dit rare bolletje grond dat een beetje rond een vuurbal slingert het enige is wat er is, waar vergelijken wij dan mee?

    Lijden kan zeker een functie hebben. Je kan er ongelooflijk veel uit leren. Vaak zijn juist de periodes van het lijden periodes waar je het meeste leert, groeit en tot inzicht komt. Mensen zijn vrijwel nooit blij met de gebeurtenissen op zich, maar de lessen eruit zijn vaak onvervangbaar. Men realiseert zich vaak niet tijdens de periode van het lijden zelf, maar wel als erop teruggekeken wordt.
    Door mijn lijden heen heb ik op God leren vertrouwen. Hij heeft oude delen in mij weggehaald, mij afgebroken, en dat deed pijn. Maar voor elk stukje dat God afbreekt, geeft Hij er iets nieuws, iets beters voor terug. Hij breekt af om te kunnen herstellen. En Hij is erbij, Hij voorziet. Dat zie je ook bij de Israëlieten die door de woestijn trekken, waar God ze wil beproeven. (Deuteronomium 8.) Ik denk dat God best wist wat er in de Israëlieten omging, maar een beproeving kan ook vooral dienen om jou zelf inzicht te geven in wat er in je om gaat. Daar kun je van leren en geestelijk en persoonlijk van groeien.

    Er is lijden in de wereld. Daarom heb ik mij er de laatste tijd wat meer in verdiept en wat meer inzicht in gekregen. In sommige gevallen kan het dus zeker een functie hebben en als dat voor die gevallen zo is, waarom zou dat, vanuit Gods perspectief, dan niet voor alle andere gevallen ook kunnen zijn?
    En nee, ik heb dus ook geen exact antwoord waarom het lijden in de wereld is. Er zijn veel dingen die ik op dit vlak ook niet of nauwelijks begrijp.

    Gods zegen,
    Chealder

  22. Ik studeer zelf fysiotherapie, waarin ik dus ook met medische en fysiotherapeutische diagnoses te maken zal krijgen, die je als labels kan opvatten. Ik ken dus zeker het nut van een label. Als iemand een bepaalde diagnose krijgt, dan is er altijd reden om bij iemand die diagnose te stellen. Het is dan ook niet mijn punt om het allemaal maar de prullenbak in te gooien. Wel is het belangrijk om de mens te blijven zien en niet naar iemand te kijken als een wandelend ziektebeeld.

    Met name door de "gewone" mensen is het zo makkelijk om een labeltje te plakken; 'Wat is hij druk, hij heeft vast ADHD ofzo.' Of: 'Wat een dikzak, die eet vast veel te veel.' Men weet dan niet welk verhaal er achter iemand zit, want waarom is iemand dik, of waarom eet diegene dan zo veel? Men oordeelt alleen in plaats van naar iemand te willen luisteren en eventueel te helpen. Daarbij is niet iedere stoornis of aandoening bij iedereen hetzelfde. Het kan goed zijn om te weten of iemand een stoornis, bijvoorbeeld autisme, heeft zodat je ermee om kan gaan. Maar ook niet iedere autist is hetzelfde en wat bij de ene werkt, werkt niet per definitie ook bij de ander.

    Verder kan een label inderdaad verduidelijking en opluchting geven dat je niet 'raar' bent en dat het beestje een naampje heeft. Maar in hoeverre verandert het jouw karakter? In hoeverre wil je dat mensen jou anders behandelen vanwege je aandoening of stoornis?

    Sommige mensen leven naar hun label en worden zo hun eigen label. Dit worden de chronische patiënten die er dan inderdaad niet meer zo snel vanaf komen omdat ze er zo veel mee bezig zijn. De labels worden door hun omgeving vaak extra in stand gehouden. Natuurlijk genees je niet overal van, maar veel dingen gaan wel weer over.

    Hoeveel taboe hangt er tegenwoordig niet om het woord 'whiplash'?

    'Heb je gister een auto ongeluk gehad? Laat je dan maar even controleren of je geen whiplash hebt! Mijn buurman heeft vijf jaar terug ook een whiplash gehad en heeft nog steeds last van zijn nek!'

    Er zijn genoeg mensen die denken dat het iets verschrikkelijks is en dat je er nooit meer vanaf komt. Whiplash heeft verschillende gradaties en natuurlijk kan er echt iets fout zitten, maar heel vaak is dat ook niet zo en is er na drie a vier maanden niets lichamelijks meer te vinden.

  23. Wat u wilt dat u niet geschied,
    Doe dit ook een ander niet.

    Niemand wil in een hokje worden geplaatst. Niemand wil een stempeltje krijgen, of een etiketje worden opgeplakt. Er zijn tegenwoordig ook zo veel etiketjes; ADHD, te dik, verlegen, autisme, hoogbegaafd, zit in een rolstoel, gothic, depressief, of wat je allemaal nog meer kan verzinnen om ‘niet normaal’ te zijn, in positieve of negatieve zin. Tegenwoordig lijk je eerder abnormaal als je géén stoornis, aandoening of wat-dan-ook hebt. Ondanks dat niemand een labeltje opgeplakt wil krijgen, doen we zelf wel net zo hard mee om anderen die wel te geven. Luidde er niet zo’n mooi spreekwoord; ‘wat u wilt dat u niet geschied, doe dit ook een ander niet?’ Waar komt deze labeltjesdrang toch vandaan en waarom doen we er met z’n allen zo leuk aan mee?

    De mens heeft al heel lang de eigenschap om alles een naam te willen geven. Alle dingen en alle dieren- en plantensoorten moeten een naam hebben. Daar is natuurlijk wat voor te zeggen, want als je het over iets hebt, wil je elkaar wel kunnen begrijpen en weten dat je het over hetzelfde praat. Het hokjes denken is ooit begonnen om indelingen te maken en zo overzicht te kunnen bewaren. Maar men moet er niet in doorslaan, want ook het hokjes denken brengt chaos met zich mee. En in hoeverre is het nou echt belangrijk dat de ene kikker een reuzenfluitkikker heet en de andere een goliathkikker? Is ‘kikker’ nou niet gewoon genoeg? Want een welbekend probleem onder biologen is de vraag wanneer een diersoort nou een nieuw diersoort is. Wanneer past de soort nog in het oude hokje en wanneer moet er wel een nieuw hokje worden gemaakt?

    Het classificeren van stoornissen of aandoeningen bij mensen heeft dus zeker een functie. Als een hulpverlener zijn of haar collega wil laten weten dat iemand ADHD heeft, kun je gewoon ‘ADHD’ neerzetten in plaats van de symptomen op te schrijven. De ander weet gelijk waarover gesproken wordt. Maar wat als iemand een beetje ADHD heeft? Heeft hij/zij het dan wel of niet? Er is dan een groot grijs gebied en daarom vind ik die etiketjes, die alles duidelijk en overzichtelijk zouden moeten maken, juist zo verwarrend.

    Wat denk jij dat Jezus over dit onderwerp zou zeggen?
    Ik denk dat het belangrijkste is dat je de mens achter de stoornis blijft zien, het individu met een eigen verhaal. En als iemand een individu is, dan heeft hij of zij allemaal eigen karaktereigenschappen, waarvan een aantal misschien overeen komen met een stoornis, maar een aantal ook niet. Het classificeren is een hulpmiddel, een richtlijn, maar geen wet. Voor ieder mens zou je een apart hokje of stempeltje kunnen maken, maar om dan een paar miljard hokjes te maken gaat misschien weer een beetje te ver.

    Gods zegen,

×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

We hebben cookies op je apparaat geplaatst om de werking van deze website te verbeteren. Je kunt je cookie-instellingen aanpassen. Anders nemen we aan dat je akkoord gaat. Lees ook onze Gebruiksvoorwaarden en Privacybeleid